Deel dit bericht.
“Zowel in het aantal studenten die een technische opleiding afrondt, alsook het aantal afgestudeerden wat vervolgens in diezelfde sector aan het werk gaat, zijn vrouwen ondervertegenwoordigd.”
Femina, vrouwen in de techniek
9 juli 2018
Dinsdag 26 juni 2018 was de virtuele kick off voor het Interreg project Femina. In dit project gaan 10 organisaties uit 7 verschillende Europese landen zich inzetten voor de verbetering van de positie van vrouwen binnen hoogopgeleid technisch werk.
Via een online conference call stelden de partners zich voor en werden er een aantal presentaties geven over de inhoud en verloop van het project. Leadpartner hierin is Arezzo Innovazione, een centrum voor innovatie op technisch vlak. Ook doen er een aantal organisaties mee die actief zijn het gebied van regionale ontwikkeling en een organisatie die zich inzet voor de gelijkheid van vrouwen. De projectpartners komen uit Italië, Noorwegen, Griekenland, Roemenië, Spanje, Zweden, en Nederland.
Vrouwen op technisch vlak ondervertegenwoordigd
Aanleiding voor het project is dat vrouwen op technisch vlak ondervertegenwoordigd zijn. Zowel in aantal studenten die een technische opleiding afrondt, alsook het aantal afgestudeerden wat vervolgens in die sector aan het werk gaat. Van de vrouwen met een technische opleiding werkt slechts 29% in de technische sector binnen de EU, terwijl dit bij de mannen zo’n 50% is. Die 71% vrouwen die niet in deze sector terecht komen is een verlies aan economisch potentieel. Studies wijzen uit dat het verkleinen van dit ‘gendergat’ een economische groei van 13% van het Europese BBP zou kunnen betekenen. Femina draagt hieraan bij door in te zetten op beleidsinstrumenten die industrie ondersteunen en tegelijkertijd voor integratie zorgen van vrouwen in technisch werk.
Wat gaat er gebeuren
Het plan bestaat uit twee fases. In fase één zullen de partners aanvangen met het maken van een regionale analyse. In deze analyse gaat men in op wat er mis loopt bij de aansluiting van vrouwen in de technische sector. Wat zijn hierin de barrières en wie houden deze in stand? Op basis van onder andere deze analyse worden er uiteindelijk actieplannen gemaakt. Vervolgens worden in fase 2 deze actieplannen geïmplementeerd met behulp van regionale middelen. Hiervoor gebruiken de projectpartners hun lokale netwerk en vervullen zij zelf een monitorende rol. Het gaat hierbij om een langlopend project van 5 jaar waar meer dan 1,5 miljoen euro mee gemoeid is.
Deel dit bericht.
Meer informatie.
- Edwin Slijkhuis
- e.slijkhuis@cmostamm.nl
- 06 26 58 65 05