Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

De Democratische Broedplaats: wie doet er mee?.

Democratie is geen kijksport, het is een participerend evenement. Als we niet meer participeren, houdt het op een democratie te zijn. Deze stelling van filmer Michael Moore onderschrijven we van harte.

Vanaf maart 2017 is de Democratische Broedplaats voor Groningen en Drenthe gestart. Het doel is veranderingen en experimenten in gang te zetten rondom maatschappelijke democratie in het Noorden. Want waar de politieke democratie goed functioneert, kent de maatschappelijke democratie uitdagingen. Een opvallend groot deel van de samenleving keert politiek en bestuur de rug toe.

Er is binnen veel gemeenten gelukkig veel animo om echt werk te maken van de nieuwe democratie. Meedoen kan: we horen het graag als bewoners en/of gemeenten in Groningen en Drenthe willen participeren!

De Democratische Broedplaats is een goed vertrekpunt voor echte veranderingen, in tegenstelling tot papieren beleidsvoornemens. We gaan experimenteren, dilemma’s uitzoeken, onderzoeken, trainen, instrumenten en best practices ontwikkelen en delen, delen, delen. Onlangs heeft CMO STAMM een publicatie over dit onderwerp uitgebracht.

KLIK HIER voor de publicatie DEMOCRATISCHE BROEDPLAATS

Benieuwd? Bereid?

Hou ons in de gaten

Kwalitatief goede, bereikbare en betaalbare zorg in Drenthe: dat was het doel van het opzetten van het Drents Zorglandschap in 2015. Het Drents Zorglandschap is een unieke samenwerking tussen twaalf Drentse gemeenten (vertegenwoordigd vanuit de Vereniging Drentse Gemeenten), zorgverzekeraar Zilveren Kruis en de Provincie Drenthe. Deze partijen hebben hun krachten gebundeld naar aanleiding van de hervorming van de langdurige zorg (transitie) en de veranderingen in het sociale domein. Na ruim twee jaar succesvolle samenwerking hebben de drie partijen besloten om het Drents Zorglandschap in 2017 en 2018 voort te zetten. Daarnaast heeft de Vereniging Drentse Gemeenten (VDG) besloten om de procesbegeleiding van CMO STAMM voor de Drentse samenwerking de komende twee jaar te continueren.

De samenwerkingspartners hebben afspraken gemaakt die vorm zijn gegeven in de werkagenda Drents Zorglandschap 2017-2018. Door de zorg en de ondersteuning efficiënt en in samenhang te organiseren wil het Drents Zorglandschap voelbaar zijn voor inwoners en verzekerden van Drenthe. De thema’s Effectief samenwerken in de wijk, Ontwikkeling van een sterke en sluitende GGZ-keten en de mogelijkheden voor het Vergroten van (gezamenlijke) preventie activiteiten, krijgen de prioriteit in de werkagenda van het Drents Zorglandschap. De drie thema’s van de werkagenda komen voort uit landelijke thema’s vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgkantoor Nederland (ZN). Hierbinnen is ook aandacht voor preventie bij risicogroepen.

Wil je meer weten over het Drents Zorglandschap, bekijk dan de Drentse werkagenda.

Logo's Drents Zorglandschap

Wie opgeleid is op mbo-niveau twee of drie, heeft het niet altijd makkelijk om passend werk te vinden en te houden. Robotisering en automatisering vormen een bedreiging van de banen die ze hebben. Om aan het werk te komen en te blijven is het van belang dat overheden regiodeals sluiten met sociale partners, UWV en de Regionale Agrarische Opleidingscentra. De regiodeal bestaat uit concrete afspraken over een aanpak voor een leven lang leren en een aangepaste werkwijze aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor toeleiding naar arbeid.

Dit staat in het advies dat SER Noord-Nederland uitbracht onder de titel ‘Het werkend alternatief voor Noord-Nederland, de noordelijke aanpak maakt het verschil’. Het advies is aangeboden aan bestuurlijke vertegenwoordigers van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, de heren Bijl en Eikenaar, gedeputeerden in Drenthe en Groningen met de portefeuille arbeidsmarkt. Het samenwerkingsverband Noord-Nederland heeft de SER Noord-Nederland gevraagd om te adviseren over de noordelijke arbeidsmarkt. Mede door veel partijen hierbij te betrekken is dit advies tot stand gekomen. CMO STAMM heeft aan dit advies meegewerkt met inzet van een stagiaire en een adviseur.

Leven lang leren

SER Noord-Nederland richt het advies met name op mensen met een mbo-opleiding op niveau twee en niveau drie, omdat er door de robotisering en automatisering vooral een probleem dreigt voor deze groep. Bovendien is er tegelijkertijd in een aantal sectoren een schreeuwend tekort aan goed opgeleide vaklieden, wat door de verwachte economische groei alleen maar groter wordt. Enerzijds is er dus een overschot aan mensen met ‘verouderde’ opleidingen en anderzijds zijn er tekorten. Het overbruggen van dit kwalitatieve verschil gaat niet vanzelf. De uitdaging is dus om de beroepskwalificaties op peil te houden door om-, her- en bijscholing.

SER Noord-Nederland komt daarom voor een leven lang leren met vier aanbevelingen:

  1. Zorg voor bedrijfstakgewijze scholing;
  2. Zet een regionaal opleidings- en ontwikkelingsfonds voor mbo’ers op;
  3. Faciliteer kleine ondernemers bij de ontwikkeling en scholing van medewerkers;
  4. Maak een programma voor scholing van werkenden en werkzoekenden dat zich richt op clusters van kleinere bedrijven.

De provincies kunnen zowel het initiatief hiervoor nemen als dit faciliteren. De sociale partners zouden in samenwerking met onderwijsinstellingen het voortouw bij de uitvoering moeten nemen.

Toeleiding naar arbeid

Een ander belangrijk spoor in het advies gaat over de onderkant van de arbeidsmarkt, mbo-1 en lager opgeleiden én langdurig werkzoekenden. De uitvoering van de toeleiding naar arbeid door gemeenten en UWV is flink versnipperd. Ook laat het her- en erkennen van de kwaliteiten en mogelijkheden van werkzoekenden nog te wensen over. Dit vraagt om een sterk bestuurlijk commitment, waarbij wordt gestuurd op doelgerichte samenwerking. Er is een betere bestuurlijke verbinding tussen sociaal domein, economie en onderwijs nodig. De aanbevelingen zijn bedoeld om verdere samenwerking te bevorderen en de ‘eigen-kaartenbak-eerst-systematiek’ te doorbreken, zodat publieke partijen beter kunnen voorzien in de vraag van het bedrijfsleven. Ook moeten belemmerende regels die maatwerkoplossingen voor mensen in de weg staan, worden weggewerkt. Want effectiviteit moet boven rechtmatigheid gaan. SER Noord-Nederland pleit ervoor dat de regio zich hiervoor in Den Haag gezamenlijk sterk maakt. Ook wordt aanbevolen om het opzetten van sociale ondernemingen te stimuleren, zodat de kansen voor mensen met een beperking worden verruimd.

De gemeente Emmen wil de inwoners zoveel mogelijk de kans bieden om deel te nemen aan kunst en cultuur. Afgelopen jaar was gemeente Emmen de Culturele gemeente Drenthe 2015/2016 “Van goede grond” en heeft ze laten zien dat cultuur een inspiratiebron kan zijn om prachtige dingen tot stand te brengen, hoe breed en divers cultuur kan zijn. Cultuur als beleving, cultuur als historie, cultuur als iets wat we overal om ons heen zien.

Hoe groot is de cultuurparticipatie in Emmen?

Ook nu weer willen de gemeente Emmen en de culturele instellingen in de regio graag weten hoeveel inwoners actief zijn op het gebied van kunst en cultuur en wat zij vinden van het aanbod in de gemeente. Daarnaast wil de gemeente ook weten hoe zij inwoners actief/actiever betrokken kan krijgen en houden bij de totstandkoming van het cultuurbeleid van de gemeente.

In 2014 heeft CMO STAMM die voor de eerste keer gemeten voor de gemeente. In 2017 gaat dit voor de tweede keer gebeuren en kunnen we de ontwikkeling van de cultuurparticipatie volgen in de tijd. Het onderzoek wordt voor de zomer uitgevoerd. Ruim 17.000 inwoners van de gemeente Emmen krijgen een brief thuis met het verzoek een online enquête in te vullen met vragen over hun vrije tijdsbesteding en hun oordeel over het culturele aanbod in de regio.

De gemeente hoopt met de resultaten betere beleidskeuzes te kunnen maken voor de toekomst. De culturele instellingen willen op basis van het onderzoek hun aanbod nog beter afstemmen op de vraag van de inwoners van de gemeente.

Zo’n 6% van de inwoners in Drenthe is lesbisch, homoseksueel, biseksueel of transgender. Ongeveer de helft van deze groep ervaart discriminatie. Provincie Drenthe en de Drentse gemeenten willen een impuls geven aan de sociale acceptatie, de zichtbaarheid en de veiligheid van lesbiennes, homo- en biseksuelen en transgenders in Drenthe. Om die reden is de Provincie Drenthe regenboogprovincie en zijn ook bijna alle Drentse gemeenten regenbooggemeente.

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) nog meer worden geaccepteerd in onze maatschappij? Hoe kun je als gemeente en provincie daaraan meer aandacht besteden? Hoe pakt je dat aan? En hoe geef je dat beleid handen en voeten?

Op 27 maart werd hierbij uitvoerig stilgestaan tijdens de bijeenkomst ‘Drenthe Regenboogprovincie’ in het provinciehuis in Assen, met ruim 80 deelnemers waaronder bestuurders, beleidsmedewerkers en raadsleden van alle Drentse gemeenten, de koplopergemeente Assen, Provinciale Staten van Drenthe, Meldpunt Discriminatie Drenthe (MDD), COC Groningen/Drenthe, NOC*NSF en Movisie.

Concreet aan de slag!

In de week van 7 tot 14 oktober 2017 wordt er in Drenthe een culturele regenboogweek georganiseerd waarbij verschillende projecten en organisaties stil zullen staan bij de sociale acceptatie van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders. Daarnaast willen gemeenten ook concreet aan de slag met bijvoorbeeld voorlichtingen in het onderwijs, de Gay Straight Alliance (GSA) en aansluiten bij het programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ van het NOC*NSF.

KLIK HIER voor het feitenblad LHBT IN DRENTHE

CMO STAMM en Meldpunt Discriminatie Drenthe helpen je graag bij het in kaart brengen van de aard en omvang van discriminatie, het volgen van de ontwikkelingen en monitoren van de (on)veiligheidsgevoelens en de sociale acceptatie van LHBT’s.

Meldpunt Discriminatie Drenthe

Scholen kunnen Meldpunt Discriminatie Drenthe inschakelen om seksuele diversiteit bespreekbaar te maken. Meldpunt Discriminatie Drenthe heeft een breed voorlichtingspakket dat is gericht op het vergroten van bewustwording van onbewuste discriminatie en uitsluiting. En wanneer LHBT’s van jouw gemeente zich niet veilig voelen, kunnen ze dat melden bij het Meldpunt Discriminatie Drenthe: info@meldpuntdiscriminatiedrenthe.nl.

Regenboogprovincie Drenthe

‘Eigen verantwoordelijkheid’, ‘taal’ en ‘ontmoeten’ zijn van cruciaal belang voor een goede integratie van vluchtelingen, daarover bleken vluchtelingen, professionals en buurtbewoners het eens tijdens een versnellingssessie. Daarnaast zijn ook dieper liggende waarden als ‘wederzijdse acceptatie’ en ‘vertrouwen’ belangrijk.

Vluchtelingen zelf aan het woord

De gemeente Assen wil toe naar nieuwe innovatieve aanpakken voor succesvolle integratie van vluchtelingen. Als belangrijke eerste stap wil de gemeente eerst van vluchtelingen zélf weten wat zij nodig achten om zo optimaal mogelijk te kunnen participeren. CMO STAMM organiseerde een versnellingssessie op dit onderwerp, waarin deze vragen zijn voorgelegd aan vluchtelingen, professionals en buurtbewoners. Ook deze keer lukte het prima om de antwoorden van de afzonderlijke deelnemers samen met de groep te vertalen naar wat nodig is om de integratie te laten slagen. Aan deze sessie namen in totaal bijna 30 deelnemers deel.

Interessante uitkomsten

Zoals gezegd zijn vluchtelingen, professionals en buurtbewoners het er met elkaar over eens dat ‘eigen verantwoordelijkheid’, ‘taal’ en ‘ontmoeten’ cruciaal zijn voor een goede integratie, evenals dieperliggende waarden zoals ‘wederzijdse acceptatie’ en ‘vertrouwen’.

Ook helpt het hebben van een concreet doel – zoals opleiding, werk, vrijwilligerswerk – bij het integreren. De ervaring leert dat veel vluchtelingen wel eerst een huis nodig hebben voordat ze met andere doelen aan de slag gaan.

Een interessante uitkomst van deze sessie is dat waar de vluchtelingen de prioriteiten leggen voor integratie, niet altijd hetzelfde is waar professionals en buurtbewoners de prioriteiten leggen. Voor vluchtelingen staat ‘taal’ op de eerste plaats en ‘ontmoeting’ op de tweede; voor professionals en buurtbewoners zou het moeten beginnen met ‘eigen verantwoordelijkheid’, eveneens gevolgd door ‘ontmoeting’.

Deze en andere uitkomsten zijn erg belangrijke input voor de nieuwe innovatieve aanpak voor integratie met meer impact in de toekomst.

Versnellingssessie

CMO STAMM beschikt nu een paar jaar over een versnellingssessie (software, laptops e.d.). Een versnellingssessie is een kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij alle deelnemers digitaal een bijdrage leveren aan gedachtevorming. Deze digitale brainstorm levert in korte tijd veel inzicht in verschillende perspectieven. Zeer regelmatig wordt deze ingezet, voor uiteenlopende doelen en doelgroepen. Er zijn diverse sessies gehouden met jongeren, ouders van leerlingen, dorpsbewoners, Wmo-cliënten. Dergelijke versnellingssessies leveren interessante informatie op voor het beleid. Deelnemers ervaren het meedoen bijna altijd als positief. Omdat ze belangrijke inbreng kunnen leveren en omdat ze ook horen wat hun ‘lotgenoten’ ervan vinden. Soms is niet iedereen in staat om zinvol mee te doen aan een versnellingssessie. Maar met een beetje (computer)hulp blijkt er verrassend veel mogelijk.

Drenthe is de eerste regenboogprovincie van Nederland en inmiddels zijn bijna alle Drentse gemeenten ook regenbooggemeente, in navolging van de koplopergemeente Assen. Provincie en gemeenten willen hiermee een impuls geven aan de sociale acceptatie, de zichtbaarheid en de veiligheid van lesbiennes, homo- en biseksuelen en transgenders in Drenthe.

Zoeken naar nieuwe manieren om de verschillende bewegingen in de maatschappij weer te verbinden met de politieke democratie.

Rapport ‘Van schooladvies naar schoolkeuze’, met uitkomsten van een enquête onder ouders van oud-groep-8-leerlingen die nu in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs zitten.

Zicht op prestaties in het voortgezet onderwijs. Haal meer uit uw leerlingenadministratie.

Aanleiding

Als een leerling in een latere fase van zijn opleiding alsnog moet afstromen is dat extra belastend voor de leerling. Daarnaast kost het uw school geld en levert het extra werk op voor docenten. Een goede determinatie is belangrijk.

Uitdaging

De uitdaging is dan ook risicofactoren in kaart te brengen die de kans op doubleren en afstromen vergroten. Inzicht in deze factoren kan bijdragen aan een betere determinatie.

Aanpak

Door gebruik te maken van informatie uit uw leerlingenadministratie (SOM, MAGISTER e.d.)  kan de determinatie en (onderbroken) doorstroom van cohorten leerlingen in beeld worden gebracht.

Resultaat

Door leerlingen in hun schoolloopbaan te volgen kunnen we vragen beantwoorden als:

  • Hoe vaak wordt een opleiding onvertraagd en op hetzelfde niveau doorlopen?;
  • Hoe vaak wordt er op- en afgestroomd?;
  • Hoe vaak wordt er gedoubleerd?;
  • Zijn er verschillen in opstroom, afstroom en doorstroom tussen jongens en meisjes?;
  • In hoeverre speelt de school van herkomst, het vo-advies of de score op de eindtoets een rol?;
  • Zijn er aanwijsbare factoren waardoor er meer risico op doubleren of afstroom bestaat?;
  • Wat voor eindcijfers halen leerlingen in de brugklas voor de (kern)vakken en wat is de voorspellende waarde hiervan voor het succesvol doorlopen van de opleiding?

Meer informatie

Wilt u als schoolbestuur of school ook meer informatie halen uit uw leerlingenadministratie? CMO STAMM analyseert de beschikbare data voor u waardoor vragen over bijvoorbeeld doorstroom, op- en afstroom beantwoord kunnen worden.

Vanaf 2009 is er een onverminderde stijging te zien van jongeren die leven in een gezin met een bijstandsuitkering.

Tussen 2006 en 2009 daalde in het hele land het aandeel 0- t/m 17-jarigen dat in een gezin met een bijstandsuitkering leeft. Vanaf 2009 is er een onverminderde stijging te zien. In de provincies Groningen en Drenthe doen deze trends zich ook voor, met als gunstige uitzondering een zeer lichte daling in het meest recente cijfer (2015 ten opzichte van 2014). Het aandeel jongeren dat opgroeit in een bijstandsgezin ligt in de provincie Groningen al jarenlang hoger dan landelijk, in 2015 bijna 2 procentpunten. Drenthe steekt juist gunstig af tegen het landelijke beeld. Voor beide provincies geldt overigens dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen de gemeente.

 

Figuur 1: Percentage 0- t/m 17-jarigen in Nederland en in de provincies Groningen en Drenthe dat opgroeit in gezin met bijstandsuitkering

Bron: Kinderen in Tel en Sociaal Planbureau Groningen

 

Omdat Drenthe minder kinderen en jongeren telt dan Groningen lijken de verschillen tussen beide provincies nog groter als het om de aantallen kinderen in een bijstandsgezin gaat. In Drenthe waren dit eind 2015 ruim 5.600; in Groningen ruim 8.900.

De trends die hierboven zijn benoemd zijn ook te herkennen in de cijfers over afzonderlijke Drentse en Groningse gemeenten. Vrijwel overal was 2009 het jaar waarin het percentage kinderen in bijstandsgezinnen het meest gunstig was. In 9 van de 12 Drentse gemeenten en 18 van de 23 Groningse gemeenten zijn de cijfers over 2015 minder gunstig dan die over 2006. De percentages zijn per gemeente weergegeven in de figuren 2 en 3.

Kinderen in Tel geeft sinds 2005 jaarlijks een beeld van het welzijn van kinderen en jongeren in Nederlandse provincies en gemeenten aan de hand van een beperkt aantal indicatoren. De indicator  ‘kinderen in armoede’ betreft het percentage 0- tot en met 17-jarigen dat in een gezin leeft dat rond moet komen van een bijstandsuitkering.

Zoals wordt onderstreept in het Databoek 2016 van Kinderen in Tel heeft opgroeien in armoede grote gevolgen voor kinderen. Deze gaan verder dan niet kunnen meedoen aan leuke dingen als schoolexcursies, feestjes of vakanties. Armoede werkt door in alle aspecten van het leven en vormt een risicofactor voor onder meer psychosociale problemen, voortijdig schoolverlaten en kindermishandeling.

 

Figuur 2: Percentage 0- t/m 17-jarigen in Drentse gemeenten dat opgroeit in gezin met bijstandsuitkering

Bron: Kinderen in Tel

 

Figuur 3: Percentage 0- t/m 17-jarigen in Groningse gemeenten dat opgroeit in gezin met bijstandsuitkering

Bron: Kinderen in Tel en Sociaal Planbureau Groningen

 

CMO STAMM maakt zich graag sterk voor het terugdringen van armoede en schulden in Nederland. Want ieder gezin en ieder kind dat opgroeit in armoede is er een teveel. Dit doen we door inzicht te bieden in de problematiek, deskundigheidsbevordering en investeren in innovatieve projecten die zich richten op het tegengaan van armoede en schulden. Wij geloven daarbij sterk in de kennis, de kracht en het inzicht van mensen die zelf in armoede leven. Dankzij hun inbreng kan er een nieuwe kijk op armoede ontstaan, met werkende oplossingen voor reële problemen. Binnenkort brengen we een special uit over dit onderwerp.

www.armoedegroningen.nl

Bronnen

Bas Tierolf, Rob Gilsing, Majone Steketee (red), Kinderen in Tel, Databoek 2016, Verwey-Jonker Instituut e.a., februari 2017

Verder zijn eerdere databoeken van Kinderen in Tel, CBS Statline en de databank van het Sociaal Planbureau Groningen geraadpleegd.

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X