Deel dit bericht.
“Driekwart van de Wmo-cliënten is positief over het contact met de gemeente, de kwaliteit van de ondersteuning en het effect van de ondersteuning op hun leven.”
Cliëntervaringsonderzoek Wmo
29 november 2016
In opdracht van 11 gemeenten in de provincie Drenthe en 18 gemeenten in de provincie Groningen hebben CMO STAMM en het Sociaal Planbureau Groningen het cliëntervaringsonderzoek (CEO) voor de Wmo 2015 uitgevoerd.
De Wmo 2015 verplicht gemeenten jaarlijks te meten hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren. Gemeenten moesten hier in 2016 mee aan de slag. De uitkomsten van het CEO laten zien hoe cliënten de kwaliteit van hulp en ondersteuning vanuit Wmo ervaren. Het is dus een belangrijk instrument in de monitoring van de situatie en de resultaten van de transities.
23.000 Wmo-cliënten uitgenodigd
De 18 Groningse gemeenten waarvoor wij het Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 uitvoerden zijn Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Winsum en Zuidhorn. De 11 Drentse gemeenten zijn Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, de Wolden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo.
Ruim drieëntwintigduizend Wmo-cliënten uit deze gemeenten zijn uitgenodigd om aan het cliëntervaringsonderzoek mee te doen; bijna achtduizend (37%) hebben de vragenlijst op papier of digitaal ingevuld.
Positief effect van ondersteuning
Heel kort samengevat is de uitkomst van het onderzoek dat driekwart van de Wmo-cliënten positief is over het contact met de gemeente, de kwaliteit van de ondersteuning en het effect van de ondersteuning op hun leven. Vooral de vraag met betrekking tot het effect van de ondersteuning scoort gemiddeld hoog. In vier op de vijf gevallen zegt men zich beter te kunnen redden door de ontvangen ondersteuning.
Overbelaste mantelzorgers en onbekendheid met onafhankelijke cliëntondersteuning
De vragen over de mantelzorg en het gebruik van een onafhankelijk cliëntondersteuner worden opvallend minder positief beoordeeld. Een proportioneel deel (ongeveer 20%) van de ondervraagde cliënten die mantelzorg ontvangen, heeft het idee dat hun naaste de zorg niet aankan. Daarnaast wist minder een kwart (24%) van de ondervraagde cliënten dat er gebruik gemaakt kon worden van een onafhankelijk cliëntondersteuner.
Hoe staat uw gemeente ervoor?
Zowel in de deelname aan het onderzoek als in de beantwoording van de vragen komen behoorlijke verschillen tussen gemeenten naar voren. Bijzonder is dat dit soms ook het geval is bij gemeenten die samenwerken op het gebied van de Wmo en dezelfde beleidsuitgangspunten en werkwijze hanteren.
De resultaten van de CEO-analyse over de Groninger en Drentse gemeenten en de benchmark ten opzichte van de provinciale gemiddelden zijn te vinden op de webportal Cliëntervaringsonderzoek Wmo.
Deel dit bericht.
Meer informatie.
- Marike Broekema
- m.broekema@cmostamm.nl
- 06 51 79 93 90
- Martin Bakker
- m.bakker@cmostamm.nl
- 06 528 886 96