Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

Projectplan pilot Wijkbedrijf Parkwijk // Gemeente Stadskanaal.

Aanleiding

De gemeente Stadskanaal staat aan de vooravond van drie grote transities, die gevolgen zullen hebben voor de aanpak en de ondersteuning van de diverse doelgroepen. Dit alles is een complex opgave, zeker in combinatie met de noodzaak om te besparen, maar biedt tegelijk ook nieuwe kansen.
NOVO Stadskanaal heeft een droom! Ze maakt zich eind 2013 zorgen over haar cliënten, waarvan een deel in 2015 geen dagbesteding meer ontvangt vanuit de AWB. In het overgangsjaar 2014 wil ze zich inspannen om hen van een vorm van begeleiding te blijven voorzien. “Cliënten kunnen en willen ook graag iets voor een ander betekenen”, aldus NOVO. De organisatie heeft eind 2013 al met wijkraad en een ketenpartner licht verkend hoe zou kunnen worden samengewerkt vanuit een wijkontmoetingsplek. NOVO heeft CMO STAMM gevraagd om haar te ondersteunen bij het realiseren van een aanpak hiervoor.

Uitdaging

De ‘droom’ van NOVO plaatsen binnen een visie op het sociale domein.
Realiseren van een concrete aanpak (projectplan) voor een Wijkbedrijf Parkwijk Stadskanaal
Realiseren van een powerpoint presentatie voor een eerste bijeenkomst met ketenpartners

Aanpak

  • Samen met NOVO probleem helder krijgen en aanpak formuleren. Deze plaatsen in de context van de drie transities en de context van Stadskanaal: beleidsplannen en initiatieven van gemeenten en ketenpartners.
  • Schrijven van projectplan met stappenplan: fase Voorbereiding, fase Verkennen Haalbaarheid, Fase Uitvoering.
  • Aandacht voor financiering en het realiseren vaneen (in)verdienmodel.
  • Realiseren van ingrediënten voor powerpoint presentatie voor eerste bijeenkomst met bewoners en ketenpartners.

Resultaten

  • Projectplan voor Pilot Wijkbedrijf Parkwijk/Stadskanaal met Stappenplan en Verdienmodel
  • Plannen voor kleine werkbedrijfjes zoals Groen & Grijs, Servicediensten-aan-huis, Wasserij & strijkservice.
  • Aanzet powerpointpresentatie

NOVO heeft hiermee handvaten gekregen om haar droom stap voor stap waar te maken. Ze is in december 2013 vervolgens in gesprek gegaan met wijkbewoners, met de gemeente en met andere mogelijke samenwerkingspartners. Het projectplan blijkt in deze gesprekken een houvast om partners mee te krijgen in de droom van de NOVO: NOVO-cliënten doen optimaal mee in de samenleving, samen met de wijkbewoners.

Aanleiding

Het team Sportstimulering van de gemeente Amsterdam wil graag effectieve interventies ontwikkelen om sporten onder de Amsterdammers te stimuleren. Het hoofddoel van deze afdeling is: Alle Amsterdammers een leven lang actief!
Omdat het lastig is gebleken om alle doelgroepen te benaderen, is er gekozen om via de sociale-marketingmethodiek achter de drijfveren van de doelgroepen te komen.

Aanpak

Om de ambtenaren te trainen in sociale marketing is er een tweedaagse training gegeven om de ambtenaren klaar te stomen om een sociale marketingcampagne op te zetten.

De cursus is opgedeeld in twee dagen waarin de eerste dag in het teken staat van “het kennismaken met sociale marketing”. Hierbij worden alle basisprincipes doorgenomen aan de hand van (internationale) voorbeelden, theorie en oefeningen. Na de eerste dag hebben de cursisten een goede basis om de tweede dag gezamenlijk met de cursusleider een opzet te maken voor het sociale marketing plan. Tussen beide cursusdagen in hebben de cursisten huiswerk meegekregen.
Dit opzetten doen we via de stappen van de sociale marketing methodiek. De inhoud van de cursus zag er zodanig uit dat de deelnemers na twee dagen zelfstandig aan de slag konden gaan.

Dag 1

  • Inleiding sociale marketing
  • Uitgangspunten sociale marketing
    o Segmentatie
    o Uitwisseling
    o Marketingmix (4 p’s)
  • Omgevingsanalyse
  • Voorbeelden van gedragstheorieën

Dag 2

  • Verdieping
  • Opzet maken voor het sociale marketingplan

Resultaat

Na twee dagen training zijn de deelnemers in staat om een basis sociaal marketingplan op te zetten en dit uit te voeren. Hiernaast hebben ze veel inhoudelijke kennis opgedaan over de methodiek sociale marketing en hoe ze deze in kunnen zetten tijdens hun werk.

Aanleiding

Door de transities in de jeugdzorg en de AWBZ wordt de gemeente de nieuwe opdrachtgever van Accare en dat gaat gepaard met een nieuwe rol. Om haar taken optimaal te kunnen vervullen wil Accare zich verdiepen in het reilen en zeilen binnen de gemeente.

Uitdaging

  • Inzicht krijgen in de werkwijze van de gemeente om zodoende te komen tot een strategie en inrichting van de eigen organisatie, afgestemd op de externe vraag;
  • Een nieuw dienstenaanbod ontwikkelen in termen van de Wmo.

Aanpak

  • Informeren over de structuur, de werkwijze, de beleidscyclus en de financiën van een gemeente;
  • Voorlichten over de transities en inzichtelijk maken welk effect zij hebben op Accare;
  • Oriëntatie en richting bepalen: Waar staat Accare nu? Waar willen ze naartoe? En welke stappen moeten zij zetten om deze doelen te bereiken?

Resultaten

Binnen Accare is de kennis rondom de transities en de werkwijze van de gemeente vergroot.
De instelling heeft zicht op de stappen die zij moet nemen om een goede positie in het nieuwe speelveld te krijgen.

Een ‘leefbaar’ gebied is een gebied waar het goed wonen, leven én werken is; waar sprake is van een gezonde economische en sociale basis en van een voorzieningenniveau dat is toegesneden op de behoeften van haar bewoners. Hoe leefbaar mensen hun omgeving vinden – anders gezegd: hoe tevreden zij zijn met de plaats waar zij wonen – is afhankelijk van een veelheid aan factoren.

Aanleiding

De provincie Drenthe zet in de komende jaren in op het versterken van de vitaliteit van het Drentse platteland, om zo een impuls te geven aan de leefbaarheid van het platteland. Een deel van de provincie kenmerkt zich door een stapeling van problematiek op het (sociaal-) economische en demografische vlak. De Noordelijke Rekenkamer heeft daarom in 2011 geadviseerd om regionale knelpunten in beeld te brengen en de uitvoering van beleid hierop te laten aansluiten.

Dit is de achtergrond van het verzoek van de provincie aan CMO STAMM om een monitor te ontwikkelen waarmee de leefbaarheid in Drenthe in beeld wordt gebracht en gevolgd kan worden in de loop van de tijd.

Uitdaging

  • De leefbaarheid in Drenthe in beeld brengen en volgen in de tijd
  • Inzicht krijgen in de leefbaarheidsvraagstukken en waar die in Drenthe spelen
  • Hulpmiddel om te kunnen bepalen waar (overheids-)interventies nodig zijn om de leefbaarheid te versterken

Aanpak

  • Ontwikkeling monitor, vaststellen indicatoren voor leefbaarheid
  • Data verzameling en inrichting monitor op Drenthe in Feiten en Cijfers
  • Analyse en rapportage leefbaarheid per regio

Resultaten

  • De huidige stand van leefbaarheid in Drenthe
  • Verschillen tussen regio’s /gemeenten, waar mogelijk tussen dorpen in Drenthe
  • Ontwikkelingen in de leefbaarheid in Drenthe in de tijd
  • Welke leefbaarheidsvraagstukken er spelen in Drenthe en in welke regio of welke gemeente zijn deze aan de orde

Aanleiding

De samenwerkingspartners in Coevorden hebben het startsein gegeven voor de pilot sociaal team. In deze pilot gaan de regisseurs van het sociaal team 10 tot 15 huishoudens benaderen op basis van de aanpak 1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur. Het team richt zich op multiproblematiek. Met de pilot wil de gemeente Coevorden de nieuwe integrale werkwijze toetsen in de praktijk.

Aanpak

Het sociaal team bestaat uit 5 professionals van Maatschappelijk Werk Coevorden, MEE Drenthe, CJG Coevorden en de gemeente Coevorden (Werk & Inkomen en Schuldhulpverlening). De andere organisaties (Domesta, Indigo, Welzijn2000, GGZ Drenthe, Icare, politie, PromensCare, VNN) vormen het brede team. De regisseurs van het sociaal team kunnen ten alle tijd beroep doen op hun kennis en netwerken, zodat er korte en kordate lijnen ontstaan.
De manier waarop de pilot is ingericht, de werkwijze en de manier waarop het sociaal team en het brede team samenwerken is vastgelegd in het startdocument. Dit startdocument is ontstaan uit drie werkbijeenkomsten in januari en februari met de uitvoerenden van de organisaties onder leiding van CMO STAMM. Gedurende de pilot worden het sociale en brede team eveneens begeleid door CMO STAMM.

sociaalteam0705

Aanleiding

De Drentse gemeenten willen de transitie van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo zo effectief en efficiënt mogelijk laten verlopen, bij voorkeur in samenhang met andere decentralisaties.

Uitdaging

Kennis ontwikkelen rondom de decentralisatie en deze kennis zo optimaal mogelijk op provinciaal niveau delen ten behoeve van de lokale trajecten;
Het uiteindelijke doel is het transitietraject zodanig vormgeven dat zo min mogelijk burgers hinder ondervinden van de veranderingen.

Aanpak

  • Om kennis te vergaren: aansluiten bij of opzetten van lokale, regionale en provinciale overleggroepen;
  • Om kennis te delen: organiseren van kennisateliers en congressen, oprichten van werkgroepen, opstellen van factsheets en het geven van adviezen.

Resultaten

Op beleidsmatig niveau is de kennis rondom de decentralisatie AWBZ-Wmo vergroot;
Hierdoor kunnen gemeenten beter tegemoet komen aan de ondersteuningsvraag van hun inwoners.

Aanleiding

De voorgenomen decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten met ingang van 1 januari 2015 betekent ook dat het vervoer naar dagbesteding locaties onder verantwoordelijkheid van de gemeente komt te vallen. De overdracht van taken gaat gepaard met een (forse) korting op de budgetten en stelt gemeenten (en andere partijen) voor een grote opgave. Een opgave die vraagt om een aanpak waarbij er meer in beweging komt dan het AWBZ-vervoer alleen!

Voor de gemeenten in regio Zuid-West Drenthe (Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Westerveld en De Wolden) is CMO STAMM bezig met een traject om in gezamenlijkheid met het veld te komen tot een visie, strategie en uitvoeringsplan voor vervoer.

Uitdaging

Duidelijk is dat de huidige situatie, mede vanuit financieel perspectief bezien, niet kan blijven bestaan. Er moeten keuzes worden gemaakt. Dit vraagt om antwoorden op vragen als:

  • Welke bijzondere vervoersstromen kunnen ook worden ingevuld door het reguliere Openbaar Vervoer?
  • Hoe organiseren we de ondersteuning, wat doen we lokaal en wat bovenlokaal?
  • Wat mag het vervoer dan kosten?
  • Wat betekent dit voor de huidige accommodaties en voor te maken afspraken met (zorg)aanbieders en vervoerders?

Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden is het belangrijk om zicht te hebben op alle vervoersstromen. Ook zal de gemeente een duidelijke visie moeten hebben op de organisatie van de compensatie van de burger. Het AWBZ vervoer kan dus niet als een op zichzelf staand thema worden beschouwd, maar moet in samenhang worden bezien met (de organisatie van) andere vervoersstromen zoals het leerlingenvervoer, het Wmo vervoer en het reguliere Openbaar Vervoer. Afstemming en samenwerking met relevante partijen is daarbij onontbeerlijk. Ook zal gekeken moeten worden naar samenhang met voorgenomen (gemeentelijk) beleid op het gebied van zorg en ondersteuning, leefbaarheid en accommodaties.

Aanpak

De aanpak bestaat uit vier fases:

  • Inventarisatie
    Het inventariseren van de huidige vervoersstromen (AWBZ, Wmo, Leerlingenvervoer, vrijwilligersvervoer, Regiotaxi) om inzicht te krijgen in mogelijke oplossingen.
  • Visievorming
    Middels expert bijeenkomsten en visiedagen met belanghebbenden formuleren de gemeenten een visie op het personenvervoer van de toekomst.
  • Ontwerpen strategisch model
    Aan de hand van de visie wordt een strategisch model geformuleerd, ook in deze fase worden actief belanghebbenden betrokken.
  • Opstellen plan van aanpak
    Hoe komen we van de huidige situatie naar de gewenste? In deze fase werken we een concreet plan uit.

Resultaat

Het eindresultaat is een plan van aanpak (inclusief tijdpad) op grond waarvan de gemeenten in de regio Zuidwest-Drenthe het personenvervoer (in samenhang) kunnen gaan organiseren.

In regio Zuidoost-Drenthe loopt parallel een soortgelijk traject waar CMO STAMM als verbinder optreedt. In Noordwest-Overijssel is CMO STAMM inmiddels voor de gemeenten Staphorst, Kampen, Steenwijkerland en Zwartewaterland ook begonnen met een inventarisatie naar de vervoersstromen.

Aanleiding

In Nieuw Dordrecht wordt nagedacht over het mogelijk opzetten van een dorpscoöperatie. Daarover vindt nu eerst een breed debat van de dorpsbewoners plaats. Insteek is vooralsnog, afhankelijk van wat het dorpsdebat oplevert, dat het dorp in bedrijfsmatige vorm werkzaamheden gaat overnemen van gemeente en andere instanties.
De noodzaak om als overheid meer bij de samenleving neer te leggen en de wens van burgers individueel en collectief de regie te hebben over hun eigen leven en omgeving vergt andere afspraken en nieuwe vormen van samenwerking tussen burger en overheid.

Uitdaging

De burger die de regie grijpt kan af en toe best een duwtje en de nodige facilitering gebruiken. En bij de overheid moeten de knoppen om: er is een andere bestuurscultuur nodig op weg naar een nieuw samenwerkingsmodel tussen burger en overheid. Het gaat om “overheidsparticipatie”: de overheid werkt mee aan, ondersteunt, faciliteert, desnoods financiert, de initiatieven die burgers nemen.
Burgerkracht en overheidsparticipatie moeten leiden tot “loslaten” door overheid en instanties. Dat vereist een andere rol van de ambtenaar en het bestuur.

Aanpak

Insteek is dat we niet vanachter de bureaus moeten gaan verzinnen hoe het ‘loslaten’ vorm krijgt.
• Een brainstorm over loslaten bij burgerinitiatieven.
• Een ronde waarbij betrokken ambtenaren elkaar 1 op 1 bevragen over loslaten.
• Stappen naar Burgerkracht: Verder praten over loslaten tijdens een wandeltocht
• Verbinden van ambtenaren met burgers, ze écht met elkaar in contact brengen
De nieuwe rol tekent zich af.

Resultaat

Het proces van loslaten is in gang gezet en er ligt een helder stappenplan, benoemd door de ambtenaren zelf, welke stappen binnen de gemeente gezet moeten worden.

Aanleiding

In Nieuw Dordrecht hebben bewoners en Emmen Revisited samen een dorpsprogramma opgesteld. In dat kader is de gedachte ontstaan om in Nieuw Dordrecht een ‘dorpscoöperatie’ op te zetten.

Uitdaging

Uitgangspunt van een Nieuw Dordse dorpscoöperatie is dat van oorsprong overheidstaken, tegen betaling en op basis van zakelijke afspraken, worden overgedragen aan een bewonersbedrijf. Verondersteld wordt dat dit goedkoper/effectiever is en voor de burgers in het dorp de keuzevrijheid vergroot. Het dorp kan er bijvoorbeeld voor kiezen het openbaar groen anders in te richten. Er ontstaat grip op de eigen leefsituatie evenals meer samenhang (‘geluk’).

Aanpak

Het slagen van dit initiatief staat of valt met het empoweren van alle bewoners van Nieuw Dordrecht: de gemeenschap moet ‘er helemaal voor gaan’ (draagvlak, omarmen keuzevrijheid, inzicht in de te maken kwaliteitsslag), er zijn ‘koplopers’ nodig die de kar gaan trekken en een flinke groep ‘doeners’ die uitvoering gaan geven aan het werk dat voorheen de gemeente in het dorp deed.

Opzetten Dorpse Kopgroep en professionals

In de beginfase moeten we koplopers vinden, mensen die het proces op gang willen trekken en daartoe in een Kopgroep willen plaatsnemen.
Centrale boodschap: de dorpsgemeenschap gaat in debat met als thema ‘het vergroten van de invloed van bewoners op hun eigen leefomgeving’.

Meer grip ontstaat van onderop

De Kopgroep organiseert dat bewoners deur aan deur met elkaar aan de praat gaan. Eén bewoner-gesprekvoerder op tien huishoudens. Zo wordt iedereen gevonden en kan iedereen zowel een mening geven als getriggerd worden mee te gaan doen. In de bewonersgesprekken stelt men niet de vraag wat bewoners van het opzetten van een Dorpscoöperatie vinden (dat is tenslotte maar een middel). Bewoners voeren onderling het gesprek over hoe men zelfbestemming en keuzevrijheid (waar het gaat om zaken als het openbaar groen etc.) inhoud zou willen geven, wat men dan zou willen of zou willen veranderen.

Ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid

Parallel aan de bewonersgesprekken wordt onder meer met behulp van studenten/onderzoekers de productbegroting van de gemeente Emmen – en waar mogelijk van andere partijen die bij de dorpscoöperatie betrokken willen zijn danwel budget/taken willen overdragen – doorgevlast. Bepaald wordt wat de consequenties zijn van het overdragen van budgetten aan de dorpscoöperatie.

Uitvoering

Dan is het dorp toe aan de uitvoering: het daadwerkelijk opzetten van een organisatie, het bepalen van een structuur, het organiseren van het werk, logistiek, financiën.

Resultaat

De Dorpscoöperatie is een feit, de resultaten worden bekend en is het project klaar om ‘uitgerold’ te worden.

Aanleiding

De decentralisatie van o.a. de functie begeleiding naar de gemeentelijke Wmo heeft ervoor gezorgd dat termen als ‘zelfverantwoordelijkheid’, ‘participatie’ en het inzetten van ‘eigen kracht’ bij elke speler in het sociale veld op het netvlies staat. Het invulling geven aan deze termen heeft in de praktijk nogal wat voeten in de aarde. Betekent eigen kracht en zelfverantwoordelijkheid van cliënten bijvoorbeeld dat je als gemeente een afwachtende houding aan moet nemen? En kun je als zorgaanbieder volledig uitgaan van de mondigheid van de cliënten? Of zijn er altijd mensen die hulp nodig hebben bij het onderkennen en formuleren van hun vraag?

De gemeente Midden-Drenthe wil haar burgers goed informeren over de komende decentralisatie(s), over de werkwijzen, de verwachtingen van zowel de gemeente als van de burgers. Dit doet ze door het opstellen en uitvoeren van een communicatieplan. Maar de gemeente realiseert zich dat een communicatieplan alleen niet voldoende is om ook een gedragsverandering teweeg te brengen. Want de decentralisatie vraagt ook iets van de burgers. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat ze in hun kracht komen en blijven, dat de burger regie neemt en houdt, zelf gaat en blijft doen, wat hij kan en dat ze eerst de hulp vragen van hun netwerk, voordat ze naar de gemeente komen.

Uitdaging

Wat zijn de valkuilen, aandachtspunten en goede voorbeelden waar de gemeente Midden-Drenthe rekening mee kan houden met betrekking tot activiteiten en acties naar burgers toe over de kanteling in de Wmo. Hoe kan sociale marketing dit verhelderen?

Aanpak

Sociale marketing is een bewezen effectieve methodiek gericht op de drijfveren van de doelgroep (de burgers). Waarom stappen ze nu meteen naar de gemeente? Waarom doen ze wat ze doen. We gaan uit van het huidige gedrag in plaats van het gewenste gedrag. Vanuit het huidige gedrag kunnen we gerichte interventies en communicatieactiviteiten inzetten om tot een gedragsverandering te komen. Ook gaat het uit van uitwisseling; wederkerigheid.

CMO STAMM voert de eerste twee stappen van het sociale marketingtraject uit:

Scopefase

  • Deskresearch

In de Scopefase doen we deskresearch. Wat is er bekend over de doelgroep, hun omgeving en het huidige en gewenste gedrag? We zoeken in wetenschappelijke theorieën en databases naar informatie die relevant is voor het vraagstuk van de gemeente Midden-Drenthe.

  • Betrekken relevante partners

Een belangrijk aspect van sociale marketing is het betrekken van partners. Partners die het gedrag van de doelgroep beïnvloeden, maar wellicht ook kunnen helpen bij de gedragsverandering.
Na de deskreseach interviewen we relevante partners.

Ontwikkelfase
In de ontwikkelfase wordt een helder advies geschreven voor de gemeente. Wat zijn aandachtspunten en valkuilen in de communicatie naar burgers? Moet er wellicht meer specifiek gesegmenteerd worden in doelgroepen? Hoe dan? Het advies zorgt ervoor dat de gemeente naast communicatie, ook handvatten heeft welke andere mogelijkheden er zijn om gedragsverandering bij de doelgroep te realiseren.

Resultaat

Een adviesrapport met wetenschappelijk onderbouwde aandachtspunten, waarbij gebruik gemaakt is van gedragswetenschappen, die aan de hand van de marketing mix vertaald zijn naar concrete tips en activiteiten. Op dit moment loopt het traject nog. Zodra dit advies klaar is, vindt u op deze website een samenvatting hiervan.

Aanleiding

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wil de sociaal-economische problematiek in de wijk Gorecht-West aanpakken. Ze vindt het belangrijk dat de bewoners zelf actief bijdragen aan het vergroten van hun maatschappelijke kansen.

Uitdaging

De bewoners van Gorecht-West in hun kracht helpen om hun participatiekansen te vergroten
De samenwerking tussen diverse lokale partijen en bewonersorganisaties bevorderen om het integraal werken te optimaliseren
Het uiteindelijke doel is het creëren van een wijk waar mensen plezierig en met een veilig gevoel wonen.

Aanpak

Om aan te sluiten bij de kracht van de mensen: huisbezoeken afleggen om hun behoeften te achterhalen
Om efficiënt en effectief te kunnen handelen werken we met de frontlijnaanpak: één huishouden, één plan, één regisseur.

Resultaat

  • Er is een wijkactieplan opgesteld, dat in samenspraak met de bewoners wordt doorontwikkeld
  • Een opbouwwerker ondersteunt en te stimuleert de bewoners in actieve participatie
  • Het gebeurt niet meer dat meerdere professionals van meerdere organisaties met hetzelfde gezin bezig zijn, zonder dat zij dit van elkaar weten
  • Wijkbewoners nemen in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in hun wijk

Aanleiding

Bewoners, Woningcorporatie Domesta en de stichting Welzijn2000 willen een toekomstplan ontwikkelen voor de Coevordense wijk Poppenhare. Een gelijkwaardige verhouding tussen deze partijen staat hierbij centraal.

Uitdaging

De bewoners van de wijk Poppenhare empoweren, zodat ze zelf actief bij kunnen dragen aan een prettige woonomgeving.
Vertrouwen opbouwen tussen de betrokken partijen om de kloof tussen wijkbewoners en instanties te dichten.
Het uiteindelijke doel is het gezamenlijk vormen van een nieuw wijkperspectief.

Aanpak

  • Voor inzicht in de situatie: gesprekken voeren met professionals en bewoners
  • Voor het opbouwen van vertrouwen: bijeenkomsten organiseren waar de betrokken partijen in alle openheid het debat aangaan
  • Voor een gezamenlijke visie, een versterkt wijkgevoel en het tot stand brengen van de potentie van Poppenhare voeren bewoners gesprekken met alle 600 huishoudens.

Resultaten

  • Er is onderling vertrouwen ontstaan tussen de samenwerkende partijen
  • In de wijk zijn de eerste zichtbare verbeteringen aangebracht, zoals het verlichten van een aantal achterpaden
  • Er worden werkgroepen gevormd, bestaande uit bewoners en een professional, die de visie van bewoners omzetten in concrete initiatieven.

Aanleiding

Is het nu een saaie boel in en rond Sleen? Is het ongezellig? Nee, dat niet. Maar we zien bijvoorbeeld dat toeristen niet in het dorp blijven hangen, ondanks de wandel- en fietsroutes in het gebied. We zien her en der panden leeg staan, ondanks de ondernemersgeest in en rond Sleen. En MFC De Brink heeft het moeilijk, nu gebruikers met minder geld moeten rondkomen en er minder verhuurd wordt.

Ondernemers en inwoners zijn op zoek naar bruisende nieuwe initiatieven. Ze willen de reuring en de levendigheid in het dorp vergroten. Zodat bezoekers het er naar hun zin hebben, de eigen bewoners er nog meer vinden wat ze zoeken en daarmee de gezelligheid en de saamhorigheid groeien.

Uitdaging

Met burgerkracht en ondernemerschap willen de Sleners hun centrum zo aantrekkelijk maken dat mensen er graag vertoeven en er blijven hangen. Dat ondernemerschap is ook nodig voor het versterken van het multifunctionele centrum. De reuring die dit veroorzaakt draagt bij aan de leefbaarheid en de samenhang.

Aanpak

Met steun van CMO STAMM gaat een Kopgroep van bewoners en ondernemers deur aan deur mede-bewoners interviewen. Daarnaast wordt een schriftelijke enquête onder ondernemers gehouden.

Met deze input maken Kopgroep en CMO STAMM een plan. Op welke punten kan de levendigheid in het dorp versterkt worden? Hoe houden we mensen vast in Sleen? Hoe kan rond het MFC een verdienmodel gecreëerd worden waar ook de leefbaarheid mee wordt versterkt?

Resultaat

Een concreet plan van aanpak voor Sleen. Bewoners en ondernemers nemen de regie en steken de handen uit de mouwen.

Aanleiding

In Oude Pekela ligt aan de Sportlaan een sportpark. Naast sportverenigingen herbergt het ook een basisschool en de brandweerkazerne. En het voormalige zwembad op het park wordt momenteel omgebouwd tot sporthal/dorpshuis. Deze “parkbewoners” willen op weg naar meer duurzaamheid waarmee zij tegelijk ook de kosten willen drukken. De Pekelders hebben geen dikke portemonnee en de sport moet voor iedereen toegankelijk blijven. De initiatiefnemers hebben het duurzaamheidsproject inmiddels de geuzennaam ‘Het Sportlaancollectief’ gegeven. Hoewel ook de gemeente betrokken is, is Het Sportlaancollectief van en voor betrokkenen: burgerkracht.

Uitdaging

Het Sportlaancollectief wil CO2-neutraal worden en de kosten van energie en afvalverwerking drukken. Het ‘verdienmode’ dat de initiatiefnemers willen opzetten moet ertoe leiden dat iedereen in Oude Pekela kan blijven sporten.

Aanpak

De initiatiefnemers hebben samen met CMO STAMM verkend welke thema’s ze willen aanpakken rond het park. Naast energie en afvalmanagement denken ze onder meer ook aan veiligheid en armoedebeleid. Het Sportlaancollectief realiseert zich dat een fasering nodig is: je kunt niet met alle thema’s tegelijk aan de slag. De initiatiefnemers kiezen ervoor van start te gaan met energie en educatie.

CMO STAMM heeft gesprekken gevoerd met de partijen op het park en met ondernemers en deskundigen. Hieruit is een plan voortgevloeid met vier aandachtsvelden:

  • Educatie en bewustwording – ook gericht op quick wins, bijvoorbeeld verwarming half uur voor einde vergadering uit, lichtmasten voetbal alleen tijdens training aan
  • Isolatie en installaties verbeteren – zo mogelijk met lokale bedrijven die hennep-isolatie maken
  • Gezamenlijk energie inkopen – stroomlijnen inkoop, samenwerken met energiecoöperatie in Pekela
  • Overwegen zelf energie te produceren – elektriciteit en gas.

Volgende stappen in Pekela zijn:

  • Een Kopgroep benoemen
  • Een serie inventarisaties uitvoeren
  • Keuzes maken rondom de vier aandachtsvelden.

Resultaat

Een plan voor de korte termijn: Kopgroep wordt ingesteld en gaat met vier aandachtsvelden aan het werk.

Aanleiding

De gemeente Borger-Odoorn heroverweegt een aantal publieke voorzieningen in het kader van economisch tij en beperkte gemeentefinanciën. Het zwembad in Valthermond was één van de voorzieningen waar een flinke besparing op moet worden bereikt. Sluiting leek vooralsnog de manier om die besparing op korte termijn te kunnen bereiken.
Daarop besloten de bewoners van Valthermond een alternatief te bedenken: het zwembad omzetten in een dorpsbedrijf, een echte OmmeZwaoi. Het zwembad – zo stelt het dorp – vervult een belangrijke sportieve en sociale rol in het dorp.

Uitdaging

Zwembad De Zwaoi in Valthermond wil als zelfstandig ondernemend initiatief voortbestaan en daarmee:
• Het zwembad behouden voor het dorp
• CO2-neutraal werken
• Gezond bewegen stimuleren
• Een centrale ontmoetingsplek in het dorp zijn voor alle bewonersgroepen
• Mensen met een achterstand tot de arbeidsmark en/of een beperking een goede werkplek bieden
• Een kans bieden om te leren en te werken aan nieuw ondernemerschap.

CMO STAMM begeleidde het proces van start tot business case

Aanpak

  • CMO STAMM ondersteunt en faciliteert het burgerinitiatief in Valthermond, zet in op burgerkracht vanuit de gemeenschap en op verbindingen (ook met de gemeente) en reikt waar nodig werkwijzen aan, altijd met het uitgangspunt dat het burgerinitiatief regievoerder is en blijft.
  • CMO STAMM assisteert bij het initiatief rond het zwembad met haar wijkeconomie-expertise en haar zicht op de exploitatie van publieke voorzieningen. Enkele opties worden nader uitgewerkt en naast elkaar gezet.
  • CMO STAMM fungeert als procesbegeleider. Dit houdt ook in dat CMO STAMM met het burgerinitiatief en de gemeente waar nodig naar alternatieven kijkt. Bijvoorbeeld het beheer blijft bij de gemeente maar in samenwerking met dorpse inzet wordt de beoogde gemeentelijke bezuiniging wel gehaald.

Resultaat

Formeel besluit overdracht zwembad
Dorpsbedrijf redt zwembad
Website zwembad de Zwaoi

© 2024 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X