Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

Zorgkracht krimpgebieden // ministerie VWS en BZK.

Uitdaging

Een toenemende zorgvraag door de vergrijzing, maar minder handen aan het bed door de ontgroening: dat is de uitdaging waarmee krimpregio Oost-Drenthe de komende jaren te maken krijgt. De gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze hebben daarom het initiatief genomen tot een experiment. In een bijzondere vorm van samenwerking gaan (concurrerende) zorgaanbieders samen aan tafel om de zorgvraag van inwoners van het veenkoloniale gebied zo goed mogelijk op te pakken.

Aanpak

Binnen het project zijn ook welzijnsorganisaties, woningcorporaties, vrijwilligers en mantelzorgers betrokken. Samen stellen zij zich garant voor goede zorg in het gebied. Achttien partijen hebben hun intenties in een convenant vastgelegd en voeren de komende twee jaren het zorgexperiment uit. Nu is het soms zo dat een thuiszorgaanbieder midden in de nacht voor één cliënt een rit van 20 kilometer moet maken, waarna een concurrerende aanbieder hetzelfde dorp aandoet voor een andere cliënt. Betere afstemming kan de zorg efficiënter maken, waardoor het langer rendabel blijft voor zorgaanbieders om actief te zijn in een dunbevolkt gebied. Daarnaast zoeken zij ook naar andere oplossingen voor de vragen van de toekomst: beter gebruik van de mogelijkheden van samenwerking.

In het zorgexperiment in Drenthe staat de zorgvraag en de zorgkracht van bewoners centraal. Met ondersteuning vanuit het ministerie VWS zijn in het voorjaar van 2012 twintig keukentafelgesprekken gevoerd in alle dorpen in het experimentgebied. Deze gesprekken moeten een beter zicht opleveren op de behoefte aan hulp, ondersteuning en zorg op dit moment en voor de toekomst.

Daarnaast wordt uitgebreid gesproken over de zorgkracht van bewoners zelf. Welke hulp en zorg kunnen zij zelf of met steun van anderen organiseren, maar ook: zijn bewoners bereid hulp en steun aan elkaar te geven en van elkaar te accepteren? En wat is er nodig om dit ook in de toekomst te blijven doen? De uitkomsten van deze keukentafelgesprekken vormen de belangrijkste input voor het verder ontwikkelen en implementeren van een nieuw zorgconcept. Het ministerie van BZK heeft het mogelijk gemaakt dat andere partijen in het land het Drentse zorgexperiment kan volgen.
Binnenkort verschijnt een E-book met de wordingsgeschiedenis en de vorderingen van het experiment.

Resultaten

  • Nieuwe samenwerking tussen 18 partijen om de toekomst van zorg in een krimpgebied (22 veendorpen in Oost-Drenthe) veilig te stellen.
  • De 18 partijen afkomstig uit de zorg, welzijn, wonen en mantelzorg hebben hun krachten gebundeld en een zorgconcept en samenwerkingsmodel ontwikkeld.
  • Zorgvraag en zorgkracht van bewoners is zichtbaar gemaakt en maakt onderdeel uit van het zorgconcept.

Aanleiding

De daling van het aantal leerlingen in het basisonderwijs zorgt voor problemen op het gebied van bedrijfsvoering en maakt het moeilijker om de kwaliteit van het onderwijs te behouden. Het lijkt onvermijdelijk dat sommige scholen in Drenthe hun deuren moeten sluiten.

Uitdaging

Inzicht krijgen in de huidige situatie van de onderwijsvoorzieningen en in de knelpunten waar zij als gevolg van krimp mee te maken krijgen. Inzicht krijgen in oplossingsrichtingen die een antwoord kunnen bieden op deze krimpvraagstukken
Het uiteindelijke doel is kwalitatief goed onderwijs bereikbaar houden voor de inwoners van Drenthe.

Aanpak

  • Literatuuronderzoek naar knelpunten en oplossingsrichtingen
  • Opstellen van prognoses voor het basisonderwijs i.s.m. de provincie Drenthe
  • Interviews met wethouders, gemeentelijke beleidsmedewerkers en schoolbestuurders
  • Werksessies met klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten, onderwijsinstellingen, kindvoorzieningen, dorpsraden en welzijnsorganisaties
  • Een stuurgroep bestaande uit gemeentebesturen en schoolbesturen begeleidde het onderzoek.

Resultaten

  • Het bewustzijn van krimpvraagstukken bij schoolbesturen en gemeenten in Drenthe is vergroot.
  • Het eindrapport Krimpen met perspectief biedt inzicht in knelpunten en oplossingsrichtingen.
  • Op de conferenties ‘Onderwijs & Krimp’ in april 2012 en december 2012 gingen deelnemers met elkaar het gesprek aan over kansrijke oplossingsrichtingen
  • Het positionpaper Krimpen met perspectief roept het Drentse onderwijsveld en politiek Den Haag op om vaart te maken met het werken aan oplossingen

Aanleiding

De grote stelselveranderingen in het sociale domein en in de zorg sector zijn aanleiding geweest voor een stevige samenwerkingscoalitie in de regio Drenthe. Het ‘Drents Zorglandschap’ is een samenwerking van Drentse gemeenten (VDG Gezond & Welzijn), Zilveren Kruis en de Provincie Drenthe. Elke partij heeft hier binnen een eigen rol en verantwoordelijkheid. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Zilveren Kruis is als licentiehouder van het zorgkantoor verantwoordelijk voor het regionale proces van zorgtoewijzing en tijdige zorgverlening aan cliënten vanuit de Wlz. De provincie Drenthe heeft een agenderende en faciliterende rol in de Drentse samenwerking binnen het Zorglandschap. Er wordt gewerkt aan de volgende doelen:

  1. Mensen kunnen langer thuis blijven wonen
  2. Zorg en ondersteuning is (meer) gericht op wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen (positieve gezondheid)
  3. Beschikbare middelen worden effectief en efficiënt besteed

Uitdaging

Transformeren is kenmerkend voor de huidige fase binnen de samenwerking in Drenthe. Er is behoefte aan bestendigen en verdiepen van de al eerder tot stand gekomen samenwerking. Middels deze samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars en provincies worden de ontwikkelingen in het veld gemonitord en synergie onder initiatieven bevorderd en versterkt. Hierbij kan er ook verbinding gelegd worden met landelijke en regionale agenda’s en initiatieven.

Aanpak

Met behulp van de onafhankelijke procesbegeleiding van CMO STAMM heeft het Drents Zorglandschap deze samenwerking nader geconcretiseerd door te werken vanuit één Drentse werkagenda met drie hoofdthema’s:

  • Effectief samenwerken in de wijk
  • Ontwikkeling van een sterke en sluitende GGZ-keten
  • Mogelijkheden voor (gezamenlijke) preventie activiteiten vergroten

De Drentse werkagenda is een ontwikkelagenda die flexibel en dienend is aan de samenwerking in de regio met alle partijen van zorg en welzijn. De werkgroep Drents Zorglandschap (twaalf ambtenaren, strategie Zilveren Kruis, Provincie) geeft inhoud en voortgang aan de werkagenda. Twee jaarlijks wordt er een Bestuurlijke Dialoogtafel georganiseerd.

Resultaten

Door de pragmatische en organische aanpak waarin vooral geïnvesteerd wordt op verbinden en aansluiten, heeft deze samenwerking inmiddels een vliegwielfunctie gekregen in de regio. Aantal voorbeelden hiervan zijn:

  • Ontwikkeling beleid rond de inkoop wijkverpleging (S1) 2018
  • Onderzoek rapportage “Scharnierpunten Wlz-Zvw-Wmo” (brede inventarisatie rond cliënten die tussen wal en schip vallen);
  • Document Grensvlakken in de ouderenzorg Zilveren Kruis;
  • Samenwerking Drentse KEI, Dementie Netwerk Drenthe inzake Ouderen Zorg;
  • ZonMW project: Regionale verkenning Sluitende Aanpak GGZ-mensen met verward gedrag (gemeente Emmen).

Tegelijkertijd zijn we er nog niet. Het Drents Zorglandschap is een samenwerking die voelbaar wil zijn voor inwoners en verzekerden. Daarom wordt er ook in 2018 samengewerkt om de zorg en ondersteuning in Drenthe efficiënt en in samenhang te organiseren.

Aanleiding

De voorgenomen decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten met ingang van 1 januari 2015 betekent dat de Wmo uitgebreid wordt met nieuwe doelgroepen en nieuwe vragen.
Dit heeft ook gevolgen voor de arrangementen die vanuit de Wmo geboden worden. De vier gemeenten in regio Zuid-West Drenthe (Hoogeveen, Meppel, Westerveld en De Wolden) willen dan ook graag een inventarisatie van de huidige situatie rondom het huidig zorggebruik en zorgaanbod van jeugd- en AWBZ-zorg. Zo krijgen zij inzicht in wat nodig is voor de toekomstige arrangementen.

Uitdaging

Inzicht verkrijgen in aanbod en huidig gebruik van zowel AWBZ als Jeugdzorg door verschillende gegevensbestanden te analyseren.
Uiteindelijk doel is handvatten bieden bij het ontwikkelen van een visie en het maken van keuzes rondom toekomstige arrangementen, zodat deze in de toekomst zo efficiënt en effectief mogelijk georganiseerd kunnen worden.

Aanpak

Verzamelen informatie uit verschillende gegevensbestanden om inzicht te bieden in:

  • Aanbod van zorg;
  • Huidig gebruik van zorg;
  • Allocatie van zorg (overlap en leemtes);
  • Vervoersbewegingen;
  • Analyse van de gegevens en presentatie in een overzichtelijk rapportage.

Resultaten

Informatie en inzicht zodat gemeenten keuzes rondom toekomstige arrangementen kunnen maken.

Begeleiding Zorg in Natura
Begeleiding_PGB_in_ZW_Drenthel Begeleiding persoonsgebonden budget
Zorgaanbieders_AWBZ_in_ZW_Drenthe Zorgaanbieders AWBZ

De eindrapporten voor de vier gemeenten bieden inzicht in wat er nodig is voor de toekomstige arrangementen.

Eindrapport gemeente De Wolden
Eindrapport gemeente Hoogeveen
Eindrapport gemeente Meppel
Eindrapport gemeente Westerveld

Aanleiding

Met tijden van krimp in het vooruitzicht, wil de gemeente Borger-Odoorn er alles aan doen om de leefbaarheid in haar dorpen zo goed mogelijk te behouden.

Uitdaging

Inzicht krijgen in de leefbaarheid in de dorpen en in de factoren die de leefbaarheid beïnvloeden.
Het uiteindelijke doel is ervoor zorgen dat mensen ook in de toekomst prettig in de gemeente Borger-Odoorn kunnen blijven wonen.

Aanpak

  • Onderzoeken van de veronderstelde leefbaarheid: beschrijving van de woonomgeving en de sociale infrastructuur;
  • Onderzoeken van de ervaren leefbaarheid: enquête onder de inwoners over hun woonbeleving.

Resultaten

In het rapport ‘Leefbaarheid is mensenwerk’ zijn de resultaten van het onderzoek gepubliceerd.
De resultaten geven zowel inzicht in de algehele situatie in Borger-Odoorn als in de verschillen tussen de dorpen.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek gaat de gemeente met de dorpen in gesprek.

Aanleiding

Gemeenten staan eind 2012 aan de vooravond van drie grote transities, die gevolgen zullen hebben voor de aanpak van de ondersteuning van de jongeren met een beperking. Zo zal de invoering van passend onderwijs gevolgen hebben voor het praktijkonderwijs en gemeenten. En met bestaande en toekomstige taken in het kader van de Wmo en WWB worden gemeenten de komende jaren in belangrijke mate verantwoordelijk voor de ondersteuning van de jongeren met een beperking. Dit alles is een complexe opgave, zeker omdat er op de budgetten gekort gaat worden. De gemeente Coevorden heeft CMO STAMM gevraagd om in dit kader het ATC (Arbeids Trainings Centrum) Coevorden door te lichten en aanbevelingen aan te reiken voor een duurzame doorontwikkeling.

Uitdaging

De uitdaging is om in samenspraak met betrokken partijen een rapportage te leveren, die handvatten biedt voor een duurzame doorontwikkeling van het ATC Coevorden. Deze aanpak te concretiseren in een werkplan met verdienmodel en met een duurzame samenwerkingsstructuur.

Aanpak

  • Fase 1: Voorbereiding
    De gemeente informeert de betrokken partijen over de opdracht aan CMO STAMM en vraagt ze om volledige medewerking.
    Deskresearch/ inlezen in actuele ontwikkelingen in Coevorden.
    Aanscherpen inventarisatievragen, in afstemming met opdrachtgever.
  • Fase 2: Inventarisatie en analyse
    Rondje langs de diverse betrokken partijen aan de hand van aantal inventarisatievragen.
    Analyse en maken van visiedocument/adviesrapportage Doorontwikkeling ATC Coevorden.
    Bespreken en bijstellen van beide rapportages met opdrachtgever.
  • Fase 3: Concensus-fase
    Werksessie”Doorontwikkeling ATC Coevorden” met alle partijen.
    Bijstelling visiedocument/adviesrapportage op basis van de werksessie.
    Maken van Projectplan inclusief Werkplan.
    Bespreken rapportages met opdrachtgever.

Resultaten

  • Onderzoeksrapportage Doorontwikkeling ATC Coevorden.
  • Dit document bevat een analyse van het ATC, met belichting van probleem en doelgroep, visie en missie, opzet en begeleiding, financiering en samenwerkingspartners.
  • Voorts een beschrijving van de resultaten (in hoeverre beroepsvaardigheden resp. kansen op werk vergroot, in hoeverre uitstroom naar opleiding, werk of uitkering).
  • Tenslotte een evaluatie, met een kosten-baten analyse.
  • Het document sluit af met conclusies en aanbevelingen voor duurzame doorontwikkeling, met een advies voor vervolgstappen.
  • Projectplan 2013-2014. Met aandacht voor de financiering en voor de samenwerkingsstructuur en met beschrijving van werkafspraken, rollen, taken en verantwoordelijkheden. Ook is hierin een Werkplan 2013-2014 opgenomen met concrete actiepunten en deadlines.

Aanleiding

Er verandert veel op het gebied van de zorg. PromensCare zoekt een manier om ook in de toekomst tegemoet te kunnen komen aan de zorgvraag van haar klanten. Tevens wil ze haar cliënten meer betrekken bij hun eigen zorgproces.

Uitdaging

  • Het dagelijkse werk van de medewerkers optimaal ondersteunen, zodat zij zich beter kunnen richten op de daadwerkelijke zorgtaken;
  • Cliënten actief betrekken bij hun eigen zorgproces.

Aanpak

  • Door middel van workshops de behoeften van de medewerkers achterhalen m.b.t. (digitale) ondersteuning
  • Op basis van deze input een concept-product fabriceren.
  • Een klankbordgroep, bestaande uit afgevaardigden van alle afdelingen, het concept-product op effectiviteit laten toetsen.

Resultaten

  • Er is een zorgportaal opgezet waardoor:
    medewerkers flexibel en efficiënt kunnen werken;
  • cliënten en medewerkers, medewerkers onderling én cliënten onderling rechtstreeks met elkaar in verbinding staan.

Aanleiding

De gemeente Stadskanaal staat aan de vooravond van drie grote transities, die gevolgen zullen hebben voor de aanpak en de ondersteuning van de diverse doelgroepen. Dit alles is een complex opgave, zeker in combinatie met de noodzaak om te besparen, maar biedt tegelijk ook nieuwe kansen.
NOVO Stadskanaal heeft een droom! Ze maakt zich eind 2013 zorgen over haar cliënten, waarvan een deel in 2015 geen dagbesteding meer ontvangt vanuit de AWB. In het overgangsjaar 2014 wil ze zich inspannen om hen van een vorm van begeleiding te blijven voorzien. “Cliënten kunnen en willen ook graag iets voor een ander betekenen”, aldus NOVO. De organisatie heeft eind 2013 al met wijkraad en een ketenpartner licht verkend hoe zou kunnen worden samengewerkt vanuit een wijkontmoetingsplek. NOVO heeft CMO STAMM gevraagd om haar te ondersteunen bij het realiseren van een aanpak hiervoor.

Uitdaging

De ‘droom’ van NOVO plaatsen binnen een visie op het sociale domein.
Realiseren van een concrete aanpak (projectplan) voor een Wijkbedrijf Parkwijk Stadskanaal
Realiseren van een powerpoint presentatie voor een eerste bijeenkomst met ketenpartners

Aanpak

  • Samen met NOVO probleem helder krijgen en aanpak formuleren. Deze plaatsen in de context van de drie transities en de context van Stadskanaal: beleidsplannen en initiatieven van gemeenten en ketenpartners.
  • Schrijven van projectplan met stappenplan: fase Voorbereiding, fase Verkennen Haalbaarheid, Fase Uitvoering.
  • Aandacht voor financiering en het realiseren vaneen (in)verdienmodel.
  • Realiseren van ingrediënten voor powerpoint presentatie voor eerste bijeenkomst met bewoners en ketenpartners.

Resultaten

  • Projectplan voor Pilot Wijkbedrijf Parkwijk/Stadskanaal met Stappenplan en Verdienmodel
  • Plannen voor kleine werkbedrijfjes zoals Groen & Grijs, Servicediensten-aan-huis, Wasserij & strijkservice.
  • Aanzet powerpointpresentatie

NOVO heeft hiermee handvaten gekregen om haar droom stap voor stap waar te maken. Ze is in december 2013 vervolgens in gesprek gegaan met wijkbewoners, met de gemeente en met andere mogelijke samenwerkingspartners. Het projectplan blijkt in deze gesprekken een houvast om partners mee te krijgen in de droom van de NOVO: NOVO-cliënten doen optimaal mee in de samenleving, samen met de wijkbewoners.

Aanleiding

Het team Sportstimulering van de gemeente Amsterdam wil graag effectieve interventies ontwikkelen om sporten onder de Amsterdammers te stimuleren. Het hoofddoel van deze afdeling is: Alle Amsterdammers een leven lang actief!
Omdat het lastig is gebleken om alle doelgroepen te benaderen, is er gekozen om via de sociale-marketingmethodiek achter de drijfveren van de doelgroepen te komen.

Aanpak

Om de ambtenaren te trainen in sociale marketing is er een tweedaagse training gegeven om de ambtenaren klaar te stomen om een sociale marketingcampagne op te zetten.

De cursus is opgedeeld in twee dagen waarin de eerste dag in het teken staat van “het kennismaken met sociale marketing”. Hierbij worden alle basisprincipes doorgenomen aan de hand van (internationale) voorbeelden, theorie en oefeningen. Na de eerste dag hebben de cursisten een goede basis om de tweede dag gezamenlijk met de cursusleider een opzet te maken voor het sociale marketing plan. Tussen beide cursusdagen in hebben de cursisten huiswerk meegekregen.
Dit opzetten doen we via de stappen van de sociale marketing methodiek. De inhoud van de cursus zag er zodanig uit dat de deelnemers na twee dagen zelfstandig aan de slag konden gaan.

Dag 1

  • Inleiding sociale marketing
  • Uitgangspunten sociale marketing
    o Segmentatie
    o Uitwisseling
    o Marketingmix (4 p’s)
  • Omgevingsanalyse
  • Voorbeelden van gedragstheorieën

Dag 2

  • Verdieping
  • Opzet maken voor het sociale marketingplan

Resultaat

Na twee dagen training zijn de deelnemers in staat om een basis sociaal marketingplan op te zetten en dit uit te voeren. Hiernaast hebben ze veel inhoudelijke kennis opgedaan over de methodiek sociale marketing en hoe ze deze in kunnen zetten tijdens hun werk.

Aanleiding

Door de transities in de jeugdzorg en de AWBZ wordt de gemeente de nieuwe opdrachtgever van Accare en dat gaat gepaard met een nieuwe rol. Om haar taken optimaal te kunnen vervullen wil Accare zich verdiepen in het reilen en zeilen binnen de gemeente.

Uitdaging

  • Inzicht krijgen in de werkwijze van de gemeente om zodoende te komen tot een strategie en inrichting van de eigen organisatie, afgestemd op de externe vraag;
  • Een nieuw dienstenaanbod ontwikkelen in termen van de Wmo.

Aanpak

  • Informeren over de structuur, de werkwijze, de beleidscyclus en de financiën van een gemeente;
  • Voorlichten over de transities en inzichtelijk maken welk effect zij hebben op Accare;
  • Oriëntatie en richting bepalen: Waar staat Accare nu? Waar willen ze naartoe? En welke stappen moeten zij zetten om deze doelen te bereiken?

Resultaten

Binnen Accare is de kennis rondom de transities en de werkwijze van de gemeente vergroot.
De instelling heeft zicht op de stappen die zij moet nemen om een goede positie in het nieuwe speelveld te krijgen.

Een ‘leefbaar’ gebied is een gebied waar het goed wonen, leven én werken is; waar sprake is van een gezonde economische en sociale basis en van een voorzieningenniveau dat is toegesneden op de behoeften van haar bewoners. Hoe leefbaar mensen hun omgeving vinden – anders gezegd: hoe tevreden zij zijn met de plaats waar zij wonen – is afhankelijk van een veelheid aan factoren.

Aanleiding

De provincie Drenthe zet in de komende jaren in op het versterken van de vitaliteit van het Drentse platteland, om zo een impuls te geven aan de leefbaarheid van het platteland. Een deel van de provincie kenmerkt zich door een stapeling van problematiek op het (sociaal-) economische en demografische vlak. De Noordelijke Rekenkamer heeft daarom in 2011 geadviseerd om regionale knelpunten in beeld te brengen en de uitvoering van beleid hierop te laten aansluiten.

Dit is de achtergrond van het verzoek van de provincie aan CMO STAMM om een monitor te ontwikkelen waarmee de leefbaarheid in Drenthe in beeld wordt gebracht en gevolgd kan worden in de loop van de tijd.

Uitdaging

  • De leefbaarheid in Drenthe in beeld brengen en volgen in de tijd
  • Inzicht krijgen in de leefbaarheidsvraagstukken en waar die in Drenthe spelen
  • Hulpmiddel om te kunnen bepalen waar (overheids-)interventies nodig zijn om de leefbaarheid te versterken

Aanpak

  • Ontwikkeling monitor, vaststellen indicatoren voor leefbaarheid
  • Data verzameling en inrichting monitor op Drenthe in Feiten en Cijfers
  • Analyse en rapportage leefbaarheid per regio

Resultaten

  • De huidige stand van leefbaarheid in Drenthe
  • Verschillen tussen regio’s /gemeenten, waar mogelijk tussen dorpen in Drenthe
  • Ontwikkelingen in de leefbaarheid in Drenthe in de tijd
  • Welke leefbaarheidsvraagstukken er spelen in Drenthe en in welke regio of welke gemeente zijn deze aan de orde

Aanleiding

De samenwerkingspartners in Coevorden hebben het startsein gegeven voor de pilot sociaal team. In deze pilot gaan de regisseurs van het sociaal team 10 tot 15 huishoudens benaderen op basis van de aanpak 1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur. Het team richt zich op multiproblematiek. Met de pilot wil de gemeente Coevorden de nieuwe integrale werkwijze toetsen in de praktijk.

Aanpak

Het sociaal team bestaat uit 5 professionals van Maatschappelijk Werk Coevorden, MEE Drenthe, CJG Coevorden en de gemeente Coevorden (Werk & Inkomen en Schuldhulpverlening). De andere organisaties (Domesta, Indigo, Welzijn2000, GGZ Drenthe, Icare, politie, PromensCare, VNN) vormen het brede team. De regisseurs van het sociaal team kunnen ten alle tijd beroep doen op hun kennis en netwerken, zodat er korte en kordate lijnen ontstaan.
De manier waarop de pilot is ingericht, de werkwijze en de manier waarop het sociaal team en het brede team samenwerken is vastgelegd in het startdocument. Dit startdocument is ontstaan uit drie werkbijeenkomsten in januari en februari met de uitvoerenden van de organisaties onder leiding van CMO STAMM. Gedurende de pilot worden het sociale en brede team eveneens begeleid door CMO STAMM.

sociaalteam0705

Aanleiding

De Drentse gemeenten willen de transitie van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo zo effectief en efficiënt mogelijk laten verlopen, bij voorkeur in samenhang met andere decentralisaties.

Uitdaging

Kennis ontwikkelen rondom de decentralisatie en deze kennis zo optimaal mogelijk op provinciaal niveau delen ten behoeve van de lokale trajecten;
Het uiteindelijke doel is het transitietraject zodanig vormgeven dat zo min mogelijk burgers hinder ondervinden van de veranderingen.

Aanpak

  • Om kennis te vergaren: aansluiten bij of opzetten van lokale, regionale en provinciale overleggroepen;
  • Om kennis te delen: organiseren van kennisateliers en congressen, oprichten van werkgroepen, opstellen van factsheets en het geven van adviezen.

Resultaten

Op beleidsmatig niveau is de kennis rondom de decentralisatie AWBZ-Wmo vergroot;
Hierdoor kunnen gemeenten beter tegemoet komen aan de ondersteuningsvraag van hun inwoners.

Aanleiding

De voorgenomen decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten met ingang van 1 januari 2015 betekent ook dat het vervoer naar dagbesteding locaties onder verantwoordelijkheid van de gemeente komt te vallen. De overdracht van taken gaat gepaard met een (forse) korting op de budgetten en stelt gemeenten (en andere partijen) voor een grote opgave. Een opgave die vraagt om een aanpak waarbij er meer in beweging komt dan het AWBZ-vervoer alleen!

Voor de gemeenten in regio Zuid-West Drenthe (Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Westerveld en De Wolden) is CMO STAMM bezig met een traject om in gezamenlijkheid met het veld te komen tot een visie, strategie en uitvoeringsplan voor vervoer.

Uitdaging

Duidelijk is dat de huidige situatie, mede vanuit financieel perspectief bezien, niet kan blijven bestaan. Er moeten keuzes worden gemaakt. Dit vraagt om antwoorden op vragen als:

  • Welke bijzondere vervoersstromen kunnen ook worden ingevuld door het reguliere Openbaar Vervoer?
  • Hoe organiseren we de ondersteuning, wat doen we lokaal en wat bovenlokaal?
  • Wat mag het vervoer dan kosten?
  • Wat betekent dit voor de huidige accommodaties en voor te maken afspraken met (zorg)aanbieders en vervoerders?

Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden is het belangrijk om zicht te hebben op alle vervoersstromen. Ook zal de gemeente een duidelijke visie moeten hebben op de organisatie van de compensatie van de burger. Het AWBZ vervoer kan dus niet als een op zichzelf staand thema worden beschouwd, maar moet in samenhang worden bezien met (de organisatie van) andere vervoersstromen zoals het leerlingenvervoer, het Wmo vervoer en het reguliere Openbaar Vervoer. Afstemming en samenwerking met relevante partijen is daarbij onontbeerlijk. Ook zal gekeken moeten worden naar samenhang met voorgenomen (gemeentelijk) beleid op het gebied van zorg en ondersteuning, leefbaarheid en accommodaties.

Aanpak

De aanpak bestaat uit vier fases:

  • Inventarisatie
    Het inventariseren van de huidige vervoersstromen (AWBZ, Wmo, Leerlingenvervoer, vrijwilligersvervoer, Regiotaxi) om inzicht te krijgen in mogelijke oplossingen.
  • Visievorming
    Middels expert bijeenkomsten en visiedagen met belanghebbenden formuleren de gemeenten een visie op het personenvervoer van de toekomst.
  • Ontwerpen strategisch model
    Aan de hand van de visie wordt een strategisch model geformuleerd, ook in deze fase worden actief belanghebbenden betrokken.
  • Opstellen plan van aanpak
    Hoe komen we van de huidige situatie naar de gewenste? In deze fase werken we een concreet plan uit.

Resultaat

Het eindresultaat is een plan van aanpak (inclusief tijdpad) op grond waarvan de gemeenten in de regio Zuidwest-Drenthe het personenvervoer (in samenhang) kunnen gaan organiseren.

In regio Zuidoost-Drenthe loopt parallel een soortgelijk traject waar CMO STAMM als verbinder optreedt. In Noordwest-Overijssel is CMO STAMM inmiddels voor de gemeenten Staphorst, Kampen, Steenwijkerland en Zwartewaterland ook begonnen met een inventarisatie naar de vervoersstromen.

Aanleiding

In Nieuw Dordrecht wordt nagedacht over het mogelijk opzetten van een dorpscoöperatie. Daarover vindt nu eerst een breed debat van de dorpsbewoners plaats. Insteek is vooralsnog, afhankelijk van wat het dorpsdebat oplevert, dat het dorp in bedrijfsmatige vorm werkzaamheden gaat overnemen van gemeente en andere instanties.
De noodzaak om als overheid meer bij de samenleving neer te leggen en de wens van burgers individueel en collectief de regie te hebben over hun eigen leven en omgeving vergt andere afspraken en nieuwe vormen van samenwerking tussen burger en overheid.

Uitdaging

De burger die de regie grijpt kan af en toe best een duwtje en de nodige facilitering gebruiken. En bij de overheid moeten de knoppen om: er is een andere bestuurscultuur nodig op weg naar een nieuw samenwerkingsmodel tussen burger en overheid. Het gaat om “overheidsparticipatie”: de overheid werkt mee aan, ondersteunt, faciliteert, desnoods financiert, de initiatieven die burgers nemen.
Burgerkracht en overheidsparticipatie moeten leiden tot “loslaten” door overheid en instanties. Dat vereist een andere rol van de ambtenaar en het bestuur.

Aanpak

Insteek is dat we niet vanachter de bureaus moeten gaan verzinnen hoe het ‘loslaten’ vorm krijgt.
• Een brainstorm over loslaten bij burgerinitiatieven.
• Een ronde waarbij betrokken ambtenaren elkaar 1 op 1 bevragen over loslaten.
• Stappen naar Burgerkracht: Verder praten over loslaten tijdens een wandeltocht
• Verbinden van ambtenaren met burgers, ze écht met elkaar in contact brengen
De nieuwe rol tekent zich af.

Resultaat

Het proces van loslaten is in gang gezet en er ligt een helder stappenplan, benoemd door de ambtenaren zelf, welke stappen binnen de gemeente gezet moeten worden.

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X