Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen

Langer zelfstandig – onderzoek // wooncorporatie Lefier.

Aanleiding

Wooncorporatie Lefier stond voor de vraag welke maatschappelijke investeringen zij de komende jaren zou moeten doen om het langer zelfstandig wonen mogelijk te maken in de gemeenten Stadskanaal en Hoogezand-Sappemeer. Zij vroeg ons onderzoek te doen.

Uitdaging

Het onderzoek moest leiden tot beantwoording van de volgende vragen:

  • Welke voor Lefier relevante ontwikkelingen doen zich in de omgeving voor op het gebied van intramurale zorg en langer zelfstandig wonen?
  • Wat zijn de consequenties daarvan voor de vraag van verschillende doelgroepen naar wonen met zorg/begeleiding?
  • Wat is nodig om deze doelgroepen te (blijven) huisvesten? Hoe spelen betrokken instellingen in beide gemeenten hierop in; wat is hun visie en strategie?

Aanpak

Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden hebben we data over zorggebruik geanalyseerd, interviews gehouden met gemeenten en zorgaanbieders, beleidsdocumenten geraadpleegd en onderzoeksrapporten bestudeerd.

Resultaat

Eind september 2014 is het onderzoeksrapport opgeleverd. Hierin zijn onderbouwde antwoorden geformuleerd op de drie onderzoeksvragen. Aan Lefier wordt onder meer geadviseerd (nog meer) flexibiliteit te realiseren in het woningbestand en de eigen organisatie zo in te richten dat op wijkniveau effectief kan worden samengewerkt met andere organisaties.

Aanleiding

Inclusief denken en werken wordt veel genoemd als uitgangspunt voor beleid. Iedereen doet mee in de samenleving en dat geldt voor alle bevolkingsgroepen. Maar hoe zorg je ervoor dat daadwerkelijk alle groepen aan bod komen, ook allochtonen en mensen met een beperking bijvoorbeeld? Hoe geef je inclusief beleid vorm als gemeente of als burgers in een periode van grote transities rondom jeugdzorg, zorg, Wmo en Participatiewet?

Aanpak

Met het gezamenlijke project Inclusie in tijden van transitie bieden de Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Groningen, Friesland en Gelderland en Interconnect handvatten, concrete voorbeelden en uitwisseling om met integratiebeleid en inclusief werken effectief aan te sluiten op de transities op lokaal niveau. Het project loopt van 2013 tot en met juni 2015. De projectactiviteiten bestaan onder meer uit:

  • ontwikkelen van een handreiking Inclusie in transitie
  • organiseren van netwerkbijeenkomsten
  • bijdragen aan de Dag van de dialoog
  • trainingen interculturele competenties.

Resultaten

Het is het doel om de economische, sociale en culturele kloof tussen autochtone burgers en migranten te verminderen.

Meer informatie op: www.transitie.eu

EIF, van EU naar lokaal. Ondersteuning van de integratie van nieuwe burgers in Nederland en Europa.

 

Rol/role CMO STAMM Leadpartner
Subsidieregeling/funding Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken/ Europees Integratiefonds (EIF)
Projectcode 2013EIF023
Website http://www.multicultureelgroningen.nl/nl/hoofdmenu/inburgering-in-groningen/inclusie-in-tijden-van-transitie

Aanleiding

In april 2015 start een groot woningmarktonderzoek in de aardbevingsgebieden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Onderzoeksinstituut OTB, onder leiding van prof.de. P.J. Boelhouwer (TU Delft). Onderdeel van dit onderzoek is een burgerpeiling waarin wordt gemeten wat de gevolgen van de gaswinning en aardbevingen zijn op de woonbeleving, leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving. Het Sociaal Planbureau Groningen zal in samenwerking met OTB deze burgerpeiling uitvoeren.

Aanpak

Door middel van een bewonersraadpleging en een aantal versnellingssessies zal nader onderzoek gedaan worden naar de behoeften van inwoners ten aanzien van de aardbevingen en veiligheidsgevoelens. De output van deze sessies geeft inzicht in de gevoelens en opvattingen van burgers over de invloed die de aardbevingen hebben op het woongenot, onveiligheidsbeleving en de ervaren leefbaarheid in de regio.

Wat bieden wij?

CMO STAMM brengt de veiligheidsbeleving en veiligheidscijfers in kaart voor gemeenten en regio’s in Groningen en Drenthe. Op basis van de jaarlijkse Veiligheidsmonitor, uitvragen onder het Groninger Panel en Versnellingssessies blijven wij trends en ontwikkelingen monitoren. Via factsheets en visualisaties presenteren wij relevante onderzoeksresultaten die zicht geven op de gevoelens en behoeften van inwoners ten aanzien van de aardbevingen, veiligheidsbeleving en leefbaarheid in de regio.

Aanleiding

De regio Zuidoost-Drenthe is anticipeergebied in het kader van bevolkingsdaling en vergrijzing/ontgroening. In het gebied is tevens sprake van een lage SES. Zuidoost-Drenthe komt zo in aanmerking voor deelname aan het nieuwe LEADER-programma, een Europees subsidieprogramma voor de vitalisering van het platteland. Vanaf juli 2015 werken we in de regio Zuidoost-Drenthe met het LEADER-programma. Het programma is toegespitst op de plattelandsgebieden van de gemeente Emmen, gemeente Coevorden, gemeente Borger-Odoorn en het veenkoloniale deel van de gemeente Aa & Hunze. Insteek: het platteland laten bruisen, scoren met energie uit de regio en samen werken aan vernieuwende ideeën.

Aanpak

De Provincie Drenthe verleende CMO STAMM de opdracht de Lokale ActieGroep (LAG) te assisteren bij haar werkzaamheden. De LAG bestaat uit bewoners/ondernemers en de wethouders van de gemeenten in de regio Zuidoost. De LAG jaagt het LEADER-programma in de regio aan, stelt een Lokale OntwikkelingsStrategie (LOS) op en beoordeelt vanaf juli 2015 de aanvragen van initiatiefnemers.

Resultaten

CMO STAMM stelde onder meer de concept LOS op. Daartoe werden een grote bewonersbijeenkomst (ruim 200 aanwezigen) met workshops en een aantal inloopcafé’s georganiseerd. De vijf speerpunten die hieruit voortvloeiden vormden het fundament van de LOS. De LOS ligt nu ter goedkeuring voor. Naar verwachting kunnen vanaf de zomer van 2015 aanvragen gedaan worden.

Aanleiding

De provincie Drenthe zet in de komende jaren in op het versterken van de vitaliteit van het Drentse platteland, om zo een impuls te geven aan de leefbaarheid van het platteland. Een deel van de provincie kenmerkt zich door een stapeling van problematiek op het (sociaal-) economische en demografische vlak. De provincie Drenthe wil voor deze regio – Zuidoost-Drenthe en het plattelandsgebied van Hoogeveen – een doorstart maken in het proces gericht op een geconcentreerde aanpak (lijn twee in het provinciale beleidskader Vitaal Platteland).
De provincie vraagt CMO STAMM om, samen met de betrokken gemeenten te komen tot een gezamenlijke aanpak van de meest prangende sociaal-economische vraagstukken van de regio Zuid Oost Drenthe voor de termijn 2014-2020.

Uitdaging

• Inzicht krijgen in de sociaal economische knelpunten en opgaven
• Een gerichte regionale (geconcentreerde) aanpak en doeltreffende inzet van middelen
• Een gezamenlijke aanpak van de meest prangende sociaal-economische vraagstukken van de regio Zuid Oost Drenthe voor de termijn 2014-2020.

Aanpak

• Advies over het proces om te komen tot een geconcentreerde aanpak van de krimp- en leefbaarheidsopgaven in Zuidoost Drenthe
• In beeld brengen van de sociaal-economische knelpunten en opgaven
• Coördineren & begeleiden van de planvorming en de uitvoering
• Opstellen van een uitvoeringsprogramma van de krimp- en leefbaarheidsvraagstukken.

Resultaten

Kadernotitie ‘met het uitvoeringsprogramma van de krimp- en leefbaarheidsopgaven in Zuidoost Drenthe. (‘Samenwerken aan een vitaal platteland Zuidoost Drenthe. Een geconcentreerde aanpak voor Zuidoost-Drenthe 2014-2020’)

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Een zielig gezicht. Naast de Spar staat een winkelpand zonder ogen: voor de ramen zijn planken gespijkerd. En als je even verder loopt kom je nog een paar van die oogloze gebouwen tegen. Behalve de Spar zit er nog een sigarenwinkeltje. Sigaren? Kopen mensen tegenwoordig nog sigaren? En op deze plek? Verder is er eigenlijk geen reden hierheen te komen. Maar je kunt er vandaag de dag wel goed parkeren…
Krimp en crisis hebben hier toegeslagen. Helaas niet de enige plek die er zo uitziet. Als het zo doorgaat sluit dit jaar een kleine duizend winkeliers in ons land de deuren. Hoe wordt zo’n winkelcentrum nu weer bruisend? Hoe ontstaat er weer toeloop? Hoe krijgen we de energie hier terug? Hoe wordt een centrum met een slecht imago weer “eigen”?

Bestuurlijke oplossingen

Bestuurlijk Nederland schiet bij een leeglopend centrum vaak in een bekende kramp. Denkt in megalomane oplossingen. “Er moet een nieuw centrum komen, dat trekt ondernemers en klanten.” “We maken een fietsbrug naar het centrum.” “Met een nieuwe tunnel wordt het centrum veel toegankelijker.” Rode draad: je bent er miljoenen aan kwijt. En er komt geen bewoner aan te pas. Het DNA van het centrum is niet veranderd. Het is slechts plastische chirurgie.

Bruisen met burgers

Echt bruisen doe je met burgers, niet met beton. De combinatie van burgerkracht en ondernemerschap leidt tot een duurzaam fundament onder het centrum. Want met een initiatief van burgers en ondernemers sla je twee vliegen in één klap:

Een krachtige innovatieve aanpak

Het imagoprobleem is voorbij – de centrumgebruikers vormen immers zelf het vliegwiel.
Rode draad: groot maatschappelijk rendement en kostenbesparing voor de overheid.

Lokale kracht van burgers

Wat kunnen burgers en ondernemers nu meer dan bestuurders en vastgoedbeheerders?
Burgers en ondernemers zetten lokale kracht in, kijken naar het centrum vanuit de vraag die er in dorp of wijk is. Bedenken wat ondernomen moet worden en ondernemen het. Verzinnen aan de keukentafel heel andere dingen dan professionals achter een bureau of een tekentafel. Ze gaan voor levendigheid, reuring, kleur, knusheid, gezelligheid, warmte. Weg met de kilte.

Er zit daarbij zoveel initiatief en potentieel ondernemerschap in wijk en dorp. Er lopen zoveel ZZP-ers rond die een onderkomen met uitstraling zoeken. Er is zoveel handel waar nog niet in gehandeld wordt. Er zijn zoveel bewonersbedrijven en wijkondernemingen zonder onderkomen. Er zijn zoveel mensen die een aandeel willen kopen om de supermarkt nieuw leven in te blazen. Er zijn zoveel creatieve geesten die een podium of “etalage” nodig hebben. Er zijn zoveel publieke functies die door bewoners worden overgenomen en juist in een centrum passen, nieuwe ontmoetingsplekken, eetcafé, koffiecorner. Ofwel: nog meer trek naar het centrum.

En als er niet meteen een definitieve invulling voorhanden is, kunnen ondernemers er voor een half jaar hun intrek nemen – en wie weet blijven ze daarna wel, kunnen mensen via een leuke inrichting leren hoe makkelijk je een lege ruimte weer knus en bruikbaar maakt, maken initiatiefnemers een mooie, misschien wel interactieve etalage. Bij dit alles siert het pandeigenaren als zij kritisch naar de marktwaarde en daarmee naar de prijs van hun vastgoed kijken.

Leegstand hoeft niet! Maak van het centrum weer een feestje – breng er beweging in met burgerkracht!

De statistiek zegt het. Zuidoost-Drenthe heeft een lage sociaal-economische status, een lage SES. Afstand tot de arbeidsmarkt, laag opleidingsniveau, veel werkloosheid, lage inkomens, sociale en gezondheidsproblemen.

Maarrrr burgers en ondernemers in de dorpen van Zuidoost-Drenthe herkennen zich niet in deze karakterschets van hun gebied. In een kleurrijk palet van burgerinitiatieven en ondernemerschap tonen zij zich eerder – en liever – van hun sterke kant. Van oudsher zijn bewoners hier gewend hun eigen boontjes te doppen. Vanuit een zelfbewuste dorpse eigenzinnigheid zijn overheden en instanties daarbij niet hun natuurlijke partner. Statistiek, regels en ambtenaren – en ook de lage SES – zijn de andere wereld. Hier botsen de culturen van de statistiek en van de straat, van de regels en van de reuring.

Eigen regie

Veel dorpse zaken kunnen zonder de gemeente en zonder instanties. In veel opzichten kunnen dorpen hun eigen regie pakken. Hoewel gemeente en instanties daar een ander beeld van hebben, zijn zij lang niet overal bij nodig. En zelfs bij kwesties waar de gemeente wel bij nodig is, kunnen burgerinitiatieven verrassend uit de hoek komen en nieuwe voldongen feiten creëren. Waar de gemeente dan een antwoord op moet verzinnen. Of niet. Want – zoals Paul Frissen zegt – “Niets doen is ook een optie…”

Op zoek naar elkaar

In de nieuwe ambities van de Zuidoost-Drentse burgerkracht ervaren burgers en overheden echter toch de noodzaak op zoek te gaan naar elkaar. Omdat je vroeg of laat in het regisseren van je dorp toch weer die overheid tegenkomt. Omdat een gemeente poogt los te laten. Een zoektocht dus, naar nieuwe vormen van samenwerking die op den duur leiden tot het dichten van kloven en tot nieuw vertrouwen.

In die samenwerking moet ruimte ontstaan voor de reuring. Ruimte geven aan deze dorpse kracht, aan de potentie, aan de wil om zelf de regie te nemen. Dat genereert sociaal-economische vitaliteit, zorgt voor verbinding, veerkracht en leven in de brouwerij. Dat houdt gemeenschappen en daarmee de regio duurzaam levensvatbaar. De bedreigingen van de lage SES voeren daarmee veel minder de boventoon, terwijl de kansen volop tot bloei komen.

Burgerinitiatieven waar de regio vitaler van wordt zijn vooral ook die initiatieven die met ruimte of een duwtje snel zelfdragend zijn. Die niet met opgehouden hand blijven terugkomen bij de overheid. Waar van meet af aan oog is voor een gezond verdienmodel. Subsidie-gedreven initiatieven sterven een zachte dood als de subsidie op is.
Zo werkt het dorp Barger-Compascuum aan een businesscase voor het dorp, waarin diverse ondernemende initiatieven met elkaar verknoopt worden. En waarin dat gebundelde ondernemerschap wordt versterkt om het dorp ook op langere termijn levensvatbaar te houden.

Met ruimte voor ondernemende burgerinitiatieven gaan we van regels naar reuring.

Dit ontketenen van lokale kracht opent de weg naar een sterke en ambitieuze businesscase voor de hele regio.

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Dromen zijn bedrog. Droom maar lekker verder. Keep dreaming. De droom staat in een kwaad daglicht. Wie droomt staat niet met beide benen op de grond. Wie droomt is niet realistisch.

Droom als drijfveer

Stap nu eens even af van die gangbare opvatting over dromen. Denk even met me mee…. Stel je voor dat je je iets voorneemt, dat je je iets wenst. Dat voornemen, die wens, is een belangrijke drijfveer. Je hebt iets niet en je wilt het wel. De kloof tussen het niet hebben en het vervullen van je wens kan als frustrerend ervaren worden. Maar je kunt het ook als ambitie zien.

Wat is die wens, die drijfveer van ambitie nu anders dan een droom?

Kwestie van woordgebruik misschien.

Nieuwlandenaren geloven in hun dorpsdroom

In het dorp Nieuwlande startten de bewoners nu bijna tien jaar geleden met een dorpsdebat over de wensen van de dorpsgemeenschap. Eén daarvan was een gezamenlijke ontmoetingsplek waar dorpshuis en scholen, zorg en sport zouden samenkomen. Op dat moment een zeer verre stip aan de horizon. Er was voor dorpsinitiatieven een kleine twee ton beschikbaar. En een accommodatie zou in de miljoenen lopen. Er waren ook mensen die dat frustreerde en die afhaakten. Maar de meerderheid bleef positief en ambitieus. Vanaf die tijd sprak men in het dorp van de droom. Een droom die bewoners met elkaar deelden. En die ze uitdroegen, bij overheden, ondernemers, zorgpartijen, de twee scholen. Iedereen geloofde uiteindelijk in diezelfde droom. De kracht van de droom was zo groot dat dorpsbewoners, toen het budget voor de accommodatie en de locatie onder druk kwamen te staan, de gemeenteraad wisten te bewegen unaniem de dorpsdroom te steunen. Nieuwlandenaren zeggen “Het begon met een droom die we samen hadden en waaraan we vastgehouden hebben.” De energie en de power van de droom hebben zich bewezen. Vorige week opende het multifunctioneel centrum in Nieuwlande zijn deuren!

Durf te dromen!

Onderschat nooit de kracht van zo’n droom. Een dorp of een wijk met een droom laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Het moet al gek lopen als zo’n woongemeenschap zijn droom niet realiseert. Eigenlijk weet je zeker dat bij een sterk gevoeld gezamenlijk streven het einddoel altijd behaald wordt. Het kan even duren, het bijeen sprokkelen van het geld is vaak een flinke hobbel, maar lukken zal het. Zelfs in crisistijd geldt “Voor een goed plan is altijd geld!”

Durf dus te dromen! Durf te denken aan je succes! Van droom naar daad.

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Zwanenzang van het zwembad? Dacht het niet! Zwembaden gaan bij bosjes dicht. Gemeenten moeten bezuinigen. Crisis en krimp maken het heroverwegen van voorzieningen noodzakelijk. Zeker in kleine dorpen – maar ook in stadswijken – wordt een zwembad dan al gauw een onbetaalbare luxe. En het sluiten van een zwembad levert een gemeente op jaarbasis ook meteen flink wat op. Al moeten daar de kosten van de sluiting nog wel vanaf: sloopkosten, herinrichten gebied, afstoten personeel, onderhoud van het nieuwe gebiedje.

Jaarexploitatie

De jaarexploitatie kost al gauw tussen een kwart en een heel miljoen. Algemeen neemt men – zeker in gemeenteland – dan ook aan dat een dergelijke jaarexploitatie alleen maar met een hoop subsidiegeld overeind kan worden gehouden. Grote bedrijven kloppen nog wel eens aan als een zwembad dicht gaat of de exploitatie ervan “gedownsized” moet worden. Veelal met een plan waarin het bad kleiner wordt, de openingstijden sterk verslechteren en de kosten van een kaartje aanzienlijk stijgen. Of – nog erger – waarin alleen bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld de gasten van de camping, nog toegang tot het bad hebben.

Bewonersinitiatief

Een bewonersinitiatief om het zwembad te gaan exploiteren of zelfs in zijn geheel over te nemen wordt in de regel wat schamper bekeken. “Dat kunnen ze niet.” “Zo’n groot exploitatietekort kunnen bewoners nooit dichten.” “Bewoners hebben geen verstand van het runnen van een zwembad.” “Niet haalbaar.” “Je mag het proberen maar het lukt je toch niet.”

Dorpsbedrijf

Maar….
Het dorp durft! Het dorp DOET! Er zijn inmiddels vele voorbeelden van dorpen (en wijken) waar bewoners hun bad zelf beheren met nog een deel overheidsbijdrage. En daarnaast hebben we sinds 2013 het voorbeeld van het Dorpsbedrijf in het Drentse Valthermond. Bewoners richtten na de aankondiging dat het bad gesloten zou worden een Dorpsbedrijf op en namen het zwembad over. Het zwembad heet “De Zwaoi”, dus bewoners noemen hun bedrijf “De Ommezwaoi”. Een fantastisch voorbeeld van pure burgerkracht.

Wat doet zo’n dorpsbedrijf nu om de exploitatie te verbeteren? Hoe sluist het zwembad in Valthermond een gat van 250.000 euro dicht??
Een simpel antwoord is: het reduceren van de kosten en het verhogen van de inkomsten.
In een sterk ondernemingsplan bespaart Dorpsbedrijf “De Ommezwaoi” op de personele kosten, op de energiekosten, op onderhoud en schoonmaak. Zo werden de installaties beter afgesteld en legden de bewoners heatpipes aan waarmee ze per zwemweekend bijna 300 kuub gas besparen. Verder zijn rond de 130 vrijwilligers aan de bak!!
Inkomsten schoten omhoog door een goede horecavoorziening, door het inzetten van gastvrouwen die gezelligheid brachten, door een abonnementsactie, door sponsoring van lokale ondernemers en door het aanspreken van nieuwe doelgroepen. Het dorp voert campagne om meer toeristen te trekken. Jongeren meden het zwembad omdat ze op de veldjes hun mobieltjes uit moesten zetten, omdat er geen wifi was en vanwege de matige horeca. “De Ommezwaoi” zorgde voor gezelligheid en free wifi en de jongeren zijn terug!

Draagvlak

Bewoners kunnen dit doorgaans beter dan gemeenten omdat ze de klant kennen, de klant zijn.
Als geen ander weten ze wat dorp of wijk vraagt en wenst, zien ze kansen die vanachter een bureau onzichtbaar zijn. En – misschien wel het allerbelangrijkst – ze vormen het draagvlak, zijn zelf het hart van de samenleving. Bij hen heerst het gevoel: dit is ons bad, wij runnen het, voor onze kinderen en onze gasten.

Geen zwanenzang voor het zwembad dus! Bewoners in business!!

Aanleiding

EVOKE is de afkorting van Enhanced Vocational Opportunities, Knowledge and Education (Verbeterde Beroepsmogelijkheden, Kennis en Onderwijs). In alle landen die meedoen aan Evoke zijn voortijdig schoolverlaten en de transitie naar de arbeidsmarkt zaken die verder verbeterd kunnen worden. Noorwegen en Nederland hebben al methodes ontwikkeld die de situatie in hun landen hebben verbeterd. Deze methodes evalueren de effectiviteit van de diensten en meten de toegevoegde waarde van de sociale opbrengst van de investeringen (SROI). Bijvoorbeeld de kosten (geld, tijd en middelen) afgezet tegen de uitkomsten (werk, terug naar school, de beoordeling van de diensten).

Aanpak

In dit Leonardo da Vinci project gaan we deze methoden overdragen, aanpassen en doorontwikkelen tot een nieuw systeem van kwaliteitsborging van de loopbaan begeleiders in scholen en sociale diensten.

Dit project is interessant voor alle scholen, sociale diensten en gemeenten die werken met risico-jongeren en te maken hebben met de transitie van jongeren terug naar school en van school naar de arbeidsmarkt.

Enhanced vocational opportunities, knowledge and education

Rol/role CMO STAMM Partner
Subsidieregeling/funding Leonardo – LLP
Projectcode 2011-1-NO1-LEO05-03274
Website www.projectevoke.org

Aanleiding

Dit project is een reactie op de veranderingen op de arbeidsmarkt en anticipeert op nieuwe vaardigheden die nodig zijn in deze veranderende (economische) omgeving.

Leonardo da Vinci partnership, een Europees uitwisselingsproject C.A.S.E.S. WORK. Cases staat voor Collaborative And Social Enterprises aS a new model of economic activity and WORK opportunity.

Aanpak

Over C.A.S.E.S. Work
Dit project is als reactie op de behoeften van de arbeidsmarkt ontstaan en anticipeert op de nieuwe vaardigheden die nodig zijn in deze nieuwe (economische) omgeving. Het project wil:
– de wereld van sociale en collaboratieve ondernemingen in heel Europa onderzoeken,
– verzamelen van goede praktijken
– innovatieve- en educatieve hulpmiddelen bouwen in verschillende talen,
– een digitale gids zijn voor sociale Enterprise en startende ondernemers activiteiten en relevante informatie bieden,

Resultaten

De 15 verschillende Europese partners hebben hun kennis en ervaring gedeeld over social enterprises in de 15 verschillende landen. Sociale ondernemingen zijn tijdens de werkbezoeken in Frankrijk (Parijs), Nederland (Groningen), Ijsland (Reykjavik), Portugal (Arganil) en UK (Bishops Castle) bezocht. Een aantal zijn beschreven in documenten (zie onderstaande bijlage, ook voor andere relevante documenten).

Meer informatie op de website van Cases Work: www.caseswork.eu

Bijlagen
Best practices Nederland
Best practices alle landen
Best practices Belgie Turkije Nederland Bulgarije
Folder Cases Work
Kansen voor sociale ondernemingen

Rol/role CMO STAMM Leadpartner
Subsidieregeling/funding Leonardo – LLP
Projectcode 2012-1-IT1-LEO04-02896 20

Aanleiding

In 2003 ging de ontwikkeling van de Voorpost Gezondheidszorg van start in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Het gaat om een driejarig project met als doel de weg naar de zorg-, hulp- en dienstverlening te effenen voor mensen van allochtone afkomst door het voorkomen, verhelderen of oplossen van communicatieproblemen in de hulpverleningsrelatie. Daarnaast biedt de Voorpost Gezondheidszorg ondersteuning aan instellingen en organisaties die de effectiviteit van hun interculturele zorg-, hulp- en dienstverlening willen verbeteren.

Aanpak

De Voorpost Gezondheidszorg is geen nieuwe voorziening, maar een manier van werken, waarin een zorgconsulent samenwerkt met vrijwillige intermediairs. Zij geven informatie, advies en ondersteuning aan bewoners bij het zoeken naar en vinden van de juiste hulp-, zorg- en dienstverlening. De medewerkers werken out-reachend en zijn gemakkelijk toegankelijk voor de doelgroep, omdat ze op plekken werken, waar de doelgroep zich bevindt (zoals school, wijkcentrum). Zij kennen de cultuurverschillen en spreken de taal van de doelgroep. Daarnaast ondersteunen zij beroepskrachten bij problemen op het gebied van communicatie- en het omgaan met cultuurverschillen.

Voorpost gezondheidszorg is aanvankelijk gestart in Hoogezand-Sappemeer, maar heeft navolging gekregen in onder andere Veendam, Delfzijl en Leeuwarden.

Voorpost gezondheidszorg

Aanleiding

In 2011 participeerde CMO STAMM in De Vonk van Nederland, een project van CMO Spectrum uit Gelderland. Hoe maak je opvoeden en opgroeien in je wijk leuker? was de hoofdvraag achter het project. Vijf Nederlandse gemeenten namen deel aan De Vonk, in Groningen waren dat Haren en Ten Boer. Inwoners van die gemeenten mochten zelf ideeën bedenken die de collectieve verantwoordelijkheid voor het opvoeden en opgroeien van de jeugd in de eigen omgeving zouden vergroten. En het bleef niet bij het bedenken van ideeën, de burgers konden ook zelf een winnaar kiezen. Iedereen kon meedoen en ook meebepalen wie er won. De winnaar kreeg een cheque van €15.000,- om het project te realiseren.

Winnaars in Haren en Ten Boer

De Buurtbox kreeg in Haren de meeste stemmen. De Buurtbox is een digitale en sociale marktplaats met vragen en aanbiedingen van mensen uit een bepaalde buurt. Het gaat om kleine sociale diensten met gesloten portemonnee. De Buurtbox stimuleert sociale betrokkenheid tussen jong en oud. In Ten Boer kreeg Woltersumwilwel de meeste stemmen; een weekend om alle Woltersummers de gelegenheid te geven om samen te komen en (opnieuw) kennis te maken met alles wat er in het dorp leeft, beweegt en onderneemt. Het weekend is de start van een reeks activiteiten.

Vernieuwend en spannend

De Vonk van Nederland was een vernieuwend project, dat vonden ook de ambtenaren. Uit de evaluatie bleek dat de Harense ambtenaren het vooral nieuw (en eng) vonden om burgers zonder verantwoordingsplicht een bedrag ter beschikking te stellen en maar af te wachten wat het oplevert. Het is ook vernieuwend omdat het past bij een nieuwe politieke tendens naar meer verantwoordelijkheid voor de burger.

Aanleiding

CMO STAMM maakt deel uit van het FIESTA-netwerk. FIESTA staat voor Facilitating Inclusive Education and Supporting the Transition Agenda. Het betreft een internationaal netwerk dat de expertise van elf partnerorganisaties uit Ierland, Groot-Brittannië, Roemenië, Cyprus, Griekenland, Finland, Nederland, Spanje en Bulgarije samenbrengt.
FIESTA heeft als doel om een multidisciplinaire leeraanpak te ontwikkelen voor professionals in het onderwijs, de gezondheidszorg en de sociale voorzieningen, om op deze manier de aanvullende leer- en ondersteuningsbehoeften voor kinderen met speciale behoeften te faciliteren gedurende transitieperiodes.

Aanpak

De overgang van voorschoolse voorzieningen naar de basisschool en van de basisschool naar het voortgezet onderwijs kan voor elke leerling een moeilijke en stressvolle tijd zijn. FIESTA geeft ouders en kinderen met speciale leerbehoeften, onderwijzers en professionals in de gezondheidszorg / sociale voorzieningen de kans om samen te werken en om aan de individuele behoeften van kinderen met speciale leerbehoeften tegemoet te komen gedurende transitieperioden.

Resultaten

Resultaten van het netwerk zijn overdraagbare hulpmiddelen, zoals de self-assessment tool, transition starter kit, 3 training modules en instructie-video’s. Deze middelen kunnen worden gebruikt voor kinderen met speciale leerbehoeften en voor andere leerlingen die gedurende transitieperiodes extra kwetsbaar kunnen zijn. Alle materialen en informatie kunnen gevonden worden op de netwerk website www.fiesta-project.eu.
Het FIESTA-netwerk staat open voor ouders, leerlingen met speciale leerbehoeften, docenten, betrokken professionals vanuit de gezondheidszorg en sociaal werk en NGO’s. Als je deel wilt nemen aan ons netwerk of hierover meer wilt weten, neem dan contact op met de projectleider in Nederland, Henk ten Brinke.

Nieuwsbrief 1

Nieuwsbrief 2

Nieuwsbrief 3

Nieuwsbrief 4

Nieuwsbrief 5

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door middelen van de Europese Commissie.

Rol/role CMO STAMM Partner
Subsidieregeling/funding Comenius
Projectcode 517748-LLP-1-2011-1-IE-Comenius-CNW
Website http:// www.fiesta-project.eu

© 2024 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X