Op eigen kracht ver gekomen. Dat is de titel van de handreiking over de inclusie van derdelanders en de decentralisaties. De handreiking biedt goede voorbeelden, werkwijzen, projecten en aanpakken voor beleidsmakers in Nederland en maakt deel uit van het project ‘Inclusie in tijden van transitie’.
Inclusie is vaak het uitgangspunt voor (gemeentelijk) beleid. Iedereen doet mee in de samenleving en dat geldt voor alle bevolkingsgroepen. Maar hoe zorg je ervoor dat daadwerkelijk alle groepen aan bod komen? Hoe geef je inclusief beleid concreet vorm als gemeente of als burgers in een periode waarin grote verandering plaatsvinden rond jeugdzorg, zorg, Wmo en Participatiewet?
Dit waren centrale vragen waarmee het project Inclusie in tijden van transitie twee jaar geleden startte. CMO STAMM, Spectrum, Partoer, en Interconnect gingen hierin op zoek naar handvatten, concrete voorbeelden en kennisuitwisseling om de deelname van de groep derdelanders aan onze samenleving verder te versterken. Derdelanders zijn inwoners in Nederland die niet de Nederlandse of EU-nationaliteit hebben en die geldig in ons land wonen. De ene persoon om hier te werken, de ander om hier te studeren en weer een ander om samen te wonen met haar/zijn Nederlandse partner. De groep is zeer divers en kent verschillende culturele achtergronden, westers en niet-westers. Denk aan Amerikanen, Zuid-Afrikanen, Russen, Chinezen etc. Wat ze allemaal gemeen hebben is het in bezit zijn van een geldig verblijfsvisum. Lees meer over het project op www.transitie.eu of op deze website.
De handreiking kwam tot stand met financiële bijdragen van het Europees Integratiefonds (EIF) en de provincies Groningen, Friesland en Gelderland.
Download de handreiking (2 mb)
Woensdag 20 mei kwamen buurtbewoners van de Winsumer wijken Ripperda, Potmaar en Lombok bijeen om de ingeleverde ideeën te bespreken en uit te werken. Wat opviel was dat er aan goede ideeën geen gebrek is bij de bewoners om de wijken veiliger, vrolijker en vriendelijker te maken.
De ideeën waren eerder opgehaald door een optrommelactie. “Begin april hebben we twintig koektrommels in de drie wijken rondgedeeld. Bewoners en kinderen hebben daar hun ideeën in gedaan en aan hun buren doorgegeven.” Gert Kauw is een van de bewoners die actief heeft meegeholpen met de optrommelactie. Gert: “De avond was zeer geslaagd. Er zijn ideeën zat in bij de bewoners. Bijvoorbeeld de verkeersdrempels vervangen door zigzagbloembakken.” Ook kinderen hadden nagedacht over wat hun wijk leuker maakt. Zo werd er gedacht aan een dierentuin op de wierde of een boomhuttenpark.
Tijdens de bijeenkomst zorgden kinderen van Terra (de voormalige Groen School in Winsum) voor koffie en heerlijke hapjes. Dat zorgde direct voor een concreet nieuw idee. Bij het Terra samen eten en koken, buurtbewoners en leerlingen van Terra samen.
“We gaan nu aan de slag met een wijkvisie waarin de ideeën verder worden uitgewerkt”, aldus Gert. “De gemeente is daarna aan zet”. Maar de gemeente kan de ideeën niet in een bureaula laten liggen. “Daarvoor zijn de ideeën te goed en de bewoners te betrokken.”
Zowel de optrommelactie als deze wijkinloop levert de input voor de wijkvisie Winsum Zuidoost (Ripperda, Potmaar en Lombok).
Jongeren, politiek, werkgelegenheid, internationale contacten en gesprekken, allemaal onderdelen van het Europese WORX-project. Een nieuw project welke georganiseerd wordt vanuit jongerenwerk Barkema en de Haan, Stichting Go en CMO STAMM.
Doel is om in zes sessies samen met jongeren te ontdekken hoe je invloed kan uitoefenen in jouw omgeving. Deze bevindingen delen ze met andere jongeren in Europa.
Afgelopen vrijdagavond zijn jongeren in debat gegaan met raadsleden van de gemeente Winsum. Dit leidde tot mooie en verhelderende gesprekken. Onder leiding van burgermeester Michiels werd er gedebatteerd over vier stellingen.
Thema’s als het openbaar vervoer, minimum jeugdloon, kledingvoorschriften en huisvesting werden besproken.
Een positief resultaat met misschien wel een mooi vervolg!
Trots op Groningen! Dat is het onderwerp van een onderzoek dat het Sociaal Planbureau Groningen onder het Groninger Panel heeft uitgezet. De leden van het Panel hebben zelf aangegeven dat ze de positieve kanten van de provincie willen belichten. Dit in het kader van alle negatieve berichten over Groningen in de media. Een deel van de resultaten presenteren we in de factsheet ‘Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?’
Enkele resultaten uitgelicht:
Groningers hebben positieve gevoelens over de provincie. De meeste inwoners voelen zich er thuis, zijn trots op de provincie en voelen zich zelf ook Groninger.
Mensen woonachtig in het aardbevingsgebied ervaren een sterkere binding met de provincie dan mensen daarbuiten. Dat is opvallend, want de ontwikkelingen rondom gaswinning en aardbevingen zouden een negatieve invloed kunnen hebben op de binding met de provincie. Slechts een kleine groep Groningers geeft aan dat de aardbevingen hun binding met de provincie op een negatieve manier beïnvloeden. Dus de gevoelens met de provincie zijn en blijven positief.
De aardbevingen in Groningen hebben invloed op het wonen en leven in de provincie. Om te meten hoe groot die invloed is, laat de Dialoogtafel Groningen in samenwerking met 9 gemeenten een omvangrijk onderzoek uitvoeren. De resultaten moeten helpen om beter in te spelen op de schade die gaswinning veroorzaakt en op de gevolgen voor het woon- en leefklimaat.
Eind mei wordt aan zo’n 19.000 mensen in de 9 gemeenten een uitnodiging gestuurd om een enquête in te vullen. Zij worden gevraagd hun mening te geven over verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld in hoeverre de aardbevingen gevolgen hebben voor (de waarde van) hun woning en het woonplezier. Ook wordt gevraagd of mensen willen verhuizen en of zij vinden dat de leefbaarheid wordt beïnvloed.
Het Groninger Panel wordt tevens gevraagd hun mening te geven.
Achtergrond
De resultaten van de enquête leveren input aan twee projecten. Ten eerste aan het Woningmarktonderzoek aardbevingsgebied Groningen. De Dialoogtafel heeft toenemende zorgen over de waardeontwikkeling – en verkoopbaarheid van huizen. Daarom is in mei 2015 een uitgebreide studie gestart met als centrale vraag: ‘Wat zijn de effecten van de bevingen op de Groningse woningmarkt’. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door OTB, Onderzoek voor de gebouwde omgeving onder leiding van prof.dr. P.J. Boelhouwer (TU Delft) en moet onder meer leiden tot een betere waardedalingsregeling. Ten tweede maakt de enquête deel uit van de Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta. De bevolking en het aantal huishoudens in de regio Eemsdelta (gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum) neemt af. Het is moeilijk te voorspellen hoe de krimp de komende jaren uitpakt en welke gevolgen dat voor de leefbaarheid in dorpen en buurten heeft. Om daar zicht op te krijgen is een monitor ontwikkeld, onderdeel daarvan is een burgerpeiling. In Eemsdelta is deze peiling al vaker uitgevoerd, in de overige vijf gemeenten wordt deze in combinatie met het woningmarktonderzoek nu voor het eerst gedaan.
Aanpak
CMO STAMM/Sociaal Planbureau Groningen en het OTB voeren het onderzoek naar wonen en leven in het aardbevingsgebied uit. De 9 deelnemende gemeenten zijn: Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum. De vragenlijst kan via internet op de computer worden ingevuld. Ook is er een mogelijkheid de vragenlijst op papier in te vullen. De eerste resultaten worden in het najaar verwacht.
1 op de 9 kinderen in Nederland leeft in armoede. Ziet u kansen om deze kinderen en het gezin waarin zij opgroeien te versterken in hun mogelijkheden? Dien dan vóór 15 september 2015 een projectaanvraag in bij Skanfonds.
Skanfonds zoekt projecten die deze kinderen en gezinnen versterken. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om hulp bij het opvoeden. Meer zelfvertrouwen opdoen. Durven praten over de problemen. En steun uit de buurt. Daardoor ontstaat er meer tegenwicht tegen de risico’s die opgroeien in armoede met zich meebrengt. En krijgen kind en gezin weer meer grip op hun bestaan.
Door mee te doen maakt u niet alleen kans om uw project gefinancierd te krijgen. U haakt ook aan bij een bijzonder traject waarin de projecten leren van elkaar én van de opbrengsten.
Lees meer over de voorwaarden en criteria op www.skanfonds.nl/armoede. En meld u gelijk aan voor de inspiratiebijeenkomst op 23 juni 2015. Voor vragen kunt u terecht bij Alie van der Wal, (035) 624 96 51.
Skanfonds maakt zich sterk voor mensen in kwetsbare situaties. Al 57 jaar maakt het fonds initiatieven mogelijk waarin mensen omzien naar elkaar. De komende jaren investeren we extra in kinderen die opgroeien in armoede. Initiatieven daarvoor ondersteunen we met geld, kennis en energie.
De gemeente Stadskanaal maakt werk van wijkvisies en een wijkgerichte aanpak. De wijk- en dorpscoördinatoren werken met een uitgebreide procesmatige aanpak die uiteindelijk leidt tot een programma voor de wijk die gestoeld is op een gedeelde visie van gemeente, instellingen en bewoners.
CMO STAMM heeft in opdracht van de gemeente Stadskanaal en wooncorporatie Lefier cijfermatige wijkscans gemaakt die mede als basis dienden voor de wijkvisies en de wijkprogramma’s. Per wijk en dorp is een scan gemaakt.
In samenspraak met de opdrachtgevers is een lijst indicatoren opgesteld op een aantal thema’s: demografie, inkomen & uitkeringen, welzijn & zorg, wonen & woonproblematiek, politie/veiligheid. Daarop zijn per wijk/dorp cijfers verzameld uit diverse bronnen. De data zijn geanalyseerd en conclusies zijn getrokken over de mate van problematiek in de wijken en dorpen.
Van elf wijken en dorpen in de gemeente Stadskanaal zijn afzonderlijke wijkscans gemaakt, gevolgd door een overzichtsrapportage van al deze wijken en dorpen. Daardoor kon de gemeente gemakkelijk en via de figuren in één oogopslag per thema zien hoe de wijken en dorpen er ten opzichte van elkaar en van de gemeente Stadskanaal voor staan.
De wijkscans zijn in de wijken en dorpen besproken met de instellingen en bewoners(organisaties). Op basis van de scans is per wijk/dorp een Actieplan opgesteld. De scans zijn alle opgenomen op de website van de gemeente Stadskanaal.
Wijkscans:
Hoe krijg je in één blik zicht op de situatie in een gebied? De gemeente De Marne laat ieder jaar zien hoe het in haar 21 dorpen staat met de bevolkingsontwikkeling, de werkgelegenheid, de huizenmarkt, het inkomen en de inkomstenbronnen. Handig als je een bedrijf hebt in dit gebied of er net bent komen wonen. Ook bruikbaar als je namens het dorp met de gemeente, woningstichting of een andere instantie in gesprek wilt.
De bijgewerkte cijfers staan inmiddels op de website van de Marne. Nieuw ten opzichte van vorig jaar zijn de gegevens over de huizen in De Marne. Per dorp is te zien hoeveel woningen te koop staan, hoeveel er verkocht zijn en welke prijsklassen er het meest voorkomen. Opvallend is dat er meer dan twee keer zoveel huizen te koop zijn gezet als in de afgelopen drie jaar.
Ook is er informatie te vinden over het aantal verhuizingen. Vorig jaar kwamen er 324 nieuwe inwoners bij en vertrokken 438 mensen uit de gemeente. De werkgelegenheid in dit gebied loopt terug. In twee jaar tijd is het aantal mensen zonder werk gestegen met 190. Dat komt vooral door het faillissement van Heiploeg in Zoutkamp. Maar er is bijvoorbeeld ook een lichte toename van werkgelegenheid in Pieterburen/Broek en Lauwersoog. In veel andere dorpen bleef het aantal bedrijven stabiel.
De gemeente zet de informatie over haar dorpen op internet in het kader van de Woon- & Leefbaarheidsmonitor. Die bestaat niet alleen uit cijfers. Naast de factsheets is hier ook informatie over de kenmerken van de dorpen, leefbaarheid en voorzieningenniveau. Ook zijn er filmpjes over de dorpen en links naar de websites van de verschillende dorpen.
Op de website staan ook de cijfers achter de factsheets. Iedere geïnteresseerde, particulier of ondernemer, kan gebruik maken van de uitgebreide gegevensbestanden. Het Sociaal Planbureau Groningen, onderdeel van CMO STAMM, heeft in samenwerking met Thorbecke de statistische gegevens verzameld. Dit is gerealiseerd dankzij steun van de provincie Groningen.
Publicatie: Woon en Leefbaarheidsmonitor de Marne
Contact:
Vanuit de gemeente: Saskia Reinders, 06 83091457
Vanuit Sociaal Planbureau Groningen/CMO STAMM: Femke de Haan, f.dehaan@cmostamm.nl, 06 525 896 14
Het ministerie van OC&W stelt geld beschikbaar om in Drenthe twee ‘regionaal procesbegeleiders leerlingendaling’ aan te stellen. Roosje van Leer van CMO STAMM en Jacob Bruintjes, ex-wethouder van Borger-Odoorn, hebben deze taak opgepakt. In 2016 heeft Toke Slaman de taken van Roosje van Leer overgenomen.
Schoolbesturen in krimpregio’s zijn vanaf 1 augustus 2016 wettelijk verplicht om afstemming te zoeken met andere besturen in de regio, om samen te komen tot een toekomstbestendig regionaal onderwijsaanbodplan. Om schoolbesturen hierbij te helpen, stelt het ministerie middelen ter beschikking om een ‘regionaal procesbegeleider krimp en onderwijs’ aan te stellen, die een faciliterende en trekkende rol kan vervullen. De stuurgroep Onderwijs en krimp Drenthe heeft aan Roosje van Leer en Jacob Bruintjes gevraagd om een projectaanpak uit te werken en de rol van ‘regionaal procesbegeleider’ als duo op zich te nemen. Half maart is de aanvraag ingediend bij het ministerie; onlangs werd bekend dat de aanvraag is goedgekeurd. In 2016 heeft Toke Slaman de taken van Roosje van Leer overgenomen.
De stuurgroep Onderwijs en krimp Drenthe onderschrijft het belang van procesbegeleiding op provinciale schaal en wil dan ook graag gebruik maken van de financiële middelen die hiervoor beschikbaar komen. De aanvraag is ondersteund door vrijwel alle Drentse gemeenten en een groot aantal schoolbesturen in Drenthe. De stuurgroep treedt op als inhoudelijk opdrachtgever van de procesbegeleiders.
Het doel van het aanstellen van een regionaal procesbegeleider krimp en onderwijs is om te komen tot regionale plannen voor het onderwijsaanbod, met aandacht voor de onderwijskwaliteit, de bereikbaarheid van onderwijs en de diversiteit van het scholenlandschap (zowel op het gebied van identiteit als onderwijsconcept). Daarnaast kan de procesbegeleider op aanvraag van individuele schoolbesturen (en gemeenten) adviseren en ondersteunen bij krimpgerelateerde vraagstukken.
Het komen tot regionale onderwijsaanbodplannen is een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. In de afgelopen periode zijn door sommige besturen al flinke stappen gezet om te komen tot afstemming en samenwerking. In eerste instantie wil de stuurgroep dan ook aansluiten bij wat er al is: goede ervaringen delen in de regio, en zorgen dat schoolbesturen kunnen leren van elkaar. Waar nodig kan de inzet van de procesbegeleider intensiever zijn. De toegevoegde waarde van een procesbegeleider is vooral gelegen in de onafhankelijke positie, gecombineerd met een heldere analyse van de situatie. Vanzelfsprekend starten de procesbegeleiders met gesprekken met de verantwoordelijke schoolbestuurders over hun visie op het komen tot regionale aanpassingsplannen.
Zie ook: RTV Drenthe, ‘Krimpcoaches’
En: RTV Drenthe: ‘Krimpcoaches aan de slag’
Noord-Nederland krijgt steun van de Wereldbank bij het ontwikkelen van plannen voor sneller internet op het platteland in regio Oost-Groningen. CMO STAMM hielp de gemeente Oldambt succesvol mee met het schrijven van een Europese aanvraag. CMO STAMM zet met middelen van de provincie Groningen uren in om gemeenten en maatschappelijke organisaties te helpen met het schrijven van Europese subsidieprojecten.
Ook het Oost-Groningse project Oldambt Verbindt maakt deel uit van een Drents-Gronings consortium dat financiering nodig heeft. Lokale initiatieven in de twee provincies zijn gebundeld en op de shortlist beland bij de Wereldbank. In zijn rol als internationaal kennis- en adviescentrum kijkt deze VN-organisatie of het plan om in beide provincies een uitgebreider glasvezelnetwerk aan te leggen, financieel deugt.
Als dat het geval is, kan met vertrouwen de volgende stap worden gezet. Dat is het definitief indienen van een gezamenlijk Noordelijk project waarmee geld van de Europese Investeringsbank (EIB) in de wacht kan worden gesleept. Eind juni wordt het project Oldambt Verbindt in Brussel besproken. “Het is een mooie stap dat de Wereldbank ons daarbij helpt” zegt wethouder Laura Broekhuizen van de gemeente Oldambt. “Op de shortlist van de Wereldbank kom je niet zomaar”. Sneller internet op het platteland is hard nodig om te technologische ontwikkelingen in het onderwijs, de gezondheidszorg en de landbouw mogelijk te maken.
bron: Dagblad van het Noorden 20 april 2015