Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

Noordelijk Congres Democratic Challenge mijlpaal voor democratische vernieuwing // Drachter courant 01-02-2017.

Ideeënbankgroningen.nl en burgerkrachtindrenthe.nl

Steeds meer bewoners maken werk van goede ideeën om hun leefomgeving te verbeteren. Bijna altijd moeten ze het wiel opnieuw uitvinden. Twee websites – ideeenbankgroningen.nl en burgerkrachtindrenthe.nl – steken de helpende hand uit. De websites staan bomvol inspirerende projecten, tips, advies en het beste van alles: je kan er makkelijk contact leggen met mogelijke netwerkpartners of dragers van informatie.

Hebben gemeenten en burgers wel dezelfde verwachtingen van elkaar? Met een Reality Check onderzoek je het. Belangrijk, want het is moeilijk uit de startblokken te komen als de verwachtingen – vaak onbewust – te ver uit elkaar liggen.

Een voorbeeld: in Groningen vroegen we verschillende gemeenten of ze goed samenwerken met bewoners om de ideeën van bewoners te realiseren. 71 procent van de gemeenten beantwoordt die vraag met ja. Vraag je het aan de burgers van die gemeenten, dan is slechts 18 procent positief. Een groot verschil, die je maar beter inzichtelijk kan hebben. Op die manier brengt een Reality Check een heleboel verwachtingen in kaart.

Een Reality Check brengt ook de bestaande initiatieven in een gebied in kaart. Zo ontstaat een krachtenveldanalyse. Dat is een soort foto van de wijk, het gebied of de te onderzoeken situatie met daarin een helder overzicht van de initiatieven, de trends en de energie. Waar staat de gemeente in deze? Welke vormen van ondersteuning lopen er? Waar zitten de georganiseerde verbanden?

Met een vragenlijst wordt getoetst welke taken, rollen en mogelijkheden tot verandering burgers en de gemeente zien. Wat zien ze zelf? Wat menen ze te zien bij de ander? Een Reality Check geeft zowel inzicht in de feitelijke situatie als in de subjectieve situatie. Zo brengt u de kansen én valkuilen in beeld. Zeer nuttig.

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Hier en daar wordt met neerbuigendheid gesproken over burgerkracht en de volgens sommigen ronkende termen die ervoor gebruikt worden.

Het echte verhaal is dat inwoners overal verantwoordelijkheid nemen. Dat het niet gaat over gemeenten die zaken over de schutting gooien, maar over regie. De collega’s van CMO STAMM en ik staan dagelijks samen met inwoners soms letterlijk met de voeten in de modder. Om de weg naar regie te plaveien, om reuring te helpen regisseren, om ambities waar te maken. Ik laat daar graag wat van zien.

Super

Het is donker op de smalle landweg. En het is ijzig koud. Met het raampje half naar beneden tuur ik bibberend naar afwezige huisnummers. Oplettend dat ik niet tegen een dicht aan de weg staande boom rijd. Keren maar weer. Kennelijk de boerderij gemist. Ohh het was toch dat huis met die blaffende hond….

Binnen zit een bont gezelschap. Grijze mannen, twee wat jongere vrouwen, een jonge ondernemer. Met houtkachelwarmte, en met koffie en cake erbij zijn ze druk in gesprek over de dorpswinkel die vorige week dicht ging. Ik schuif aan en we praten over opties. Zelf doen? Keten vragen? Kennen we een ondernemer? Wil de Jumbo misschien een dependance? En wat betekent zelf doen? Coöperatie oprichten? En moeten we de bank er niet bij halen? Het dorp om een bijdrage vragen? Een startmeeting organiseren? We maken afspraken. Wie gaat naar de Jumbo, wie belt de ketens, wie maakt de afspraak met de bank. En een van de mannen gaat naar de failliete eigenaar om eens te horen wat er nu precies mis ging. Een week later is het wat zachter buiten, maar ik zoek opnieuw in het donker naar de boerderij… Deze avond gaat het snel: met een ondernemer, met een keten en het dorp en de bank gaan we zorgen voor een snelle heropening van de dorpssuper. Draagvlak in het dorp is wezenlijk: in geld en vooral in de vorm van mensen die hun boodschappen in de winkel gaan doen. Binnen een week na de boerderijvergadering puilt het dorpshuis uit, tweehonderd mensen zijn naar het zaaltje gekomen om hun steun aan de winkel te betuigen en te helpen zorgen dat-ie weer open gaat. Het winkelplan – neergezet door dorpsbewoners en ondernemer – ontmoet veel reuring en blijdschap. Een week later hebben bewoners en ondernemers 30.000 euro opgebracht en is de financiering voor heropening rond. Samen prikken we de dag waarop de winkel feestelijk wordt geopend.

Een groot leeg pand waar een bank in heeft gezeten. Het staat al twee jaar leeg en begint eerste tekenen van verval te vertonen. Een bladder verf hier, een roestplek daar, een bruine lekplek op een plafond op de eerste verdieping, en een klamme vochtigheid die alles overheerst en een muffe geur veroorzaakt. Het pand staat middenin het kleine detailhandelscentrum. En de leegstand is daarmee heel zichtbaar. Voor de ondernemers, voor bezoekers en toeristen. Een doorn in het oog en voor sommigen een reden het heil elders te zoeken. Wij gaan er op een dag gewoon zitten, laptops mee, even wifi regelen. De makelaar en de vastgoedeigenaar geven toestemming het pand drie maanden voor niks te gebruiken. We betalen alleen gas en licht. We maken kennis met de detailhandel rond het gebouw en vertellen wat we van plan zijn: het centrum versterken door een leeg pand te vullen, mensen te activeren en de buurten rond het centrum weer aan te haken bij hun centrum. De volgende dag bezoeken we de basisscholen in de buurt en een middelbare school. Met de vraag of ze misschien over het centrum willen tekenen of schilderen en of we dan hun werk in de winkel mogen hangen. Dat brengt een heel circus teweeg. Lopende kunstprojecten op de scholen zaten kennelijk om zo’n gelegenheid te springen. En of het nu over het centrum gaat of niet, de kleurige schilderingen, tekeningen en sculpturen van de leerlingen maken van het wat treurige pand een feest van warmte, knusheid en beweging. Want die beweging…. niet te stuiten. Idee was dat we ook af en toe nog wat zouden kunnen werken, maar de winkel staat voortdurend vol: met kinderen die kunst komen aanbieden, met trotse ouders, met buurtorganisaties, met artiesten van allerlei kaliber die dit leuk vinden en ook wel iets willen hier. En ja, eerst wat schoorvoetend, langzamerhand ook met ondernemers. Die keken eerst de kat wat uit de boom. Maar werden wel blij van de grote toeloop en de reuring. In samenwerking met hen en de scholen – en een huurdersvereniging – organiseren we een groot event rond de kunst in het pand. De bakker zorgt voor de catering, de bloemenzaak brengt prachtige boeketten, de slager maakt hapjes. De schoolkinderen zorgen voor muziek, dans en een dj. Kunstenmakers uit de omgeving gaan busken op straat en spelen sketches. Van heinde en verre komen mensen naar het pand. Daar veilen we de kunst van de leerlingen, de opbrengst gaat naar hun scholen. Het wordt een prachtige dag, waarbij de zon ons een handje komt helpen. Twee lokale burgerinitiatieven nemen hierna het stokje van ons over en krijgen ook toestemming nog een tijd gratis gebruik van het pand te maken. Inmiddels is het pand zo in de belangstelling komen te staan dat zich twee huurders hebben gemeld bij de makelaar. Een winkel start op de benedenverdieping en boven gaan een aantal projecten en drie ZZP-ers huren. Zo eenvoudig is het dus.

Coöperatie

Een kleine buurtschap vindt wat van het onderhoud van het openbaar gebied door de gemeente. “We kunnen het beter” zeggen de bewoners. In een grote schuur bij een bouwbedrijf is de kantine tot vergaderhonk omgetoverd. Daar zit een enthousiast clubje te bekokstoven hoe het anders kan met het onderhoud van bermen, sloten en klinkerwegen. Gelukkig is het zomer en kan ik de schuur met daglicht vinden. En het is warm. Zo midden in de zomer is het een genot om de auto uit te stappen bij het geïmproviseerde honk en over de velden uit te kijken. Dus hier willen de bewoners mee aan de slag. Ze willen het nog mooier maken. Ik heb een boterkoek gebakken, leuk zo bij de eerste kennismaking. Een geweldige eerste vergadering. De bewoners lopen over van ideeën en plannen. Want denk maar niet dat ze alleen maar met het openbaar gebied aan de slag willen. Ze willen een natuurterrein gaan beheren en er een theehuis neerzetten. Ze willen werk creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze willen het vervallen treinstation – waar al decennia geen trein meer komt – in ere herstellen. Samen met recreatieondernemers en een aantal toeristische initiatieven uit de buurt willen ze hun mooie regio toegankelijk maken voor mensen van buiten. En er een verdienmodel van maken waar de gemeenschap wel bij vaart. Een coöperatie van het dorp lijkt ze wel wat. Ik mag meedenken over de opzet van de coöperatie en over het hoe en wat van het overnemen van onderhoud/beheer van het openbaar gebied. In de weken na de eerste bijeenkomst brengen bewoners en gemeente het te bestrijken areaal in beeld. En gaan ze in gesprek over het bedrag dat de gemeente voor het onderhoud zal betalen. Het hele dorp stemt in met het zelfbeheerplan. De coöperatie wordt opgericht. En natuurlijk gaat er nog het nodige overheen en moet er van alles geregeld worden, rond regels, verzekeringen, contracten, aanbesteding. Maar het volgende voorjaar rijdt een maaizuigcombinatie van het bewonersbedrijf langs de bermen! Het kàn echt!

Het zijn deze burgerinitiatieven, deze betrokken inwoners, deze kracht van de samenleving die mijn werk elke dag weer de moeite waard maken. Die de tegenbeweging vormen voor afhaken en apathie, die laten zien hoe we samen nieuwe impact kunnen maken. Want burgerkracht is het hart van de samenleving.

Duurzame stedelijke mobiliteit, de integratie van migranten en vluchtelingen en de circulaire economie. Dat zijn de onderwerpen die de Europese Commissie heeft geselecteerd voor het programma Urban Innovative Actions (UIA). In dit programma is 370 miljoen euro beschikbaar voor innovatieve projecten.

Het Urban Innovative Actions-initiatief (UIA) opent een tweede oproep voor voorstellen, officieel “call for proposals”. Alle Europese steden met minimaal 50.000 inwoners kunnen meedoen aan dit programma. De uitgebreide beschrijving van deze onderwerpen, een handleiding en de Terms of Reference staan vanaf komende maand op de site van UIA.

De eerste UIA-call for proposals, van in totaal 80 miljoen euro, leverde 378 aanmeldingen op vanuit Europese steden op de onderwerpen energietransitie, stedelijke armoede, werkgelegenheid en vaardigheden in de lokale economie en integratie van migranten en vluchtelingen. Ook 13 Nederlandse steden meldden zich aan.

CMO STAMM werkt met een aantal stakeholders uit de provincies Drenthe en Groningen aan een projectplan rondom integratie van vluchtelingen en migranten. De call sluit eind maart 2017.

www.uia-initiative.eu

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Er was een tijd dat goedwillende gemeenten hun burgers inspraak wilden geven. Niet dat er daarna veel mee gedaan werd, maar het was toch een mooi gebaar. In die tijd werd de burgerbegroting bedacht: je zet als gemeente op papier wat je per thema doet – welzijn, wegen, groenonderhoud, etc. – en communiceert dat. Informatieverstrekking. Want er veel van vinden was er niet bij. Wat moest je als wijk-/dorpsbewoner met dat pakket cijfers dat het budget van de hele gemeente betrof.

Nu, in het tijdperk van “Het monopolie op beleid moet naar de burger”, ligt bemoeienis van burgers met de onderdelen die samen de gemeentebegroting vormen veel meer voor de hand. Gemeenten hebben geleerd zich van die bemoeienis wat aan te trekken, burgers leerden dat de gemeente niet de vijand was. Zo kwamen de ambities van wijken en dorpen meer tot hun recht.

Maar een burgerinitiatief dat het onderhoud van de weg, het schoonhouden van de sloten, het maaien van de bermen of het beheer van een dorpshuis op zich wil nemen, wil weten: wat besteedt de gemeente daar op dit moment aan? En krijgt geen adequaat antwoord op die vraag.

Gemeenten kunnen dan zeggen wat ze voor de hele gemeente aan slootonderhoud uitgeven of wat ze besteden aan alle buurtgebouwen. Ze kunnen niet vertellen hoeveel m2 berm er in je dorp is, wat het beheer van jouw buurtgebouw de gemeente kost.

Achterliggende gedachte hier is dat een wijk of een dorp een tot nu toe gemeentelijke taak wil overnemen en boter bij de vis wil. Mensen die geen subsidie komen vragen, snappen dat die tijd voorbij is, maar die wel betaald willen worden voor het overnemen van een taak. En een gemeente die bereid is het bedrag dat regulier in de begroting staat voor een werkzaamheid te betalen aan het burgerinitiatief dat de klus gaat klaren.

Er zijn gemeenten die zo lang hebben gedaan over het beantwoorden van de vraag wat ze aan een bepaald gebied – dorp, streekje, wijk – of gebouw uitgeven dat het burgerinitiatief ter ziele was. Het wachten beu. De energie weg. Deels is dit gemeentelijk onvermogen, soms is het onwil. Gelukkig zijn er ook gemeenten die er alles voor over hebben om het gevraagde binnen acht weken op tafel te hebben.

Zo’n gemeente is Ede. De gemeente kreeg de uitdaging van het dorp De Valk voorgelegd: wij kunnen het wegen- en groenonderhoud beter doen dan jullie. Met weliswaar nog allerlei mitsen en maren over details, had de gemeente de gegevens inderdaad met acht week klaar. Een prachtig proces overigens. Gemeente en bewoners die zich over grote kaarten bogen, wat hoort nog bij De Valk en waar komen we op het gebied van het dorp Lunteren. Wat is nu zandweg, waar loopt een sloot langs de weg en waar niet. Hoe lang is die berm daar precies. Over dat type exactheid ging het en moet het gaan bij taakoverdracht aan burgerinitiatieven. Gemeenten met GeoVisia hebben het als het over ruimtelijke initiatieven gaat makkelijker, die kunnen het bepalen van m2 etc. automatisch doen. Wat er dan uitrolt, is een burgerbegroting nieuwe stijl. Een tool om als gemeente met een burgerinitiatief solide afspraken te kunnen maken. Een begroting die echt is geënt op de vraag of de uitdaging van burgers. En die werkt op de vereiste schaalgrootte: de bermen in een bepaald dorp, de exploitatie van een gebouw. Een landelijk traject rond burgerbegrotingen heeft op dit gebied een aantal pilots gedraaid. Hier komen ook veelbelovende resultaten uit.

Wij gaan voor een burgerbegroting die het gesprek over taakoverdracht vergemakkelijkt, gemeenten de kans biedt zaken uit te besteden, en burgers de ruimte geeft de regie te nemen.

De dorpscoöperatie in De Valk neemt alvast per 1 januari al het dorpse grijs- en groenonderhoud over voor een bedrag van 120.000 euro per jaar!

dorpscooperatie-de-valk

 

Aanleiding

Rond 1995 ontstonden de eerste brede scholen: scholen die samenwerken met instellingen op het gebied van zorg, cultuur, sport en welzijn, met als doel samen een beter aanbod voor kinderen te creëren. De achterliggende gedachte is dat met name kansarme kinderen meer en betere ontwikkelingskansen moeten krijgen. Kansen op het gebied van sport, cultuur, welzijn en educatie.

Ook in Groningen en Drenthe zijn brede scholen ontwikkeld, soms onder een andere naam zoals Vensterscholen in de stad Groningen. De ontwikkeling is in de loop der jaren aangepast aan de tijd. Van het oorspronkelijke Kansenprofiel en het Verrijkingsprofiel (kansarme kinderen betere ontwikkelingskansen bieden en/of een rijker aanbod) zijn brede scholen ook gaan inzetten op dag arrangementen (Opvangprofiel), verbreding van zorg rond kinderen (Zorgprofiel) en versterking van de kindvriendelijke wijk (Wijkprofiel).

Uitdaging

Slagen de Brede Scholen in hun ambities? Dat willen schoolbesturen en gemeenten graag weten nu ze een aantal jaren ervaring hebben met de ontwikkeling van de Brede School. Tijd voor een evaluatie.

CMO STAMM heeft ervaring met de evaluatie van het concept Brede School. Daarbij zetten we in op het in kaart brengen van de opbrengst – de behaalde resultaten – , het proces en de beleving van de professionals, ouders en vrijwilligers. Ook het toekomstperspectief wordt in de evaluatie opgenomen. Veel Brede Scholen ontwikkelen zich tot Kindcentra 0-12 of 0-16 jaar waarin de Brede School ambities geborgd zouden moeten worden.

Aanpak

De evaluatie kan plaatsvinden langs een drietal sporen:

  1. In kaart brengen van het activiteitenaanbod voor kinderen, ouders en zo mogelijk buurtbewoners in een overzichtelijke Matrix;
  2. Een digitale enquête onder professionals, ouders, vrijwilligers die deelnemen aan de Brede School;
  3. Versnellingssessies (digitale brainstorm).

Resultaat

Het resultaat is een helder beeld van de opbrengst, succesfactoren, verbeterpunten en toekomstperspectief van de Brede School.

Een werkwijzer als beleidsnotitie waar ook andere gemeenten hun voordeel mee kunnen doen.

Een blog door Saskia Duursma

Over lef, verwondering en dromen

Het kost lef om je te verwonderen. Je niet te laten leiden door belemmeringen, maar te dromen. Deelnemende ambtenaren aan de leergang Overheidsparticipatie met LEF doen dat. En zijn daarmee in mijn ogen lefgozers.

Ik spreek dagelijks mensen op een gemeentehuis. Werkte er ooit zelf ook. Als ambtenaar ben je ervaringsdeskundige; beschouw je de wereld op jouw manier, schrijf je er beleid over en regel je financiering via college en gemeenteraad. Daarna ben je natuurlijk altijd bereid er vragen over te beantwoorden en er toelichting op te geven aan wie dan ook: bewoners, collega’s of kritische meedenkers. Alleen wordt er in deze tijd vooral gevraagd je te verwonderen en anderen de kans te geven hun beschouwingen te geven. Om geen ervaringsdeskundige meer te zijn.

Van inzicht naar impact

Dat is maar goed ook, want wie zegt er dat jouw beschouwingen kloppen? Hoe ouder ik word, hoe meer ik inzicht krijg dat mijn beschouwing van de wereld lang niet altijd de meest passende, inspirerendste of de meest vernieuwende is. Ik denk dat het lef kost je niet als ervaringsdeskundige op te stellen maar andere inzichten toe te laten. Het is daarnaast ook ontzettend leuk, een feest om te doen. Je te voeden met de dromen en energie van anderen. Vooral ook buiten het gemeentehuis. In gesprek gaan over wat er nodig is en je laten inspireren en verwonderen door anderen, de dingen soms totaal anders zien dan jij, en waarmee je samen uiteindelijk komt tot iets wat goed is. Wat werkt, impact heeft.

Worsteling

Het geeft soms ook verwarring om zelf te merken hoe vast je zit in bepaalde denkpatronen. Hoe snel je denkt ” ja, maar..”, of hoe snel wilde ideeën van anderen ook gewoon té wild lijken. Hoe ontzettend moeilijk het is gewoon te luisteren, zonder ondertussen van alles te denken of te vinden.

Ik zie dezelfde worsteling ook bij deelnemers aan onze leergang. Sommigen zijn duidelijk beter in staat te luisteren zonder oordeel dan anderen. Zich over te geven aan het onbekende zonder te weten wat er van jou verwacht wordt. En of je het dan wel goed doet, of niet. Die warmen zich aan het energieke vuurtje van iemand met een idee, een droom, of initiatief. En vragen zich misschien stiekem wel af of ze niet ook gewoon beter af zouden zijn aan de andere kant van de tafel in plaats van als ambtenaar. Want op een gemeentehuis zijn nog best veel blokkades, regels, procedures en collega’s die zich ervaringsdeskundige vinden. Probeer dan maar eens je vrije denken vast te houden.

Trots

Ik ben daarom ontzettend trots op de 1e lichting lefgozers: die hebben zich verwonderd en hebben over hun eigen persoon en manier van werken nagedacht. En hebben hun leertraject via persoonlijke verhalen volgens gedeeld met anderen. Prachtig en soms ontroerend. Dat geeft energie en hoop voor de toekomst! Mijn wens is dat gemeentehuizen straks vol lefgozers zitten. Ik hoop dat we daar met de leergang een aanzet en bijdrage voor hebben gegeven.

© 2024 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X