Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

Dorpscooperatie Nieuw-Dordrecht // Gemeente Emmen.

Aanleiding

In Nieuw Dordrecht hebben bewoners en Emmen Revisited samen een dorpsprogramma opgesteld. In dat kader is de gedachte ontstaan om in Nieuw Dordrecht een ‘dorpscoöperatie’ op te zetten.

Uitdaging

Uitgangspunt van een Nieuw Dordse dorpscoöperatie is dat van oorsprong overheidstaken, tegen betaling en op basis van zakelijke afspraken, worden overgedragen aan een bewonersbedrijf. Verondersteld wordt dat dit goedkoper/effectiever is en voor de burgers in het dorp de keuzevrijheid vergroot. Het dorp kan er bijvoorbeeld voor kiezen het openbaar groen anders in te richten. Er ontstaat grip op de eigen leefsituatie evenals meer samenhang (‘geluk’).

Aanpak

Het slagen van dit initiatief staat of valt met het empoweren van alle bewoners van Nieuw Dordrecht: de gemeenschap moet ‘er helemaal voor gaan’ (draagvlak, omarmen keuzevrijheid, inzicht in de te maken kwaliteitsslag), er zijn ‘koplopers’ nodig die de kar gaan trekken en een flinke groep ‘doeners’ die uitvoering gaan geven aan het werk dat voorheen de gemeente in het dorp deed.

Opzetten Dorpse Kopgroep en professionals

In de beginfase moeten we koplopers vinden, mensen die het proces op gang willen trekken en daartoe in een Kopgroep willen plaatsnemen.
Centrale boodschap: de dorpsgemeenschap gaat in debat met als thema ‘het vergroten van de invloed van bewoners op hun eigen leefomgeving’.

Meer grip ontstaat van onderop

De Kopgroep organiseert dat bewoners deur aan deur met elkaar aan de praat gaan. Eén bewoner-gesprekvoerder op tien huishoudens. Zo wordt iedereen gevonden en kan iedereen zowel een mening geven als getriggerd worden mee te gaan doen. In de bewonersgesprekken stelt men niet de vraag wat bewoners van het opzetten van een Dorpscoöperatie vinden (dat is tenslotte maar een middel). Bewoners voeren onderling het gesprek over hoe men zelfbestemming en keuzevrijheid (waar het gaat om zaken als het openbaar groen etc.) inhoud zou willen geven, wat men dan zou willen of zou willen veranderen.

Ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid

Parallel aan de bewonersgesprekken wordt onder meer met behulp van studenten/onderzoekers de productbegroting van de gemeente Emmen – en waar mogelijk van andere partijen die bij de dorpscoöperatie betrokken willen zijn danwel budget/taken willen overdragen – doorgevlast. Bepaald wordt wat de consequenties zijn van het overdragen van budgetten aan de dorpscoöperatie.

Uitvoering

Dan is het dorp toe aan de uitvoering: het daadwerkelijk opzetten van een organisatie, het bepalen van een structuur, het organiseren van het werk, logistiek, financiën.

Resultaat

De Dorpscoöperatie is een feit, de resultaten worden bekend en is het project klaar om ‘uitgerold’ te worden.

Aanleiding

De decentralisatie van o.a. de functie begeleiding naar de gemeentelijke Wmo heeft ervoor gezorgd dat termen als ‘zelfverantwoordelijkheid’, ‘participatie’ en het inzetten van ‘eigen kracht’ bij elke speler in het sociale veld op het netvlies staat. Het invulling geven aan deze termen heeft in de praktijk nogal wat voeten in de aarde. Betekent eigen kracht en zelfverantwoordelijkheid van cliënten bijvoorbeeld dat je als gemeente een afwachtende houding aan moet nemen? En kun je als zorgaanbieder volledig uitgaan van de mondigheid van de cliënten? Of zijn er altijd mensen die hulp nodig hebben bij het onderkennen en formuleren van hun vraag?

De gemeente Midden-Drenthe wil haar burgers goed informeren over de komende decentralisatie(s), over de werkwijzen, de verwachtingen van zowel de gemeente als van de burgers. Dit doet ze door het opstellen en uitvoeren van een communicatieplan. Maar de gemeente realiseert zich dat een communicatieplan alleen niet voldoende is om ook een gedragsverandering teweeg te brengen. Want de decentralisatie vraagt ook iets van de burgers. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat ze in hun kracht komen en blijven, dat de burger regie neemt en houdt, zelf gaat en blijft doen, wat hij kan en dat ze eerst de hulp vragen van hun netwerk, voordat ze naar de gemeente komen.

Uitdaging

Wat zijn de valkuilen, aandachtspunten en goede voorbeelden waar de gemeente Midden-Drenthe rekening mee kan houden met betrekking tot activiteiten en acties naar burgers toe over de kanteling in de Wmo. Hoe kan sociale marketing dit verhelderen?

Aanpak

Sociale marketing is een bewezen effectieve methodiek gericht op de drijfveren van de doelgroep (de burgers). Waarom stappen ze nu meteen naar de gemeente? Waarom doen ze wat ze doen. We gaan uit van het huidige gedrag in plaats van het gewenste gedrag. Vanuit het huidige gedrag kunnen we gerichte interventies en communicatieactiviteiten inzetten om tot een gedragsverandering te komen. Ook gaat het uit van uitwisseling; wederkerigheid.

CMO STAMM voert de eerste twee stappen van het sociale marketingtraject uit:

Scopefase

  • Deskresearch

In de Scopefase doen we deskresearch. Wat is er bekend over de doelgroep, hun omgeving en het huidige en gewenste gedrag? We zoeken in wetenschappelijke theorieën en databases naar informatie die relevant is voor het vraagstuk van de gemeente Midden-Drenthe.

  • Betrekken relevante partners

Een belangrijk aspect van sociale marketing is het betrekken van partners. Partners die het gedrag van de doelgroep beïnvloeden, maar wellicht ook kunnen helpen bij de gedragsverandering.
Na de deskreseach interviewen we relevante partners.

Ontwikkelfase
In de ontwikkelfase wordt een helder advies geschreven voor de gemeente. Wat zijn aandachtspunten en valkuilen in de communicatie naar burgers? Moet er wellicht meer specifiek gesegmenteerd worden in doelgroepen? Hoe dan? Het advies zorgt ervoor dat de gemeente naast communicatie, ook handvatten heeft welke andere mogelijkheden er zijn om gedragsverandering bij de doelgroep te realiseren.

Resultaat

Een adviesrapport met wetenschappelijk onderbouwde aandachtspunten, waarbij gebruik gemaakt is van gedragswetenschappen, die aan de hand van de marketing mix vertaald zijn naar concrete tips en activiteiten. Op dit moment loopt het traject nog. Zodra dit advies klaar is, vindt u op deze website een samenvatting hiervan.

Aanleiding

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wil de sociaal-economische problematiek in de wijk Gorecht-West aanpakken. Ze vindt het belangrijk dat de bewoners zelf actief bijdragen aan het vergroten van hun maatschappelijke kansen.

Uitdaging

De bewoners van Gorecht-West in hun kracht helpen om hun participatiekansen te vergroten
De samenwerking tussen diverse lokale partijen en bewonersorganisaties bevorderen om het integraal werken te optimaliseren
Het uiteindelijke doel is het creëren van een wijk waar mensen plezierig en met een veilig gevoel wonen.

Aanpak

Om aan te sluiten bij de kracht van de mensen: huisbezoeken afleggen om hun behoeften te achterhalen
Om efficiënt en effectief te kunnen handelen werken we met de frontlijnaanpak: één huishouden, één plan, één regisseur.

Resultaat

  • Er is een wijkactieplan opgesteld, dat in samenspraak met de bewoners wordt doorontwikkeld
  • Een opbouwwerker ondersteunt en te stimuleert de bewoners in actieve participatie
  • Het gebeurt niet meer dat meerdere professionals van meerdere organisaties met hetzelfde gezin bezig zijn, zonder dat zij dit van elkaar weten
  • Wijkbewoners nemen in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in hun wijk

Aanleiding

Bewoners, Woningcorporatie Domesta en de stichting Welzijn2000 willen een toekomstplan ontwikkelen voor de Coevordense wijk Poppenhare. Een gelijkwaardige verhouding tussen deze partijen staat hierbij centraal.

Uitdaging

De bewoners van de wijk Poppenhare empoweren, zodat ze zelf actief bij kunnen dragen aan een prettige woonomgeving.
Vertrouwen opbouwen tussen de betrokken partijen om de kloof tussen wijkbewoners en instanties te dichten.
Het uiteindelijke doel is het gezamenlijk vormen van een nieuw wijkperspectief.

Aanpak

  • Voor inzicht in de situatie: gesprekken voeren met professionals en bewoners
  • Voor het opbouwen van vertrouwen: bijeenkomsten organiseren waar de betrokken partijen in alle openheid het debat aangaan
  • Voor een gezamenlijke visie, een versterkt wijkgevoel en het tot stand brengen van de potentie van Poppenhare voeren bewoners gesprekken met alle 600 huishoudens.

Resultaten

  • Er is onderling vertrouwen ontstaan tussen de samenwerkende partijen
  • In de wijk zijn de eerste zichtbare verbeteringen aangebracht, zoals het verlichten van een aantal achterpaden
  • Er worden werkgroepen gevormd, bestaande uit bewoners en een professional, die de visie van bewoners omzetten in concrete initiatieven.

Aanleiding

Is het nu een saaie boel in en rond Sleen? Is het ongezellig? Nee, dat niet. Maar we zien bijvoorbeeld dat toeristen niet in het dorp blijven hangen, ondanks de wandel- en fietsroutes in het gebied. We zien her en der panden leeg staan, ondanks de ondernemersgeest in en rond Sleen. En MFC De Brink heeft het moeilijk, nu gebruikers met minder geld moeten rondkomen en er minder verhuurd wordt.

Ondernemers en inwoners zijn op zoek naar bruisende nieuwe initiatieven. Ze willen de reuring en de levendigheid in het dorp vergroten. Zodat bezoekers het er naar hun zin hebben, de eigen bewoners er nog meer vinden wat ze zoeken en daarmee de gezelligheid en de saamhorigheid groeien.

Uitdaging

Met burgerkracht en ondernemerschap willen de Sleners hun centrum zo aantrekkelijk maken dat mensen er graag vertoeven en er blijven hangen. Dat ondernemerschap is ook nodig voor het versterken van het multifunctionele centrum. De reuring die dit veroorzaakt draagt bij aan de leefbaarheid en de samenhang.

Aanpak

Met steun van CMO STAMM gaat een Kopgroep van bewoners en ondernemers deur aan deur mede-bewoners interviewen. Daarnaast wordt een schriftelijke enquête onder ondernemers gehouden.

Met deze input maken Kopgroep en CMO STAMM een plan. Op welke punten kan de levendigheid in het dorp versterkt worden? Hoe houden we mensen vast in Sleen? Hoe kan rond het MFC een verdienmodel gecreëerd worden waar ook de leefbaarheid mee wordt versterkt?

Resultaat

Een concreet plan van aanpak voor Sleen. Bewoners en ondernemers nemen de regie en steken de handen uit de mouwen.

Aanleiding

In Oude Pekela ligt aan de Sportlaan een sportpark. Naast sportverenigingen herbergt het ook een basisschool en de brandweerkazerne. En het voormalige zwembad op het park wordt momenteel omgebouwd tot sporthal/dorpshuis. Deze “parkbewoners” willen op weg naar meer duurzaamheid waarmee zij tegelijk ook de kosten willen drukken. De Pekelders hebben geen dikke portemonnee en de sport moet voor iedereen toegankelijk blijven. De initiatiefnemers hebben het duurzaamheidsproject inmiddels de geuzennaam ‘Het Sportlaancollectief’ gegeven. Hoewel ook de gemeente betrokken is, is Het Sportlaancollectief van en voor betrokkenen: burgerkracht.

Uitdaging

Het Sportlaancollectief wil CO2-neutraal worden en de kosten van energie en afvalverwerking drukken. Het ‘verdienmode’ dat de initiatiefnemers willen opzetten moet ertoe leiden dat iedereen in Oude Pekela kan blijven sporten.

Aanpak

De initiatiefnemers hebben samen met CMO STAMM verkend welke thema’s ze willen aanpakken rond het park. Naast energie en afvalmanagement denken ze onder meer ook aan veiligheid en armoedebeleid. Het Sportlaancollectief realiseert zich dat een fasering nodig is: je kunt niet met alle thema’s tegelijk aan de slag. De initiatiefnemers kiezen ervoor van start te gaan met energie en educatie.

CMO STAMM heeft gesprekken gevoerd met de partijen op het park en met ondernemers en deskundigen. Hieruit is een plan voortgevloeid met vier aandachtsvelden:

  • Educatie en bewustwording – ook gericht op quick wins, bijvoorbeeld verwarming half uur voor einde vergadering uit, lichtmasten voetbal alleen tijdens training aan
  • Isolatie en installaties verbeteren – zo mogelijk met lokale bedrijven die hennep-isolatie maken
  • Gezamenlijk energie inkopen – stroomlijnen inkoop, samenwerken met energiecoöperatie in Pekela
  • Overwegen zelf energie te produceren – elektriciteit en gas.

Volgende stappen in Pekela zijn:

  • Een Kopgroep benoemen
  • Een serie inventarisaties uitvoeren
  • Keuzes maken rondom de vier aandachtsvelden.

Resultaat

Een plan voor de korte termijn: Kopgroep wordt ingesteld en gaat met vier aandachtsvelden aan het werk.

Aanleiding

De gemeente Borger-Odoorn heroverweegt een aantal publieke voorzieningen in het kader van economisch tij en beperkte gemeentefinanciën. Het zwembad in Valthermond was één van de voorzieningen waar een flinke besparing op moet worden bereikt. Sluiting leek vooralsnog de manier om die besparing op korte termijn te kunnen bereiken.
Daarop besloten de bewoners van Valthermond een alternatief te bedenken: het zwembad omzetten in een dorpsbedrijf, een echte OmmeZwaoi. Het zwembad – zo stelt het dorp – vervult een belangrijke sportieve en sociale rol in het dorp.

Uitdaging

Zwembad De Zwaoi in Valthermond wil als zelfstandig ondernemend initiatief voortbestaan en daarmee:
• Het zwembad behouden voor het dorp
• CO2-neutraal werken
• Gezond bewegen stimuleren
• Een centrale ontmoetingsplek in het dorp zijn voor alle bewonersgroepen
• Mensen met een achterstand tot de arbeidsmark en/of een beperking een goede werkplek bieden
• Een kans bieden om te leren en te werken aan nieuw ondernemerschap.

CMO STAMM begeleidde het proces van start tot business case

Aanpak

  • CMO STAMM ondersteunt en faciliteert het burgerinitiatief in Valthermond, zet in op burgerkracht vanuit de gemeenschap en op verbindingen (ook met de gemeente) en reikt waar nodig werkwijzen aan, altijd met het uitgangspunt dat het burgerinitiatief regievoerder is en blijft.
  • CMO STAMM assisteert bij het initiatief rond het zwembad met haar wijkeconomie-expertise en haar zicht op de exploitatie van publieke voorzieningen. Enkele opties worden nader uitgewerkt en naast elkaar gezet.
  • CMO STAMM fungeert als procesbegeleider. Dit houdt ook in dat CMO STAMM met het burgerinitiatief en de gemeente waar nodig naar alternatieven kijkt. Bijvoorbeeld het beheer blijft bij de gemeente maar in samenwerking met dorpse inzet wordt de beoogde gemeentelijke bezuiniging wel gehaald.

Resultaat

Formeel besluit overdracht zwembad
Dorpsbedrijf redt zwembad
Website zwembad de Zwaoi

Een scholen coöperatie als manier om kleine scholen in stand te houden is van de baan. Dat zei staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs eind oktober 2014, op basis van een advies van het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR).

Onderzoek

Dekker heeft het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR) onderzoek laten doen naar de coöperatie als rechtsvorm in het onderwijs en juridische mogelijkheden voor ouders om een school open te houden. Het NCOR komt tot de conclusie dat een coöperatie voor kleine scholen geen geschikte rechtsvorm is. Dekker wil daarom ook geen geld uittrekken voor experimenten.

De Kleine Scholen Coöperatie bestaat uit zeven kleine basisscholen die elk met opheffing worden bedreigd. KSC wil de scholen los maken van het overkoepelend bestuur waar ze deel van uitmaken en onderbrengen in een coöperatie. Daarin zitten ouders, dorpsbewoners en leerkrachten die samen de school draaiende moeten houden op zowel financieel als onderwijskundig gebied. Onderling willen ze kennis en ervaring uitwisselen en de kosten delen. Vele kleine scholen en dorpsraden zijn geïnteresseerd in deze aanpak.

Adviesrapport

In het adviesrapport van het NCOR worden drie conclusies getrokken:

  1. Een coöperatie is geen geschikte rechtsfiguur om te dienen als (landelijk) bevoegd gezag van scholen. Een vereniging of stichting ligt meer voor de hand.
  2. Een besluit tot sluiting of overdracht van een school ligt in de eerste plaats bij het bevoegd gezag. Het is aan het schoolbestuur om een (gegrond en onderbouwd) initiatief vanuit de schoolgemeenschap tot opting out een kans te geven. Volgens de NCOR zijn de juridische mogelijkheden voor ouders op dit moment voldoende:
    • Als een bestuur een school wil fuseren met een andere school, dan moet dit worden voorgelegd aan de MR (instemmingsrecht). Stemt de MR niet in, dan moet de school open blijven. Het schoolbestuur kan in dat geval naar de Landelijke Geschillencommissie stappen. Die kijkt niet alleen procedureel, maar ook inhoudelijk.
    • Ouders kunnen op dit moment al een initiatief indienen bij het schoolbestuur voor overname van de school door een ander (evt nieuw op te richten) bestuur. Dat kan door de volledige MR, maar ook door de oudergeleding gebeuren. Als het schoolbestuur hiermee instemt, is er niets aan de hand. Wel adviseert de NCOR om een landelijk ‘format’ op te stellen voor hoe de procedure er uit zou moeten zien, incl. de draagvlakmeting die hier bij hoort.
    • Rol gemeente: de gemeente kan een openbare school in eigen beheer nemen, als zij niet wil dat deze gesloten wordt. Ouders kunnen de gemeente bewegen om dit te doen.
  3. Het wettelijke experimenteerartikel (art 176K WPO) biedt onvoldoende grondslag om de Kleine Scholen Coöperatie (KSC) bij wijze van experiment verruimde bekostiging te geven. Een experiment buiten de bekostigingsregels om is dan ook niet mogelijk. Een Kleine Scholen Coöperatie is daarmee ook geen middel om scholen die onder de opheffingsnorm komen, toch open te houden met behoud van financiering inclusief Kleine Scholen Toeslag.

Klik hier voor het volledige advies.

Onder de huidige regelgeving mag alleen een samenwerkingsschool worden gevormd als de betrokken scholen bijna onder de opheffingsnorm komen. De regels zijn ook te ingewikkeld. Daarom worden nu samenwerkingsscholen buiten de wettelijke regeling gevormd (informele samenwerkingsscholen). Er ligt nu een wetsvoorstel dat tot doel heeft om de vorming van een samenwerkingsschool te vereenvoudigen.

Het wetsvoorstel bevat voorstellen om:

  • de voorwaarden voor de totstandkoming van een samenwerkingsschool opnieuw vorm te geven
  • waarborgen te bieden voor gelijkwaardigheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs
  • aan te sluiten bij de praktijk die de samenwerkingsschool zoveel mogelijk regelt op het schoolniveau

De wetstekst staat online.

De tegenstelling tussen de stad (groei) en platteland (leegloop) is minder scherp dan vaak wordt gedacht. De economische vitaliteit van kleine kernen in Nederland ligt genuanceerd. Juist kleine dorpen in de periferie van het land kenden in de afgelopen jaren een bovengemiddelde groei van de werkgelegenheid.

Dat stellen drie onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving en de Vrije Universiteit in een artikel in het economisch vakblad ESB. De onderzoekers analyseerden hoe bevolking, werkgelegenheid en voorzieningen in kleine en grotere kernen zich ontwikkelden tussen de jaren 2000 en 2010. Hun onderzoek is relevant voor beleidsmakers die zich buigen over de toekomst van plattelandsgebieden, stellen de auteurs.

Verschillen tussen gebieden

Hoewel ook in Nederland een duidelijke trek naar de stad is waar te nemen, is daaruit niet de eenduidige conclusie te trekken dat het buitengebied leegloopt. Ook op het platteland groeide in de onderzochte periode bijvoorbeeld het aantal woningen. Er zijn wel duidelijke verschillen tussen kleine kernen in de omgeving van de Randstad, de dorpen in de zogenoemde ‘perifere zone’, en de kernen in het gebied tussen de periferie en de Randstad in. De groei van het aantal woningen was in de periferie zeer beperkt.

Meer banengroei in periferie

Opvallend genoeg groeide het aantal banen juist daar het hardst. Volgens de onderzoekers heeft die groei mogelijk een relatie met de populariteit van cottage industries: kleinschalige – vaak creatieve – bedrijven aan huis met een bovenlokaal werkgebied. Doordat de zelfstandige ondernemers van cottage industries vanuit huis werken en hun voornaamste afzetmarkt bovenlokaal hebben, kan men de bedrijven typeren als krimp-resistent.

Kleinste dorpen vergrijzen het minst

Een andere opvallende conclusie die de onderzoekers trekken, is dat de afname van de beroepsbevolking zich met name in de grotere kernen voltrekt. De kleinste kernen vergrijzen dus minder dan de grotere dorpen.

Voorzieningenniveau blijft redelijk constant

Het aantal winkels en huisartsen per duizend inwoners is in de grotere dorpen nog altijd hoger dan gemiddeld in heel Nederland, maar het aantal winkels daalt in deze dorpen wel harder dan gemiddeld. Het voorzieningenniveau in de kleine kernen is tot dusver ongeveer gelijk aan het Nederlands gemiddelde, wanneer gekeken wordt naar het aantal voorzieningen per duizend inwoners. Toch kan, zo stellen de auteurs, het verdwijnen van een klein aantal voorzieningen van doorslaggevende betekenis zijn voor individuele kernen.

Met name in krimpregio’s kan de opeenstapeling van diverse ontwikkelingen, zoals de verschraling van het voorzieningenaanbod, vergrijzing en bevolkingskrimp, zorgwekkend zijn. Dit geldt in het bijzonder voor bevolkingsgroepen die minder mobiel zijn, zoals kinderen en ouderen. Maar vooralsnog lijkt de werkgelegenheidsgroei en het beperkte vertrek van jongeren uit de kleinste kernen hier juist van enige veerkracht te getuigen.

Lees het hele artikel

 

Vier studenten van de opleiding metaal van Noorderpoort in Stadskanaal hebben vorige week hun ‘Zertifikaten grundlagen Metalbau und Schweissen’ (lassen) ontvangen van LeeWerk WISA en de Kreishandwerkschaft uit Leer.

De studenten hebben ruim 3 maand stage gelopen in Duits metaalbedrijven in de omgeving van Leer en hebben daarna een proeve van bekwaamheid afgelegd en met een geweldig resultaat! Met dit in heel Duitsland erkende diploma kunnen ze probleemloos aan het werk bij onze oosterburen!

Lees verder in de Groningerkrant

Samen eten is gezelliger en goedkoper dan in je eentje. Het fenomeen is erg in opkomst. Veel mensen missen contact met buurtgenoten. Er zijn maar weinig mensen die zij kennen en bij wie ze kunnen aankloppen. Dat bleek onlangs weer uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).

Op steeds meer plekken in Drenthe ontstaan initiatieven om buurt- of stadsgenoten samen te laten eten. Met louter samen eten los je eenzaamheid niet op. Daar is meer voor nodig. Maar het zorgt er wel voor dat mensen de deur uit gaan en aanspraak hebben.
De landelijk opererende Resto van Harte dient maaltijden op in Assen en Groningen. Daarnaast zijn er veel lokale initiatieven.

Dorpscoöperaties

CMO STAMM is betrokken bij de oprichting van meerdere dorpscoöperaties, onder meer in Valthermond, Nieuw-Dordrecht, Kloosterburen en Finsterwolde. De ene keer gaat het om het overnemen van een wijkcentrum, dan weer om het zelf organiseren van de zorg, het oprichten van een wooncoöperatie of het runnen van een heel dorpsbedrijf. In alle gevallen staat het samen eten hoog op het lijstje. Het voorziet heel erg in een behoefte.

Niet alleen voor eenzame mensen

De etentjes zijn niet louter bedoeld voor eenzame mensen. Het is ook een mooie manier op een goedkope manier aan een gezonde maaltijd te komen. En het is gewoon gezelliger om in gezamenlijkheid te eten. Dat geldt voor iedereen, niet alleen voor de mensen die thuis zitten te verpieteren.

Bron: DvhN, 31 januari 2015

Centrale doelstelling van het project was het ontwikkelen en implementeren van een VIP-methodiek, gericht op het toepassen van vrijwilligerswerk en -activiteiten als actief participatie-instrument voor sociale activering, inspiratie en motivering van niet-westerse burgers in Nederland die in een sociaal isolement verkeren of dreigen te geraken.

Actieve deelname en betrokkenheid bij vrijwilligerswerk vanuit de eigen wijkomgeving is een zeer succesvol instrument gebleken voor sociale integratie van mensen die zich in een sociaal isolement bevinden. Wanneer mensen via participatie in vrijwilligerswerk of vrijwilligersprogramma’s uit hun isolement komen, vormen juist zij de beste ambassadeurs om ook anderen, in een vergelijkbare situatie, te stimuleren hun eigen sociale isolement te doorbreken.

Actieve deelname en betrokkenheid bij vrijwilligerswerk vanuit de eigen wijkomgeving is een zeer succesvol instrument gebleken voor sociale integratie van mensen die zich in een sociaal isolement bevinden. Wanneer mensen via participatie in vrijwilligerswerk of vrijwilligersprogramma’s uit hun isolement komen, vormen juist zij de beste ambassadeurs om ook anderen, in een vergelijkbare situatie, te stimuleren hun eigen sociale isolement te doorbreken.www.vip-aim.nl

Rol/role CMO STAMM Leadpartner
Subsidieregeling/funding Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken/ Europees Integratiefonds (EIF)
Projectcode VIP – Vrijwilligers Inspiratie Prakticum
Omschrijving/description Centrale doelstelling van het project was het ontwikkelen en implementeren van een VIP-methodiek, gericht op het toepassen van vrijwilligerswerk en -activiteiten als actief participatie-instrument voor sociale activering, inspiratie en motivering van niet-westerse burgers in Nederland die in een sociaal isolement verkeren of dreigen te geraken.

Omschrijving/description

Federation4Women is een netwerk voor vrouwelijke ondernemers in Noord-Duitsland en Noord-Nederland. Federation4Women ondersteunt vrouwen bij het opzetten van een gezonde en levensvatbare onderneming in de krimpgebieden tussen Emden (D) en Emmen (NL).

Rol/role CMO STAMM Partner
Subsidieregeling/funding Interreg IVA Net(z)werk
Website www.federation4women.eu

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X