Deel dit bericht.
“Jongeren (schoolverlaters), zelfstandigen en flexwerkers zijn nieuwe risicogroepen als gevolg van de coronacrisis.”
Armoede en schuldhulpverlening in coronatijden
24 april 2020
We doen er met elkaar van alles aan om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Dat is mooi! Minder goed zijn de vooruitzichten voor onze economie. Een recessie lijkt onafwendbaar. Hoe kunnen we hierop anticiperen vanuit het perspectief van armoede en schuldhulpverlening? Wat zijn de belangrijkste opgaven en inspirerende voorbeelden? Een eerste impressie op basis van signalen uit het veld. Landelijk, en waar mogelijk ingezoomd op de situatie in Groningen en Drenthe. De beelden zijn verrijkt met quotes en verwijzingen opgetekend in de media.
Routeplanner Armoede & Schulden
Onze praktijk leert dat de armoede en schuldenproblematiek uitermate divers en complex is. Alleen een integrale aanpak waar alle partijen samen voor staan werkt. In 2018 ontwikkelde CMO STAMM een Routeplanner Armoede & schulden met pijlers die van belang zijn bij een effectieve aanpak van armoede en schulden. Deze economisch onzekere coronatijd, vraagt van ons allemaal maximale inzet, krachtenbundeling en creativiteit!
In deze nieuwsbrief gaan we in op:
- De persoon: wat ervaren mensen zelf. Het is van belang om bij alles uit te gaan wat de mensen in hun situatie nodig hebben, gericht op hun toekomstperspectief.
- Het netwerk en meedoen: van belang is het meedoen vergroten en het sociaal netwerk versterken.
- Beleid, regels, wetten en financiën: noodmaatregelen, regels zo inzetten dat ze mensen echt helpen.
- Wat zien en doen gemeenten: flexibel inspelen, anticiperen en crisis benutten.
- De beweging: aan de slag met vijf uitdagingen.
Wat speelt momenteel op het gebied van armoede en schuldhulpverlening?
1. De persoon: wat ervaren de mensen zelf?
Directe zorgen over financiële situatie
Mensen maken zich meer dan anders zorgen over hun financiële situatie, zo blijkt uit de Nibud peiling eind maart 2020. Een vijfde van de Nederlanders van 18 jaar en ouder ondervond in de eerste twee weken van de coronacrisis direct een inkomstenterugval. Ruim 20 procent van de respondenten verwacht die terugval ook in april. Onder hen zijn vooral jongeren, zelfstandigen en flexwerkers. De meesten verwachten een inkomstenterugval van maximaal 30%.
Dit willen zij opvangen met spaargeld en bezuinigingen. Maar 29% heeft onvoldoende spaargeld om twee maanden zonder inkomen rond te komen. Uit eerder onderzoek van het Nibud blijkt ook dat mensen met financiële problemen lang wachten met het vragen om hulp. Het is daarom belangrijk om vanuit de aanpakken rond armoede en schuldhulpverlening in de provincies Groningen en Drenthe oog te blijven houden voor de bestaande groep mensen die door de coronacrisis blijven kampen met betalingsachterstanden, maar vooral óók voor nieuwe risicogroepen. De wetswijziging gemeentelijke schuldhulpverlening (WSG) biedt op het gebied van vroegsignalering hiervoor vanaf 1 januari 2021 nieuwe kansen (zie ook ons artikel Nieuwe kansen voor vroegsignalering schulden later in deze nieuwsbrief).
Jongeren hebben vaker dan andere leeftijdsgroepen een flexibel contract. Dat maakt ze extra kwetsbaar voor de economische gevolgen van de coronacrisis. “De politiek moet daar meer oog voor hebben”, vindt het jongerenplatform van de Sociaal Economische Raad (SER). In Nederland heeft 38 procent van de jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 35 jaar een flexibel contract. Bij de landelijke Studentenvakbond (LSVb) en FNV Young and United komen dagelijks al zo’n honderd meldingen binnen van jongeren die geldzorgen hebben door de coronacrisis. Het NIBUD geeft bovendien aan dat één op de drie jongeren afgelopen maand moest rondkomen met minder geld. CMO STAMM verkent momenteel welke gevolgen Groningse en Drentse jongeren ervaren door de coronacrisis. In mei worden de eerste ervaringen gepresenteerd.
Nieuwe risicogroepen
Binnen de bestaande aanpakken rond armoede en schuldhulpverlening is het aan te bevelen om specifieke aandacht te besteden aan nieuwe risicogroepen als gevolg van de coronacrisis, zoals jongeren (schoolverlaters), zelfstandigen en flexwerkers. Er is nu al een grote verscheidenheid aan oorzaken en doelgroepen bij armoede en schulden. Het maakt nogal uit of je opgroeit in een arm gezin of door een faillissement in armoede belandt. Maatwerk is nodig, omdat ieders persoonlijke situatie bepaalt wat nodig is en werkt.
Specifieke aandacht is ook nodig voor kinderen en jongeren die leven op de armoedegrens en door de thuisblijfsamenleving nog extra onder druk komen te staan. Dit geldt zowel voor zwerfjongeren als voor kinderen die opgroeien in een gezin zonder wifi of waar niet zomaar een laptop geregeld kan worden. Gelijke kansen voor kinderen komt hiermee onder druk te staan.
2. Netwerk en meedoen
Niet meedoen en het ontbreken van sociale relaties heeft een negatief effect op eigenwaarde, gedrag, gezondheid en prestaties. Dat vergroot de kans op toekomstige armoede. Maar de wereld staat nu even op z’n kop door het coronavirus. Gemeenten nemen maatregelen om medewerkers en inwoners te beschermen. Zo zijn in diverse gemeenten dorpshuizen en andere ontmoetingsplekken gesloten, de inloopspreekuren in het sociaal domein vervallen en worden gesprekken zo veel mogelijk uitgesteld, of telefonisch gevoerd. Gelijktijdig geven gemeenten aan dat de vraag naar schuldhulpverlening toeneemt en is er behoefte aan ondersteuning of aan alternatieve (digitale) routes.
Deze tijd vraagt om innovatieve werkwijzen om doelgroepen te kunnen blijven bereiken. Geldfit Nederland (en Kredietbank Nederland) is een samenwerking van verschillende gemeenten, organisaties, bedrijven en netwerken, die een preventieve aanpak biedt aan Nederlanders die hulp nodig hebben bij hun geldzaken. Met financiering vanuit de Nederlandse Schuldhulproute voert Geldfit de digitale inrichting voor de gemeente tot 1 juni 2020 kosteloos uit, zodat inwoners tijdelijk snel bij het (digitale) loket van Kredietbank Nederland terechtkomen.
Een ander belangrijk aandachtspunt is de inzet van communicatiemiddelen. Niet iedereen is online even vaardig of heeft onvoldoende mogelijkheden om online te communiceren. Ouderen zijn bijvoorbeeld een kwetsbare doelgroep, maar ook kinderen die in gezinnen opgroeien waar maar één laptop is. De provincie Drenthe heeft bijvoorbeeld gemeenten gevraagd mee te werken om iPads in te zamelen en te geven aan kinderen die het nodig hebben.
3. Beleid, wet- en regelgeving; tijdelijke financiële noodregelingen
Eind maart schetste het Centraal Planbureau vier scenario’s over de economische impact van het coronavirus in 2020 en 2021. De scenario’s hanteren verschillende uitgangspunten voor de duur van de contactbeperkingen en de diepte van de economische doorwerking. In alle scenario’s resulteert een recessie. De prognoses van de grote financiële banken delen dit beeld.
Voorlopig blijven de contactbeperkende maatregelen van kracht. Zelfs als deze versoepeld worden, is de economische doorwerking nog groot. Cijfers van de Rabobank laten zien dat 84% van de banen wel in de anderhalvemetereconomie passen. Daar heeft Noord-Nederland groot aandeel in met belangrijke sectoren zoals de landbouw, de industrie en de bouw. De andere 16% van de banen zijn veel moeilijker: zorg, horeca, festival, recreatie. Daar hebben we in Noord-Nederland ook een fors aandeel van. Dus op basis van die cijfers staat een vijfde van de banen in het Noorden onder druk.’
- Zie ook: Groningse economie krijgt ongekende klap-maar grootste klap komt nog – RTV Noord, 17 april 2020.
Er zijn daarom verschillende financiële noodregelingen voor werkgevers en zelfstandigen die getroffen zijn door de coronacrisis. Het kabinet doet er alles aan om banen en inkomens van zoveel mogelijk mensen veilig te stellen, en de vitaliteit van onze economie te ondersteunen. Inmiddels is er ruim 1,3 miljard aan looncompensatie en 1 miljard aan tegemoetkoming voor zzp’ers uitgekeerd door de overheid. Maar niet iedereen komt in aanmerking voor deze noodregelingen. Winkels die open mochten blijven, sloten toch hun deuren omdat er geen klanten meer komen. Sommige sectoren liggen helemaal stil en veroorzaken een kettingreactie.
- Zie ook: Corona zet diensten UWV verder onder druk: ‘Al 1,5 miljoen werkenden hebben hulp nodig’ – AD, 23 april 2020
In de stad Groningen hebben inmiddels vele ondernemers steun aangevraagd. Het betreft de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Die is in het leven geroepen voor zzp’ers en soortgelijke kleine zelfstandigen die door de coronacrisis in de problemen komen. Van taxibedrijven tot leveranciers van evenementen en alles daartussenin. De nood is hoog, want veel bedrijven hebben plotsklaps zonder waarschuwing van de ene op de andere dag nul omzet meer.
- Zie ook: Stadhuis: ‘De tozo-knaken worden snel uitgekeerd’ – Sikkom, 22 april 2020
Ook de twaalf Drentse gemeenten hebben het druk met de afhandeling van bijna 5.800 aanvragen voor de noodregeling.
- Zie ook: Duizenden kleine zelfstandigen stappen naar gemeenten voor noodhulp – Dagblad van het Noorden, 21 april 2020
Vanuit armoede- en schuldenperspectief is belangrijk om te volgen of er nieuwe groepen onder de armoedegrens schieten en zo ja, wie dit dan zijn? En wellicht nog belangrijker in beeld te brengen wat zij nodig hebben om zo snel mogelijk weer nieuw toekomstperspectief te krijgen.
4. Wat zien en doen gemeenten?
Gemeenten zien een toename in het aantal vragen naar bijstand en tijdelijke ondersteuningsmaatregelen. Ook signaleren de gemeenten bijvoorbeeld ook de nodige aandachtspunten bij de Sociale Werkbedrijven. Sommige zijn geheel of gedeeltelijk gesloten, in verband met de kwetsbaarheid van de mensen. Er zijn grote zorgen over hoe dit gaat drukken op de financiën.
Daarnaast worden meerdere afspraken gemaakt of aan instellingen gevraagd om te maken om (verdere) schulden te voorkomen:
- Geen huisuitzettingen doen;
- Geen drinkwater afsluiten;
- Geen energie afsluiten;
- Versoepeling bij banken voor aflossingen;
- Geen gedwongen woningverkoop;
- De vraag aan schuldeisen zich coulant op te stellen;
- Uitstel betaling gemeentelijke belastingen.
Gemeenten moeten extra menskracht inzetten om te kunnen voldoen aan de vraag naar ondersteuning. Deze extra aanvragen en menskracht geven extra druk op de gemeentelijke financiën die op sociaal domein toch al tegen grote tekorten aanliepen. Zo toont de Benchmark Nederlandse gemeenten (op basis van de financiële cijfers van 2008 tot en met 2018) van BDO Accountants & Adviseurs, 2020). Vooral in Drenthe, Limburg en Groningen kampen gemeenten al met forse tekorten. Van de steden in Nederland staat de stad Groningen er het slechtste voor.
BDO signaleert nu al meer druk op bijvoorbeeld de continuïteit van de zorg, op de maatschappelijke en culturele sectoren en op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Om alle rollen die de gemeenten inmiddels zijn toebedeeld goed op te kunnen pakken, is financiële bewegingsruimte een minimale voorwaarde. Daar is nu onvoldoende sprake van.’
In deze onzekere tijden is het voor iedereen lastig opereren, bestaande modellen hebben beperkte voorspellende waarde. Tegelijkertijd is wel van belang om zicht te krijgen op de orde van grootte van impact. Het is aan te raden om de mogelijke (financiële) implicaties voor de Groninger en Drentse gemeenten goed in te beeld brengen en scenario’s te ontwikkelen voor de gezamenlijk opvang van deze stevige regionale opgaven. En waar nodig een gecoördineerd geluid richting het Rijk te laten horen. De Vereniging Groninger Gemeenten, Vereniging Drentse Gemeenten en de provincies kunnen daar een goede ondersteunende rol in vervullen.
En last but not least: iedere crisis biedt kansen. Uit studies naar herstelprocessen na een crisis is bekend dat na de eerste periode waarin het accent ligt op stabilisatie, er ook ruimte is voor heroriëntatie. Interessant is of we in Groningen en Drenthe deze ruimte weten te benutten die deze coronacrisis, hoe verschrikkelijk die ook is, biedt om zaken echt over een ander spoor te gooien. Kan deze crisis een versneller zijn van een creatieve nieuwe aanpak van armoede en schulden in de regio en – wellicht nog belangrijker – samenwerking over organisatiebelangen heen?
5. Beweging: aan de slag met uitdagingen!
Voor de komende periode zien wij de volgende uitdagingen:
- Bij alles beginnen bij de mensen in armoede zelf; wat hebben zij nodig, gericht op een kansrijke toekomst? Onze jeugd verdient daarbij speciale aandacht!
- Handhaven tijdelijke verlichting door adequate en goed toegankelijke noodmaatregelen;
- Anticiperen op opgaven voor de midden/lange termijn door verdiepende analyses en ontwikkeling van scenario’s voor een effectieve aanpak en doorbraken in de regio/gemeenten;
- Ingang zetten van een structurele beweging in het beleid van verlichten van armoede naar preventie en effectief oplossen van armoede, waaronder het versterken van vroegsignalering om problematische schulden te voorkomen;
- Lokaal organiseren van een effectief samenspel van meerdere partijen. Denk aan ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, professionals, ambtenaren, bedrijven, schuldeisers en werkgevers. Door juist nu onze krachten te bundelen, kunnen we het verschil maken. Kijkend vanuit de processen rond een inwoner en samenwerken binnen de totale keten. Van preventie & vroegsignalering, naar (in)formele hulp tot en met nazorg.
Inspirerende initiatieven
- Een webinar van NVVK branchevereniging voor schuldhulpverlening, bewindvoering en sociaal bankieren waar je alles hoort over saneringskredieten, schuldenknooppunt en collectief schuldregelen (8 april 2020).
- Een Versnellingssessie voor de Vereniging Drentse Gemeenten (op 21 april 2020) met als onderwerp ‘Inventarisatie Schuldenaanpak VDG’. Hiermee speelt de VDG proactief in op de huidige maatschappelijke situatie. Vooral door hierbij óók te kijken naar mogelijke vertaalslagen van aanpakken richting inwoners die door de coronacrisis kampen met een inkomstenterugval.
- Artikel van Movisie Coronavirus: verlaag de stress voor mensen in armoede
- Kleinschalige subsidiemogelijkheden, zoals kleine coronahulp of via het Oranjefonds.
Op dit moment houden Trendbureau Drenthe en Sociaal Planbureau Groningen , beide onderdeel van CMO STAMM, een panelonderzoek onder 7.000 Groningers en zo’n 1.700 Drenten om zicht te krijgen op de (middellange en langere termijn) impact van de ‘coronacrisis’ op het leven in Noord-Nederland. Hiermee reiken we beleidsinformatie aan, waaruit onder meer blijkt bij welke categorieën inwoners en op welke domeinen in het bijzonder inzet nodig is om goed (of zelfs beter) uit de crisis te komen. Medio mei verwachten we de uitkomsten hiervan.
Deel dit bericht.
Meer informatie.
- Imke Oosting
- i.oosting@cmostamm.nl
- 06 83 56 90 63