Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen
Sanne Smid en Lisette Trinks-Spendel

Verbinding in tijden van afstand.

In onzekere tijden, zoals nu, hebben we vaak minder begrip voor elkaar. Dat de samenleving op scherp staat, werkt discriminatie in de hand. Juist in deze tijden van afstand is het belangrijk om ervoor te zorgen dat alle mensen zichtbaar blijven. Bekend maakt bemind. Daarom is er in oktober en november elke zaterdag een portret te lezen in het Dagblad van het Noorden. Verhalen over mensen die in tijden van social distancing vergeten worden of zichzelf onvoldoende zichtbaar kunnen maken.

Discriminatie in de coronacrisis

We moeten afstand houden, zoveel mogelijk thuis werken en er zijn andere strenge regels waardoor we minder met elkaar omgaan. We trekken ons terug. Al snel na het begin van de lockdown komen meer meldingen binnen bij de landelijke discriminatie meldpunten, zo ook bij het Meldpunt Discriminatie Drenthe. Mensen ervaren een gevoel van onzekerheid en onveiligheid.

Iedere gemeente streeft ernaar dat inwoners kunnen meedoen in de maatschappij. Ongeacht achtergrond, status, geslacht, leeftijd en andere kenmerken en omstandigheden. Bijvoorbeeld laaggeletterden en anderstaligen moeten net zoveel kunnen meekrijgen van wat onze rechten zijn in deze crisis.

Bekend maakt bemind

Voor de aftrap van ‘Bekend maakt bemind’ gaven Lisette Trinks-Spendel, van Meldpunt Discriminatie Drenthe en Sanne Smid van Discriminatie Meldpunt Drenthe een interview over hun werk, in het bijzonder in tijden van corona, en het project Verhalen van Nu! van Discriminatie Meldpunt Groningen, Provincie Groningen en de Vereniging van Groninger Gemeenten.

De portretserie is tot stand gekomen in samenwerking tussen Discriminatie Meldpunt Groningen, DvhN en Meldpunt Discriminatie Drenthe (onderdeel CMO STAMM).

 

Foto: Siese Veenstra

Nationaal Programma Groningen is met het programma ‘Toukomst’ op zoek naar de beste ideeën van Groningers om de provincie vooruit te helpen. De afgelopen weken hebben inwoners van de provincie Groningen beoordeeld welke van de Toukomstprojecten volgens hen uitgevoerd moeten worden. Zo geven ze hun wensen mee aan het Toukomstpanel. Inwoners konden maximaal 5 sterren aan een project toekennen. Ons project Kansen voor kinderen uit gezinnen met armoede kreeg gemiddeld 4,4 sterren en werd door ruim 800 inwoners beoordeeld. Ons project behoort tot de top 3 van best beoordeelde projecten. Een prachtige uitkomst!

Toukomst is uniek voor Nederland. Nooit eerder zijn inwoners zo rechtstreeks en massaal betrokken bij een project van deze omvang. Via de speciale Toukomstkrant en de website riep Nationaal Programma Groningen alle inwoners van de provincie Groningen op om in totaal 59 Toukomstprojecten, verdeeld over 12 thema’s, te beoordelen. Daar is massaal gehoor aan gegeven. Het beoordelen gebeurde van 22 september tot en met 4 oktober. Voor de uitvoering van deze projecten is 100 miljoen euro beschikbaar.

Advies Toukomstpanel

Het Toukomstpanel adviseert het Nationaal Programma Groningen over de projecten die ze het beste kunnen realiseren. Naast de beoordeling van de projecten, bekijkt het panel de 900 oorspronkelijke ideeën. Daarnaast ontvangt het panel een analyse over de haalbaarheid van de 59 projecten. Het Toukomstpanel weegt dit allemaal en verwerkt dit tot een advies voor het bestuur van Nationaal Programma Groningen, dat op basis van dit advies over de besteding van de € 100 miljoen besluit. Het panel is nu aan zet.

Eind januari 2021 wordt het advies van het Toukomstpanel aan het bestuur van Nationaal Programma Groningen gepresenteerd. We hopen hier met ons project Kansen voor kinderen uit gezinnen met armoede, met de steun van de Groningers, deel van uit te maken.

Meer weten over het project? Lees het artikel Toukomstplan; Kansen voor kinderen uit gezinnen in armoede

Een zieke vader die bijna sterft? Een broer die gokverslaafd is? Of een zus met een beperking of psychische problemen? Een kwart van de Nederlandse jeugd groeit op met iemand die zorg nodig heeft. Vaak nemen zij verantwoordelijkheden op zich die hun leeftijdgenoten nog lang niet hoeven te nemen. Het empathisch vermogen en verantwoordelijkheidsgevoel is een verrijking voor hun latere leven. Wat zij soms missen, is het gevoel om weer kind te zijn. Vooral nu, vanwege de COVID-19 crisis. Hoe kunnen wij hen dat gevoel in de provincie Groningen bieden? Dat was de centrale vraag van de online inspiratiebijeenkomst Weer kind zijn? Daar zorgen we samen voor!

De wereld van jonge mantelzorg

Tijdens deze online inspiratiebijeenkomst nam het provinciale Kernteam JMZ Groningen deelnemers mee in de wereld van een jonge mantelzorger. Dit is een wereld waarin kinderen en jongeren graag zo normaal mogelijk willen zijn.

Jonge mantelzorgers willen vooral kind zijn, met vrienden zijn, naar school gaan of lekker sporten. Soms lukt dat alleen niet, omdat een kind zich zorgen maakt om zijn zieke broer of zus. Of een jonge mantelzorger is thuis nodig, waardoor hij nooit zomaar naar vrienden kan. Maar soms is er ook sprake van schaamte waardoor contact leggen met leeftijdgenoten moeilijk is. Dat speelt vooral als iemand in het gezin verslaafd is of psychische problemen heeft.

De druk op jonge mantelzorgers wordt in deze COVID-19-tijd groter. Sommigen zijn bang om hun familielid te besmetten en durven niet naar school, anderen ervaren thuis juist toenemende spanningen. Er is oog nodig voor risico’s zoals: schooluitval, stoppen met studie, zorgen voor familielid in plaats van een. eigen carrière nastreven etc. Uit onderzoek blijkt dat veel risico’s al in een vroeg stadium te voorkomen zijn. Investeren in de veerkracht van jonge mantelzorgers loont. Dat begint bij het leggen van contact met deze kinderen en jongeren.

Direct contact is een voorwaarde

CMO STAMM coördineert het kernteam JMZ Groningen. Dit is een provinciaal dekkend netwerk van partners die met jonge mantelzorgers werken. Op lokaal niveau organiseren de betrokken partijen diverse activiteiten met en voor deze doelgroep, bieden ze informatie en advies aan iedereen die wat voor deze groep kinderen en jongeren wil betekenen en werken ze op provinciaal niveau samen om de veerkracht van jonge mantelzorgers te versterken. De praktijk leert dat direct contact met jonge mantelzorgers alleen mogelijk is als er sprake is van een vertrouwensband. Een vertrouwensband moet je kweken en begint bij contactlegging met kinderen en jongeren in algemene zin. Leraren, jongerenwerkers, buurtsportcoaches en vele anderen hebben dit contact. Door juist met deze partijen samen te werken, zijn jonge mantelzorgers vindbaar.

Een kwart van de Nederlandse jeugd groeit op met iemand die zorg nodig heeft. Dat is 1 op de 4 kinderen of jongeren. Ken je een jonge mantelzorger? Beleidsmakers, jeugdteams, sociale teams, hulpverleners, onderwijsinstellingen, leerplichtambtenaren, huisartsen, sport- zorg- en culturele instellingen in de provincie Groningen die met of voor kinderen en jongeren tot 18 jaar werken, het kernteam JMZ Groningen zoekt heel graag de samenwerking met je op! Of maak vooral gebruik van alle expertise wat er binnen het kernteam is!

Meer informatie

Rika Ringersma,

Adviseur en provinciale coördinator Kernteam JMZ Groningen

Gemeentes hebben wettelijk de plicht om vanaf 23 september van dit jaar voor iedereen toegankelijke websites te hebben. Uit onderzoek blijkt dat dit bij een groot deel van de gemeentes nog niet zo is en dat gemeentes er zelf veelal vanuit gaan dat het goed geregeld is met de toegankelijkheid van hun websites voor mensen met een beperking. Maar de best scorende website voldoet nog steeds niet aan alle criteria. Deelnemers aan het symposium Digitale Toegankelijkheid lieten zich op 6 oktober voorlichten en inspireren.

Het digitale symposium Digitale Toegankelijkheid had veel belangstelling op 6 oktober jl.. Zeventig mensen, van voornamelijk gemeenten en maatschappelijke instellingen, deden mee aan de diverse workshops om tips te krijgen hoe ze hun websites toegankelijker kunnen maken voor iedereen. Het digitale symposium is georganiseerd door de provincie Drenthe, CMO STAMM en negen Drentse gemeenten en werd niet voor niets gegeven in de Week van de Toegankelijkheid. Dit symposium is georganiseerd omdat wij het belangrijk vinden om met zo veel mogelijk mensen te delen hoe je digitale informatie voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk maakt.

Het symposium bestond uit zeven workshops, waaronder ook een over het schrijven in duidelijke taal. Er werd ook meegekeken en geluisterd naar ervaringsdeskundigen.

Digitale goodiebag

Er is een digitale goodiebag beschikbaar met allerlei inspirerende en praktische informatie van de verschillende workshops. Deze is bij ons aan te vragen.

Lees ook het artikel Drentse gemeenten aan de slag om sites toegankelijker te maken uit het Dagblad van het Noorden, met enkele tips.

Dit voorjaar deden Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe onderzoek naar de gevolgen van de coronacrisis voor inwoners in de provincies Groningen en Drenthe. Omdat het coronavirus ook de komende periode nog een grote invloed zal hebben op het dagelijks leven, krijgt dit onderzoek een vervolg. In november 2020 wordt een tweede vragenlijst over de gevolgen van de coronacrisis voorgelegd aan het Groninger en Drents Panel.

Velen van ons dachten, of hoopten, dat corona ons na de zomer niet meer zo strak in z’n greep zou hebben. Niets blijkt minder waar! Inmiddels zijn er weer extra landelijke maatregelen van kracht en weten we dat het coronavirus ons leven voorlopig nog flink zal beïnvloeden. Mede daarom blijven wij ons inzetten om de stem van de inwoners te laten horen. Het helpt provincie en gemeenten om beter in te spelen op de behoeften van alle inwoners in de regio.

Wat gaan we in het najaar onderzoeken?

De coronamaatregelen kunnen grote impact hebben op de kwaliteit van leven van mensen. Ook de economische gevolgen dienen zich aan, zoals (dreigend) baanverlies of verminderde inkomsten. Met dit vervolgonderzoek willen we nader zicht krijgen op de impact die corona heeft op het leven van inwoners in Groningen en Drenthe. We gaan voortbouwen en verdiepen op het onderzoek van het voorjaar. Wat zijn de effecten nu en op lange termijn? Welke sectoren worden er geraakt? Welke steun hebben mensen nodig om problemen op te lossen die door de coronacrisis zijn ontstaan of verergerd? Komt de zorg inmiddels weer op gang? Hoe gaat het nu met de mantelzorgers?

Begin november worden de ruim 7.000 leden van het Groninger Panel en ruim 1.600 Drentse panelleden hierover bevraagd. In december 2020 verwachten we de eerste uitkomsten van dit onderzoek te presenteren.

Wat weten we van de eerste golf?

In april van dit jaar hebben we via het Groninger en Drents Panel een eerste onderzoek gedaan naar de effecten van de pandemie en bijbehorende maatregelen. Hieronder een aantal van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek in het voorjaar:

  • Werk en inkomen: In april was 7% van de Drenten en 9% van de Groningers zijn werk of opdrachten al (grotendeels) kwijtgeraakt. Nog veel meer mensen maakten zich zorgen over hun werk of inkomen, of verwachtten hier problemen mee te krijgen. Met name zelfstandige ondernemers (in het bijzonder zzp’ers), ‘traditioneel kwetsbaren’, en werkende en studerende jongeren (18 tot 27 jaar) zijn zwaar geraakt.
  • Sociale contacten en meedoen: 79% van de Drenten en 70% van de Groningers sprak in april veel minder mensen dan voorheen; 74% van de Drenten en 59% van de Groningers gaven aan dat het sociale leven in hun buurt vrijwel stil lag. Met name jongvolwassenen (18-34 jaar) en mensen met gezondheidsproblemen bleken groepen waarbij bovengemiddeld vaak de eenzaamheid toenam tijdens de coronacrisis. Daarnaast bleek dat mensen die bang zijn om anderen te besmetten of om zelf besmet te raken, minder mensen spreken, vaker eenzaam en somber zijn, en vaker denken dat de gevolgen en maatregelen van de coronacrisis nog lang stand zullen houden.
  • Zorg: In april kreeg één op de vijf Groningers en Drenten naar eigen zeggen niet de (gezondheids)zorg die zij nodig hadden. Bij ongeveer 1 op de 10 verslechterde de gezondheid hierdoor. Ook voor veel mantelzorgers had corona grote gevolgen. Sommigen konden hun taken niet uitvoeren, anderen moesten juist extra hard werk.
  • Onderwijs: Een derde tot de helft van de ouders van schoolgaande of studerende kinderen en de 18+’ers die zelf onderwijs volgen in Groningen en Drenthe verwachtten dat corona tot onderwijsachterstanden of studievertraging zou leiden. Meer dan de helft zag problemen bij het behouden van de motivatie voor school of studie.

1 op de 5 kinderen in Groningen groeit nog steeds op in armoede. Wij willen deze kinderen en hun ouders perspectief bieden. Door samen met het gezin te werken aan hun toekomst, met advies én met financiële hulp. De Voedselbank, Kledingbank Maxima en de Vakantiebank, Tinten Welzijn, Biblionet en CMO STAMM werken samen om duizend in (intergenerationele) armoede levende gezinnen duurzaam te ondersteunen. Dit initiatief binnen Toukomst gaat uit van één aanspreekpunt per gezin, precies zoals de gezinscoaches het aanpakken in Zuidoost-Drenthe en Hardenberg. Iedereen die bij kan dragen is uitgenodigd om mee te denken!

Toukomst is een gezamenlijk initiatief van Nationaal Programma Groningen en West 8 (ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur) en organisaties uit de provincie Groningen. Met Toukomst bouwen we aan plannen voor de toekomst van Groningen. De ideeën die we met Toukomst ophalen, vormen de basis voor een breed Toukomstbeeld.

Programma Toukomst voor ondersteuning gezinnen

Kinderen zijn belangrijk: elk kind dat opgroeit met vertrouwen in de toekomst, kan dat vertrouwen later doorgeven aan de volgende generatie. Maar kinderen kun je uiteraard niet los zien van het gezin. Daarom is er per gezin een plan met daaraan gekoppeld een ‘familievolgend budget’, zodat er snel gehandeld kan worden. De gezinsondersteuner/coach voert samen met het gezin de regie over dit budget. De gezinnen/kinderen die we helpen staan centraal, niet de regels en richtlijnen.

Ervaringsdeskundigen en maatwerk

We maken gebruik van ervaringsdeskundigen. Zij weten immers als geen ander hoe belangrijk het is dat iemand naar je luistert en in je gelooft. Bovendien kennen zij de praktijk. Samen
met alle betrokken partijen zoeken we naar wat het beste werkt. We leren van elkaar en toetsen de effecten. Ouders reiken we handvatten aan om hun eigen toekomst vorm te geven. En daarin is uiteraard ruimte voor hun eigen dromen, ideeën en wensen. Door die te verwezenlijken, bouwen ze aan een structureel betere toekomst voor zichzelf én hun kinderen. Deze manier van werken maakt oplossingen duurzamer. Want is het niet zo dat wat je zelf bedenkt, meer houvast biedt dan wat iemand anders je vertelt. Ons doel is: families in staat stellen hun eigen toekomst duurzaam te verbeteren.

Eropuit voor maximaal bereik

We willen zoveel mogelijk gezinnen bereiken. Dat doen we niet vanachter ons bureau. Daarom gaan we eropuit, we gaan naar voedselbanken, speeltuinen, bibliotheken, consultatiebureaus, huisartsen, supermarkten, spelotheken, inbrengwinkels en andere plaatsen. We maken daarbij dankbaar gebruik van de kennis van de ervaringsdeskundigen. We bedenken structurele oplossingen, experimenteren en zoeken regelruimte. Daarvoor is durf en lef nodig om de bureaucratie weg te nemen. We starten leerkringen met alle betrokken partijen om van experiment naar integrale aanpak te komen.

Lerend proces

Dit initiatief is een lerend proces, waarin we met overtuiging onze ervaringen delen.We nodigen iedereen die bij kan dragen van harte uit met ons mee te denken en te doen. Meer informatie vind je op www.toukomst.nl. Je kunt ook contact opnemen met g.vanheusden@tintentrainingenadvies.nl.

Dit jaar waardeert de provincie Groningen alweer voor de 20ste keer het vrijwilligerswerk met meerdere prijzen van €3.000.-. De Provinciale Vrijwilligersprijs Groningen is bedoeld voor organisaties/initiatieven in de provincie Groningen die op een bijzondere, aansprekende en succesvolle manier met vrijwilligers werken. Een vrijwilligersorganisatie of -initiatief aanmelden kan van 1 september tot 1 oktober via www.provinciegroningen.nl/vrijwilligersprijs.

Er zijn dit jaar weer vier verschillende categorieën, namelijk Zorg, Jeugd, Leefbaarheid en Sport. In elke categorie wint de winnaar 3.000,- euro voor hun organisatie! In aanmerking komen vrijwilligersorganisaties en – initiatieven die:

  • actief zijn in de provincie Groningen;
  • passen binnen één van de categorieën Zorg, Jeugd, Leefbaarheid of Sport;
  • een voorbeeld zijn voor andere organisaties;
  • of vernieuwend zijn;
  • of een bijzondere prestatie geleverd hebben.

De Groninger vrijwilligers zijn overal te vinden! Bijvoorbeeld bij organisaties en initiatieven die het dorp of de wijk mooier en beter maken, maatschappelijk betrokken sportverenigingen, actieve jongerenorganisaties, de onmisbare zorgvrijwilligers of aansprekende culturele organisaties. De provincie wil met de prijzen het vrijwilligerswerk ondersteunen en laten zien dat iedereen die vrijwilligerswerk doet, een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid in onze samenleving.

Inzet belonen

Gedeputeerde Tjeerd van Dekken: “Vrijwilligers die zich voor anderen inzetten zijn onmisbaar voor wijken, buurten, dorpen en steden in onze provincie. Hun belangeloze en geweldige inzet waarderen we dit jaar voor de 20ste keer met de provinciale vrijwilligersprijzen. Geef je favoriete organisatie of initiatief op want vrijwilligers zijn het cement van de samenleving en verdienen onze respect en waardering!”

 

Inschrijven tot 1 oktober 2020

De inschrijving voor de Provinciale Vrijwilligersprijs sluit op 1 oktober 2020. Daarna selecteert de deskundige onafhankelijke jury acht genomineerden die op de website van de provincie Groningen worden gepresenteerd. Help de jury door te stemmen op de genomineerden van 19 tot en met 31 oktober. De prijzen worden uitgereikt op maandag 7 december tijdens de Nationale Vrijwilligersdag. In verband met het coronavirus is nu nog niet duidelijk hoe en waar die uitreiking precies plaats zal vinden.

Meer informatie

CMO STAMM ondersteunt de provincie Groningen met de vrijwilligersprijs. Daarnaast helpen zij vrijwilligersorganisaties bij het vergroten van kennis en vaardigheden en adviseren hen bij het aangaan van duurzame samenwerkingen.

Bekijk de flyer van de Provinciale Vrijwilligersprijs Groningen 2020

Wil je de flyer plaatsen op jullie website en onder de aandacht brengen bij jullie vrijwilligers? Bij voorbaat hartelijk dank.

Drentse jongeren van 12 tot 18 jaar bepalen dit jaar zelf hun zomeractiviteiten. Via een flitspeiling hebben ze hun wensen en ideeën aangegeven voor de zomervakantie. In ieder geval in Assen, Coevorden en Hoogeveen, maar ook elders in Drenthe kunnen jongeren deze hele zomer genieten van zelfgekozen activiteiten op het gebied van sport, cultuur en welzijn. De andere Drentse gemeenten en partners zijn van harte uitgenodigd om zich aan te sluiten bij dit initiatief.

De zomervakantie ziet er in veel gevallen anders uit dan andere jaren. Veel gezinnen blijven thuis. En jongeren dus ook. Deze leeftijdsgroep is door corona flink getroffen. Onderwijs was er niet of op afstand, sport- en andere activiteiten mochten niet doorgaan. Veel jongeren kregen hierdoor last van stress, ze verveelden zich en ze kregen klachten als somberheid en depressie. De provincie Drenthe nam het initiatief voor de zomerprogrammering van jongeren. De gemeenten Assen, Coevorden en Hoogeveen zijn als eerste gemeenten aangesloten bij dit initiatief.

Provincie wil zorgen voor bruisende zomer

De Provincie Drenthe nam het initiatief voor de zomerprogrammering van jongeren. De provincie wil samen met jongeren van 12 – 18 jaar, gemeenten en partners op het gebied van sport, cultuur, welzijn en bewegen in heel Drenthe zorgen voor een bruisende en ontspannen zomervakantie. Door samen voor een doorlopende zomerprogrammering te zorgen die aansluit op de behoeften van jongeren.

Flitspeiling

Om aan te sluiten op de behoefte van jongeren is een flitspeiling uitgezet. Via social media zijn jongeren van 12 tot 18 jaar benaderd om zo in kaart te brengen of zij vinden dat er deze zomer genoeg te doen is, wat ze missen, wat hun ideeën zijn en of ze zouden deelnemen en meewerken aan een zomerprogrammering. In totaal hebben 950 jongeren deze ‘flitspeiling’ ingevuld en aangegeven behoefte te hebben aan een doorlopende zomerprogrammering. Ook zijn er veel jongeren die zelf mee willen meewerken aan een zomerprogrammering. Tegelijkertijd is er bij organisaties uit de hoek van cultuur, sport en sociaal domein geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn om binnen, buiten en online tot een gemeenschappelijke programmering te komen.

Programma

Op dit moment wordt er lokaal hard gewerkt om alle activiteiten te verzamelen, aan te vullen en met jongeren zelf verder te organiseren. De ambitie is om te komen tot een zo goed mogelijk gevulde gemeenschappelijke programmering. Waarbij we in kaart brengen wat er al gepland staat, aanvullen met activiteiten die gemist worden en waarbij jongeren zelf zoveel mogelijk in positie komen. Theaters en bibliotheken organiseren online activiteiten die natuurlijk de moeite waard kunnen zijn voor een breder publiek dan alleen de eigen inwoners. En er zijn er ook met sportverenigingen (en lege sportvelden) en allerlei andere sport- en beweeg activiteiten mooie verbindingen te maken. De activiteiten per gemeente zijn te vinden op de website www.summerindrenthe.nl.

Geen exclusief feestje

Het is niet de bedoeling om er een exclusief feestje van een paar gemeenten van te maken, iedereen is welkom om aan te haken. Gemeenten en organisaties die mee willen doen, kunnen contact opnemen met Saskia Duursma via s.duursma@cmostamm.nl en/of Esther Rodenburg via e.rodenburg@cmostamm.nl.

De coronacrisis laat heel duidelijk zien waar de kracht in onze samenleving zit. Die kracht zit hem in de prachtige initiatieven om elkaar te steunen in deze tijd. In het hele land zijn talloze voorbeelden van aandacht, steun en zorg voor elkaar. Inwonersinitiatieven hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in het versterken van de leefbaarheid van hun dorpen en wijken. En in de netwerken van betrokken inwoners die elkaar ondersteunen. In coronatijd zijn deze met veel creativiteit ingezet om met elkaar verbonden te blijven.

Van deze ervaringen kunnen we leren. De coronacrisis is een kans om te hervormen, vindt het Politiek Netwerk Drenthe. Dit netwerk telt een kleine 200 leden, die met elkaar het gesprek aangaan over versterken van de verbinding tussen overheid en burgers en tussen burgers onderling. Het netwerk zet zich in voor een veelkleurige samenleving, voor meer diversiteit, inclusiviteit en actief burgerschap.

Fenna Bolding, adviseur bij CMO STAMM, ondersteunt dit netwerk sinds de oprichting in 2018. Samen met initiatiefnemer Anita van der Noord maakt zij na twee jaar de balans op. CMO STAMM ondersteunt dit netwerk dat de Drenthe inclusiever en diverser wil maken en actief burgerschap promoot. Ook de media heeft aandacht gegeven aan het Politiek Netwerk Drenthe en de kansen die de coronacrisis heeft voor hervormingen en verbinding. Deze mediaberichten vind je hieronder.

Meer weten?

‘Discriminatie, mag dat?’ Zo luidt de titel van de gastles die het Meldpunt Discriminatie Drenthe aan groepen 7 en 8 leerlingen geeft in Drenthe. In deze gastles gaat het over vooroordelen en discriminatie.

Wat is discriminatie eigenlijk? Door middel van een interactieve les met uitleg over artikel 1, filmpjes, het Mystery Guest spel en een quiz leren de leerlingen spelenderwijs meer over dit onderwerp. Vanaf de periode dat de scholen gesloten waren tot aan de zomervakantie volgen de leerlingen deze les via een webinar. CMO STAMM ontwikkelde dit webinar in maart en inmiddels volgden 365 kinderen de lessen in de afgelopen maanden, waarvan 140 leerlingen online de les volgden. De reacties zijn enthousiast; de les wordt als leerzaam en interessant ervaren.

Aandacht voor de discriminatielessen in het Jeugdjournaal

Het jeugdjournaal heeft ons tijdens een webinar op Kindcentrum de Scharmhof in Assen gefilmd: bekijk de opname terug.

Gastles

Na de zomervakantie geven we de les het liefst weer live in de klassen, maar ook webinars blijven we geven.

Ben je ook geïnteresseerd in een gastles in het basisonderwijs? Laat het ons weten!

Op onze sites www.cmostamm.nl , www.armoedegroningen.nl , www.trendbureaudrenthe.nl en www.sociaalplanbureaugroningen.nl vind je ons laatste nieuws met betrekking tot armoedebeleid en schuldhulpverlening, onder andere over de invloed van corona op armoede en schulden in Groningen en Drenthe. Ook verwijzen wij naar relevante nieuwsartikelen van derden.

Nieuwsbrief Martijn Schut

Hieronder verwijzen we allereerst naar de nieuwsbrief van Martijn Schut. Martijn is zelfstandig adviseur en projectleider bij overheden en organisaties in het sociaal domein. Daarnaast doet hij onderzoek en schrijft hij adviezen en beleidsplannen. Martijn is bestuurslid bij ‘Van Schulden Naar Kansen’, het ’Landelijk Stimuleringsnetwerk Thuisadministratie’ en de ’Goede Gieren’.

De onderwerpen die in zijn laatste nieuwsbrief aan de orde komen:

  • Lees in Coronamaatregelen rond armoede en schulden welke landelijke maatregelen er zijn en wat gemeenten doen. Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt. Suggesties zijn welkom!
  • Het aantal kinderen in armoede moet in 2030 gehalveerd zijn. Dat schrijft staatssecretaris Van Ark in een brief aan de Eerste Kamer waarin ze haar ambities voor de aanpak van kinderarmoede verder concretiseert.
  • In een brief aan de Eerste Kamer bestempelt het kabinet het wetsvoorstel Wgs als spoedeisend: inwerkingtreding per 1-1-2021 blijft gewenst. CMO STAMM heeft een drietal webinars over de nieuwe wet gegeven. Heb je deze gemist? Het is mogelijk het webinar terug te kijken. Wil je er mee over weten?  Neem contact op met Dushenka van Kooten, 06 518 570 78, d.vankooten@cmostamm.nl
  • Zoals het er nu naar uitziet zal (ook) de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet op 1 januari in werking treden. Staatssecretaris Van Ark voorziet echter dat nog niet alle gemeenten daar klaar voor zijn. Het wetsvoorstel om gemeenten adviesrecht te geven bij de procedure rond beschermingsbewind is naar de Tweede Kamer gestuurd en het voornemen is om het nog voor het zomerreces te behandelen. Verder is het wetsvoorstel Herziening beslag- en executierecht aangenomen door de Eerste Kamer en roept de NVI op tot versnelde invoering van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.
  • Drinkwaterleveranciers en zes overheidsorganisaties gaan vanaf 1 juni respectievelijk 1 juli standaard akkoord met minnelijke voorstellen van schuldhulpverleners die zijn aangesloten bij de NVVK.
  • Er wordt gewerkt aan een landelijk convenant met water- en energieleveranciers, woningcorporaties en zorgverzekeraars over melding van achterstanden in het kader van vroegsignalering. Hoeveel meldingen kun je als gemeente verwachten? Hanteer als vuistregel: 85 meldingen per 10.000 inwoners per jaar extra. In juni 2020 werd vroegsignaleringshv.nl gelanceerd. Daar vind je alles wat je nodig hebt voor je vroeg eropaf aanpak.
  • De toolkit Blijf in verbinding met laaggeletterden van Schouders Eronder ondersteunt schuldhulpverleners in gesprekken met laaggeletterden. Bekijk ook de tekeningen en praatplaten van Bindkracht10 en Stadsring51.
  • De NVVK gaat vanaf 1 januari 2021 het Schuldenknooppunt landelijk uitrollen. Via dit knooppunt communiceren schuldeisers en schuldhulpverleners over schuldregeling. Inmiddels zijn de aansluittarieven voor gemeenten, schuldhulpverleningsorganisaties en schuldeisers bekend.
  • In de afgelopen twee jaar onderzochten zes gemeenten of een soepelere aanpak beter werkt om bijstandsgerechtigden naar werk te begeleiden. Dat deden zij binnen de kaders van de ‘Tijdelijke regeling experimenten Participatiewet’ en vorige week verschenen de resultaten.
  • Dit voorjaar verscheen het boek Stress-sensitief werken in het sociaal domein.
  • Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening steeg vorig jaar met 3,4%. Maar de NVVK verwacht dit jaar een toename van minimaal 30% als gevolg van de coronacrisis.

Overig nieuws

Ook CMO STAMM verwacht een toename in aanmeldingen schuldhulpverlening. Binnenkort verschijnt in dat kader in onze algemene nieuwsbrief een artikel dat gaat over de ondersteuning die gemeenten kunnen bieden aan zzp ‘ers als het gaat om (dreigende) schuldenvorming.

Daarnaast wijzen we je op enkele aanstaande nieuwe wetten c.q. wetswijzigingen op het gebied van armoede en schulden. De uitgave Justitiële verkenningen aangaande de aanpak van schuldenproblematiek wordt 6 keer per jaar uitgegeven door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van justitie en veiligheid. In deze uitgave vind je interessante artikelen van onder andere Nadja Jungmann, André Moerman en Tamara Madern: zij beschrijven respectievelijk de onvrede over het schuldhulpstelsel, de gewenste en hoognodige beweging van eigen belang naar gezamenlijk belang als het gaat om de aanpak van schulden en de onbenutte kracht van schuldpreventie.

Het Nibud publiceerde de rapportage Coronacrisis: financiële gevolgen voor huishoudens.

Mis je informatie en/of wil je specifieke informatie over armoedebeleid en schuldhulpverlening met en via ons delen, laat het ons dan weten.

Stichting Landgoed DeCamping (LDC) uit ’t Zandt werkt hard aan de doorontwikkeling tot Sociaal Dorpsbedrijf. Naast een camping, een dorpswinkel en het onderhouden van het terrein en de gebouwen, biedt de stichting ook een houvast voor inwoners van ’t Zandt, voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en voor vastgelopen leerlingen van Noorderpoort en het Alfa-college.

Mbo-leerlingen

De leerlingen van Noorderpoort en het Alfa-college waarom het gaat, hebben moeite met ons huidige schoolsysteem. “Ze zijn wel leerbaar, maar niet schoolbaar”, vertelt Drewes Wildeman in de Ommelander Courant (19 mei 2020). Hij wil hen graag een nestgevoel bieden waarin de sociale omgang met anderen centraal staat, op een laagdrempelige manier. De leerlingen zijn drie dagen per week aan de slag bij Landgoed De Camping en de overige twee dagen zijn ze op het stageadres voor hun school. Bij LDC doen ze ’s ochtends opdrachten voor school en ’s middags werken ze mee. Het is voor de jongeren de laatste kans die ze vanuit school geboden krijgen.

De leerlingen doen alle werkzaamheden die er op het terrein van Landgoed DeCamping zijn en ook daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan kleine klusjes voor bewoners, aan het onderhoud van het omliggende bos of aan het maken van bloembakken die het dorp verfraaien. De ROC’s zijn enthousiast over de aanpak. Van de acht jongeren die in 2019 bij LDC verbleven, zijn zeven weer teruggeleid naar school.

Reuring aan het dorp

In een veilige en vertrouwde omgeving krijgen de leerlingen een dagritme, krijgen ze nieuwe sociale contacten en doen ze ervaringen op om door te kunnen stromen naar (vervolg)onderwijs) of werk. Bij Landgoed De Camping leren ze omgaan met onzekerheden die het leven biedt. De combinatie van een plek bij LDC met een stage maakt de aanpak krachtig. Ook voor voortijdig schoolverlaters. De sociale vaardigheden die zij drie dagen per week bij LDC opdoen, kunnen ze de overige twee dagen meteen inzetten op hun stageplek. Zo’n aanpak geeft lucht aan jongeren die moeilijk inpasbaar zijn in ons schoolse systeem. Ook voortijdige schoolverlaters hebben er veel baat bij, zo is gebleken uit de aanpak in ’t Zandt. Meerwaarde is ook de vergrootte betrokkenheid van de leerlingen bij hun eigen leefomgeving. Ze werken mee aan verfraaiing van het dorp en er ontstaat interactie met andere bewoners. Alle activiteiten geven reuring aan het dorp.

Corona

Uiteraard gelden voor LDC dezelfde regels als voor scholen in deze coronatijden. Dit is erg vervelend voor de jongeren. Voor hen zijn de dagen bij LDC belangrijk in de dagelijkse structuur. Drewes Wildeman houdt wel contact met hen en probeert ze op afstand te motiveren en te begeleiden. Het is op een dergelijk groot terrein gelukkig eenvoudig om de anderhalve meter afstand te garanderen. Hopelijk mogen de jongeren snel weer aan de slag.

Perspectief voor de toekomst

Stichting Landgoed DeCamping heeft in de afgelopen drie jaar laten zien dat zij in een behoefte voorzien. “We willen dit graag continueren”, aldus Bé Schollema, wethouder voor het sociaal domein van de gemeente Loppersum. De gemeente heeft onlangs besloten om de stichting te ondersteunen als een algemene voorziening voor het dorp. Dit wordt mogelijk gemaakt met middelen vanuit het Nationaal Programma Groningen. Drewes Wildeman, initiatiefnemer van LDC, is zeer verheugd met de toekenning, hiervan: “Dit biedt perspectief voor de toekomst.”

De voorziening is opgezet met behulp van expertise vanuit het kenniscentrum CMO STAMM. Vanuit de gedachte dat de formule in ’t Zandt ook in andere dorpen zou kunnen werken, heeft de provincie Groningen hiervoor financiële middelen beschikbaar gesteld. Hermien Maarsingh, adviseur van CMO STAMM, benadrukt dat “de formule van ’t Zandt natuurlijk nooit als blauwdruk kan gelden, want elk dorp is weer anders”. En niet overal loopt een gedreven sociaal ondernemer als Drewes Wildeman rond. Zie je mogelijkheden om ook in jouw dorp een sociaal bedrijf op te zetten? Wij kunnen je hierbij op weg helpen!

Met de versoepeling van de coronamaatregelen, komt er weer wat lucht in onze samenleving. De behoefte hieraan is bij mensen groot, vooral bij kinderen en jongeren. Tot twee maanden geleden groeiden zij immers op in een samenleving waarin bijna alles kon. Ineens verkleinde hun fysieke leefwereld en werden zij geconfronteerd met een samenleving waarin niemand weet hoe ons land er de komende tijd precies uit gaat zien. Hoe ziet hun toekomstperspectief eruit? Kunnen we samen met hen hun perspectief blijvend verbreden in Groningen en Drenthe?

Samen met kinderen en jongeren!

Rutte riep jongeren op 19 mei 2020 nadrukkelijk op om met ideeën te komen voor onze anderhalvemetersamenleving. Uit ervaring weet CMO STAMM dat de inzet van kinderen en jongeren loont. Vooral als je hen vanaf het begin betrekt in je zoektocht naar oplossingen. Dat vraagt om lef van beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en zorg- en onderwijsinstellingen. Jeugdparticipatie gaat verder dan alleen meedenken en meepraten. Door de creativiteit en veerkracht van de jeugd te benutten, krijg je vaak de best passende oplossing voor alle inwoners in jouw regio. Voor jong en oud. Ook in een samenleving waarin de impact van coronamaatregelen groot is.

In deze nieuwsbrief kijken we vooral naar de impact van corona voor kinderen en jongeren (en hun opvoeders) op het gebied van onderwijs, werk en vrije tijd. Kinderen en jongeren hebben met deze gebieden direct te maken. Oplossingsrichtingen raken hen hiermee ook direct. Daarom is het belangrijk om binnen deze gebieden jeugdparticipatie meteen als uitgangspunt te nemen. Dus om de kinderen en jongeren waar het om gaat meteen te betrekken, vanaf het begin, in het vinden van oplossingsrichtingen voor maatschappelijke vraagstukken.

Aandachtsgebieden

1. Onderwijs: stand van zaken en waar betrek je jeugd? - Lees verder

Weer fysiek naar school op afstand

Uit onderzoek in Groningen en Drenthe blijkt dat een grote groep leerlingen sinds de afgelopen maanden moeite heeft om gemotiveerd te blijven voor onderwijs (Groninger en Drents panel, april 2020). Nu de scholen weer (verder) open gaan, is dat voor velen dan ook goed nieuws. Voorwaarde is wel dat het coronavirus niet weer verder oplaait.

  • Op 2 juni opent het (speciaal) voortgezet onderwijs;
  • Vanaf 8 juni gaat het (speciaal) basisonderwijs en de kinderopvang 100% open;
  • Op 15 juni zijn er ook weer praktijklessen en toetsing in het mbo. Ook de tentamens en praktijklessen in het hoger onderwijs worden dan weer opgepakt.

De onderwijsbonden reageren terughoudend op de versoepelingen in het onderwijs. In de peiling van CNV Onderwijs gaf 49% van de 7.000 leden aan liever tot de zomer geen volledige openstelling van het basisonderwijs te zien in verband met praktische consequenties. Ook binnen het voortgezet en middelbaar onderwijs zijn er praktische vraagtekens bij de uitvoering van de versoepeling. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat er overal in het schoolgebouw anderhalve meter afstand wordt gehouden?

Maatschappelijke vraagstukken bij het weer naar school gaan

  • (leerlingen)Vervoer. “Openbaar vervoer? Liever niet”, zegt Rutte. Maar hoe ga je dan van en naar school? “Lopend of op de fiets”, zegt Rutte. Voor kinderen en jongeren die in de buurt van hun school wonen is dat haalbaar, maar niet iedereen woont dichtbij de school waar ze naar toe gaan. Stel dat alle leerlingen van het voortgezet onderwijs straks op de (brom)fiets naar school gaan. Is er dan voldoende plek voor hun (brom)fiets om deze veilig te stallen? Hoe zorg je ervoor dat ze bij aankomst op anderhalve meter afstand van elkaar staan? En hoe veilig is het op de weg als iedereen met de fiets van en naar school komt? Leerlingen (en ouders) en schoolbesturen werken aan creatieve oplossingen voor deze vraagstukken.
  • Sociale contacten zijn belangrijk (je ziet weer je vrienden, dan wel medestudenten). Het gemis was groot (panel 2020), dit kan gevolgen hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. De onderlinge sociale contacten komen nu weer meer op gang. Dit kan invloed hebben op reguliere problemen in groepen zoals pesten, groepsdruk etc. Neemt dit toe of juist niet?
  • Voorlopig blijven vormen van fysiek lesgeven en online naast elkaar bestaan. Het combineren van onderwijs in de klas en op afstand is een echte uitdaging. Hierbij kunnen kinderen, ouders, jongeren goed meedenken. Wat hebben zij zelf nodig om gemotiveerd te blijven?

Ouderbetrokkenheid en opgelopen leerachterstand

Het snelle omschakelen van leerkrachten van klassikaal onderwijs naar afstandsonderwijs in de afgelopen maanden heeft extra druk gelegd op het onderwijspersoneel. Maar ook ouders voelden ineens veel meer druk toen hun kinderen thuisonderwijs kregen. Normaal gesproken varieert de ouderbetrokkenheid al enorm, in de afgelopen periode kwam die nadrukkelijker naar voren. Niet elke ouder beschikt over de pedagogische en didactische vaardigheden van een leerkracht, het contact met leerkrachten verminderde en ouders moesten diverse taken combineren.

Als we naar Groningen en Drenthe kijken blijkt dat (panels april 2020):

  • In Groningen en Drenthe konden de meeste ouders voldoende steun bieden bij het onderwijs van hun kind de afgelopen periode. Toch geeft een omvangrijke groep ook aan dat zij onvoldoende steun konden bieden. Dat gold voor ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd in Groningen 19% en in Drenthe 26%. En voor ouders van kinderen op het voortgezet onderwijs: Groningen 21% en in Drenthe 9%.
  • Volgens ouders liepen hun kinderen leerachterstanden op in de afgelopen periode. In Groningen: basisschool 28% en voortgezet onderwijs 37%. In Drenthe: basisschool 24% en voortgezet onderwijs 38%. Ruim 40% van de panelleden verwacht dat deze niet zomaar zijn weggewerkt.

Uit de recente landelijke peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) blijkt echter dat de meeste basisscholieren geen leerachterstand hebben opgelopen door de gesloten scholen vanwege het coronavirus. Slechts één op de tien schoolleiders ziet een leerachterstand. Bijna 1 procent noemt de achterstand ernstig. Volgens de AVS hebben de meeste scholen het thuisonderwijs goed opgepakt. Ook ouders hebben eraan bijgedragen dat de leerachterstand bij de meeste kinderen constant is gebleven. Er zijn ook scholen die aangeven dat hun leerlingen juist sneller zijn gegaan.

Maatschappelijke vraagstukken bij ouderbetrokkenheid en leerachterstand

  • Stimuleert het beleid van de scholen betrokkenheid van alle ouders/opvoeders of sluit deze sommige ouders toch uit?
  • Ouders konden de afwezigheid van de leerkracht slechts tot op zekere hoogte compenseren. Onderwijsinstellingen moeten opgelopen leerachterstanden in beeld krijgen en samen met kinderen (en hun ouders), jongeren en jong volwassenen een plan van aanpak maken hoe die achterstanden in te halen zijn. Het kabinet investeert bijna €500 miljoen extra in het onderwijs voor studenten en zomerscholen om achterstanden aan te kunnen pakken.
2. Werk: stages, arbeidsmarkt, schoolverlaters en geen geld - Lees verder

Om een baan te kunnen vinden, ga je naar school en loop je stages. Een stageplek leidt vaak ook tot werk, vooral bij beroepsopleidingen. De afgelopen maanden gingen de scholen dicht en kwamen veel studenten (mbo/hbo) thuis te zitten omdat ook hun stage bij een evenementenbureau of horecazaak werden stopgezet. Nu we ook nog midden in een economische crisis zitten, ligt er de uitdaging om antwoord te vinden op de vraag: hoe kom je aan stages? Welke manieren kunnen we met elkaar in gang zetten om stages te creëren? En hiermee ook de kansen voor schoolverlaters op de arbeidsmarkt te vergroten? In de provincie Groningen is CMO STAMM bijvoorbeeld betrokken bij het initiatief van Landgoed DeCamping. Hier worden jongeren die uit het mbo dreigen te vallen, weer op weg geholpen terug naar school en soms ook naar werk.

Maatschappelijk vraagstuk bij schoolverlaters en hun kansen op arbeidsmarkt

Voor wat betreft de arbeidsmarkt ligt er een uitdagend vraagstuk ten aanzien van schoolverlaters en hun kansen op de arbeidsmarkt. Het UWV en CBS publiceren elke maand de werkloosheidscijfers in Nederland. In april 2020 kwamen er fors meer WW-uitkeringen bij dan in maart. Toen waren het 38.000 nieuwe uitkeringen. In april zijn dat er 74.000. In alle sectoren en onder alle leeftijdsgroepen neemt de WW toe. Lees ook ons artikel over de situatie met betrekking tot werken inkomen van jongeren in Groningen en Drenthe. Bij jongeren tussen de 15 en 25 jaar is de toename het grootst. In deze groep nam het gemiddeld aantal nieuwe WW-uitkeringen per week toe van 1.900 in maart naar 3.300 in april, een stijging van 75 procent.

Sinds het begin van de coronacrisis belanden steeds meer mensen in de bijstand. De instroom groeit in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst bij mensen onder de 35 jaar. Dat concludeert Divosa, vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, op basis van de bijstandsgegevens van gemeenten. De instroom in de bijstand van mensen tot 27 jaar groeide met 55 procent en van 27- tot 35-jarigen met 58 procent. Voor oudere leeftijdsgroepen was de stijging tussen de 19 en 32 procent. Volgens Divosa is de instroom van jongeren in de bijstand altijd hoger dan bij ouderen, maar wordt het patroon versterkt door de economische tegenwind. Mensen onder de 35 jaar hebben doorgaans vaker een flexibele contract en weinig WW-rechten opgebouwd, waardoor ze sneller in de bijstand belanden (bron NOS.nl).

Met de versoepeling van de coronamaatregelen is er meer mogelijk. Het is alleen de vraag of de economie zich zodanig herstelt dat de jeugdwerkloosheid terugkomt op het niveau van voor de coronacrisis. In Groningen en Drenthe raakt het vooral de havo/vwo en de groep wo/hbo. Het Nibud constateerde al in maart dat veel jongeren direct een inkomensterugval hadden. Jongeren hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt: ze hebben vaak geen vast contract en onvoldoende buffer om financiële tegenslagen op te vangen. Hoe kunnen we onze arbeidsmarkt zo inrichten dat we hun kansen vergroten? Laten we samen kijken naar mogelijkheden en pilots in onze provincies die aansluiten op het SER Noord Nederland advies: het werkend alternatief.

3. Vrije tijd: spelen, sporten en op stap gaan - Lees verder

Kinderen en jongeren die tot voor kort gewend waren om zomaar buitenshuis te gaan, kregen voor het eerst in hun leven te maken met vrijheidsbeperkende maatregelen. Niet meer naar de sportclub, naar het jongerencentrum of even lekker winkelen. Voor kinderen en jongeren had dit een groot impact. Voor jongeren vanaf 12 jaar blijft dit ook nog even, want ook zij moeten rekening houden met ‘het nieuwe normaal’. De culturele sector ligt fysiek stil: geen popfestivals, niet naar TT Assen of FC Groningen. Kinderen en jongeren zijn vrij, maar ze voelen zich minder vrij.

De vrijheidsbeperkende maatregelen hadden niet alleen een groot impact op kinderen en jongeren zelf. Ook jongerenwerkers en handhavers kregen het bijvoorbeeld drukker, omdat jongeren niet meer op stap konden. Omdat de horeca gesloten was, werd er  meer op straat rondgehangen. Dat zorgde soms weer meer overlast op straat. Het aantal meldingen van jeugdoverlast bij de politie steeg in april explosief, zo blijkt uit een analyse van nieuwe politiecijfers door LocalFocus. In Drenthe is de grootste stijging in ons land te zien: in april werd hier 682 keer jeugdoverlast gemeld, een jaar eerder gebeurde dat ‘maar’ 243 keer (een stijging van ruim 180 procent). In de provincie Groningen waren 550 meldingen tegen 287 vorig jaar. Een stijging van 91,6 procent.

Maatschappelijke vraagstukken bij vrije tijd

  • Ontmoeting: tien uur gezelschap van niet-gezinsleden in de vrije tijd valt weg. Een groot deel van de vrije tijd staat in het teken van ontmoeting (met niet-gezinsleden), zo blijkt uit het beleidssignaal van het SCP. Men ontvangt thuis bezoek. Of ontmoet derden buiten de deur. Vaak heeft ook uitgaan een sociaal karakter. Vooral voor jongeren die bezig zijn hun eigen identiteit te ontwikkelen. Waar kunnen jongeren elkaar treffen (met RIVM-regels) zonder volwassen ogen? In hoeverre kunnen buurthuizen, het jongerenwerk en andere voorzieningen hier met hen een rol inspelen?
  • Veel jongeren zijn actief als vrijwilliger. Ook in Groningen en Drenthe. Vaak zijn ze betrokken bij de organisatie van festivals, podia en andere evenementen. Dit zijn juist de sectoren die stil liggen. Hoe kunnen jongeren hun talenten blijven ontwikkelen? Hoe zijn deze in te zetten in andere sectoren, zodat ze zich kunnen blijven ontplooien? Vrijwilligerswerk biedt zingeving.

In Groningen en Drenthe zijn relatief weinig coronabesmettingen. Door met elkaar invulling te geven aan de anderhalvemetersamenleving, is gezamenlijk vast meer mogelijk dan we misschien denken. Benut hierbij de creativiteit en veerkracht van kinderen en jongeren. Betrek hen bij je plannen!

Begin april informeerden we je met een nieuwsbrief over de impact van het coronavirus op de zorg. Inmiddels zien we dat de lockdown langzaam aan versoepeld wordt. Maar wat een impact heeft het virus nog steeds op onze samenleving en op ouderen en hun mantelzorgers in het bijzonder. In dit artikel gaan we specifiek in op het effect van corona op de ouderen(zorg).

De komende periode komen er meer versoepelingen, maar kunnen die doorgaan of niet? Houden we ons aan deze maatregelen of gaan we er (te) soepel mee om? Het vraagt een continu aanpassen en veranderen. CMO STAMM deed een (tweede) quick scan door gesprekken met het werkveld te voeren en een literatuurstudie te doen naar de huidige opgaven in de ouderenzorg. En die veranderen snel. We zien veel bereidheid hiertoe en mooie innovatieve oplossingen.

Naast huidige feiten, cijfers en signalen uit het veld, bundelen we creatieve tips aan gemeenten en professionals voor het bieden van passende ondersteuning aan ouderen en hun mantelzorgers. En kijken we of we nieuwe oplossingen ook structureel kunnen vasthouden met elkaar. Wij geloven daarin en gaan daarvoor!

De feiten en cijfers

Bekend is dat ouderen boven de 70 jaar extra kwetsbaar zijn voor het coronavirus. Volgens het RIVM hebben zij doorgaans een minder flexibel afweersysteem, waardoor het virus moeilijker verslagen kan worden en sneller ernstige vormen kan aannemen. De cijfers van het RIVM laten dit ook zien:

Samenvatting Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 25 mei 2020, 10.00 uur: Tot en met 25 mei 10:00 uur zijn er in Nederland in totaal 45.445 COVID-19 patiënten gemeld aan het RIVM. Van alle gemelde patiënten is de helft 60 jaar of ouder. Tot nu toe zijn 11.680 van de gemelde patiënten opgenomen in het ziekenhuis en 5.830 overleden. De helft van de opgenomen patiënten is 69 jaar of ouder, bij de overleden patiënten was de helft 82 jaar of ouder.

In de provincies Groningen en Drenthe wonen in 2019 in totaal 226.716 mensen van 65 jaar en ouder. Dit is ruim 20 procent van de totale bevolking. 24 procent hiervan is 80 jaar of ouder, dat zijn ruim 54.400 mensen (CBS, 2020).

Thuiswonende ouderen

Het grootste deel van de ouderen in onze regio woont zelfstandig. Het gaat om 94% van de 65-plussers en 70% van alle ouderen boven de 85 jaar. Ook voor deze groep geldt dat zij zoveel mogelijk thuis moeten blijven, de 1,5 metermaatregel moeten naleven en geen bezoek meer mogen ontvangen. Voor zelfstandig wonende ouderen die vóór de coronacrisis al kwetsbaar waren in hun zelfredzaamheid en hun netwerk is een uitzondering gemaakt. Om te voorkomen dat zij lichamelijk en/of psychisch ontregelen, is besloten dat er 1 of 2 vaste personen aangewezen mogen worden die het contact met de oudere kunnen onderhouden (Rijksoverheid 2020).

De thuiszorg speelt al lange tijd een grote rol bij de trend in het langer thuis wonen. Deze thuiszorg wordt momenteel echter zoveel mogelijk afgeschaald. Bijna een kwart van de mensen krijgt nu helemaal geen thuiszorg meer en 18% ontvangt minder zorg dan voorheen. De reden van het afschalen van de thuiszorg is het beperken van de kans op besmetting en het vrijmaken van capaciteit voor de zorg voor coronapatiënten. Ruim 60 procent van de mensen die hierdoor wordt geraakt, geeft aan in sterke of redelijke mate negatieve gevolgen te ervaren hiervan, zo blijkt uit onderzoek van de Patiëntenfederatie Nederland. Naast de thuiszorg valt voor veel mensen ook de dagbesteding weg. Door deze maatregelen hebben deze ouderen minder sociale contacten en minder regelmaat in hun leven (de Monitor KRO-NCRV).

Naast de thuiszorg spelen mantelzorgers een grote rol in het leven van veel ouderen. In de huidige situatie kunnen aan de ene kant mantelzorgers geen of beperkt hulp bieden aan naasten waar ze niet bij in huis wonen (bijvoorbeeld kinderen). Aan de andere kant moeten mantelzorgers juist in de thuissituatie meer mantelzorg verlenen door het wegvallen van andere vormen van hulp (bijvoorbeeld partners). Dit heeft grote negatieve gevolgen, zowel voor ouderen als de mantelzorgers zelf.

Verpleeghuizen op slot

Van alle 80-plussers in Nederland woont één op de tien in een verpleeghuis. In de verpleeghuizen wonen overwegend alleenstaande 80-plussers (Verbeek-Oudijk en Van Campen, 2017). De meeste bewoners hebben (zeer) ernstige gezondheidsbeperkingen. Ongeveer 40% van de bewoners heeft dementie. Mensen in verpleeghuizen mogen sinds 20 maart geen bezoek ontvangen. Al worden onder strenge regels wel één of twee personen toegestaan bij stervenden. Bekend is dat ouderen in verpleeghuizen vóór corona weinig telefonisch contact hadden (Verbeek-Oudijk en Van Campen, 2017). Zo heeft in 2015 ruim de helft van de bewoners met kinderen zelden of nooit telefonisch contact met hen.

Normaal ontvangt 75% van de verpleeghuisbewoners naast de zorgverlening van de professionals ook hulp van familieleden. Ook krijgen ongeveer 40% van de bewoners hulp van vrijwilligers (SCP, 2020). Door de beperking van de bezoekregel mogen in verpleeghuizen mantelzorgers en vrijwilligers momenteel geen hulp en ondersteuning bieden. Hierdoor kunnen nu minder activiteiten worden georganiseerd. Het verlies van dagelijkse routines en sociale contacten, en daardoor het verlies van levensgeluk, kan grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven (SCP 2020).

Het kabinet zette per 11 mei een eerste stap in een versoepeling van de bezoekregeling in verpleeghuizen. Per GGD-regio werd er één verpleeghuis uitgekozen waar per bewoner één vaste bezoeker mocht komen op vooraf vastgestelde tijden. In Drenthe mochten, als enige provincie, twee verpleeghuizen deze versoepeling doorvoeren, namelijk Reggersoord in Meppel en zorgcentrum St. Franciscus in Coevorden. In Groningen gaat het om het verpleeghuis Van Julsingha in Delfzijl.  Tijdens de persconferentie van de rijksoverheid op dinsdag 19 mei is aangekondigd dat tussen 25 mei en 15 juni alle verpleeghuisorganisaties die aan de randvoorwaarden voldoen, mogen beginnen met het toelaten van één vaste bezoeker in de huizen. Vanaf 15 juni moet het in elk verpleeghuis mogelijk zijn om één vaste bezoeker per bewoner op bezoek te laten komen. En na 15 juli zal de bezoekregeling verder verruimd worden. Op dit moment voldoen Zorgcentrum Maartenshof en Innersdijk, beide onderdeel van Zorggroep Groningen, aan de randvoorwaarden en kunnen bewoners daar ook één vaste bezoeker ontvangen. Bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen van Treant mogen ook vanaf 25 mei weer beperkt bezoek ontvangen. Bezoekers moeten zich wel houden aan de coronamaatregelen van het kabinet. De bezoekersregeling geldt voor zestien van de zeventien woonzorglocaties en voor de Kortdurende Intensive Zorgafdeling van het Refaja Ziekenhuis in Stadskanaal.

De signalen, waar knelt het?

Tijdens deze coronaperiode staat de ouderenzorg onder druk. Zowel bij ouderen zelf, hun mantelzorgers, als professionals is de impact groot. De belangrijkste signalen die we momenteel horen op een rij:

  • Ouderen zelf zijn angstig het virus te krijgen of door te geven. Het gaat om sociaal isolement en vereenzaming van ouderen, zowel thuis als in het verpleeghuis,  het verminderen en vermijden van zorg en het et risico van huishoudelijk geweld of ontspoorde (mantel)zorg.
  • Bij mantelzorgers is de druk groot. Door het uitblijven van bezoek en oppas, het verminderen of sluiten van de dagbesteding en het uitstellen van een verpleeghuisopname neemt de kans op overbelasting enorm toe. Kwetsbare ouderen en mantelzorgers vragen in deze tijden niet vaak zelf om hulp. De vraagverlegenheid is groot en men weet niet altijd waar men terecht kan. Terwijl er vaak wel extra aandacht en ondersteuning nodig is. Daarnaast gaven veel mantelzorgers aan dat ze bang zijn dat hun geliefde in het verpleeghuis met dementie hun straks niet meer herkent.
  • Professionals merken veel onrust bij ouderen en hebben te maken met een toenemende vraag naar persoonsgerichte zorg en persoonlijke aandacht. Dit gecombineerd met de dreiging van ziek worden door corona en het feit dat er geen of minder informele hulp is, maakt dat zij meer werkdruk ervaren en meer onzeker zijn over hun eigen gezondheid (SCP 2020). Voor professionals die zorg thuis verlenen gaat het ook om het zoeken naar acute oplossingen bij bijzondere thuissituaties waar de belangrijkste mantelzorger door corona of andere ziektes plots uitvalt. Ook de toenemende stress bij mantelzorgers vraagt extra aandacht van professionals (extra luisterend oor, organiseren van respijtzorg). Daarnaast staan zij voor de opgave om de reguliere en uitgestelde zorg weer langzaam op te bouwen.

Wat is nodig?

“Dit is een uitzonderlijke situatie, daarbij passen creatieve, bijzondere initiatieven. Laat met een persoonlijke boodschap van u horen als gemeente, zorgorganisatie, wijkteam of buurtvereniging en wacht niet tot mensen zelf aan de bel trekken. Pro-actief en betrokken!” – Anjo Geluk (Denktank60+ en lid van de landelijke Raad van Ouderen)

Deze oproep geeft direct het belang aan dat organisaties, wijk-/buurtteams en andere aanbieders actief moeten inzetten op contact opnemen met de ouderen en nadrukkelijk ook met hun mantelzorgers. Goed doorvragen (naar ouderenmishandeling, ontspoorde zorg, overbelasting mantelzorgers) en goed bereikbaar zijn (helderheid over telefoonnummers en contactpersonen). Ook kunnen professionals en gemeenten meer gebruik maken van de bestaande en nieuwe informele initiatieven om (thuiswonende en in een verpleeghuis wonende) kwetsbare ouderen te ondersteunen: met hulp (boodschappen), een attentie, beeldbellen (met simpele apparatuur) e.d. Want we zien vele mooie initiatieven in de maatschappij, waar mensen elkaar helpen en met mooie creatieve oplossingen komen. Maar vooral en vaak genoemd in interviews: neem actief initiatief om contact te leggen met kwetsbare ouderen en mantelzorgers!

Drie actiepunten, de belangrijkste opgaven

Drie actiepunten komen tijdens deze coronacrisis sterk naar voren in de ouderenzorg:

  1. Stimuleer digitale vaardigheden bij ouderen
  2. Zorg voor mantelzorgers
  3. Zoek alternatieven voor dagbesteding

Klik op bovenstaande drie opgaven voor tips over wat professionals en gemeenten kunnen (blijven) doen om ouderen en mantelzorgers passend te ondersteunen in deze coronaperiode. We geven voorbeelden van creatieve en effectieve oplossingen die hiervoor al gevonden zijn. En we gaan in op wat we kunnen leren uit deze crisis. Wat kunnen we meenemen uit deze periode en de komende tijd inzetten en vasthouden naar het nieuwe normaal?

In deze tijden van corona, waarin mensen zoveel mogelijk thuis moeten blijven, zo min mogelijk visite mogen ontvangen en verpleegtehuizen en dagbestedingslocaties gesloten zijn voor bezoek, is goede communicatie en contact belangrijker dan ooit. De verschillende maatregelen hebben veel impact op de mogelijkheid en frequentie waarop ouderen contact kunnen hebben met familie en naasten. Al het contact moet op afstand plaatsvinden. Digitale middelen zijn hierdoor belangrijker dan ooit tevoren. Veel ouderen kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken bij het gebruik van al deze nieuwe tools. Vooral ouderen die te maken hebben met dementie of laaggeletterdheid zijn gebaat bij goede ondersteuning bij het gebruik van digitale middelen. Wat zijn de feiten? Zijn er goede voorbeelden voor deze doelgroepen? En, wat kunnen we meenemen in de toekomst? We zetten het voor je op een rij.

Hoe staat het ervoor?

Een groot deel van de ouderen in Nederland geeft aan zichzelf digitaal vaardig te vinden (65%), of vindt zichzelf nog niet te oud om nieuwe technologieën te leren (87%)[1]. Deze ouderen kunnen met wat lichte ondersteuning en een duidelijke uitleg grote stappen zetten als het gaat om het gebruik van digitale middelen waarmee zij contact kunnen houden met hun naasten. Daarnaast is er een doelgroep die meer moeite heeft met deze nieuwe tools, denk hierbij bijvoorbeeld aan mensen met dementie of mensen die laaggeletterd zijn.

Er is wel een stijgende trend in het socialmediagebruik van ouderen. Vooral 65- tot 75-jarigen maken steeds meer gebruik van sociale media. In 2019 gaf 76% van de ouderen in deze leeftijd aan dat ze actief zijn geweest op sociale media, in 2014 was dat nog 40%. Hierbij gaat het voornamelijk om het uitwisselen van berichten via bijvoorbeeld WhatsApp. Er wordt nog relatief weinig gebruik gemaakt van telefoneren of beeldbellen via internet. Van de 65- tot 75-jarigen geeft 41% aan dit in de afgelopen drie maanden te hebben gedaan (19% in 2014), bij 75-plussers gaat het om 18% (in 2014 nog 6%) (CBS, 2020).

Bovenstaande cijfers laten zien dat we de goede kant op gaan, maar dat er ook nog genoeg mensen zijn die hulp kunnen gebruiken bij het inzetten van digitale communicatiemiddelen.

Goede voorbeelden

De afgelopen periode zijn verschillende mooie initiatieven ontstaan om communicatie toch mogelijk te maken en om professionals handvatten te geven bij het bieden van hulp bij gebruik van digitale middelen aan (kwetsbare) ouderen. Hieronder geven wij een aantal voorbeelden van platforms, middelen en instructies die kunnen helpen.

  • Het Nationaal Ouderenfonds heeft de Helpdesk Welkom Online opgezet, waar men naartoe kan bellen met online en digitale vragen. Ze beantwoorden vragen zoals: hoe kan ik videobellen, hoe houd ik contact via sociale media en hoe kan ik online spelletjes spelen met anderen? En ze helpen ook met vragen als: waar vind ik de laatste informatie over het coronavirus? De Helpdesk Welkom Online is te bereiken op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur via 088-344 2000. Op de site welkomonline.nl kan een lesprogramma gevolgd worden om beter wegwijs te worden op het internet. Dit kan zelfstandig, maar ook onder begeleiding van het hulpnummer van Helpdesk Welkom Online (088-344 2000).
  • seniorweb.nl is een landelijke vereniging die stap voor stap uitleg geeft op het gebied van digitale vaardigheden en oplossingen. Zo staan op deze website filmpjes waarin op eenvoudige wijze het gebruik van Skype en WhatsApp wordt uitgelegd. Om gebruik te maken van deze diensten, moet wel een account worden aangemaakt.
  • Ook kan ervoor gekozen worden om ouderen een tablet aan te bieden speciaal ingericht voor deze doelgroep. Deze tablet is makkelijker in gebruik en heeft minder functies dan een reguliere tablet. Zo is er bijvoorbeeld de Memory Lane; hiermee kan men o.a. beeldbellen met familie en hulp vragen van een zorgprofessional of mantelzorger. Ook is er een tablet van Compaan, met een speciaal persoonlijk portaal. Op de website Zorg van nu staat een uitgebreidere uitleg en meer informatie over aanbieders en vergoedingen.

 Voorbeelden gericht op dementerende ouderen

Een aanzienlijke groep ouderen die nu thuis zit, heeft te maken met dementie. 8% van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie, ruim 25% boven de 80 jaar, en van de mensen boven de 90 jaar heeft ruim 40% te maken met dementie.[2]  Voor deze groep spelen gevoelens van vereenzaming die op de loer liggen een grote rol. Ook voor deze groep is het dus belangrijk om aandacht te besteden aan het mogelijk maken van het gebruik van (digitale) tools om contact te kunnen houden.

  • Zorginnovatie- en trainingsbureau Dirkse Anders Zorgen (DAZ) maakte een handige handleiding voor professionals om dementerende ouderen te leren omgaan met een tablet, zodat ze uiteindelijk online kunnen bellen met hun naasten. In deze handleiding wordt gekeken naar de mogelijkheden die mensen met dementie hebben, om hier vervolgens zo goed mogelijk op in te spelen.
  • Er is een instructie beschikbaar die professionals kunnen uitreiken aan familieleden van mensen met dementie.

‘‘Het is 1 ding om te ‘leren’ beeldbellen, maar let er op dat het ook vaak voor verwarring kan zorgen. Gesprekken zijn al lastig en zeker via een scherm. Beeldbellen voorziet vaak wel in een behoefte voor de naasten, maar weeg goed af of dit ook zo is voor degene met dementie.’’ – Arts voor kwetsbare doelgroepen

‘‘Als er  gebeld wordt via het beeldscherm, werkt bijvoorbeeld het samen foto’s kijken, liedjes zingen etcetera beter, omdat het gaat over belevingen in het hier en nu. Je op dit moment fijn voelen samen. Het zien via een scherm roept echter soms ook gevoelens van gemis op, die degene met dementie dan niet altijd kan duiden, maar wel heeft. ‘’ – Mantelzorger van iemand met dementie in een kleinschalige woonvoorziening

  • Omdat er rekening gehouden moet worden met de behoeften van deze doelgroep wordt er ook gezocht naar andere oplossingen in plaats van digitale hulpmiddelen. Zo maakt een woonzorgcentrum in Tongeren gebruik van een parlofoon (een soort intercom) om ouderen toch (live) contact te laten hebben met hun naasten. Met een raam tussen beiden in en een parlofoon in de hand kunnen de oudere en de bezoeker toch nog contact houden.[3]

Voorbeelden gericht op laaggeletterden

Voor de groep laaggeletterden in Nederland kan goede communicatie in deze periode extra lastig zijn. Mensen die laaggeletterd zijn hebben moeite met lezen, schijven en/of rekenen. Dingen die voor veel mensen als normaal en alledaags worden gezien zijn voor deze groep moeilijk. Ook het gebruik van (digitale) communicatiemiddelen kan als extra ingewikkeld worden ervaren.
In Nederland zijn er ruim 2.5 miljoen mensen van 16 jaar of ouder die laaggeletterd zijn, bijna 30% hiervan is 65 jaar of ouder[4]. Daarnaast loopt bijna de helft van de ouderen in Nederland risico op laaggeletterdheid (45,3%) doordat zij niet genoeg meer bezig zijn met taal.[5]

Bij deze doelgroep moet extra goed worden gelet op hoe je een boodschap communiceert, bijvoorbeeld door het zowel te laten zien als te laten horen. Ook het gebruik van pictogrammen werkt goed.[6] [7]

  • Op oefenen.nl staan verschillende Klik & Tik-programma’s die op een laagdrempelige manier uitleggen hoe je met digitale middelen om moet gaan. Bijvoorbeeld Klik & Tik De Tablet of Klik & Tik Samen op ’t web.
  • Steffi.nl is een website waarop verschillende thema’s op een makkelijke manier worden uitgelegd. Zo kan je hier informatie vinden over corona, maar ook over hoe je om moet gaan met de computer.
  • Zet een taalambassadeur in die kan ondersteunen bij het begrijpelijk maken van informatie, of mee kan denken over nieuwe oplossingen.

Wat nemen we mee naar de toekomst?

Door de coronacrisis is het gebruik van digitale (communicatie-)middelen in een stroomversnelling geraakt. Enerzijds leren veel meer (kwetsbare) ouderen hoe zij om moeten gaan met bijvoorbeeld een tablet of apps zoals Skype en WhatsApp.

‘’Ik wist niet dat dit [videobellen] allemaal mogelijk is met mijn telefoon, en ook niet dat ik het zo snel zou leren! Nu kan ik mijn kinderen en kleinkinderen horen én zien! Dit ga ik in de toekomst ook veel vaker gebruiken.’’ – Zelfstandig wonende oudere

Anderzijds krijgt de zorg meer inzicht in en ervaring met het brede scala aan mogelijkheden om digitale middelen toe te passen in het dagelijks werk. Zo zijn ze in verpleeghuizen bijvoorbeeld minder gebonden aan bezoekuren om contact tussen de oudere en de naasten te laten plaatsvinden. Dit kan nu veel meer gebeuren door middel van digitaal en telefonisch contact. Doordat dit contact nu meer frequent en laagdrempelig plaats kan vinden, kan er op een relatief makkelijke manier een bijdrage worden geleverd aan het geluksgevoel, de kwaliteit van leven en het tegengaan van eenzaamheid bij (kwetsbare)ouderen.

Als we nog eens kijken naar de cijfers, zien we dat op dit moment vrijwel iedereen in de leeftijdsgroep van 12 tot 55 jaar gebruik maakt van sociale media, bij 55- tot 65-jarigen is dit 89% en 65-75-jarigen 76% (CBS, 2020). Dit geeft aan dat de ouderen van straks in toenemende mate digitaal vaardig zijn en digitale middelen dus steeds makkelijker een plaats in de maatschappij kunnen innemen. Dit neemt echter niet weg dat we de huidige generatie (kwetsbare) ouderen nog wel een steuntje in de rug moeten bieden en extra kunnen stimuleren om digitale vaardigheden aan te leren, zodat de eigen regie bevordert wordt en mensen meer opties hebben voor een daginvulling.

[1] https://www.movisie.nl/artikel/aandacht-ouderen-tijden-corona

[2] https://www.alzheimer-nederland.nl/factsheet-cijfers-en-feiten-over-dementie

[3] https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/13/parlofoon-maakt-bezoek-toch-mogelijk-in-tongers-woonzorgcentrum/

[4] https://www.lezenenschrijven.nl/over-laaggeletterdheid/feiten-cijfers/aantal-laaggeletterden

[5] https://www.telmeemettaal.nl/wp-content/uploads/2018/03/Rapportage-Behoeftenonderzoek_Zilveren-Taalcompetenties_27-02-2018.pdf

[6] https://www.oneworld.nl/lezen/discriminatie/sociaal-onrecht/hoe-begrijpelijk-is-de-corona-communicatie-voor-laaggeletterden/

[7] https://www.movisie.nl/artikel/corona-begrijpelijke-taal

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X