Unieke aanpak in Drachten, Vlagtwedde, Delfzijl en Hoogeveen. Uitgangspunt is dat participeren, onderdeel uitmaken van een netwerk(je) en een ander te kunnen helpen bijdraagt aan de gezondheidsbeleving. Waar gaat het over? Het project “SPIL” Even buurten Noord Nederland!
Noord-Nederland heeft te maken met een sterke vergrijzing van de bevolking. Mensen leven langer, worden ouder en soms ook hulpbehoevender, terwijl op zorg en welzijn wordt bezuinigd. Noord-Nederland heeft ook te maken met een krimpende bevolking, vooral in de jongere leeftijdscategorieën. Ouderen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen huis blijven wonen. Ook de overheid stimuleert dit. De kosten van de zorg moeten worden teruggedrongen, er moet meer aandacht worden besteed aan de eigen mogelijkheden van mensen en aan de kracht van het informele sociale netwerk in de directe omgeving. Dit alles vraagt om nieuwe en creatieve oplossingen voor bestaande vraagstukken.
Het Rotterdamse project Spil, Even Buurten is zo’n nieuwe, creatieve aanpak die succesvol is gebleken. Een Spil is een centrale contactpersoon in de buurt waar ouderen van 70+ zichzelf of een oudere uit hun omgeving kunnen melden voor hulp of steun. De Spil makelt en schakelt tussen mensen, bouwt aan een informeel sociaal netwerk in de buurt en verbetert de samenwerking tussen het formele en het informele (hulp)circuit. Reden voor CMO STAMM en enkele professionele instellingen om dit project als pilot in te zetten in Noord-Nederland om te kijken of de aanpak ook werkt in een landelijk en kleinstedelijk gebied. In Delfzijl Noord, Ter Apel en de wijk de Bouwen in Drachten is de Spilaanpak gedurende een jaar uitgevoerd. Wat zijn de doelstellingen en behaalde resultaten?
Gericht op de ouderen:
Gericht op de wijk en de professionals:
De belangrijkste vragen van de ouderen lagen op het vlak van (meer) sociaal contact, praktische hulp en steun in en om huis, en vervoer. De meeste projectdeelnemers zijn 80 jaar of ouder, vrouw en wonen zelfstandig alleen. Ze beoordelen hun eigen gezondheid overwegend als redelijk tot goed. Acht op de tien deelnemers heeft een fysieke beperking, die te maken hebben met het lopen (bewegen, mobiliteit). Bijna de helft heeft een chronische aandoening, vooral aan hart- en bloedvaten, de luchtwegen, reuma of diabetes.
De deelnemers zijn in het Spilproject vooral geholpen aan een maatje door het leggen van contact met andere buurtbewoners (één op één match), deelname aan buurtactiviteiten of ontmoetingsplekken, kleine klusjes of het regelen van vervoer. Dit heeft hun welzijnsbevinden vergroot waardoor zij het leven weer beter aan kunnen en zich minder kwetsbaar voelen. De hulp en steun blijkt vooral in de ‘kleine dagelijkse dingen’ te zitten, met grote impact voor de ouderen. Aandacht, respect, begrip, iemand om mee te praten, om iets mee te doen, vervoer om ergens te kunnen komen en hulp bij praktische zaken als boodschappen en administratie zijn heel belangrijk. Als hiervoor op wijkniveau een structurele, voor ouderen goed toegankelijke en bereikbare sociale infrastructuur beschikbaar is, is er al een heleboel gewonnen.
Opvallend is dat de professionele hulpverlening in de wijken goed op orde is, maar veel ouderen worden nog steeds niet bereikt. Dat komt mede omdat ouderen zelf niet snel om iets vragen, hulp of steun moet hen aangereikt worden. En dus moeten zij in beeld zijn. Er wordt veel eenzaamheid gesignaleerd. De Spillen, en ook de nieuwe S1-functionarissen van de thuiszorg, spelen een belangrijke rol in het vinden en signaleren van kwetsbare ouderen door ofwel huis aan huis te gaan, dan wel mensen op straat aan te spreken.
Er is ook een belangrijke rol weggelegd voor ‘sleutelfiguren’. Dit zijn mensen in straten en buurten die zich inzetten voor het verbeteren van het contact met en tussen kwetsbare ouderen. De Spil gaat actief op zoek naar deze personen. Zij verbinden vervolgens de mensen in hun eigen omgeving en organiseren kleinschalige activiteiten. De Spil kan zich vervolgens weer op een andere straat/wijk richten.
Wat moet er gebeuren om ouderen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen en hun welbevinden en zelfredzaamheid te versterken of te stabiliseren?
Voor het nog te ontwikkelen project “Toekomst van jongeren in Groningen”, ook wel “de stem van jongeren”, zijn CMO STAMM, Jongerenwerk Barkema en De Haan en twee acteurs bezig om jongeren te mobiliseren om mee te praten over de toekomst van het aardbevingsgebied.
Onlangs zijn er ludieke acties op diverse schoolpleinen geweest. Tot eind mei verzamelen we zoveel mogelijk likes van jongeren op onze Facebookpagina. Als er genoeg likes en respons komen, wordt subsidie gezocht. Het doel is eind dit jaar een festival met landelijke uitstraling, waarbij allerlei thema’s aan de orde komen. Het woord is nu aan de jongere. Zegt de jongere daar: “Ik blief” of juist “Ik ben’t zat”.
Ben of ken jij een jongere in het aardbevingsgebied? Like onze Facebookpagina of laat een respons achter.
In de publicatie Coöperaties in 5 stappen (2018) houdt CMO STAMM een warm pleidooi voor coöperaties als krachtig organisatiemodel voor burgerinitiatieven. In deze coöperaties wordt de lokale kracht van bewoners ingezet en te gelde gemaakt voor de eigen leefomgeving en dat heeft veel voordelen.
Bewoners nemen een regierol en nemen gezamenlijk beslissingen, het bevordert samenhang en betrokkenheid, draait op eigen inzet en inbreng van bewoners, de winst vloeit terug in de gemeenschap en bewoners staan met hun coöperatie sterk in samenwerking met andere partijen. Voor overheden en maatschappelijke partijen zijn deze coöperaties een interessante partij om taken aan over te dragen.
>> Bekijk de publicatie Coöperaties in 5 stappen (2018)
Een mooi en actueel voorbeeld hiervan is de coöperatie Klooster&Buren. Hier is vorig jaar de coöperatie Klooster&Buren opgericht: een prachtig resultaat van een indrukwekkend burgerinitiatief in vijf dorpen rond Kloosterburen in Noord-Groningen. Ook Kleine Huisjes, Hornhuizen, Molenrij en Kruisweg doen mee.
Het begon jaren geleden met de Stichting SintJan die een visie en een werkwijze ontwikkelde die deze dorpen gezamenlijk in staat stelt om verantwoordelijkheid en de regie te nemen voor de leefbaarheid in het gebied. De bewoners hebben zich in 2015 verenigd in een coöperatie om uitvoering te geven aan de plannen. Tijdens de oprichtingsvergadering in juni 2015 waren er ruim 70 leden, inmiddels is dat opgelopen tot ruim 200 leden. Het gebied telt 641 huishoudens en 1190 inwoners.
De coöperatie werkt in wat in beleidstermen een krimpgebied heet, maar de bewoners spreken liever over een dunbevolkt gebied op korte afstand van alle voorzieningen, een half uur verwijderd van de stad Groningen met een universiteit, hogescholen, een ziekenhuis, kunst, cultuur en theater, enzovoort. Alles is binnen handbereik.
De coöperatie wil ontwikkelen en de leefbaarheid versterken voor de bewoners van de vijf dorpen en focust niet op groei, maar wel op behoud en versterking van alles wat van waarde is in het gebied. Het initiatief bouwt op de unieke kwaliteiten van (de historie van) het gebied en wordt gedragen door alle aanwezige kennis en talenten van bewoners.
Kern van het initiatief is:
De coöperatieve aanpak stelt de bewoners in staat om een stevige regierol te nemen die tot nu toe tot een aantal mooie resultaten heeft geleid:
Belangrijke succesfactoren voor de coöperatie zijn:
Zo werden de dorpen van Klooster&Buren een plek waar je gezien wordt. Waar voor elkaar gezorgd wordt, waar wordt geïnvesteerd in leefbaarheid en waar bewoners zelf de regie in handen hebben.
CMO STAMM adviseert en ondersteunt de initiatiefnemers van Klooster&Buren