Deel dit bericht.
“Schaarste, of een tekort aan woningen, is alleen structureel op te lossen door meer geschikte woningen toe te voegen.”
Handleiding woningtoewijzing VNG
3 december 2015
Gemeenten hebben de verantwoordelijk gekregen kwetsbare inwoners te ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen, en waar mogelijk de doorstroming te bevorderen, van cliënten in instellingen naar een meer zelfstandige vorm van wonen.
De grote vraag: hoe sturen gemeenten dit proces binnen het brede scala aan wettelijke kaders, partijen en belangen? Hierover heeft de VNG een koers gevende notitie gepubliceerd: De handleiding Woningtoewijzing aan inwoners met een specifieke zorgvraag.
Nieuwe Huisvestingswet 2014
De Huisvestingswet 2014 heeft als doel mogelijkheden te bieden om de positie van kwetsbare groepen op de woningmarkt te beschermen. De wet biedt gemeenten instrumenten om in te grijpen in de verdeling van woonruimte (en de verandering van de samenstelling van de woonruimtevoorraad). Ingrijpen door gemeenten is niet vanzelfsprekend.
Gemeenten mogen alleen gebruik maken van een huisvestingsverordening onder strikte voorwaarden: er moet aantoonbare schaarste zijn aan specifieke woningen geschikt voor inwoners met een specifieke zorgvraag én er moet sprake zijn van onevenwichtige en onrechtvaardige gevolgen van de huidige woonruimteverdeling voor deze doelgroep.
Pas dan kunnen gemeenten regels stellen over woningtoewijzing. Dit kan uitsluitend in een Huisvestingsverordening met toewijzingsregels en/of een urgentieregeling, die maximaal 4 jaar geldig is.
Toewijzingsregels?
Het doel van dit beleid is dat kwetsbare burgers en burgers met een beperking zo optimaal mogelijk in de samenleving kunnen participeren. Het gaat hier om kwetsbare ouderen, mensen met een (licht) verstandelijke beperking, mensen met een lichamelijk beperking en mensen met psychiatrische en psychosociale problematiek.
Huisvesters en zorgaanbieders hebben er groot belang bij dat gemeenten in goede afstemming met hen de toewijzing regelen zodat deze inwoners op de juiste plek komen te wonen.
Het is geen vanzelfsprekendheid dat een gemeente met een huisvestingsverordening ingrijpt op de woningtoewijzing aan inwoners met een specifieke zorgvraag. Inwoners hebben het recht op vrije vestiging en in beginsel is de woningtoewijzing een zaak van de verhuurder.
Zoek de ruimte binnen de regels
Voordat een gemeente afweegt óf en hoe in een huisvestingsverordening toewijzingsregels kunnen worden opgesteld, brengt een gemeente eerst de opgave rond de huisvesting en de woningtoewijzing in beeld met alle betrokken partijen. De belangrijkste partijen voor de gemeente zijn de woningcorporaties, particuliere verhuurders, zorgaanbieders en vertegenwoordigers van cliënten.
Daarbij is een visie op de woningtoewijzing nodig, vanuit de volkshuisvesting maar nu ook vanuit de Wmo. Naast het maatschappelijke belang, speelt voor gemeenten ook een financieel belang. Als deze mensen niet passend kunnen worden gehuisvest, kost dat de gemeente geld voor woningaanpassingen en dure plekken voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang.
Accenten in woningtoewijzing
De Wmo-visie en de woonvisie zijn bepalend voor de opgave van een gemeente en betrokken partijen. Afwegingen van zowel de Wmo als volkshuisvestelijke aspecten kan soms leiden tot verschillende accenten in de regels voor woningtoewijzing. Een gemeente heeft er vanuit Wmo-beleid belang bij dat inwoners met een zorgvraag passend en nabij de juiste voorzieningen worden gehuisvest. Volkshuisvestelijk kan het van belang zijn dat in sommige delen van een gemeente juist meer ruimte komt voor gezinnen of starters op de woningmarkt, zodat een goede mix aan inwoners ontstaat.
Wmo-aspecten, zijn o.a.:
- Gewenste spreiding of concentratie voorzieningen/woningen;
- Gewenste keuzevrijheid en eigen regie van de inwoner;
- Gewenste inzet van Wmo-middelen voor woningaanpassingen;
- Gewenste mate van gemeentelijke regie.
Volkshuisvestelijke aspecten zijn, o.a.:
- Betaalbaarheid en beschikbaarheid van sociale huurwoningen voor de doelgroep;
- Schaarste en verdringing tussen doelgroepen;
- Doorstroming bevorderen in delen van de woningvoorraad;
- Urgente huisvestingsopgaven;
- Transparantie in het systeem van woningtoewijzing voor inwoners.
Conclusies en opgave
Op basis van een analyse van vraag en aanbod, de huidige woningtoewijzingsregels en een analyse van de Wmo en volkshuisvestelijke aspecten, worden conclusies getrokken en komt de opgave voor de gemeente en partijen in beeld.
Is er sprake van schaarste aan woningen geschikt voor inwoners met een specifieke zorgvraag in een bepaald gebied (wijk/buurt) óf een gebrekkige aansluiting tussen het aanbod en de vraag van deze woningen, een zogenaamde mismatch? Een mismatch kun je voor een deel oplossen door de samenwerking tussen partijen te verbeteren en de afstemming over vraag en aanbod van woningen te vergroten. Partijen kunnen bijvoorbeeld bereid zijn wachtlijsten samen te voegen of woningen in goed overleg uit te ruilen.
Schaarste, of een tekort aan woningen, is alleen structureel op te lossen door meer geschikte woningen toe te voegen. Door ingrepen in de bestaande woningvoorraad en transformatie van bijvoorbeeld voorheen intramuraal zorgvastgoed of door het bouwen van nieuwe woningen. Afspraken hierover worden vastgelegd in de woonvisie en prestatieafspraken met huurders en huisvesters, met name corporaties.
De volledige handleiding leest u hier.
Deel dit bericht.
Meer informatie.
- Evelien Mulder
- e.mulder@cmostamm.nl
- 06 13 58 21 26
- Martin Bakker
- m.bakker@cmostamm.nl
- 06 528 886 96