Deel dit bericht.
“Perspectief is de sleutel bij ondersteunen bewonersinitiatieven”
Het kan wel!
26 september 2019
Hoe kan het nu dat op sommige plaatsen goede ideeën van inwoners langzaam verzanden en niet van de grond komen? En hoe voorkom je zoiets? Wat kan je als gemeente, provincie of organisatie doen, behalve bijvoorbeeld financiële ondersteuning? CMO STAMM begeleidt verschillende grote en kleine initiatieven van inwoners en deelt de ervaringen graag. Jan van der Bij, adviseur (inmiddels oud-collega) bij CMO STAMM, heeft al tientallen bewonersinitiatieven vooruit geholpen. Die hulp kan heel verschillend zijn omdat deze altijd moet aansluiten op het initiatief zelf. Wel zijn een aantal belangrijke factoren te benoemen die een rode draad vormen. Jan: “Geld is zeker niet zo’n factor. Het perspectief is veel spannender”.
Perspectief belangrijker dan financiën; twee voorbeelden
Hoe dat zit legt Jan uit aan de hand van twee voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Allereerst een voorbeeld uit het Drentse dorp Gasselternijveen.
Gasselternijveen
In Gasselternijveen verdwijnt op een gegeven moment de dorpssupermarkt. Inwoners ervaren het als een groot gemis, het lijkt de zoveelste slag in het verdwijnen van dorpsvoorzieningen. Het verdwijnen van de winkel en de aanblik van het lege supermarktpand leiden tot moedeloosheid. Het idee was: ‘Het lukt hier niet meer” zegt Jan. Maar door verschillende scenario’s te schetsen, uit te proberen en te laten zien wat er wél kan, ontstaat samen met het dorp een nieuw perspectief. Inwoners gaan weer geloven in hun eigen macht en mogelijkheden en dat gaat zelfs zo ver dat er binnen een mum van tijd € 50.000,- gecrowdfund wordt door het dorp. De winkel gaat open onder een nieuwe ondernemer en het is zo’n succes dat er inmiddels een bloemen- en cadeauwinkel naast is gekomen. Dat eerste succes is zeker belangrijk zegt Jan. Dorpelingen zien “Dit kunnen we dus samen!” en gaan ook andere kansen zien. Er wordt in Gasselternijveen een coöperatie opgericht die fuseert met dorpsbelangen. De sociale huiskamer, die door haar preventieve werking Wmo-indicaties voorkomen kan, wordt draaiende gehouden met Wmo-gelden. En er wordt gewerkt aan een zorghotel in het dorp. De projecten versterken elkaar doordat bijvoorbeeld alle boodschappen voor de huiskamer bij de dorpswinkel worden gedaan.
Froombosch
In Froombosch, een ander initiatief dat Jan begeleidt, zien we dezelfde beweging. Als gevolg van de aardbevingen moet het dorpshuis gesloopt worden. De werkgroep is teneinde raad, maar gaat toch samen met Jan aan de slag. Er wordt gestart met 3 opgaven:
- Een nieuw verdienmodel voor het dorpshuis, zodat het in de toekomst financieel gezond blijft;
- Het versterken van de organisatie;
- Een programma van eisen voor sloop en nieuwbouw.
Al snel blijkt dat nieuwbouw de beste optie is voor het dorp. Dat betekent wel een ingrijpend afscheid van het oude pand en haar geschiedenis. Het nieuwe gebouw biedt nieuwe kansen, maar er vallen ook dingen weg, zoals een echte sporthal. Dat maakt het proces net als in Gasselternijveen spannend. Hebben de inwoners het gevoel dat ze dit met elkaar kunnen en biedt de nieuwbouw een aantrekkelijk perspectief? Het is daarom nodig om zorgvuldig afscheid te nemen van het oude gebouw en ruimte te maken voor rouwverwerking, zoals Jan dat noemt.
In Froombosch is er een urgentie om elkaar in de toekomst blijvend te kunnen ontmoeten, ook omdat er in het gebied sprake is van aardbevingsschade en daarmee van angst en onzekerheid. Uiteindelijk ontstaan er plannen voor nieuwbouw, activiteiten, de buitenruimte en horeca. Er staat een apocalyptisch eindfeest gepland en er wordt samen met de Historische vereniging afscheid genomen van het oude pand.
Na perspectief zorgt geloof in het ‘samen kunnen realiseren’ voor nieuwe initiatieven
Is perspectief bieden dan voldoende om een dorp verder te helpen? Nee. Het is vooral ook gelukt door de enorme power van het dorp geeft Jan aan. Er is lef en zodra ze geloven in de macht van het dorp en de gemeenschap zetten ze door. Maar het spannendste in het hele traject is zeker het zelfvertrouwen van het dorp. Dat gaat langzaam en voorzichtig tijdens verschillende dorpsbijeenkomsten. Een voordeel is dat de gemeente veel ruimte en ondersteuning biedt. Ook wordt een werkgroep gevormd uit verschillende organisaties zodat alle belangen evenredig vertegenwoordigd worden.
Geef initiatiefnemers ruimte, vertrouwen en perspectief; het kan wel!
Uiteindelijk maakt het uit of diegene die initiatiefnemers tegenover zich heeft zitten in staat is om perspectief te bieden. Initiatiefnemers horen heel erg vaak “Dat kan niet, dat is niet haalbaar”. Ze komen meestal met nieuwe ideeën en invullingen die veel verbeeldingskracht en regelvrijheid nodig hebben en ook geld kosten. Soms moet er aan ideeën geschaafd worden om ze haalbaar te maken. Als gefocust wordt op de beperkingen, lijkt het snel onbegonnen werk en verzandt een goed idee. Wanneer gefocust wordt op de droom van het dorp, op de kracht van gezamenlijk optreden, op de mogelijkheden en eerdere successen en er goede voorbeelden worden gezocht, ontstaat de energie. “Als inwoners eerder te horen gekregen hebben dat het niet kan, dan denk ik: het kan wel!” zegt Jan. Dat vraagt wel wat van diegene die tegenover het initiatief zit. Je moet zelf over verbeeldingskracht beschikken en durf hebben. Het betekent ook dat een onafhankelijke rol helpt, want als overheid is het niet altijd mogelijk tegen inwoners te zeggen ‘het kan wel’. Soms is het dus goed om een onafhankelijke adviseur met initiatiefnemers mee te laten denken. Iemand die gelooft dat het kan en die dit over kan dragen, die kennis en ervaring heeft met verscheidene initiatieven en die een broekzak vol goede voorbeelden heeft.
Deel dit bericht.
Meer informatie.
- Marike Broekema
- m.broekema@cmostamm.nl
- 06 51 79 93 90
- Martin Bakker
- m.bakker@cmostamm.nl
- 06 528 886 96