Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij
Zes gehonoreerde LEADER-aanvragen. Eén miljoen voor bewonersprojecten in Zuidoost-Drenthe. Een enorme investering in regionale reuring en leefkwaliteit.
Ja, één miljoen aan LEADER-geld! Daar komt nog eens 40%, 4 ton, bij. Want dat moeten de projecten zelf bijdragen. Bijna anderhalf miljoen aan investeringen in de regio dus. En vaak triggert de LEADER-aanvraag verdere investeringen. Bij één van deze zes projecten werd nog een ton extra geïnvesteerd.
De reuring van de projecten an sich is al goed voor regionale spin-off. Maar denk eens aan de regionale aannemers, leveranciers, supermarkten, medewerkers van betrokken organisaties. De investering van een miljoen van de overheid creëert een boost aan sociaaleconomische beweging.
Dit brengen deze zes LEADER-projecten teweeg:
Voor alle duidelijkheid: er worden – naast deze zes – veel méér LEADER-aanvragen ingediend. Zo wordt er voor vele miljoenen geïnvesteerd in Zuidoost-Drenthe, met navenante spin-off. De zes waar we het hier over hebben zijn zes waar we als CMO STAMM bij betrokken zijn. En die we daarom het best – qua inzet en spin-off – kunnen beoordelen. Neem Schoonoord, waar bewoners, ondernemers en het Openluchtmuseum Ellert en Brammert met LEADER-middelen werken aan een Vijfpuntenplan voor hun dorp. Of Eexterveen, waar bewoners met hulp van LEADER hun dorpshuis kochten en moderniseerden.
Hoe begint zoiets… Wat zie je als zo’n initiatief geboren wordt?
Simpel: drie mensen aan een keukentafel. Die zich afvragen hoe ze in hemelsnaam aan een projectopzet en een goede begroting moeten komen. Aan de bureaucratie van geld aanvragen zijn ze nog niet toe. Ze zijn alleen nog maar bezig met een droom, een ambitie, een toekomstperspectief.
En dan zijn er ‘hulptroepen’ nodig. Want hoewel dorpen veel zelf kunnen, is het maken van een projectplan waar je echt grotere bedragen mee binnentikt niet ieders hobby of kunde.
En het blijft niet bij het schrijven van dat projectplan. Er is draagvlak nodig, in het dorp en bij de betrokken instanties en overheden. Initiatiefnemers moeten nadenken over hoe zij het project financieel gaan inrichten, zowel de investeringen als de exploitatie verdienen aandacht. Hoe wordt het initiatief financieel autonoom? En vaak gaat het dan meteen ook al over de structuur: welke rechtspersoon uit het dorp staat aan de lat, wie gaat eventueel subsidies aanvragen? Richten we een nieuwe club op? Een coöperatie? Hoe kan de continuïteit op langere termijn gewaarborgd worden?
En dan….. Dan is er de LEADER-aanvraag, het maken en uploaden van de aanvraag, E-herkenning, de vele vragen van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en RVO.nl. Dan moet er een dekkingsplan voor de eigen bijdrage van 40% gemaakt worden, crowdfunding, exploitatieopzet, fondsen, leningen. En dan, tenslotte – als er geld van LEADER komt – start het traject van voorfinanciering (een dorp kan niet even anderhalve ton voorschieten), van het inrichten van een goede interne procedure voor het uitgeven en verantwoorden en voor het registreren van de vrijwilligersuren, van Exceloverzichten om alles te kunnen blijven managen en van voortgangsrapportages en voorschotnota’s.
Met deze procesonderdelen, die voorbij komen als de subsidie is verleend, hebben diverse ‘hulptroepen’ in Drenthe inmiddels veel ervaring opgedaan. Betrokkenheid van deze ‘hulptroepen’ bekostigen de initiatieven onder meer uit de LEADER-bijdrage en de eigen bijdrage van 40%. Maar dat kan pas als de LEADER-aanvraag gehonoreerd is.
En gaat dus niet op voor de start. Het is erg lastig om steun te organiseren en gefinancierd te krijgen in het allereerste stadium. Als die drie mensen aan de keukentafel zitten. En de handen in het haar hebben. Dan is er nog niks. Alleen een droom. En dromen zijn commercieel niet interessant, voor dromen wordt niet betaald. De drie aan de keukentafel denken dan in tientjes, bijeengespaard door dorpse organisaties. Er is alle reden – gezien de impact van de bewonersinitiatieven in hun dorpen en vanwege de enorme regionale spin-off – om bewoners in dit prille proces te faciliteren. Het verdient zich dubbel en dwars terug!
Daarom een hartenkreet richting overheden, instituties en fondsen:
Publicatie Coöperaties in 5 stappen
Nieuwe regierol voor bewoners
Coöperaties in opmars, een kijkje achter de schermen bij 5 succesvolle initiatieven en een plan om in 5 stappen tot een eigen coöperatie te komen.
Meer informatie:
Fenna Bolding
CMO STAMM zet zich in voor een krachtige samenleving waarin iedereen meedoet. De armoede- en schuldenproblematiek is uitermate divers en complex. Alleen een integrale aanpak waar alle partijen samen voor staan werkt. Daarom hebben we een routeplanner beschreven met vijf pijlers die van belang zijn bij een innovatieve aanpak van armoede en schulden. Op welk deel van de route treffen we elkaar? Want jij doet toch ook mee om armoede in Groningen en Drenthe terug te dringen?
Routeplanner Armoede & schulden
De uitdaging
De veranderingen in het zorglandschap zijn fors. Het vraagt van inwoners, instellingen en overheid een flexibele manier van reageren, innoveren en verbinden. Hoe realiseren we met elkaar een goede, toegankelijke en tegelijkertijd betaalbare zorg van hoge kwaliteit in het Noorden met ruimte voor verschillen tussen mensen?
In deze publicatie hebben wij de ontwikkelingen, het speelveld en de kansen voor het versterken van het zorglandschap in het Noorden in kaart gebracht. Er zijn veel kansen voor nieuwe samenwerking tussen formele en informele zorg, met nieuwe partners in zorg enmet een sterke regierol voor inwoners. Een samenspel van inwoners, maatschappelijke partners en overheid. Zo ontwikkelen we samen chemie. Het kan echt!
Publicatie samen naar een nieuw zorglandschap
Op 24 juli 2017 is de tweede nieuwsbrief ‘Sterk Vrijwilligerswerk’ door Huis voor de Sport Groningen verstuurd.
Jongeren ontwikkelen hun identiteit en zoeken hun plek in de samenleving. Het behalen van een startkwalificatie (op mbo, havo of vwo) is daarbij een belangrijke mijlpaal. Met een persoonlijke mentor kunnen jongeren op school en daarbuiten vaak meer bereiken dan zijzelf en hun omgeving voor mogelijk hielden. Dit geldt zeker voor jongeren die veel tegenslagen hebben te verwerken en voor jongeren die weinig steun ondervinden van hun ouders.
KANS 050* biedt jongeren uit de stad en de provincie Groningen de mogelijkheid zich een jaar lang te laten ondersteunen door een persoonlijke mentor die los staat van hun school, hulpverleningsinstelling etc. KANS 050 richt zich met name op jongeren vanaf 14 jaar die op het (v)mbo zitten of hebben gezeten.
KANS 050 is door het Oranje Fonds geselecteerd als ‘master in mentoring’. Samen met vier andere masters zet KANS 050 zich ervoor in dat meer jongeren in Nederland een mentor kunnen krijgen via een mentorprogramma van goede kwaliteit.
KANS 050 ondersteunt jongeren op een manier die zij prettig vinden. Jongeren waarderen vooral dat hun mentor ervoor hen is als vertrouwenspersoon en luisterend oor, en dat de ondersteuning door de mentor is gericht is op kansen en mogelijkheden (en niet op het uitdiepen van problemen). De mentoren van KANS 050 hebben de opdracht het eigen probleemoplossend vermogen van jongeren aan te boren en te doen ontwikkelen.
KANS 050 functioneert dankzij vrijwillige inzet van meer dan 150 personen en goede samenwerking met onder meer onderwijs, leerplicht, jeugdzorg en jongerenwerk.
Al meer dan 550 jongeren uit stad en provincie Groningen hebben een mentor van KANS 050 gehad. Zij hebben hun zelfvertrouwen vergroot, geleerd hun huiswerk te plannen, een passende stage gevonden, belangrijke keuzes gemaakt, hun diploma gehaald, nieuwe contacten gelegd, de relatie met hun ouders verbeterd, financiële problemen overwonnen en/of meer vertrouwen in de toekomst gekregen. Ze staan nu steviger in hun schoenen.
Via KANS 050 hebben al honderden vrijwilligers zich op een leuke en leerzame manier ingezet. KANS 050 slaagt erin veel jonge vrijwilligers (20-35 jaar) aan te trekken, die eerder nog geen vrijwilligerswerk deden. KANS 050 is een goed georganiseerd mentorprogramma dat voortdurend werkt aan kwaliteitsverbetering. Kennis vergaren (via onderzoek, eigen ervaring en ervaring van derden) en kennis delen staan hoog in het vaandel.
Zicht op prestaties in het voortgezet onderwijs. Haal meer uit uw leerlingenadministratie.
Als een leerling in een latere fase van zijn opleiding alsnog moet afstromen is dat extra belastend voor de leerling. Daarnaast kost het uw school geld en levert het extra werk op voor docenten. Een goede determinatie is belangrijk.
De uitdaging is dan ook risicofactoren in kaart te brengen die de kans op doubleren en afstromen vergroten. Inzicht in deze factoren kan bijdragen aan een betere determinatie.
Door gebruik te maken van informatie uit uw leerlingenadministratie (SOM, MAGISTER e.d.) kan de determinatie en (onderbroken) doorstroom van cohorten leerlingen in beeld worden gebracht.
Door leerlingen in hun schoolloopbaan te volgen kunnen we vragen beantwoorden als:
Wilt u als schoolbestuur of school ook meer informatie halen uit uw leerlingenadministratie? CMO STAMM analyseert de beschikbare data voor u waardoor vragen over bijvoorbeeld doorstroom, op- en afstroom beantwoord kunnen worden.
De informatiemap Kanskaarten is uitgebracht in het kader van het project ‘Kanskaarten’. Dit project is in samenwerking met Humanitas en Solidair Groningen & Drenthe in de provincie Groningen uitgevoerd en afgrond in maart 2016. Het project werd ondersteund door de provincie Groningen en het Kansfonds.
Doel van het project is om mensen te informeren over inkomensondersteunende mogelijkheden, zowel de landelijke als de lokale aanvullende voorzieningen. Niet iedereen weet welke voorzieningen er zijn en welke wegen vervolgens bewandeld moeten worden om een beroep op bepaalde voorzieningen te kunnen doen. Het middel dat hiervoor ingezet kan worden is de Kanskaart. De kracht van het project is dat mensen persoonlijk benaderd worden. Vrijwilligers brengen deze Kanskaart langs in dorpen/wijken en halen deze twee weken later op. Zo wordt informatie dicht bij huis verstrekt en is er ruimte voor een persoonlijk gesprek. Eventuele hulpvragen worden genoteerd en lokale voorzieningen worden benaderd voor de afhandeling van de vragen.
Als onderdeel van het Kanskaarten project is de website www.armoedegroningen.nl verder ontwikkeld.
De samenwerkende organisaties in het project Kanskaarten hebben op basis van hun ervaringen een informatiemap over dit project geschreven. Met behulp van deze map kunnen inwoners in hun dorp/wijk ook zelf met het project starten.