De Drentse gemeenten hebben behoefte aan een gezamenlijk model voor monitoring en verantwoording van het Sociaal Domein.
De eerste (voorlopige) versie van het Drents model voor monitoring en verantwoording van het Sociaal Domein. Nadrukkelijk een groeimodel. Het komende jaar wordt de monitor gemonitord en verder ontwikkeld en uitgewerkt op basis van de eerste (werk)ervaringen.
Het sociale domein is volop in beweging. Gemeenten krijgen door de decentralisatie van Rijkstaken bijvoorbeeld een brede(re) integrale verantwoordelijkheid voor zorg, werk en jeugd. Achterliggende gedachte is dat het sociaal domein met deze ontwikkelingen efficiënter en effectiever ingericht kan worden en dat zorg en ondersteuning ‘dichter’ bij de burger georganiseerd kan worden. De overdracht van taken gaat gepaard met een (forse) korting op budgetten en stelt gemeenten, maar ook andere maatschappelijke partijen en burgers, voor een grote opgave. De hervormingen hebben ingrijpende gevolgen voor de woningmarkt. De vraag naar beschikbare alternatieven voor thuis wonen met zorg neemt sterk toe.
Meer inzicht krijgen in de mensen die ten gevolge van de ontwikkelingen (blijven) wonen of zullen instromen in de woningen van de corporatie.
Het uiteindelijke doel is een zorgstrategie te ontwikkelen die past bij de ontwikkelingen in de maatschappij en de zorg: met meer zorg langer thuis wonen.
Informatie en inzicht in aard en omvang en specifieke kenmerken van doelgroepen, op grond waarvan bepaald kan worden wat het effect is van het scheiden van wonen en zorg op de leefbaarheid in de buurten/wijken en op grond waarvan strategische keuzes kunnen worden gemaakt.
Alle gemeenten in Drenthe en Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Texel.
De voorgenomen decentralisaties van de AWBZ en de Jeugdzorg naar gemeenten en de nieuwe Participatiewet betekent dat de Wmo uitgebreid wordt met nieuwe doelgroepen en nieuwe vragen. Dit zal ook gevolgen hebben voor het aanbod van hulp en ondersteuning vanuit de Wmo. Dit roept allerlei vragen op bij gemeenten. Om hoeveel burgers gaat het zo meteen? Welke zorgvraag hebben zij? Welke ondersteuning kunnen en willen wij bieden, en wat kopen we in?
In elke stap in het proces naar de nieuwe Wmo is het belangrijk om inzicht te hebben in de (nieuwe) doelgroepen die onder de Wmo gaan vallen. Het begon met visievorming, waarvoor het nodig was om inzichtelijk te hebben over hoeveel personen het zou gaan. Tijdens het inkoopproces helpen gegevens om te bepalen hoeveel zorg er ingekocht moet worden. Als de nieuwe Wmo in januari echt van start gaat kunnen gemeenten op basis van verschillende gegevens de voortgang monitoren en tijdig bijsturen.
Viviani is een koepelorganisatie met 19 scholen voor christelijk basisonderwijs in de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn. De leerlingenaantallen in het primair onderwijs dalen in deze gemeenten al een aantal jaren. De verwachting is dat dit in de komende jaren verder door zal zetten. Om goed te kunnen anticiperen op de verdere leerlingendaling in de toekomst en goede besluiten te kunnen nemen over de toekomst van de verschillende scholen die onder het schoolbestuur vallen, wil Viviani een realistische, maar vooral krachtige strategie ontwikkelen met kansrijke perspectieven voor behoud van kwaliteit, spreiding en bereikbaarheid van protestants-christelijk onderwijs in Zuidoost Drenthe.
Viviani heeft CMO STAMM gevraagd om de interne ‘denktank krimp’ (bestaande uit de voorzitter van het College van Bestuur, een schooldirecteur en twee leden van de GMR) te ondersteunen bij de analyse van de gevolgen van krimp voor Viviani en het verkennen van mogelijke oplossingsrichtingen.
Net als in het basisonderwijs leidt krimp ook in het voortgezet onderwijs tot vraagstukken op het gebied van financiën en onderwijskwaliteit. Het Dollard College (onderdeel van Onderwijsgroep Noord) verwacht de komende jaren dalende leerlingenaantallen. Tegen die achtergrond had Onderwijsgroep Noord behoefte aan een helder beeld van kansen en bedreigingen – om op basis daarvan kansrijke scenario’s te ontwikkelen voor de toekomst. Dat was de reden om CMO STAMM te vragen een proces in te richten om goede en gedragen plannen te maken voor de toekomst.
Het Dollard College heeft zeven vestigingen in Oost-Groningen. Voor alle vestigingen is in 2012 in beeld gebracht welke consequenties de daling van het aantal leerlingen kan hebben op de terreinen onderwijsaanbod, personeel, huisvesting en financiën. Hiervoor is allereerst een uitgebreide analyse gemaakt van cijfermatige informatie op vestigings- en stichtingsniveau. Ook ‘de buitenwereld’ is in de analyse betrokken: wat zijn relevante ontwikkelingen in Rijks- en gemeentebeleid, welke ontwikkelingen zien we in de regionale arbeidsmarkt, hoe ziet het concurrentieveld er uit? Naast een inventarisatie van feiten en cijfers is kwalitatieve informatie verzameld door middel van interviews met de vestigingsdirecteuren en de wethouders van de betrokken gemeenten.
De verzamelde informatie is vervolgens in meerdere bijeenkomsten besproken met vestigingsdirecteuren, personeelsleden en ouders – eerst per vestiging, vervolgens voor het Dollard College als geheel. Dat heeft geresulteerd in een zogenaamde SWOT-analyse (sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen) per vestiging en voor het gehele Dollard College. Op basis daarvan is een eerste verkenning naar mogelijke oplossingsscenario’s uitgevoerd.
Het traject heeft bijgedragen aan bewustwording en verdiepend inzicht in de gevolgen van demografische krimp binnen de verschillende geledingen van het Dollard College. Het urgentiebesef is toegenomen: de gevolgen van krimp, zeker op de langere termijn, zijn ingrijpend. Het onderzoek was een eerste stap; op basis van de uitkomsten zal de directie van Dollard College, samen met het CvB, de aangereikte oplossingsscenario’s verder uitwerken en komen tot besluiten.
De aanpak van het traject is verwoord in een methodiekbeschrijving. Op aanvraag is een gedrukte versie van deze methodiekbeschrijving verkrijgbaar.
De daling van het aantal leerlingen in het basisonderwijs zorgt voor problemen op het gebied van bedrijfsvoering en maakt het moeilijker om de kwaliteit van het onderwijs te behouden. Het lijkt onvermijdelijk dat sommige scholen in Drenthe hun deuren moeten sluiten.
Inzicht krijgen in de huidige situatie van de onderwijsvoorzieningen en in de knelpunten waar zij als gevolg van krimp mee te maken krijgen. Inzicht krijgen in oplossingsrichtingen die een antwoord kunnen bieden op deze krimpvraagstukken
Het uiteindelijke doel is kwalitatief goed onderwijs bereikbaar houden voor de inwoners van Drenthe.
De voorgenomen decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten met ingang van 1 januari 2015 betekent dat de Wmo uitgebreid wordt met nieuwe doelgroepen en nieuwe vragen.
Dit heeft ook gevolgen voor de arrangementen die vanuit de Wmo geboden worden. De vier gemeenten in regio Zuid-West Drenthe (Hoogeveen, Meppel, Westerveld en De Wolden) willen dan ook graag een inventarisatie van de huidige situatie rondom het huidig zorggebruik en zorgaanbod van jeugd- en AWBZ-zorg. Zo krijgen zij inzicht in wat nodig is voor de toekomstige arrangementen.
Inzicht verkrijgen in aanbod en huidig gebruik van zowel AWBZ als Jeugdzorg door verschillende gegevensbestanden te analyseren.
Uiteindelijk doel is handvatten bieden bij het ontwikkelen van een visie en het maken van keuzes rondom toekomstige arrangementen, zodat deze in de toekomst zo efficiënt en effectief mogelijk georganiseerd kunnen worden.
Verzamelen informatie uit verschillende gegevensbestanden om inzicht te bieden in:
Informatie en inzicht zodat gemeenten keuzes rondom toekomstige arrangementen kunnen maken.
Begeleiding Zorg in Natura
Begeleiding persoonsgebonden budget
Zorgaanbieders AWBZ
De eindrapporten voor de vier gemeenten bieden inzicht in wat er nodig is voor de toekomstige arrangementen.
Eindrapport gemeente De Wolden
Eindrapport gemeente Hoogeveen
Eindrapport gemeente Meppel
Eindrapport gemeente Westerveld
Met tijden van krimp in het vooruitzicht, wil de gemeente Borger-Odoorn er alles aan doen om de leefbaarheid in haar dorpen zo goed mogelijk te behouden.
Inzicht krijgen in de leefbaarheid in de dorpen en in de factoren die de leefbaarheid beïnvloeden.
Het uiteindelijke doel is ervoor zorgen dat mensen ook in de toekomst prettig in de gemeente Borger-Odoorn kunnen blijven wonen.
In het rapport ‘Leefbaarheid is mensenwerk’ zijn de resultaten van het onderzoek gepubliceerd.
De resultaten geven zowel inzicht in de algehele situatie in Borger-Odoorn als in de verschillen tussen de dorpen.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek gaat de gemeente met de dorpen in gesprek.
Gemeenten staan eind 2012 aan de vooravond van drie grote transities, die gevolgen zullen hebben voor de aanpak van de ondersteuning van de jongeren met een beperking. Zo zal de invoering van passend onderwijs gevolgen hebben voor het praktijkonderwijs en gemeenten. En met bestaande en toekomstige taken in het kader van de Wmo en WWB worden gemeenten de komende jaren in belangrijke mate verantwoordelijk voor de ondersteuning van de jongeren met een beperking. Dit alles is een complexe opgave, zeker omdat er op de budgetten gekort gaat worden. De gemeente Coevorden heeft CMO STAMM gevraagd om in dit kader het ATC (Arbeids Trainings Centrum) Coevorden door te lichten en aanbevelingen aan te reiken voor een duurzame doorontwikkeling.
De uitdaging is om in samenspraak met betrokken partijen een rapportage te leveren, die handvatten biedt voor een duurzame doorontwikkeling van het ATC Coevorden. Deze aanpak te concretiseren in een werkplan met verdienmodel en met een duurzame samenwerkingsstructuur.
De decentralisatie van o.a. de functie begeleiding naar de gemeentelijke Wmo heeft ervoor gezorgd dat termen als ‘zelfverantwoordelijkheid’, ‘participatie’ en het inzetten van ‘eigen kracht’ bij elke speler in het sociale veld op het netvlies staat. Het invulling geven aan deze termen heeft in de praktijk nogal wat voeten in de aarde. Betekent eigen kracht en zelfverantwoordelijkheid van cliënten bijvoorbeeld dat je als gemeente een afwachtende houding aan moet nemen? En kun je als zorgaanbieder volledig uitgaan van de mondigheid van de cliënten? Of zijn er altijd mensen die hulp nodig hebben bij het onderkennen en formuleren van hun vraag?
De gemeente Midden-Drenthe wil haar burgers goed informeren over de komende decentralisatie(s), over de werkwijzen, de verwachtingen van zowel de gemeente als van de burgers. Dit doet ze door het opstellen en uitvoeren van een communicatieplan. Maar de gemeente realiseert zich dat een communicatieplan alleen niet voldoende is om ook een gedragsverandering teweeg te brengen. Want de decentralisatie vraagt ook iets van de burgers. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat ze in hun kracht komen en blijven, dat de burger regie neemt en houdt, zelf gaat en blijft doen, wat hij kan en dat ze eerst de hulp vragen van hun netwerk, voordat ze naar de gemeente komen.
Wat zijn de valkuilen, aandachtspunten en goede voorbeelden waar de gemeente Midden-Drenthe rekening mee kan houden met betrekking tot activiteiten en acties naar burgers toe over de kanteling in de Wmo. Hoe kan sociale marketing dit verhelderen?
Sociale marketing is een bewezen effectieve methodiek gericht op de drijfveren van de doelgroep (de burgers). Waarom stappen ze nu meteen naar de gemeente? Waarom doen ze wat ze doen. We gaan uit van het huidige gedrag in plaats van het gewenste gedrag. Vanuit het huidige gedrag kunnen we gerichte interventies en communicatieactiviteiten inzetten om tot een gedragsverandering te komen. Ook gaat het uit van uitwisseling; wederkerigheid.
CMO STAMM voert de eerste twee stappen van het sociale marketingtraject uit:
Scopefase
In de Scopefase doen we deskresearch. Wat is er bekend over de doelgroep, hun omgeving en het huidige en gewenste gedrag? We zoeken in wetenschappelijke theorieën en databases naar informatie die relevant is voor het vraagstuk van de gemeente Midden-Drenthe.
Een belangrijk aspect van sociale marketing is het betrekken van partners. Partners die het gedrag van de doelgroep beïnvloeden, maar wellicht ook kunnen helpen bij de gedragsverandering.
Na de deskreseach interviewen we relevante partners.
Ontwikkelfase
In de ontwikkelfase wordt een helder advies geschreven voor de gemeente. Wat zijn aandachtspunten en valkuilen in de communicatie naar burgers? Moet er wellicht meer specifiek gesegmenteerd worden in doelgroepen? Hoe dan? Het advies zorgt ervoor dat de gemeente naast communicatie, ook handvatten heeft welke andere mogelijkheden er zijn om gedragsverandering bij de doelgroep te realiseren.
Een adviesrapport met wetenschappelijk onderbouwde aandachtspunten, waarbij gebruik gemaakt is van gedragswetenschappen, die aan de hand van de marketing mix vertaald zijn naar concrete tips en activiteiten. Op dit moment loopt het traject nog. Zodra dit advies klaar is, vindt u op deze website een samenvatting hiervan.
Bewoners, Woningcorporatie Domesta en de stichting Welzijn2000 willen een toekomstplan ontwikkelen voor de Coevordense wijk Poppenhare. Een gelijkwaardige verhouding tussen deze partijen staat hierbij centraal.
De bewoners van de wijk Poppenhare empoweren, zodat ze zelf actief bij kunnen dragen aan een prettige woonomgeving.
Vertrouwen opbouwen tussen de betrokken partijen om de kloof tussen wijkbewoners en instanties te dichten.
Het uiteindelijke doel is het gezamenlijk vormen van een nieuw wijkperspectief.
Is het nu een saaie boel in en rond Sleen? Is het ongezellig? Nee, dat niet. Maar we zien bijvoorbeeld dat toeristen niet in het dorp blijven hangen, ondanks de wandel- en fietsroutes in het gebied. We zien her en der panden leeg staan, ondanks de ondernemersgeest in en rond Sleen. En MFC De Brink heeft het moeilijk, nu gebruikers met minder geld moeten rondkomen en er minder verhuurd wordt.
Ondernemers en inwoners zijn op zoek naar bruisende nieuwe initiatieven. Ze willen de reuring en de levendigheid in het dorp vergroten. Zodat bezoekers het er naar hun zin hebben, de eigen bewoners er nog meer vinden wat ze zoeken en daarmee de gezelligheid en de saamhorigheid groeien.
Met burgerkracht en ondernemerschap willen de Sleners hun centrum zo aantrekkelijk maken dat mensen er graag vertoeven en er blijven hangen. Dat ondernemerschap is ook nodig voor het versterken van het multifunctionele centrum. De reuring die dit veroorzaakt draagt bij aan de leefbaarheid en de samenhang.
Met steun van CMO STAMM gaat een Kopgroep van bewoners en ondernemers deur aan deur mede-bewoners interviewen. Daarnaast wordt een schriftelijke enquête onder ondernemers gehouden.
Met deze input maken Kopgroep en CMO STAMM een plan. Op welke punten kan de levendigheid in het dorp versterkt worden? Hoe houden we mensen vast in Sleen? Hoe kan rond het MFC een verdienmodel gecreëerd worden waar ook de leefbaarheid mee wordt versterkt?
Een concreet plan van aanpak voor Sleen. Bewoners en ondernemers nemen de regie en steken de handen uit de mouwen.