Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen
Een jongen heeft moeit met het lezen van een boek

SER: kabinet doet te weinig om laaggeletterdheid tegen te gaan.

Het kabinet presenteerde in maart 2019 plannen voor de aanpak van laaggeletterdheid. In de Kamerbrief kondigt minister van Engelshoven maatregelen aan, maar volgens Sociaal-Economische Raad (SER) met te weinig middelen. In een advies aan de regering stelt SER dat het kabinet de urgentie van dit probleem niet inziet. Met de publicatie van het advies ‘Samen werken aan taal‘ spoort SER de overheid aan. In plaats van de verantwoordelijkheid op gemeenten af te schuiven, zoals nu gebeurt, zou de regering de regie moeten nemen.

Opbrengst voor de samenleving

De SER adviseert het kabinet het budget te verdubbelen en effectiever in te zetten om voldoende laaggeletterden te bereiken en kwalitatieve cursussen te kunnen bieden. De €84 miljoen van het kabinet is te weinig om 2,5 miljoen mensen te kunnen helpen. Om de problemen op te lossen, is waarschijnlijk het dubbele budget nodig. De opbrengst levert de samenleving en het bedrijfsleven meer winst dan kosten op. Laaggeletterdheid brengt maatschappelijke kosten met zich mee, door inkomensverlies, minder belastinginkomsten en een groter beroep op sociale zekerheid. Daarbij is het vaak ook een oorzaak van andere problemen zoals schulden, armoede, gebrek aan zorg of een slechte woonsituatie.

Urgentie

Om laaggeletterdheid aan te pakken is een landelijk beleid met regionale uitvoering hard nodig. Het kabinet legt de verantwoordelijkheid nu te veel bij de gemeenten. De SER adviseert gemeenten beter samen te werken met werkgevers, werknemersorganisaties, maatschappelijke organisaties en onderwijs. Bestaande initiatieven om laaggeletterdheid aan te pakken bereiken te weinig mensen. Instanties als het UWV en schuldhulpverlening moeten, net als gemeenten en bedrijven, volgens de SER tijdig signaleren dat iemand laaggeletterd is, alert zijn op de behoefte aan taalcursussen en daarvoor verwijzen.

Regionaal organiseren

De SER vindt het nodig dat er in alle gemeenten een goed en bereikbaar aanbod is van cursussen voor laaggeletterden. Daarvoor is regionale samenwerking nodig. De cursussen moeten worden gegeven door voldoende en goed opgeleide docenten. Ook moet de kwaliteit van cursussen worden verbeterd, en worden gezorgd dat er voldoende geld is om zoveel mogelijk laaggeletterde mensen met passende scholing te helpen. Naast de regionale aanpak is kennisuitwisseling nodig, bijvoorbeeld door een kenniscentrum in te richten. De SER vindt dat er in elke gemeente een herkenbare plek moet zijn waar mensen cursussen kunnen volgen en informatie kunnen halen.

Aandacht voor laaggeletterdheid in Drenthe en Groningen

In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden. Dat staat gelijk aan 18%, dus ongeveer 1 op de 6 mensen in Nederland. Onderzoek toont aan dat 1,7 miljoen Nederlanders laaggeletterd is. Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe, onderdelen van CMO STAMM, hebben deze cijfers ook voor onze provincies. In Drenthe loopt een driejarig provinciaal onderzoek waar CMO STAMM in de begeleidingscommissie zit en de verbinding legt met de partijen.

Met het testpanel Abacadabra en de gemeente Hoogeveen ontwikkelen we een handleiding en keurmerk om heldere taal te gebruiken in communicatie. Uitgangspunt is altijd met de mensen zelf te ontwikkelen, zij zijn dan ook nauw betrokken. CMO STAMM zoekt in Groningen en Drenthe de verbinding tussen de verschillende partijen. Vanuit de samenwerking met het bondgenootschap naar een geletterd Drenthe verzamelen we kennis en ervaringen met laaggeletterdheid op het digitaal kennisplatform: www.naareengeletterddrenthe.nl.

Laaggeletterdheid op de werkvloer

Meer dan de helft van de laaggeletterden werkt. Het lezen en begrijpen van veiligheidsvoorschriften en werkinstructies, en omgaan met computers is een gedeeld probleem, want dit is ook van belang voor de werkgevers. Om concurrerend te zijn, hebben werkgevers mensen nodig die taal- en digitale vaardigheden beheersen. Ook werkgevers en collega’s op de werkvloer kunnen hierin een veel actievere rol in krijgen. Werkgevers kunnen laaggeletterde medewerkers opleidingen op maat bieden. Ook vakbonden kunnen via de O&O fondsen bijdragen aan scholing binnen bedrijven. De SER doet de aanbeveling bedrijven te ondersteunen bij het aanbieden van cursussen op de werkvloer.

Ontwikkeling taal op school en daarna

Scholen hebben een belangrijke rol in het tegengaan van laaggeletterdheid. De Onderwijsinspectie waarschuwt in het rapport De staat van het onderwijs voor toegenomen laaggeletterdheid. Er komen jongeren van school met een te laag taalniveau. De SER noemt het verleren van leesvaardigheden, wanneer zij na hun schoolperiode hier te weinig gebruik van maken, een onderschat probleem.

Bron:

Adviesrapport ‘Samen werken aan taal’, SER
Ser: kabinet doet te weinig om laaggeletterdheid tegen te gaan, Trouw.nl
SER: Kabinetsbeleid is niet voldoende om laaggeletterdheid aan te pakken, SER.nl

De gemeente Hoogeveen is al een aantal jaren bezig om een kindvriendelijke gemeente te worden. Het programma ‘Jong Hoogeveen’ is één van de speerpunten in dit proces. Het vergroten van de kansen van kinderen is hierin de hoofdambitie. Een nieuwe manier van omgaan met kinderen is hierin ingezet. De verbindende aanpak (restorative practice) wordt nu al toegepast op een aantal scholen in de gemeente en de aanmeldingen blijven binnenstromen.

Het bezoek in februari van de vertegenwoordigers van Child Friendly Leeds heeft er voor gezorgd dat het project is gaan leven in Hoogeveen. Waar het eerst gezien werd als een project van de gemeente, wordt het nu gezien als project van de hele gemeente. En steeds meer organisaties willen meedoen.

Verbindende aanpak

In het najaar van 2018 is een groep uit Hoogeveen op bezoek geweest in Leeds. Hier hebben zij kennisgemaakt met de verbindende aanpak. Deze manier van omgaan met jongeren, die vooral gericht is op een goede relatie met jongeren, biedt uiteindelijk veel meer mogelijkheden voor beide partijen. In Leeds zijn er in totaal 16 trainers opgeleid in deze methode.

Eenmaal terug in Hoogeveen, zijn deze trainers bezig gegaan met het trainen van anderen. Het bezoek van Andy en Sue, vertegenwoordigers Child Friendly Leeds, heeft gezorgd voor extra verdieping binnen dit proces. Tegelijk is er ook extra aandacht en interesse ontstaan voor de methode. Dit is onder andere te zien aan de constante stroom van aanmeldingen van organisaties in de gemeente.

Methode

De verbindende aanpak kan op verschillende manieren ingezet worden. Organisaties die deelnemen, bepalen hun eigen prioriteiten. Er zijn geen verplichte routes; er is juist erg veel ruimte voor organisaties om zelf keuzes te maken. Wanneer een organisatie deel wil nemen, zullen zij een aantal trainingen volgen. Tijdens deze trainingen maken zij kennis met de verschillende aspecten binnen de methode, maar ze zullen deze ook zelf ervaren.

Johanna Sellis van gemeente Hoogeveen, benadrukt dat de scholen hun eigen prioriteiten stellen. “Het basisprincipe van de methode is om dingen samen te doen met de jongeren. Het opbouwen, onderhouden en herstellen van relaties is hierbij erg belangrijk. Maar er is verder geen vast programma voor de verbindende aanpak. Scholen kunnen zelf kiezen welke aspecten ze willen benadrukken, er is geen blauwdruk van hoe het moet.”

CityTrainers

Een ander initiatief van Jong Hoogeveen is het CityTrainers project. CityTrainers zijn jongeren die aan de hand van hun eigen talenten verschillende activiteiten organiseren en begeleiden in hun eigen buurt. De cursus die zij hiervoor gevolgd hebben, helpt ze hun eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. De CityTrainers worden door de kinderen in de wijk gezien als een rolmodel. Het contact met de kinderen in de buurt is het belangrijkste aspect van de CityTrainers. Zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en kunnen hiermee aan de slag.

Billy Joe is een CityTrainer in Hoogeveen. Door zijn sportieve aanleg, vindt hij het leuk om sportieve activiteiten te organiseren voor de kinderen in de buurt. “Zelf heb ik altijd gesport en ik vind dat kinderen zoveel mogelijk bezig moeten zijn. En dan bedoel ik niet op hun kamer aan het gamen of zoiets, maar lekker buiten en in beweging zijn!”

De cursus werd door Billy Joe gezien als een leuke vorm van zelfontwikkeling. “De cursus is echt een goed leerproces geweest! Je leert op een leuke manier je eigen talenten te gebruiken om leuke activiteiten voor de kinderen te organiseren. Daarnaast heb ik mijn eigen netwerk ook flink uitgebreid door de cursus, wat dan weer erg in mijn eigen voordeel werkt!”

Een nieuwe stap voor twee burgerinitiatieven in Gasselternijveen: Dorpscoöperatie De Brug en vereniging Dorpsbelangen Gasselternijveen zijn gefuseerd. Ze bundelen hun krachten om overlap in werkzaamheden te voorkomen en impact te vergroten. 

De vereniging Dorpsbelangen gaat op in dorpscoöperatie De Brug. Het nieuwe bestuur bestaat uit maar liefst tien gedreven bestuurders die zich inzetten voor de leefbaarheid van het dorp. De vernieuwde dorpscoöperatie komt op voor de belangen van het dorp en richt zich daarnaast op de vragen en zorgen van de individuele inwoners.

Feestelijkheden fusie

De samenvoeging werd op 1 mei 2019 een feit door het ondertekenen van de nieuwe (aangepaste) statuten van de dorpscoöperatie in aanwezigheid van notaris Akkerman van notariaat Aa en Hunze. Ook wethouder Henk Heijerman van gemeente Aa en Hunze was aanwezig. Beide hadden lof en warme woorden voor de nieuwe organisatie. Daarnaast werd het nieuwe (uitgebreide) bestuur voorgesteld. Het bestuur lichtte de plannen voor de nabije toekomst toe en inventariseerde de wensen die leven onder de inwoners van het dorp.

De plaatselijke coryfee Andries Middelbos componeerde een lied speciaal voor de gelegenheid ter ere van de feestelijke fusie. Onder zijn enthousiaste leiding werd deze in canon gezongen. Dit alles onder het motto: als het met de canon lukt, dan komt het met de nieuwe samenwerking van de dorpscoöperatie en dorpsbelangen ook wel goed. De canon klonk als een klok!

CMO STAMM ondersteunt Gasselternijveen

CMO STAMM was aanwezig bij de feestelijke start van de fusie. CMO STAMM was betrokken bij het voortraject en ondersteunt het dorp bij de plannen voor zorg en tijdelijk verblijf; een zorghotel in het oude gemeentehuis. De gemeente Aa en Hunze kocht dit pand onlangs aan om dit mogelijk te maken. Fenna Bolding van CMO STAMM werkt momenteel aan een haalbaarheidsanalyse en brengt de kansen voor deze nieuwe voorziening voor Gasselternijveen én de regio in beeld.

Bij de discriminatiemeldpunten in Noord-Nederland wordt steeds vaker melding gedaan van ongelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie 2018 Noord-Nederland, die de drie noordelijke discriminatiemeldpunten (antidiscriminatievoorzieningen) en de Politie-eenheid Noord-Nederland op 16 april 2019 presenteren.

Gezamenlijke cijfers

De Monitor bevat de gezamenlijke cijfers over discriminatiemeldingen die bij de Meldpunten en de Politie zijn binnengekomen en geregistreerd. Ook het College voor de Rechten van de Mens heeft haar cijfers beschikbaar gesteld. In Noord-Nederland zijn bij de politie 310, bij de Discriminatie Meldpunten 440 en bij het College voor de Rechten van de Mens 35 meldingen binnengekomen over ervaringen van discriminatie van burgers.

Discriminatiegrond handicap/chronische ziekte

Voor het vierde jaar op rij is er bij de discriminatiegrond handicap/chronische ziekte een stijging waarneembaar bij de Meldpunten. In 2018 werd er 71 keer melding gemaakt van discriminatie op deze grond. In 2017 was dit 60 keer het geval en in 2016 ging het om 44 meldingen. In 2015 waren er nog 35 meldingen. In de jaren daarvoor waren deze aantallen nog kleiner.

Discriminatiegrond herkomst of huidskleur

Het aantal discriminatiemeldingen op grond van herkomst of huidskleur is bij de Meldpunten de
afgelopen jaren nagenoeg gelijk; in 2018 werd dit in 191 gevallen genoemd als discriminatiegrond. Bij de politie laten de cijfers een grilliger verloop zien. De reden hiervoor is niet bekend; er is aanvullend onderzoek noodzakelijk om te achterhalen waardoor dit kan.

Discriminatie op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is verreweg het meest genoemde terrein waarop gediscrimineerd wordt bij meldingen van de Meldpunten. In 2018 gingen 109 van de 440 meldingen over ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt. Daarnaast wordt de openbare ruimte ook vaak aangewezen als een plek waar discriminatie ervaren of gesignaleerd wordt.

Discriminatiemonitor Noord-Nederland 2018

De Monitor Discriminatie kan gezien worden als een compacte, publieksvriendelijke factsheet rondom het thema ‘discriminatie’ in Noord-Nederland. Naast de cijfers over discriminatie informeert de Monitor over op welke wijze de Meldpunten door middel van voorlichtingen en gastlessen aandacht schenken aan deze thematiek. CMO STAMM faciliteert het Meldpunt Discriminatie Drenthe.

> Bekijk de Discriminatiemonitor Noord-Nederland 2018 (PDF 16 pagina’s)


 

Inwoners bundelen met nieuwe wooninitiatieven hun krachten om samen gelukkig, gezond en vitaal oud worden. Het kabinet stelt een regeling in om deze kleinschalige alternatieve woonvormen extra te stimuleren. Ook in onze regio wordt gewerkt aan nieuwe woonconcepten. Een inspirerend voorbeeld is Blue Zone Dorado – zorgneutraal wonen in Noordenveld.

Groeiende behoefte aan wooninitiatieven voor fitte ouderen

We worden allemaal ouder, we blijven langer gezond en we verhuizen niet meer naar verzorgingshuizen met intensieve zorg. Deze trend is het resultaat van overheidsbeleid en dit sluit aan bij wat inwoners het liefst willen: in de eigen omgeving blijven wonen, met hulp, steun en zorg aan elkaar, de regie in eigen hand, waar nodig professionele zorg en passend bij de eigen wensen.

Van Knarrenhof tot zorgcoöperaties, van dorpsloket tot zorgneutraal wonen

Op de golven van deze trend ontstaan steeds meer nieuwe vormen van wooninitiatieven met verschillende soort zorg. Deze variëren van knarrenhofjes, zorgcoöperaties, dorpsloketten voor hulp en steun aan elkaar, een zorghotel voor tijdelijk verblijf en nieuwe vormen van zorgneutraal wonen. Bij al deze initiatieven staan een gezonde leefstijl, inzet van zorgkracht voor elkaar en goede samenwerking tussen formele en informele zorg voorop.

Benut stimuleringsmaatregel van het kabinet

Het kabinet stimuleert wooninitiatieven voor fitte ouderen. Initiatiefnemers kunnen subsidie aanvragen om de haalbaarheid van hun plan te onderzoeken. Voor 2019 is er ruimte voor 70 tot 90 aanvragen. Ook voor de jaren daarna is er geld beschikbaar. De gelden zijn o.a. bestemd voor onderzoek naar de haalbaarheid van initiatieven en voor borgstellingen. De initiatieven moeten gericht zijn op:

  • senioren met een laag of middeninkomen;
  • minimaal vijf woningen.

Minister De Jonge doet een beroep op gemeenten om grond beschikbaar te stellen. Meer informatie over de nieuwe Stimuleringsregeling Wonen en Zorg (SWZ) is te vinden op www.rvo.nl/swz.

Deze stimulans van het kabinet biedt nieuwe kansen voor inwonersinitiatieven die zich richten op samen gelukkig, gezond en oud worden in de eigen omgeving. Maak gebruik van de nieuwe mogelijkheden die dit biedt! CMO STAMM ondersteunt dit soort initiatieven van inwoners, zorgpartijen en gemeenten graag. Voor meer informatie neem contact op met Fenna Bolding.

CMO STAMM heeft expertise, ervaring, kent valkuilen en succesvolle voorbeelden, kent de geldstromen en kan in alle fasen ondersteuning bieden. Wij brengen koplopers en startende initiatiefnemers bijeen om elkaar te inspireren en er samen beter van te worden.

Blue Zone Dorado

Een noordelijk inspirerend voorbeeld is Blue Zone Dorado: een nieuw concept voor ‘zorgneutraal wonen’ in Noordenveld. Een dynamische plek waar bewoners hun eigen zorg regelen, een plek om samen oud te worden, waar aandacht voor elkaar en een gezonde leefstijl hand in hand gaan. CMO STAMM ondersteunt dit initiatief.

Dit plan houdt in:

  • Nieuwe, duurzame woningen die voldoen aan alle eisen voor de toekomst;
  • Sociale setting waarin toekomstige bewoners elkaar optimaal ondersteunen;
  • Alle aspecten van een gezonde leefstijl komen terug in de woningen en de gezamenlijke ruimtes in een parkachtige setting (bewegen, ontspanning, gezonde voeding, sociale contacten en activiteiten).

Het levert een vitale leefomgeving waar minder behoefte is aan professionele zorg. Zorgneutraal wonen betekent niet dat er nooit een beroep op medische zorg zal worden gedaan,  maar door in te zetten op alle aspecten die bijdragen aan vitaliteit, gezondheid en geluk wordt de kans hierop wel kleiner. En als er zorg nodig is, wordt eerst bekeken wat de bewoners zelf kunnen betekenen, voor elkaar onderling of door collectief de nodige hulp, steun of zorg in te kopen.

De initiatiefgroep van inwoners heeft een plan gemaakt met afspraken over:

  • Welke community wil je zijn – inzet eigen talenten en expertise;
  • Woning en woonomgeving;
  • Organisatievorm en partnerschappen;

Het initiatief in Noordenveld liet zich inspireren door de Blue Zones. Blue zones zijn vijf plekken waar mensen langer en gezonder leven dan ergens anders op de wereld. Ook wie niet in een van de vijf Blue Zones leeft, kan in de eigen leefomgeving bewust aandacht geven aan de kenmerken die bijdragen aan een lang, gezond en gelukkig leven. Door in te zetten op sterke sociale cohesie, door te wonen met aandacht en zorg voor elkaar en voor de omgeving, door gezond te leven en bewegen in te bouwen in je dagelijkse ritme kom je al een heel eind. Zo is het mogelijk om ook in Noordenveld een Blue Spot te realiseren.

Lees ook: 9 kenmerken van Blue Zones

Naast het initiatief voor zorgneutraal wonen zijn er nog vele andere nieuwe woonconcepten mogelijk om gezond, gelukkig en vitaal oud te worden.

 

Fotoinzet: De initiatiefgroep Blue Zone Dorado heeft afspraken vastgelegd in een convenant.

Actief kinderarmoede helpen bestrijden, dat beloofden meer dan 100 landelijke partners. Zij ondertekenden het convenant van Alliantie Kinderarmoede op 26 maart 2019 tijdens de lancering van de Alliantie Kinderarmoede Nederland. Zowel overheden, bedrijven als maatschappelijke organisaties behoren tot de ondertekenaars. Naast CMO STAMM zijn de Noord-Nederlandse partners onder meer de gemeente Groningen, GGD Groningen, Alfa-college, Hanzehogeschool Groningen en Alliantie van Kracht.

De partners in de Alliantie Kinderarmoede Nederland hebben als hoofduitgangspunt dat zij in alles wat ze doen altijd luisteren naar de wensen van de kinderen en de gezinnen. Hun inzet is gericht op:

  • Signaleren en bespreekbaar maken van armoede, weten welke andere organisaties betrokken kunnen worden bij de oplossing ervan.
  • Oplossen van de (gezondheids)gevolgen van armoede binnen (aanstaande) gezinnen.
  • Actief samen werken en laten zien wat werkt.
  • Meewerken aan de (jaarlijkse) monitoring over de uitvoering van de activiteiten en voortgang van de pledge.

Organisaties die ook hun bijdrage willen leveren kunnen zich aanmelden via www.alliantiekinderarmoede.nl.

Initiatiefnemers

De Alliantie Kinderarmoede is ontstaan vanuit de samenwerking tussen Alles is Gezondheid, Missing Chapter Foundation en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). De Alliantie Kinderarmoede zet samenwerkingen tussen verschillende organisaties op om nieuwe, creatieve en slimme oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. De Alliantie Kinderarmoede ziet erop toe dat de initiatieven van de partners per branche kunnen groeien zodat er een synergieeffect ontstaat.

Bron: persbericht Alliantie Kinderarmoede

Meer informatie

> Alliantie Kinderarmoede Nederland

> Inzicht in cijfers Armoede in Groningen (Sociaal Planbureau Groningen)

> Inzicht in cijfers Armoede in Drenthe (Trendbureau Drenthe)

Op 22 november 2018 was het provinciehuis van Groningen het mooie decor van de Werkconferentie van de Zorgmonitor Groningen met het thema ‘Groninger ouderenzorg; kracht in de keten!’, georganiseerd door Sociaal Planbureau Groningen en GGD Groningen. Een geslaagde conferentie met ruim honderd deelnemers, inspirerende sprekers en zes werksessies. Maar liefst 48 mensen hebben zich aangemeld om samen aan de slag te gaan met de uitkomsten van de werksessies. In Doetafels, georganiseerd door CMO STAMM, geven zij een mooi vervolg aan de vastgestelde prioriteiten!

4 Doetafels van start

Tijdens de Werkconferentie ‘Groningen Ouderenzorg: Kracht in de keten’ deden de deelnemers mee aan zes verschillende werksessies. De deelnemers benoemden tijdens deze sessies concrete kansen die de zorg in de keten rond ouderen verbeteren. 48 deelnemers meldden zich aan om met de concrete acties aan de slag te gaan. Inmiddels zijn er al vier Doetafels georganiseerd. De Doetafels gaan aan de slag met de volgende thema’s en bijbehorende prioriteiten:

Soepel uit het ziekenhuis

  • Bewustwording versterken bij inwoners: Informeren over mogelijkheden en adressen waar ze heen kunnen;
  • Wijzen op eigen verantwoordelijkheden en eigen regie en gedrag;
  • Duidelijke regie totale keten is nodig: Wie is de contactpersoon en stuurt de zorg voor de oudere aan?

Langer vitaal en positief gezond

  • Elkaar in de gaten houden: Woonhofjes of meer-generatie-woonwijken creëren.
  • Technologische ontwikkelingen en domotica toepassen.
  • Link zorg en welzijn: Financiële schotten weghalen.

Reguliere zorg en nieuwe initiatieven hand in hand

  • Gezamenlijk proces van reguliere zorg en nieuwe initiatieven op basis van durf en een open houding, waarin een gezamenlijke visie wordt ontwikkeld, samen wordt gepuzzeld over nieuwe oplossingen en alle deskundigheid wordt benut (dus zeker ook die van de dorps-/wijkbewoners en ook die van de gemeente);
  • Reguliere zorg staat werkelijk open voor nieuwe initiatieven.

Samenhang in zorg en ondersteuning (kwetsbare) ouderen

  • Dubbelingen uit de keten: Eén contactpersoon in avonden (voor ouderen en mantelzorgers), nachten, weekenden: Duidelijke informatie over wie te bellen;
  • Proactieve inzet: Ken de wijk en ga samenwerken met elkaar;
  • Regiefunctie/casemanager (iemand die vertrouwd is en het netwerk en aanbod van wonen, zorg en welzijn heel goed kent) voor oudere en mantelzorger. Maar ook een partij die de regie voert boven alle partijen rond zorg en begeleiding voor ouderen en mantelzorgers;
  • Hulpverleners kennen iedereen in hun eigen wijk, of kennen de ‘sleutelfiguren’, zodat ook mensen die zelf geen contact zoeken in beeld komen;
  • Duidelijk communiceren, persoonlijke benadering, goed luisteren. Dit betekent ook dat je  zorgvragers altijd betrekt bij het vinden van oplossingen;
  • Eén landelijk zorgnummer: Onafhankelijke zorgcoördinatie. Om acute zorg (112) te ontlasten.

Meer informatie

>> Terugblik Werkconferentie van de Zorgmonitor Groningen met het thema ‘Groninger ouderenzorg; kracht in de keten!’

>> Het volledige onderzoek naar de Groninger ouderenzorg

>> Het volledige onderzoek naar de Drentse ouderenzorg

De zes dorpen rond het Schildmeer gaan samenwerken aan de toekomst van hun gebied. Hellum, Overschild, Schildwolde, Siddeburen, Steendam, Tjuchem, elk dorp heeft zijn eigen dorpsvereniging. Omdat veel van de kansen en uitdagingen in het gebied dezelfde onderwerpen betreffen – denk bijvoorbeeld aan de aardbevingsproblematiek, de energietransitie, zorg, de recreatieve mogelijkheden van het prachtige Roegwold/Schildmeergebied – hebben de besturen van die dorpsverenigingen afgesproken hun krachten op die terreinen zoveel mogelijk te bundelen. Die krachtenbundeling moet gaan leiden tot zes integrale dorpsvisies, die kunnen worden samengevoegd tot één gebiedsvisie. 

Agenda van de Toekomst

Voordat het zover is, zal er nog veel water door het Schildmeer stromen en zal er met regelmaat met de bewoners worden gecommuniceerd om draagvlak te verwerven en gezamenlijk ‘de agenda van de toekomst’ vast te stellen. De besturen zijn overtuigd van de meerwaarde en kansrijkheid van deze aanpak om de bewoners zelf pro-actief mee te laten denken en doen over de (toekomstige) inrichting van hun eigen woon- en leefomgeving.

Democratisch vernieuwingsproces

Het proces wordt nadrukkelijk vormgegeven met directe betrokkenheid van de gemeente. De gemeente wil inwoners op een andere manier betrekken bij de ontwikkeling van beleid. Dit democratisch vernieuwingsproces juicht ze van harte toe. Op deze wijze kan een innovatieve en toekomstbestendige relatie en gelijkwaardige samenwerking gecreëerd worden. Het is voor alle betrokken partijen een zoektocht/leerproces naar goed gestructureerde, constructieve en wederzijdse betrokkenheid. Inwoners kunnen dan permanent betrokken blijven en richting geven aan ontwikkelingen in de eigen omgeving, en niet alleen eens in de vier jaar hun stem uitbrengen.

Procesbegeleiding

CMO STAMM is sinds een half jaar betrokken bij de krachtenbundeling van de inwoners van de Schildmeerdorpen. Naast de gebiedsregisseur van Midden-Groningen zijn voor de verdere professionele begeleiding van het zes Schilddorpenproject afspraken gemaakt met de Vereniging Groninger Dorpen en CMO STAMM. Eén van de actieve inwoners heeft CMO STAMM en de Vereniging Groninger Dorpen gevraagd om de dorpsverenigingen te adviseren en te ondersteunen bij het vormgeven van het proces en bij de uitvoering.

Wij zoeken beleidsmakers en uitvoerende partijen in twee regio’s in de provincie Groningen om samen vroegtijdige vormen van respijtzorg te ontwikkelen en/of het aanbod te optimaliseren. Deze pilots geven handvatten om lichtere vormen van respijtzorg ook in andere regio’s te stimuleren. In jouw regio kan het al direct een structurele  match van vraag en aanbod opleveren!

Uitdagingen in de respijtzorg

Mantelzorg is intensief, zeker in combinatie met een baan of een eigen gezin. Als een mantelzorger even tijd voor zichzelf nodig heeft, kan de zorg tijdelijk worden overgenomen. Dat heet respijtzorg.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het optimaal vormgeven van mantelzorgondersteuning, maar alleen samen maak je informele zorg toekomstbestendig! In jouw gemeente, instelling of wijk. Gemeenten, zorginstellingen, zorgverzekeraars, werkgevers en vele anderen voelen de uitdaging om respijtzorg op maat vorm te geven. Nog te vaak is respijtzorg het laatste redmiddel, terwijl het juist veel efficiënter en effectiever is om dit preventief en vroegtijdig in te zetten. Ruim voordat er zwaardere ondersteuningsmiddelen nodig zijn en mantelzorgers of zorgvrijwilligers dreigen uit te vallen. Maar hoe doe je dat? En hoe ga je om met de paradox dat mantelzorgers te weinig ondersteuning ervaren en dat aanbieders juist een onderbenutting van hun voorzieningen zien?

Wat kun je verwachten in de pilots?

In vier inspirerende sessies komen we met elkaar van een eenduidige visie tot een structureel en flexibel aanbod van respijtzorg in jouw regio. Hierbij wordt rekening gehouden met de behoefte van de zorgvrager zelf en gebaseerd op de vraag van mantelzorgers en zorgvrijwilligers.

Na jouw aanmelding kijken we samen welke bestaande of nieuwe partijen kunnen bijdragen om tot een structurele aanpak van respijtzorg te komen. Dat betekent ook dat we dan nadrukkelijk gaan kijken hoe we de vraag ophalen van mantelzorgers en zorgvrijwilligers in jouw regio. Misschien loopt er een zorginitiatief van waaruit respijtzorg meer kracht kan krijgen? Of misschien wil je bestaande vormen van respijtzorg uitbreiden naar andere doelgroepen binnen mantelzorg. Iemand met een partner met dementie vraagt vaak om iets anders dan iemand met een kind met een meervoudige beperking of met een verslaafde naaste.

Meld je aan!

Wil je in jouw regio in de provincie Groningen gezamenlijk lichtere vormen van respijtzorg stimuleren? Meld je aan of informeer naar de mogelijkheden bij Rika Ringersma. Aanmelden kan tot en met 15 februari 2019.

Op 16 november, de Noordelijke Dag van de Lokale Democratie, organiseerden de gemeente Groningen, de Provincie Groningen en CMO STAMM drie lezingen met het thema ‘Bouwen aan de democratie’. Centraal stond de ontstaansgeschiedenis van onze democratie en de nieuwe vormen van democratie die aansluiten bij ontwikkelingen in onze samenleving. Tijdens de succesvolle en druk bezochte bijeenkomst lieten deelnemers zich inspireren door prof. Remieg Aerts (hoogleraar UvA en auteur van de biografie ‘Thorbecke wil het’), Joop Hofman (participatie-expert bij Rode Wouw) en Marije van den Berg (adviseur bij Democratie in Uitvoering). De commissaris van de koning Rene Paas leidde de ochtend in en de stadsdichter Lilian sloot de bijeenkomst af met een gedicht.

Regie en beslissen

Het recht hebben om mee te doen, mee te denken, mee te beslissen. Dát is de essentie van democratie. Nederland is bij uitstek een democratisch land. Maar ook een democratie met de nodige uitdagingen. Mensen willen steeds meer zelf de regie nemen over hun eigen leefomgeving. En steeds meer mensen keren de politiek en het bestuur de rug toe. Hoe werken we aan een vitale lokale democratie in het Noorden? Dat is de opgave voor de komende jaren. De drie lezingen gaven een impuls aan het gesprek hierover.

Remieg Aerts, De grondwet van Thorbecke

Of Thorbecke het eens zou zijn geweest met de politiek van nu valt zeer te betwijfelen. Zijn biograaf Remieg Aerts vertelt over de intellectuele reus én onbuigzame vechtersbaas, Thorbecke.

Thorbecke kreeg in 1848 de opdracht van Willem II om een Grondwet te schrijven. Die Grondwet staat nog altijd in grote lijnen overeind en dat is een enorme prestatie. Helderheid en ordening, dat was het idee. En natuurlijk een einde aan de standenstaat. Dus ministeriële verantwoordelijkheid, direct kiesrecht en gelijkheid voor de wet. In de optiek van Thorbecke moest de Grondwet een inspiratiebron zijn, evenzeer samenbindend als juridisch bindend. Volgens Remieg Aerts was Thorbecke geen voorstander van de toetsing van wetten aan de Grondwet waarover de laatste jaren een en ander te doen is geweest.

Zijn Grondwet stond niet op zichzelf maar was onderdeel van een straf moderniseringsprogramma. Na 1850 was Thorbecke op en af tot zijn dood in 1872 minister. Hij ontwierp nieuwe omgangsvormen in de Tweede Kamer, vernieuwde het openbaar bestuur, het onderwijs, en de infrastructuur. Thorbecke wees zelf aan waar het spoor moest komen, inclusief de plaats van het Centraal Station in het IJ. Hij besloot over het Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg. Maar ook over de gelijkberechtiging van de katholieken. Ook die vloeide voort uit de Grondwet, waarin de staatsburgers godsdienstvrijheid kregen en tegelijk de kerken aan de publieke macht ondergeschikt werden gemaakt.

De onvermijdelijke vraag is hoe Thorbecke tegen het Nederland van nu zou aankijken. “Hij zou er niet veel van begrijpen”, is het antwoord van Remieg Aerts. “Ik denk dat hij er met zijn temperament weinig goede woorden voor over zou hebben. Zijn politieke denken stond in het teken van de heldere scheiding tussen wat publiek was en privaat. Juist op dat vlak is het beeld de laatste jaren troebel geworden. Eerst werden overheidstaken geprivatiseerd en nu zelfs allerlei besluitvorming. De akkoordenziekte die nu vanuit het Torentje wordt aangemoedigd, zou Thorbecke met afgrijzen hebben vervuld.”

Joop Hofman, de theorie van het doen (zandbakmanagement?)

Burgerregie of zelforganiserend vermogen van inwoners. Hoe dan, hoe moeten we dan samen werken? Volgens Joop Hofman is het ‘hoe’ verrassend eenvoudig: gewoon samen een beetje gelijkwaardig dingen doen en dan praten, zoals vroeger in de zandbak. Maar eenvoudige dingen maken misschien geen indruk na een doorwrocht verhaal over tijdperken van transities. Het moet gaan over rolvastheid, sturingsvariabelen, kritieke prestatie indicatoren en dergelijke. Toch is de zandbak een goede metafoor: een herinnering en plaatje die iedereen zelf meegemaakt heeft. En met een terugkijkend besef dat we gewoon, omdat we ergens naar verlangden, met bekenden en onbekenden samen werkten.

En opeens werd spelen in de zandbak, zandbakmanagement. Zandbakmanagement gaat over het spel van samenwerken tussen gemeente en burgers bij initiatieven van bewoners in hun wijk, dorp of netwerk.

Er zijn volgens Joop Hofman een heleboel redenen voor zandbakmanagement. Grote ingrepen werken niet (meer) en kunnen ook niet meer. Zo staan er nu heel wat buurthuizen of zogenaamde MFA’s (Multi Functionele Accommodaties) half leeg. Grote ingrepen zorgen voor vervreemding bij burgers. Het zijn niet hun oplossingen. Kleine, dichtbije oplossingen lijken wel te werken, maar hebben het nadeel dat ze niet sexy zijn. Ze werken voor inwoners, maar werken ze ook voor het CV van bestuurders en projectleiders? Een grotere rol in de uitvoering voor burgers vraagt om meer ruimte in het organiseren van oplossingen door burgers. De ‘regelende’ taken die eerst exclusief bij de overheid lagen, moeten steeds meer bij de oplossende mensen terecht komen. Dichtbije oplossingen maken dat iedereen projectontwikkelaar kan zijn op zijn eigen schaal en daarmee ontwikkelcapaciteit kan inzetten zonder afhankelijk te zijn van grote afspraken. Een bewoner die geveltuintjes aanlegt vormt een gelijkwaardige parel in de keten met de projectontwikkelaar die een zorgcentrum met appartementen bouwt. Het is een manier van werken die de intelligentie, creativiteit en de initiatiefkracht van bewoners en professional vol benut.

Het is geen visie of keuze voor overheden om op deze manier te gaan werken, aldus Joop Hofman. De samenleving is deze weg al ingeslagen, een overheid heeft alleen keuze om zich er toe te verhouden. Samengevat is zandbakmanagement: verlangen, doen, beginnen aan de goede kant, met zijn allen en vanuit lokale logica.

Marije van den Berg (de centrale overheid als spelregelmaker)

Marije houdt een pleidooi voor de centrale overheid als spelregelmaker. Het is belangrijk dat er overall kaders zijn, anders gaan we terug naar het feodale stelsel.

Wat ons burgergedrag in het publieke domein drijft, ís heel erg grillig. Liefde, ergernis, enthousiasme, aardige mensen, een akelig probleem, opkomende verveling. Wat ons mensen drijft, verschilt bovendien van dag tot dag, van uur tot uur. Beleidsmaker kunnen daar tureluurs van worden en grijpen naar middelen om orde in de chaos te brengen. En dan krijg je zelfsturingsbeleid. Het is goed dat een gemeente nadenkt over hoe zij zich tot de gemeenschap verhoudt, maar de verhoudingen moeten wel netjes blijven. Burgers zijn prima in staat om over het eigen gedrag te oordelen. Inwoners zien daarbij de instituties niet als doel, maar als middel om de kwaliteit van het gezamenlijke leven te verbeteren. En inwoners zijn best bereid om een deel van dat leven te wijden aan de instituties door middel van belasting betalen, stem uitbrengen, raadslid zijn, maar ook: door actieve participatie in beleidsprocessen en zo nu en dan de geheel zelfsturend de publieke zaak actief dienen met onze buren.

De staat moet de neiging bedwingen om voor burgers te bepalen wat goed burgerschap is en wanneer wij burgers ‘toe zijn aan zelfsturing’. Burgers bepalen zelf wel waar ze het samen doen met elkaar. Wij burgers kunnen onderling namelijk prima omgaan met onze grilligheid. En met ons algemeen belang. Tegelijkertijd hebben burgers er wel, zelfsturend als we zijn, voor gekozen zo’n beetje ons hele burgerschap over te laten aan de staat.

We staan voor de uitdaging onze democratie te revitaliseren. Kijk je door de Democratische bril dan zie je een aantal knoppen om aan te draaien om een proces ‘democratischer’ te maken. Naarmate je aan die waarden meer recht doet, mag je een vorm of proces democratischer noemen. Met die bril op, kijk je met de volgende criteria (die niet uitputtend zijn):

  • Inclusie: Is deze vorm zo toegankelijk mogelijk voor betrokkenen? Wordt er in het meerderheidsbesluit rekening gehouden met de minderheid? Kunnen we er allemaal mee leven wat er gebeurt?
  • Deliberatie: Is deze manier van gesprek, discussie en besluitvorming goed? Hebben we het over hetzelfde? Ztten we met elkaar op hetzelfde informatieniveau?
  • Transparantie: Is het transparant wie, wanneer, waar en hoe over spreekt en besluit? Wie er aan welke tafel kruipt om invloed uit te oefenen?
  • Efficiency: Hoeveel geld, tijd en energie vraagt het? zijn we zuinig met belastinggeld en met de tijd van inwoners en ambtenaren? En ook: doen we niet meer dan nodig?
  • Democratische vaardigheden: Is de toerusting van de deelnemers op orde? Is iedereen voldoende in staat om mee te doen, verantwoordelijkheid te dragen voor het gezamenlijke besluit en de uitvoering ervan? Wat moeten we daarvoor doen of laten?
  • Zeggenschap: Zijn de checks & balances op orde (macht en tegenmacht), (hoe) gaat verantwoordelijkheid samen met zeggenschap? Wie bepaalt de agenda? Wie hakt een knoop door of kan de stekker eruit trekken?

Wij burgers smachten naar politici die zich als volksvertegenwoordiger en dus met een beetje gezond wantrouwen met de staat bemoeien – en met alle publieke instituties die we met elkaar naast en rond die staat gebakken hebben! Van schoolbestuurderskoepel tot ziekenhuis, van subsidie-uitdeler tot woningcorporatie, van NS tot gemeente, van ministerie tot wijkorgaan. Naast burgers gaan staan, daarmee de publieke sfeer meteen al verstevigend, en dan — het grote werk — aan de slag. Orden en verhelder instituties. Maak ze beter beïnvloedbaar voor loslopende burgers. Maak ze voorspelbaar. En maak ze democratischer. Dan regelen wij het verder wel met onze buurvrouwen. En dat mag je dan best zelfsturing noemen.

Een blog door (inmiddels oud-collega) Jan van der Bij

Zes gehonoreerde LEADER-aanvragen. Eén miljoen voor bewonersprojecten in Zuidoost-Drenthe. Een enorme investering in regionale reuring en leefkwaliteit.

Ja, één miljoen aan LEADER-geld! Daar komt nog eens 40%, 4 ton, bij. Want dat moeten de projecten zelf bijdragen. Bijna anderhalf miljoen aan investeringen in de regio dus. En vaak triggert de LEADER-aanvraag verdere investeringen. Bij één van deze zes projecten werd nog een ton extra geïnvesteerd.

De reuring van de projecten an sich is al goed voor regionale spin-off. Maar denk eens aan de regionale aannemers, leveranciers, supermarkten, medewerkers van betrokken organisaties. De investering van een miljoen van de overheid creëert een boost aan sociaaleconomische beweging.

Dit brengen deze zes LEADER-projecten teweeg:

  • De reuring van de projecten zelf – bewoners realiseren wat ze beoogden;
  • Een miljoen overheidsgeld;
  • 4 ton eigen geld;
  • Extra investeringen bovenop de oorspronkelijke projectbegrotingen;
  • Opdrachten en leveranties voor ondernemers in de regio (welvaart, werk).

Voor alle duidelijkheid: er worden – naast deze zes – veel méér LEADER-aanvragen ingediend. Zo wordt er voor vele miljoenen geïnvesteerd in Zuidoost-Drenthe, met navenante spin-off. De zes waar we het hier over hebben zijn zes waar we als CMO STAMM bij betrokken zijn. En die we daarom het best – qua inzet en spin-off – kunnen beoordelen. Neem Schoonoord, waar bewoners, ondernemers en het Openluchtmuseum Ellert en Brammert met LEADER-middelen werken aan een Vijfpuntenplan voor hun dorp. Of Eexterveen, waar bewoners met hulp van LEADER hun dorpshuis kochten en moderniseerden.

Hoe begint zoiets… Wat zie je als zo’n initiatief geboren wordt?

Simpel: drie mensen aan een keukentafel. Die zich afvragen hoe ze in hemelsnaam aan een projectopzet en een goede begroting moeten komen. Aan de bureaucratie van geld aanvragen zijn ze nog niet toe. Ze zijn alleen nog maar bezig met een droom, een ambitie, een toekomstperspectief.

En dan zijn er ‘hulptroepen’ nodig. Want hoewel dorpen veel zelf kunnen, is het maken van een projectplan waar je echt grotere bedragen mee binnentikt niet ieders hobby of kunde.

En het blijft niet bij het schrijven van dat projectplan. Er is draagvlak nodig, in het dorp en bij de betrokken instanties en overheden. Initiatiefnemers moeten nadenken over hoe zij het project financieel gaan inrichten, zowel de investeringen als de exploitatie verdienen aandacht. Hoe wordt het initiatief financieel autonoom? En vaak gaat het dan meteen ook al over de structuur: welke rechtspersoon uit het dorp staat aan de lat, wie gaat eventueel subsidies aanvragen? Richten we een nieuwe club op? Een coöperatie? Hoe kan de continuïteit op langere termijn gewaarborgd worden?

En dan….. Dan is er de LEADER-aanvraag, het maken en uploaden van de aanvraag, E-herkenning, de vele vragen van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en RVO.nl. Dan moet er een dekkingsplan voor de eigen bijdrage van 40% gemaakt worden, crowdfunding, exploitatieopzet, fondsen, leningen. En dan, tenslotte – als er geld van LEADER komt – start het traject van voorfinanciering (een dorp kan niet even anderhalve ton voorschieten), van het inrichten van een goede interne procedure voor het uitgeven en verantwoorden en voor het registreren van de vrijwilligersuren, van Exceloverzichten om alles te kunnen blijven managen en van voortgangsrapportages en voorschotnota’s.

Met deze procesonderdelen, die voorbij komen als de subsidie is verleend, hebben diverse ‘hulptroepen’ in Drenthe inmiddels veel ervaring opgedaan. Betrokkenheid van deze ‘hulptroepen’ bekostigen de initiatieven onder meer uit de LEADER-bijdrage en de eigen bijdrage van 40%. Maar dat kan pas als de LEADER-aanvraag gehonoreerd is.

En gaat dus niet op voor de start. Het is erg lastig om steun te organiseren en gefinancierd te krijgen in het allereerste stadium. Als die drie mensen aan de keukentafel zitten. En de handen in het haar hebben. Dan is er nog niks. Alleen een droom. En dromen zijn commercieel niet interessant, voor dromen wordt niet betaald. De drie aan de keukentafel denken dan in tientjes, bijeengespaard door dorpse organisaties. Er is alle reden – gezien de impact van de bewonersinitiatieven in hun dorpen en vanwege de enorme regionale spin-off – om bewoners in dit prille proces te faciliteren. Het verdient zich dubbel en dwars terug!

Daarom een hartenkreet richting overheden, instituties en fondsen:

  • Committeer je aan de inzet op reuring en leefkwaliteit en faciliteer bewoners;
  • Waardeer de enorme spin-off voor de regio door ook in de aanvangsfase mee te investeren.

Coöperatie Klooster & Buren uit Kloosterburen was één van de finalisten voor de Social Impact Award 2018. Met het winnen van de Social Implact Award is het burgerinitiatief uitgeroepen tot meest veelbelovende sociale onderneming van Noord-Nederland.

Dit bedrijf, begonnen als burgerinitiatief, werkt vanuit de omgeving samen om historie, natuur en cultuur te behouden. Zo krijgen monumentale gebouwen een herbestemming, worden ontmoetingen georganiseerd, banen gecreëerd, streekproducten gemaakt en verkocht, krimp tegengegaan, appartementen verhuurd, zorgteams geregeld en nog veel meer.

De jury was onder de indruk van de grote impact die Klooster&Buren heeft bereikt. “In een gebied waar de leefbaarheid aandacht vraagt, hebben 280 burgers zelf de regie genomen. Daarmee hebben ze een nieuwe structuur gebouwd voor samenleven in een dunbevolkt gebied. Samen werken ze aan leefbaarheid, betere zorg en wekken ze hun eigen energie op. De vele en diverse activiteiten die Klooster&Buren ontwikkeld, hebben er aan bijgedragen dat de bevolkingskrimp is afgenomen en steeds meer jonge gezinnen zich in het gebied vestigen. Het getuigt van lef en doorzettingsvermogen als je met zoveel burgers een gezamenlijk doel weet te bereiken. Coöperatie Klooster&Buren is landelijk en internationaal een voorbeeld. Daarom verdienen ze de Social Impact Award”. Tot zover het juryrapport.

Rol CMO STAMM

CMO STAMM was jarenlang adviseur van het burgerinitiatief in Kloosterburen en de omliggende dorpen. Begonnen als initiatief aan de keukentafel met een enthousiaste groep dorpsgenoten groeide het initiatief uit tot een succesvol bedrijf dat in 2018 is geselecteerd als meest veelbelovende startende sociale onderneming van Noord-Nederland. Gefeliciteerd Klooster&Buren.

Publicatie Coöperaties in 5 stappen

Nieuwe regierol voor bewoners

Coöperaties in opmars, een kijkje achter de schermen bij 5 succesvolle initiatieven en een plan om in 5 stappen tot een eigen coöperatie te komen.

Meer informatie:
Fenna Bolding

 

CMO STAMM zet zich in voor een krachtige samenleving waarin iedereen meedoet. Alleen een integrale aanpak waar alle partijen samen voor staan, werkt. Daarom hebben we een routeplanner ontwikkeld met daarin vijf pijlers die van belang zijn bij een innovatieve aanpak van armoede en schulden. Op welk deel van de route treffen we elkaar?

>> Download de Routeplanner Armoede & schulden

Samen aan de slag

We kunnen elkaar ook ontmoeten in één van de actieve netwerken rondom armoede en schulden:

  1. Het landelijke programma Schouders eronder is actief in tien gemeenten in Groningen en Drenthe en zet zich in om de kwaliteit van schuldhulpverlening in Nederland te verbeteren
  2. Alliantie van kracht is een netwerk met als doel een beter handelingsrepertoire voor professionals en bewoners die in armoede en/of schulden leven. Via leerkringen worden ervaringen en kennis gedeeld, die helpen om bewoners met de juiste interventies te ondersteunen
  3. Het project Moedige Dialoog wil armoede aanpakken door in 15 regio’s krachtige lokale samenwerking en werkgroepen te organiseren.
  4. Het programma Van Schulden naar Kansen heeft als doel het aantal huishoudens dat in armoede leeft door probleemschulden te verminderen, in onder andere de stad Groningen.

Platform Armoede Groningen

Armoede en schulden aanpakken kun je alleen samen! Op het platform Armoede Groningen bundelen Groningse organisaties hun krachten en delen ze kennis. Om gezamenlijk te werken aan een effectieve aanpak van armoede en schulden in de provincie Groningen. Bij het platform zijn grote en kleine (maatschappelijke) organisaties aangesloten waaronder de Groningse gemeenten, provincie Groningen, welzijn- en zorgorganisaties, woningcorporaties, kredietbanken, bedrijfsleven, ervaringsdeskundigen, CMO STAMM en Sociaal Planbureau Groningen.

Het platform Armoede Groningen is een platform in ontwikkeling. Het platform is voor én van iedereen die een rol heeft in de schuldhulpverlening en de aanpak van armoede. Door kennis en ervaringen met elkaar te delen, van elkaar te leren, te onderzoeken en innoveren, kan een effectievere schuldhulpverlening ontstaan en kan armoede worden teruggedrongen. Doet jouw organisatie al mee aan het platform?

Ambassadeurs Platform armoede Groningen

Een ambassadeursgroep van het platform stelde de vraag “Doet jouw organisatie al mee aan het platform?” tijdens het congres ‘digitale innovaties in de schuldhulpverlening’, dat op 12 juli jongstleden plaatsvond in het stadion van FC Groningen. De ambassadeursgroep maakt zich hard voor een goede werking en ontwikkeling van het platform, zodat het optimaal kan bijdragen aan een effectievere schuldhulpverlening en het terugdringen van armoede in Groningen. De ambassadeursgroep bestaat uit de provincie Groningen, gemeente Groningen, Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG), Tinten Groep, RUG, Sociaal Werk Nederland, Divosa, Rabobank, Volkskredietbank (VKB), Humanitas, Lefier, Werkplein Fivelingo, Stichting Mens en Maatschappij, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en CMO STAMM.

Kom kijken!

Op het platform vind je cijfers, onderzoeksgegevens en andere informatie, zoals beleidsstukken over armoede en schulden van aangesloten organisaties. Ook vind je hier hun ervaringen. Bijvoorbeeld ervaringen opgedaan in projecten die in een wijk of dorp plaatsvinden.

Doe je mee?

Wil je ook partner worden van het kennisplatform Armoede Groningen en kennis, informatie en ervaringen delen? Geef dit dan hier aan ons door!

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X