Er is nog veel te winnen in de samenwerking tussen wetenschappers en niet-wetenschappers. Door slimmer samen te werken, kan de wetenschap meer direct bijdragen aan concrete oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Met dit doel is het 4-jarig Europese samenwerkingsproject ACCOMPLISSH gestart vanuit de sociale en geesteswetenschappen van de RUG.
Aan de universiteit van Sapienza in Rome vond op 21 en 22 november 2016 de openingsconferentie plaats van het Europese project ACCOMPLISSH. Universiteiten, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties uit 14 Europese landen kwamen in Rome bij elkaar op de Universiteit van Sapienza. Voor Groningen waren de Rijksuniversiteit Groningen, de gemeente Groningen, TCNN en CMO STAMM vertegenwoordigd.
In elk van de deelnemende landen vinden focus-groep discussies plaats om te onderzoeken hoe de samenwerking in werkelijkheid is en welke voorbeelden er zijn van co-creatie en samen het verschil maken. De volgende stap bestaat uit het opzetten van proeftuinen waarin universiteiten en bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties nauw gaan samenwerken.
Deelnemers, mentoren en vraageigenaren van de eerste leergang Overheidsparticipatie met Lef gaven aan het prettig te vinden elkaar informeel te blijven treffen. Dit doen ze in een zogenaamd Lefcafé. Het Lefcafé heeft als doel elkaar te ontmoeten en zo verder van elkaar te leren.
Het eerste café is inmiddels een feit. Er is uitvoerig gesproken over evenementen en festivals georganiseerd worden door bewoners. En is dat dan de toekomst van bewonersparticipatie…?
De leergang Overheidsparticipatie met Lef gaat over een manier van werken die momenteel gevraagd wordt van ambtenaren, leren door te doen. De tweede editie leergang loopt nu met 35 deelnemers en een Groninger gemeente gaat in januari starten met B&W, gemeenteraad en ambtenaren. In het voorjaar van 2017 start de derde editie. Inschrijvingen komen hiervoor al binnen, wil je meedoen? Geef je dan snel op, vol=vol.
Actieve bewoners nemen steeds vaker het voortouw en regelen het zelf. Dat vergt nieuwe vormen van samenwerking en een andere rol en taak van overheden: overheidsparticipatie. Groningse en Drentse gemeenten en provincies hebben overheidsparticipatie inmiddels stevig op de agenda staan. Dat bleek tijdens de inspiratiebijeenkomst die CMO STAMM op 8 april jl. in het kader van haar programma Burgerkracht en Overheidsparticipatie organiseerde.
Bert Mulder, lector Haagse Hogeschool en auteur van het boek “Help onze gemeente verdwijnt” verzorgde de aftrap met een inspirerende lezing waarbij hij inging op de nieuwe rol van de overheid en de mogelijkheden van de digitale samenleving.
Mulder schetste het scenario van een enorme krimpende overheid en sector onderwijs en vroeg zich af wie er straks de nieuwe oplossingen ontwerpt die er nodig zijn in het sociale domein. Hij ziet daarin een grote rol voor innoverende bewoners. Waarmee overheidsparticipatie ontzettend urgent en noodzakelijk wordt. En niet langer een keuze.
Na deze inspirerende lezing ging dagvoorzitter Eric van Oosterhout (burgemeester Aa en Hunze) met de genodigden in gesprek over de gemeente van de toekomst. Aansluitend heeft Yvonne Turenhout (directeur-bestuurder CMO STAMM) de publicatie overheidsparticipatie inclusief een routeplanner voor overheden feestelijk gepresenteerd aan gedeputeerden Eikenaar en Jumelet van de provincies Groningen en Drenthe en aan twee burgemeesters Rika Pot (Appingedam) en Rikus Jager (Westerveld) uit beide provincies, die namens de VGG en de VDG de publicatie in ontvangst namen. Deze publicatie biedt inspiratie en informatie over wat overheidsparticipatie behelst, hoe je als overheid positie kunt kiezen en welke routes er zijn om als gehele organisatie die gewenste participerende overheid te worden.
Klik hier voor de publicatie Overheidsparticipatie: route naar een nieuw DNA
De bestuurders uit Groningen en Drenthe gaven aan dat zij ieder op eigen wijze en vanuit hun eigen verantwoordelijkheid binnen het openbaar bestuur werken aan overheidsparticipatie. Van alle kanten is onderschreven hoe belangrijk het is dat de gemeenten op een goede manier omgaan met actieve inwoners die steeds vaker initiatieven nemen in het publieke domein, er aansluiting bij zoeken en ondersteuning bieden. Faciliteren, organiseren, financieren, regelgeving die ruimte biedt – rond veel burgerinitiatieven is de overheid een onmisbare partner. Overheidsparticipatie impliceert een gelijkwaardige samenwerking en vereist flexibiliteit en maatwerk. Een mooie opgave met nieuwe kansen voor de toekomst.
Enige nuancering rondom deze mooie opgave is overigens ook op zijn plaats, vonden de bestuurders. Overheidsparticipatie past heel goed in een tijd van een terugtredende overheid, waarbij burgers meer verantwoordelijkheid moeten, willen en kunnen nemen. Daarnaast – en daar zitten veelal ook de dilemma’s voor bestuurders – is de overheid ook het vangnet voor hen die dat nodig hebben. Een overheid die betrokken blijft en nooit mensen laat vallen. Die uitgaat van het versterken van eigen verantwoordelijkheid, weerbaarheid en wederkerigheid. En daar waar dat eindigt, verantwoordelijk is en blijft voor kwetsbare groepen.
Met alle nuanceringen die er te maken zijn is er worden er veel mogelijkheden gezien in de ontwikkeling van de participatiesamenleving en het nieuwe samenspel tussen burgers en overheden. Grote vraag is hoe. Dat is nog steeds een beetje een zoektocht. Wie werk maakt van overheidsparticipatie doet dat stap voor stap. Het belang zit in de beweging. Wie blijft bewegen, creëert haar eigen kansen en momentum. Veel Groningse en Drentse gemeenten zijn al volop in beweging. Individueel, maar ook samen. Zo werken de Vereniging Groningen Gemeenten, Vereniging Groninger Dorpen en CMO STAMM al intensief samen in een traject rondom Burgernabijheid in de provincie Groningen.
De lezing Overheidsparticipatie past in een serie bijeenkomsten die worden georganiseerd rond dit thema. In maart 2016 is de eerste leergang Overheidsparticipatie met Lef voor ambtenaren van start gegaan. In het najaar van 2016 start de volgende leergang voor ambtenaren. In juni 2016 start de Masterclass Overheidsparticipatie voor bestuurders. En parallel daaraan organiseren de VGG, VGD en CMO STAMM bijeenkomsten over Burgernabijheid.
Burgers en overheden staan in een nieuwe relatie met elkaar. Het moet anders, beter en met elkaar. Dit is nog een grote zoektocht. Een vraag die zich hierbij opdringt, is: hebben burgers en gemeenten hierover wel de juiste verwachtingen van elkaar?
Belangrijk, want het is moeilijk uit de startblokken te komen als de verwachtingen – vaak onbewust – te ver uit elkaar liggen.
CMO STAMM en Sociaal Planbureau Groningen deden daarvoor een reality check in de provincie Groningen. We vroegen burgers en gemeenten welke beelden en verwachtingen ze van elkaar hebben. Deze vragen zijn eind 2015 voorgelegd aan ambtenaren, wethouders en raadsleden van alle Groninger gemeenten en aan het Groninger panel van 3.300 burgers in de provincie Groningen (respons: 48% panel en 10% gemeenten).
Een reality check blijkt geen overbodige luxe, want we zien dat gemeenten en burgers in Groningen op nogal wat punten opvallend verschillende beelden en verwachtingen hebben. In andere provincies komt ditzelfde beeld uit vergelijkbare onderzoeken naar voren.
De opvallendste uitkomst is dat beide partijen denken dat ze weten wat de ander wil en verwacht, maar dat is lang niet altijd zo. Gelukkig vinden beiden dat ze móeten samenwerken om samen burgerinitiatieven te realiseren (beide ruim 85%).
De prestaties van gemeenten worden opmerkelijk anders beleefd door burgers dan door gemeenten.
We vroegen burgers of gemeenten goed samenwerken met bewoners om de ideeën van bewoners te realiseren. Minder dan 1 op de 5 burgers vindt dat er goed wordt samengewerkt met burgers om hun ideeën te realiseren, terwijl het beeld bij het merendeel van de gemeenten is dat er goed wordt samengewerkt (71%). In het verlengde hiervan zien we dezelfde uiteenlopende beelden, bijvoorbeeld dat 1 op de 6 burgers ervaart dat burgers voldoende ruimte krijgen om hun ideeën te realiseren, tegen 6 op de 10 gemeenten.
Burgers in Groningen willen wel voor verandering gaan – ‘het is nodig in deze tijd’ –, maar verwachten, net als de gemeenten, dat de gemeenten met burgers samenwerken om burgerinitiatieven te realiseren. Oók verwacht een ruime meerderheid van de burgers dat de gemeente altijd toezicht houdt op de initiatieven van burgers. Echter, hierin verschillen ze erg van gemeenten. Dat er best wat regels kunnen worden afgeschaft, dat vinden burgers en gemeenten wel weer beide.
Klik hier voor de resultaten van de reality check. |
De reality check laat zien dat de werkelijkheden van gemeenten en burgers best ver uit elkaar liggen. Om meer vanuit dezelfde werkelijkheid en urgentie samen te werken, is een open en gelijkwaardige communicatie vereist. Ga als gemeenten een open en gelijkwaardige dialoog aan met de burgers. Deze dialoog heeft een positieve insteek: ze gaat uit van en geeft ruimte aan de ambitie en daadkracht die er in de samenleving speelt. Nodig en daag burgers uit om eigen kracht en creativiteit maximaal te benutten.
Meer informatie over de reality check, burgerkracht en overheidsparticipatie?
CMO STAMM heeft veel ervaring met het stimuleren en faciliteren van overheidsparticipatie en burgerkracht. We maken hierbij graag gebruik van prachtige beproefde methodieken en onderweg ontwikkelden we een groeiend aantal eigen methodes.
Op 19 januari heeft CMO STAMM samen met de VGG en de VGD een versnellingssessie georganiseerd over Overheidsparticipatie voor de wijk- en dorpencoördinatoren van de gemeenten in de provincie. Deze bijeenkomst is de start van een gezamenlijk traject genaamd ‘Dorpen en gemeenten werken samen aan bewoners- en overheidsparticipatie’ dat gezamenlijk wordt ontwikkeld en uitgevoerd door de VGG, VGD en CMO STAMM.
In de troonrede van 2013 werd gesteld dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker is veranderd in een participatiesamenleving. Voor veel dorpsbewoners was dat geen nieuws meer. Op verschillende plekken in de provincie Groningen vinden en vonden we al concrete voorbeelden van de nieuwe doe-democratie: plaatselijke initiatieven waarbij bewoners gewoon aan de slag gaan en zich daarin niet afhankelijk voelen en opstellen van de overheid. Op deze wijze ontstaan er naast zorgcoöperaties, initiatieven voor een duurzame energievoorziening voor het dorp of de aanleg van een eigen glasvezelnetwerk. Actieve inwoners kloppen aan de poorten van het gemeentehuis. Tijdens de versnellingssessi werd duidelijk dat gemeenten verschillend omgaan met de vraag en dat het nog best lastig is om goed om te gaan met initiatieven van inwoners.
De aanwezige wijken- en dorpencoördinatoren zijn de vooruitgeschoven post in de dorpen en wijken. Deze ambtenaren zijn degenen die veel contact hebben met burgers. Er zijn om te beginnen een aantal stellingen voorgelegd. Vrijwel alle aanwezigen vinden dat het gemeentelijk beleid bepaald zou moeten worden op basis van input van de inwoners. Dit begint in een aantal gemeenten vorm te krijgen, maar er zijn ook deelnemers die aangeven dat het nog lastig is om gemeentelijke organisatie mee te krijgen in dit idee. Op de stelling ‘mijn gemeente is er klaar voor om meer over te laten aan inwoners’ antwoordt bijna de helft met ‘oneens’. De aanwezigen lopen nog vaak tegen belemmeringen aan binnen het gemeentehuis.
|
Overheidsparticipatie druist op een aantal punten vrijwel loodrecht in tegen de bestaande rol en werkwijze. Als knelpunten wordt door de aanwezigen aangegeven dat de communicatie met burgers nog onvoldoende is. Het leeft in sommige gemeenten nog niet echt en raad, college en ambtenaren hebben verschillende beelden bij inwonersparticipatie. Bovendien is er nog niet overal draagvlak voor overheidsparticipatie. Er wordt ook aangegeven dat inwoners de routes binnen het gemeentehuis niet kennen. Initiatieven zwerven dan van afdeling naar afdeling en dat werkt ontmoedigend voor de inwoners. De organisatiestructuur van de gemeente is nog niet overal toegerust om in te spelen op inwonersparticipatie.
De aanwezigen hebben vervolgens aangegeven wat goed gaat. Uit de antwoorden blijkt dat veel gemeenten inmiddels regelmatig in gesprek zijn met de inwoners. Dorpen en wijken worden bezocht door ambtenaren en door het college. Steeds meer collega’s binnen het gemeentehuis vinden het leuk en staan open voor initiatieven. Er wordt in sommige gemeenten een integraal visietraject in de dorpen en wijken ontwikkeld op basis van input van de inwoners. Daar zijn vaak ook budgeten voor gereserveerd. De kracht zit hem, aldus de aanwezigen, onder andere in het organiseren van korte lijnen intern en extern en een open communicatie, waarbij echt wordt geluisterd en wordt nagedacht over oplossingsrichtingen. Daarnaast is het van belang dat de visie over overheidsparticipatie gedeeld wordt binnen de verschillende gemeentelijke afdelingen, maar ook binnen college en raad.
Positieve aftrap vandaag van project 'Burgernabijheid'. Samenwerking @CMOSTAMM VerGronGemeenten & Groninger Dorpen pic.twitter.com/JPJqyUqvCP
— Groninger Dorpen (@groningerdorpen) January 19, 2016
Op 6 juni 2015, komen 1000 gelote inwoners van Groningen bij elkaar om in één dag tijd, samen de agenda voor de Stad te bepalen. Een G1000 in Groningen.
Het idee voor de burgertop komt van een clubje van zes dertigers dat elkaar kent via Twitter. De zes spraken met elkaar over de Belgische schrijver David Van Reybrouck die een paar jaar geleden het initiatief nam voor een G1000 toen het in België anderhalf jaar duurde voor het nieuwe kabinet werd geformeerd. Van Reybrouck wilde aantonen dat democratie ook op een andere manier kan. Het gaat de G1000 erom ideeën te beramen die de stad beter en mooier maken. Dat het niet blijft bij zomaar wat losse ideeën wordt voorkomen door ook ondernemers, kunstenaars, werknemers en iemand van de overheid in te vliegen.
Download: DvHN 21-01-2015 Burgertop in Groningen