De Dialoogtafel Groningen wil zicht krijgen op het beeld dat de inwoners van de provincie Groningen hebben over de Tafel. Daartoe heeft het Sociaal Planbureau Groningen, onderdeel van CMO STAMM, een korte vragenlijst uitgezet onder het Groninger Panel. Aan de hand van deze nulmeting wordt inzicht verkregen in hoeverre Groningers bekend zijn met de Tafel en haar doelstellingen. Tevens biedt het onderzoek zicht op de verwachtingen en de beoordeling die de bewoners hebben van de Tafel.
In november 2014 is aan het Groninger Panel de vragenlijst ‘Trots op Groningen: beeldvorming en identiteit’ voorgelegd. In deze vragenlijst is tevens een blok vragen opgenomen over de Dialoogtafel. Deze vragen hebben betrekking op: bekendheid, belangrijkste onderwerpen en beoordeling. In totaal hebben 1.413 panelleden de vragen over de Dialoogtafel beantwoord, een respons van 64%.
De helft van het Groninger Panel is bekend met de Dialoogtafel Groningen. Het Groninger Panel vindt de afhandeling van woningschade, het vergroten van veiligheid en het op peil houden van de leefbaarheid de drie belangrijkste onderwerpen waar de Dialoogtafel zich op moet richten.
De Dialoogtafel is onder andere opgericht om het vertrouwen dat de inwoners van Noordoost Groningen hebben in de Rijksoverheid en de NAM te herstellen. In hoeverre draagt de Dialoogtafel inmiddels bij aan het herstel van vertrouwen? De meeste respondenten kunnen hier (nog) geen oordeel over vellen. Verder geeft een kwart aan dat ze niet vinden dat de Tafel het vertrouwen herstelt, terwijl een op de vijf panelleden dit juist wel vindt.
Het rapport is beschikbaar.
Zie ook de site van Sociaal Planbureau Groningen
In april 2015 start een groot woningmarktonderzoek in de aardbevingsgebieden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Onderzoeksinstituut OTB, onder leiding van prof.de. P.J. Boelhouwer (TU Delft). Onderdeel van dit onderzoek is een burgerpeiling waarin wordt gemeten wat de gevolgen van de gaswinning en aardbevingen zijn op de woonbeleving, leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving. Het Sociaal Planbureau Groningen zal in samenwerking met OTB deze burgerpeiling uitvoeren.
Door middel van een bewonersraadpleging en een aantal versnellingssessies zal nader onderzoek gedaan worden naar de behoeften van inwoners ten aanzien van de aardbevingen en veiligheidsgevoelens. De output van deze sessies geeft inzicht in de gevoelens en opvattingen van burgers over de invloed die de aardbevingen hebben op het woongenot, onveiligheidsbeleving en de ervaren leefbaarheid in de regio.
CMO STAMM brengt de veiligheidsbeleving en veiligheidscijfers in kaart voor gemeenten en regio’s in Groningen en Drenthe. Op basis van de jaarlijkse Veiligheidsmonitor, uitvragen onder het Groninger Panel en Versnellingssessies blijven wij trends en ontwikkelingen monitoren. Via factsheets en visualisaties presenteren wij relevante onderzoeksresultaten die zicht geven op de gevoelens en behoeften van inwoners ten aanzien van de aardbevingen, veiligheidsbeleving en leefbaarheid in de regio.
De afgelopen jaren is de provincie Groningen getroffen door kleine en grote aardschokken als gevolg van gaswinning. Deze aardbevingen zorgen voor veel onrust onder de inwoners van Groningen. Het gaat dan niet alleen om de daadwerkelijke schade aan woningen, maar ook op gevoelens van welbevinden. Dit onderzoek geeft inzicht in de ervaringen die Groningers hebben met de aardbevingen.
In juni 2014 zijn leden van het Groninger Panel gevraagd naar hun ervaringen met de aardbevingen. In totaal hebben ruim 1.100 panelleden verspreid over de provincie Groningen meegedaan aan het onderzoek.
Bijna de helft van alle panelleden van 18 jaar en ouder heeft een aardbeving gevoeld. Wel blijkt dat met name in het noordoosten van de provincie aardbevingen gevoeld worden. Relatief veel burgers bleven rustig direct na een aardbeving, maar ook emoties als angst en machteloosheid kwamen veel voor. Veel inwoners van de provincie Groningen zijn ongerust over de kracht van volgende bevingen. Dit is vooral het geval bij bewoners die al woningschade hebben als gevolg van de aardbevingen.
Wat opvalt is dat één op de vijf Groningers zich niet serieus genomen voelt door de overheid. Ze willen dat de overheid een oplossing vindt voor de onveiligheidsgevoelens en geleden schade. Ook verlangen zij dat de overheid invloed uitoefent op gaswinning, de oorzaak van het probleem. Vertrouwen in de overheid speelt een grote rol volgens het onderzoek, want hoe beter de vertrouwensband is hoe hoger de veerkracht van burgers na rampspoed blijkt te zijn.
Aardbevingen in Groningen, wat zijn de ervaringen van burgers?
Gezondheid en welbevinden net zo belangrijk als aardbevingsschade?
De regio Zuidoost-Drenthe is anticipeergebied in het kader van bevolkingsdaling en vergrijzing/ontgroening. In het gebied is tevens sprake van een lage SES. Zuidoost-Drenthe komt zo in aanmerking voor deelname aan het nieuwe LEADER-programma, een Europees subsidieprogramma voor de vitalisering van het platteland. Vanaf juli 2015 werken we in de regio Zuidoost-Drenthe met het LEADER-programma. Het programma is toegespitst op de plattelandsgebieden van de gemeente Emmen, gemeente Coevorden, gemeente Borger-Odoorn en het veenkoloniale deel van de gemeente Aa & Hunze. Insteek: het platteland laten bruisen, scoren met energie uit de regio en samen werken aan vernieuwende ideeën.
De Provincie Drenthe verleende CMO STAMM de opdracht de Lokale ActieGroep (LAG) te assisteren bij haar werkzaamheden. De LAG bestaat uit bewoners/ondernemers en de wethouders van de gemeenten in de regio Zuidoost. De LAG jaagt het LEADER-programma in de regio aan, stelt een Lokale OntwikkelingsStrategie (LOS) op en beoordeelt vanaf juli 2015 de aanvragen van initiatiefnemers.
CMO STAMM stelde onder meer de concept LOS op. Daartoe werden een grote bewonersbijeenkomst (ruim 200 aanwezigen) met workshops en een aantal inloopcafé’s georganiseerd. De vijf speerpunten die hieruit voortvloeiden vormden het fundament van de LOS. De LOS ligt nu ter goedkeuring voor. Naar verwachting kunnen vanaf de zomer van 2015 aanvragen gedaan worden.
De provincie Drenthe zet in de komende jaren in op het versterken van de vitaliteit van het Drentse platteland, om zo een impuls te geven aan de leefbaarheid van het platteland. Een deel van de provincie kenmerkt zich door een stapeling van problematiek op het (sociaal-) economische en demografische vlak. De provincie Drenthe wil voor deze regio – Zuidoost-Drenthe en het plattelandsgebied van Hoogeveen – een doorstart maken in het proces gericht op een geconcentreerde aanpak (lijn twee in het provinciale beleidskader Vitaal Platteland).
De provincie vraagt CMO STAMM om, samen met de betrokken gemeenten te komen tot een gezamenlijke aanpak van de meest prangende sociaal-economische vraagstukken van de regio Zuid Oost Drenthe voor de termijn 2014-2020.
• Inzicht krijgen in de sociaal economische knelpunten en opgaven
• Een gerichte regionale (geconcentreerde) aanpak en doeltreffende inzet van middelen
• Een gezamenlijke aanpak van de meest prangende sociaal-economische vraagstukken van de regio Zuid Oost Drenthe voor de termijn 2014-2020.
• Advies over het proces om te komen tot een geconcentreerde aanpak van de krimp- en leefbaarheidsopgaven in Zuidoost Drenthe
• In beeld brengen van de sociaal-economische knelpunten en opgaven
• Coördineren & begeleiden van de planvorming en de uitvoering
• Opstellen van een uitvoeringsprogramma van de krimp- en leefbaarheidsvraagstukken.
Kadernotitie ‘met het uitvoeringsprogramma van de krimp- en leefbaarheidsopgaven in Zuidoost Drenthe. (‘Samenwerken aan een vitaal platteland Zuidoost Drenthe. Een geconcentreerde aanpak voor Zuidoost-Drenthe 2014-2020’)
Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij
Een zielig gezicht. Naast de Spar staat een winkelpand zonder ogen: voor de ramen zijn planken gespijkerd. En als je even verder loopt kom je nog een paar van die oogloze gebouwen tegen. Behalve de Spar zit er nog een sigarenwinkeltje. Sigaren? Kopen mensen tegenwoordig nog sigaren? En op deze plek? Verder is er eigenlijk geen reden hierheen te komen. Maar je kunt er vandaag de dag wel goed parkeren…
Krimp en crisis hebben hier toegeslagen. Helaas niet de enige plek die er zo uitziet. Als het zo doorgaat sluit dit jaar een kleine duizend winkeliers in ons land de deuren. Hoe wordt zo’n winkelcentrum nu weer bruisend? Hoe ontstaat er weer toeloop? Hoe krijgen we de energie hier terug? Hoe wordt een centrum met een slecht imago weer “eigen”?
Bestuurlijk Nederland schiet bij een leeglopend centrum vaak in een bekende kramp. Denkt in megalomane oplossingen. “Er moet een nieuw centrum komen, dat trekt ondernemers en klanten.” “We maken een fietsbrug naar het centrum.” “Met een nieuwe tunnel wordt het centrum veel toegankelijker.” Rode draad: je bent er miljoenen aan kwijt. En er komt geen bewoner aan te pas. Het DNA van het centrum is niet veranderd. Het is slechts plastische chirurgie.
Echt bruisen doe je met burgers, niet met beton. De combinatie van burgerkracht en ondernemerschap leidt tot een duurzaam fundament onder het centrum. Want met een initiatief van burgers en ondernemers sla je twee vliegen in één klap:
Het imagoprobleem is voorbij – de centrumgebruikers vormen immers zelf het vliegwiel.
Rode draad: groot maatschappelijk rendement en kostenbesparing voor de overheid.
Wat kunnen burgers en ondernemers nu meer dan bestuurders en vastgoedbeheerders?
Burgers en ondernemers zetten lokale kracht in, kijken naar het centrum vanuit de vraag die er in dorp of wijk is. Bedenken wat ondernomen moet worden en ondernemen het. Verzinnen aan de keukentafel heel andere dingen dan professionals achter een bureau of een tekentafel. Ze gaan voor levendigheid, reuring, kleur, knusheid, gezelligheid, warmte. Weg met de kilte.
Er zit daarbij zoveel initiatief en potentieel ondernemerschap in wijk en dorp. Er lopen zoveel ZZP-ers rond die een onderkomen met uitstraling zoeken. Er is zoveel handel waar nog niet in gehandeld wordt. Er zijn zoveel bewonersbedrijven en wijkondernemingen zonder onderkomen. Er zijn zoveel mensen die een aandeel willen kopen om de supermarkt nieuw leven in te blazen. Er zijn zoveel creatieve geesten die een podium of “etalage” nodig hebben. Er zijn zoveel publieke functies die door bewoners worden overgenomen en juist in een centrum passen, nieuwe ontmoetingsplekken, eetcafé, koffiecorner. Ofwel: nog meer trek naar het centrum.
En als er niet meteen een definitieve invulling voorhanden is, kunnen ondernemers er voor een half jaar hun intrek nemen – en wie weet blijven ze daarna wel, kunnen mensen via een leuke inrichting leren hoe makkelijk je een lege ruimte weer knus en bruikbaar maakt, maken initiatiefnemers een mooie, misschien wel interactieve etalage. Bij dit alles siert het pandeigenaren als zij kritisch naar de marktwaarde en daarmee naar de prijs van hun vastgoed kijken.
Leegstand hoeft niet! Maak van het centrum weer een feestje – breng er beweging in met burgerkracht!
De statistiek zegt het. Zuidoost-Drenthe heeft een lage sociaal-economische status, een lage SES. Afstand tot de arbeidsmarkt, laag opleidingsniveau, veel werkloosheid, lage inkomens, sociale en gezondheidsproblemen.
Maarrrr burgers en ondernemers in de dorpen van Zuidoost-Drenthe herkennen zich niet in deze karakterschets van hun gebied. In een kleurrijk palet van burgerinitiatieven en ondernemerschap tonen zij zich eerder – en liever – van hun sterke kant. Van oudsher zijn bewoners hier gewend hun eigen boontjes te doppen. Vanuit een zelfbewuste dorpse eigenzinnigheid zijn overheden en instanties daarbij niet hun natuurlijke partner. Statistiek, regels en ambtenaren – en ook de lage SES – zijn de andere wereld. Hier botsen de culturen van de statistiek en van de straat, van de regels en van de reuring.
Veel dorpse zaken kunnen zonder de gemeente en zonder instanties. In veel opzichten kunnen dorpen hun eigen regie pakken. Hoewel gemeente en instanties daar een ander beeld van hebben, zijn zij lang niet overal bij nodig. En zelfs bij kwesties waar de gemeente wel bij nodig is, kunnen burgerinitiatieven verrassend uit de hoek komen en nieuwe voldongen feiten creëren. Waar de gemeente dan een antwoord op moet verzinnen. Of niet. Want – zoals Paul Frissen zegt – “Niets doen is ook een optie…”
In de nieuwe ambities van de Zuidoost-Drentse burgerkracht ervaren burgers en overheden echter toch de noodzaak op zoek te gaan naar elkaar. Omdat je vroeg of laat in het regisseren van je dorp toch weer die overheid tegenkomt. Omdat een gemeente poogt los te laten. Een zoektocht dus, naar nieuwe vormen van samenwerking die op den duur leiden tot het dichten van kloven en tot nieuw vertrouwen.
In die samenwerking moet ruimte ontstaan voor de reuring. Ruimte geven aan deze dorpse kracht, aan de potentie, aan de wil om zelf de regie te nemen. Dat genereert sociaal-economische vitaliteit, zorgt voor verbinding, veerkracht en leven in de brouwerij. Dat houdt gemeenschappen en daarmee de regio duurzaam levensvatbaar. De bedreigingen van de lage SES voeren daarmee veel minder de boventoon, terwijl de kansen volop tot bloei komen.
Burgerinitiatieven waar de regio vitaler van wordt zijn vooral ook die initiatieven die met ruimte of een duwtje snel zelfdragend zijn. Die niet met opgehouden hand blijven terugkomen bij de overheid. Waar van meet af aan oog is voor een gezond verdienmodel. Subsidie-gedreven initiatieven sterven een zachte dood als de subsidie op is.
Zo werkt het dorp Barger-Compascuum aan een businesscase voor het dorp, waarin diverse ondernemende initiatieven met elkaar verknoopt worden. En waarin dat gebundelde ondernemerschap wordt versterkt om het dorp ook op langere termijn levensvatbaar te houden.
Met ruimte voor ondernemende burgerinitiatieven gaan we van regels naar reuring.
Dit ontketenen van lokale kracht opent de weg naar een sterke en ambitieuze businesscase voor de hele regio.
Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij
Dromen zijn bedrog. Droom maar lekker verder. Keep dreaming. De droom staat in een kwaad daglicht. Wie droomt staat niet met beide benen op de grond. Wie droomt is niet realistisch.
Stap nu eens even af van die gangbare opvatting over dromen. Denk even met me mee…. Stel je voor dat je je iets voorneemt, dat je je iets wenst. Dat voornemen, die wens, is een belangrijke drijfveer. Je hebt iets niet en je wilt het wel. De kloof tussen het niet hebben en het vervullen van je wens kan als frustrerend ervaren worden. Maar je kunt het ook als ambitie zien.
Wat is die wens, die drijfveer van ambitie nu anders dan een droom?
Kwestie van woordgebruik misschien.
In het dorp Nieuwlande startten de bewoners nu bijna tien jaar geleden met een dorpsdebat over de wensen van de dorpsgemeenschap. Eén daarvan was een gezamenlijke ontmoetingsplek waar dorpshuis en scholen, zorg en sport zouden samenkomen. Op dat moment een zeer verre stip aan de horizon. Er was voor dorpsinitiatieven een kleine twee ton beschikbaar. En een accommodatie zou in de miljoenen lopen. Er waren ook mensen die dat frustreerde en die afhaakten. Maar de meerderheid bleef positief en ambitieus. Vanaf die tijd sprak men in het dorp van de droom. Een droom die bewoners met elkaar deelden. En die ze uitdroegen, bij overheden, ondernemers, zorgpartijen, de twee scholen. Iedereen geloofde uiteindelijk in diezelfde droom. De kracht van de droom was zo groot dat dorpsbewoners, toen het budget voor de accommodatie en de locatie onder druk kwamen te staan, de gemeenteraad wisten te bewegen unaniem de dorpsdroom te steunen. Nieuwlandenaren zeggen “Het begon met een droom die we samen hadden en waaraan we vastgehouden hebben.” De energie en de power van de droom hebben zich bewezen. Vorige week opende het multifunctioneel centrum in Nieuwlande zijn deuren!
Onderschat nooit de kracht van zo’n droom. Een dorp of een wijk met een droom laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Het moet al gek lopen als zo’n woongemeenschap zijn droom niet realiseert. Eigenlijk weet je zeker dat bij een sterk gevoeld gezamenlijk streven het einddoel altijd behaald wordt. Het kan even duren, het bijeen sprokkelen van het geld is vaak een flinke hobbel, maar lukken zal het. Zelfs in crisistijd geldt “Voor een goed plan is altijd geld!”
Durf dus te dromen! Durf te denken aan je succes! Van droom naar daad.
Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij
Zwanenzang van het zwembad? Dacht het niet! Zwembaden gaan bij bosjes dicht. Gemeenten moeten bezuinigen. Crisis en krimp maken het heroverwegen van voorzieningen noodzakelijk. Zeker in kleine dorpen – maar ook in stadswijken – wordt een zwembad dan al gauw een onbetaalbare luxe. En het sluiten van een zwembad levert een gemeente op jaarbasis ook meteen flink wat op. Al moeten daar de kosten van de sluiting nog wel vanaf: sloopkosten, herinrichten gebied, afstoten personeel, onderhoud van het nieuwe gebiedje.
De jaarexploitatie kost al gauw tussen een kwart en een heel miljoen. Algemeen neemt men – zeker in gemeenteland – dan ook aan dat een dergelijke jaarexploitatie alleen maar met een hoop subsidiegeld overeind kan worden gehouden. Grote bedrijven kloppen nog wel eens aan als een zwembad dicht gaat of de exploitatie ervan “gedownsized” moet worden. Veelal met een plan waarin het bad kleiner wordt, de openingstijden sterk verslechteren en de kosten van een kaartje aanzienlijk stijgen. Of – nog erger – waarin alleen bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld de gasten van de camping, nog toegang tot het bad hebben.
Een bewonersinitiatief om het zwembad te gaan exploiteren of zelfs in zijn geheel over te nemen wordt in de regel wat schamper bekeken. “Dat kunnen ze niet.” “Zo’n groot exploitatietekort kunnen bewoners nooit dichten.” “Bewoners hebben geen verstand van het runnen van een zwembad.” “Niet haalbaar.” “Je mag het proberen maar het lukt je toch niet.”
Maar….
Het dorp durft! Het dorp DOET! Er zijn inmiddels vele voorbeelden van dorpen (en wijken) waar bewoners hun bad zelf beheren met nog een deel overheidsbijdrage. En daarnaast hebben we sinds 2013 het voorbeeld van het Dorpsbedrijf in het Drentse Valthermond. Bewoners richtten na de aankondiging dat het bad gesloten zou worden een Dorpsbedrijf op en namen het zwembad over. Het zwembad heet “De Zwaoi”, dus bewoners noemen hun bedrijf “De Ommezwaoi”. Een fantastisch voorbeeld van pure burgerkracht.
Wat doet zo’n dorpsbedrijf nu om de exploitatie te verbeteren? Hoe sluist het zwembad in Valthermond een gat van 250.000 euro dicht??
Een simpel antwoord is: het reduceren van de kosten en het verhogen van de inkomsten.
In een sterk ondernemingsplan bespaart Dorpsbedrijf “De Ommezwaoi” op de personele kosten, op de energiekosten, op onderhoud en schoonmaak. Zo werden de installaties beter afgesteld en legden de bewoners heatpipes aan waarmee ze per zwemweekend bijna 300 kuub gas besparen. Verder zijn rond de 130 vrijwilligers aan de bak!!
Inkomsten schoten omhoog door een goede horecavoorziening, door het inzetten van gastvrouwen die gezelligheid brachten, door een abonnementsactie, door sponsoring van lokale ondernemers en door het aanspreken van nieuwe doelgroepen. Het dorp voert campagne om meer toeristen te trekken. Jongeren meden het zwembad omdat ze op de veldjes hun mobieltjes uit moesten zetten, omdat er geen wifi was en vanwege de matige horeca. “De Ommezwaoi” zorgde voor gezelligheid en free wifi en de jongeren zijn terug!
Bewoners kunnen dit doorgaans beter dan gemeenten omdat ze de klant kennen, de klant zijn.
Als geen ander weten ze wat dorp of wijk vraagt en wenst, zien ze kansen die vanachter een bureau onzichtbaar zijn. En – misschien wel het allerbelangrijkst – ze vormen het draagvlak, zijn zelf het hart van de samenleving. Bij hen heerst het gevoel: dit is ons bad, wij runnen het, voor onze kinderen en onze gasten.
Geen zwanenzang voor het zwembad dus! Bewoners in business!!
Voor diverse scholen en ouderorganisaties voert CMO STAMM ouderonderzoeken uit. Door de krimp en het daarmee samenhangende teruglopend leerlingenaantal worden basisscholen mogelijk in hun voortbestaan bedreigd. Voor veel dorpen, ouders en scholen is een belangrijk vraagstuk hoe het basisonderwijs voor het dorp behouden kan blijven.
CMO STAMM brengt daarom onder andere in kaart hoe ouders denken over de toekomst van de basisscholen in hun dorp, wat hun schoolkeuzegedrag is én hoe de inwoners denken over het belang van een basisschool voor de leefbaarheid in het dorp.
CMO STAMM voerde deze onderzoeken eerder onder meer uit in Ten Post, Garrelsweer, Wirdum, Woldendorp, Termunten, Termunterzijl, Borgsweer, Holwierde, Bierum en Meedhuizen.
Wirdum en Garrelsweer
Holwierde en Bierum
Meedhuizen
Ten Post
Woldendorp – Termunten – Termunterzijl en Borgsweer
In 2011 participeerde CMO STAMM in De Vonk van Nederland, een project van CMO Spectrum uit Gelderland. Hoe maak je opvoeden en opgroeien in je wijk leuker? was de hoofdvraag achter het project. Vijf Nederlandse gemeenten namen deel aan De Vonk, in Groningen waren dat Haren en Ten Boer. Inwoners van die gemeenten mochten zelf ideeën bedenken die de collectieve verantwoordelijkheid voor het opvoeden en opgroeien van de jeugd in de eigen omgeving zouden vergroten. En het bleef niet bij het bedenken van ideeën, de burgers konden ook zelf een winnaar kiezen. Iedereen kon meedoen en ook meebepalen wie er won. De winnaar kreeg een cheque van €15.000,- om het project te realiseren.
De Buurtbox kreeg in Haren de meeste stemmen. De Buurtbox is een digitale en sociale marktplaats met vragen en aanbiedingen van mensen uit een bepaalde buurt. Het gaat om kleine sociale diensten met gesloten portemonnee. De Buurtbox stimuleert sociale betrokkenheid tussen jong en oud. In Ten Boer kreeg Woltersumwilwel de meeste stemmen; een weekend om alle Woltersummers de gelegenheid te geven om samen te komen en (opnieuw) kennis te maken met alles wat er in het dorp leeft, beweegt en onderneemt. Het weekend is de start van een reeks activiteiten.
De Vonk van Nederland was een vernieuwend project, dat vonden ook de ambtenaren. Uit de evaluatie bleek dat de Harense ambtenaren het vooral nieuw (en eng) vonden om burgers zonder verantwoordingsplicht een bedrag ter beschikking te stellen en maar af te wachten wat het oplevert. Het is ook vernieuwend omdat het past bij een nieuwe politieke tendens naar meer verantwoordelijkheid voor de burger.
CMO STAMM maakt deel uit van het FIESTA-netwerk. FIESTA staat voor Facilitating Inclusive Education and Supporting the Transition Agenda. Het betreft een internationaal netwerk dat de expertise van elf partnerorganisaties uit Ierland, Groot-Brittannië, Roemenië, Cyprus, Griekenland, Finland, Nederland, Spanje en Bulgarije samenbrengt.
FIESTA heeft als doel om een multidisciplinaire leeraanpak te ontwikkelen voor professionals in het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale voorzieningen, om op deze manier de aanvullende leer- en ondersteuningsbehoeften voor kinderen met speciale behoeften te faciliteren gedurende transitieperiodes.
De overgang van voorschoolse voorzieningen naar de basisschool en van de basisschool naar het voortgezet onderwijs kan voor elke leerling een moeilijke en stressvolle tijd zijn. FIESTA geeft ouders en kinderen met speciale leerbehoeften, onderwijzers en professionals in de gezondheidszorg / sociale voorzieningen de kans om samen te werken en om aan de individuele behoeften van kinderen met speciale leerbehoeften tegemoet te komen gedurende transitieperioden.
Resultaten van het netwerk zijn overdraagbare hulpmiddelen, zoals de self-assessment tool, transition starter kit, 3 training modules en instructie-video’s. Deze middelen kunnen worden gebruikt voor kinderen met speciale leerbehoeften en voor andere leerlingen die gedurende transitieperiodes extra kwetsbaar kunnen zijn. Alle materialen en informatie kunnen gevonden worden op de netwerk website www.fiesta-project.eu.
Het FIESTA-netwerk staat open voor ouders, leerlingen met speciale leerbehoeften, docenten, betrokken professionals vanuit de gezondheidszorg en sociaal werk en NGO’s. Als je deel wilt nemen aan ons netwerk of hierover meer wilt weten, neem dan contact op met de projectleider in Nederland, Henk ten Brinke.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door middelen van de Europese Commissie.
Rol/role CMO STAMM | Partner |
Subsidieregeling/funding | Comenius |
Projectcode | 517748-LLP-1-2011-1-IE-Comenius-CNW |
Website | http:// www.fiesta-project.eu |
Home-Start biedt ondersteuning, vriendschappelijk contact en praktische hulp aan gezinnen met jonge kinderen. Een vrijwilliger bezoekt een gezin een dagdeel per week; een betaalde coördinator traint en begeleidt de vrijwilligers, werft gezinnen en onderhoudt contacten met andere beroepskrachten die werken voor jeugd & gezin.
In september 2012 is Home-Start in de wijken Oosterpark en Zuid van de gemeente Groningen begonnen. In nauwe samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin biedt Humanitas het programma Home-Start: (opvoedings)ondersteuning, vriendschappelijk contact en praktische hulp aan gezinnen met jonge kinderen door ervaren opvoeders. De vrijwilliger is als het ware de ‘georganiseerde buurvrouw’, een maatje voor de ouders en die er is voor het hele gezin. Vanaf mei 2013 kunnen gezinnen met jonge kinderen uit de hele stad een beroep doen op Home-Start.
Home-Start heeft een geslaagde ‘come-back’ in Groningen gemaakt. Ouders zijn voor meer dan 80% tevreden over Home-Start. Vanaf mei 2013 is Home-Start beschikbaar voor de hele stad. De samenwerking met de CJG’s in Oosterpark en Zuid blijft bestaan. In 2014 kan deze samenwerking worden versterkt. Om Home-Start stedelijk beter te implementeren is samenwerking met alle CJG’s wenselijk. In de Home-Start gezinnen speelt vaak forse problematiek. Voor de vrijwilligers is dat zwaar en voor de coördinator extra werk. Er komen vragen binnen voor huishoudelijk hulp, verzorging, vervoer en voor gezinnen met kinderen die ouder zijn dan 7 jaar.
In oktober 2015 organiseerde Europe for Volunteers (E4V), waar CMO STAMM deel van uit maakt, samen met Vereniging NOV het landelijk congres Reuring in het Vrijwilligerswerk in Antropia, Zeist.
“Een semester college in één uur”, zo omschreef Marco van Westerlaak het college over het moderne vrijwilligerswerk dat prof. dr. Lucas Meijs gaf tijdens het congres Reuring in het vrijwilligerswerk. In zijn college haakt Meijs in beginsel in op instrumentalisatie van het vrijwilligerswerk, waarvoor CEV-voorzitter Eva Hambach in haar voorgaande inleiding vreest. Hij refereert direct aan het regeerakkoord onder de naam Bruggen Slaan en dat het maar goed is dat het vrijwilligerswerk daar niet in voorkomt. Neem een versnapering, ga even zitten en volg een uur college. Bekijk deel 2 >>
Ook de forumdiscussie van 30 oktober staat online. De volgende personen gingen in discussie: Wethouder Oetra Gopal maakt beleid voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer, Aletta Winsemius constateert in haar trendrapport Wmo dat vrijwilligersorganisaties niet meedoen, Annemarth Idenburg heeft het WRR-project geleid dat aantoont dat overheden anders moeten werken (Vertrouwen in burgers) en Symen Sjoerd de Vries wéét als projectleider Maatschappelijke Stage en Vrijwillige Inzet bij Timpaan waarom vrijwilligersorganisaties meedoen, of niet. Wie ontmoetten elkaar? Bekijk de forumdiscussie >>
Tijdens het congres werden ook twee brochures gepresenteerd:
– vrijwilligerswerk en mobiliteit
– vrijwilligerswerk en diversiteit
Download de bruchures of ontvang een exemplaar per post. Stuur dan een e-mail naar info@cmostamm.nl. De kosten voor het ontvangen van een brochure bedragen €5,-.