Het beschermen van persoonsgegevens had al onze prioriteit. Met de komst van de nieuwe privacywet hebben we de manier waarop we werken beter beschreven in onze privacyverklaring. We zetten ons op verschillende manieren in om de privacy van persoonsgegevens te waarborgen:
Neem voor vragen over het privacybeleid van CMO STAMM contact op met onze functionaris Gegevensbescherming: Ewout van Spijker
Team Abracadabra uit Hoogeveen heeft de publieksprijs gewonnen bij de landelijke wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel Mee met Taal. De uitwerking van het idee is nu in volle voorbereiding. Jij kan daar ook aan meehelpen! Hoe? Door het delen van het winnende filmpje van team Abracadabra. Bijvoorbeeld op de website van je organisatie. Zo geven we met elkaar meer bekendheid aan de problemen waar laaggeletterden tegenaan lopen en zijn we samen onderdeel van de oplossing!
Het idee van Team Abracadabra heeft de publieksprijs gewonnen. Dat geeft aan dat veel mensen zich herkennen en/of kunnen vinden in de situatie en de oplossing die geschetst is in hun filmpje; een testpanel om brieven te toetsen op ingewikkelde taal, ofwel op ‘abracadabra’. Wil je met jouw organisatie ook aan de gang om correspondentie beter leesbaar te maken en hierbij de doelgroep zelf te betrekken? Wij helpen je graag verder! Neem voor advies en informatie contact op met Imke Oosting of Esther Rodenburg.
In de gemeente Eemsmond wordt hard gewerkt aan gebiedsplannen waarin de leefbaarheid van de dorpen centraal staat. De afgelopen jaren is er in dit gebied veel veranderd. Denk aan de gevolgen van de gaswinning, de vergrijzing en de krimp, de veranderingen in de zorg, de aankomende gemeentelijke herindeling. Alle reden om de bestaande dorpsvisies nog eens goed onder de loep te nemen en in gesprek te gaan over de toekomst van het dorp.
In Warffum en Breede zijn ze daar onlangs mee begonnen. In een eerste werksessie, uit een serie van meerdere dorpsgesprekken, zijn ontwikkelingen in het dorp geschetst, knelpunten en kansen in beeld gebracht. We bespraken het DNA van het dorp, demografische ontwikkelingen en vergrijzing. We benoemden de trends voor de toekomst en bespraken de vraag: wat betekenen deze voor de leefbaarheid, voor de vitaliteit van het dorp, voor de voorzieningen en de ontmoetingsplekken in het dorp en hoe ga je hier als inwoners mee om.
In deze eerste en ook de volgende werksessies leveren dorpsinwoners input voor hun plan voor de toekomst, ze stellen prioriteiten, zetten in op breed draagvlak en bekijken welke inzet zij zelf kunnen leveren en ook waarvoor zij anderen nodig hebben om deze te realiseren.
De gemeente Eemsmond heeft een Woon- en leefbaarheidsplan 2017-2021 opgesteld waarin een aantal kernopgaven die de leerbaarheid versterken centraal staan. Deze kernopgaven sluiten aan bij waar de dorpen zich sterk voor willen maken:
Het woord is nu aan de dorpen, waaronder Warffum en Breede. De komende maanden gaan zij met ondersteuning van CMO STAMM aan de slag met hun dorpsvisie en hun ambities voor de toekomst. Welke keuzes maken zij? Bestaat daarvoor breed draagvlak en welke mogelijkheden zien inwoners om zich daar samen met anderen voor in te zetten?
In deze nieuwe vorm van samenwerken slaan inwoners en gemeente de handen ineen. Een mooi voorbeeld van hoe een bundeling van ambitie, middelen, maatregelen en daadkracht de toekomst van de dorpen kan bepalen.
Neem contact op met Fenna Bolding voor meer informatie over dit project of over andere dorpsvisies en ambitieplannen voor de toekomst.
Veertig procent van de registraties bij de noordelijke discriminatiemeldpunten in 2017 betreft discriminatie op grond van herkomst en huidskleur. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie 2017 Noord-Nederland, die de drie noordelijke Discriminatie Meldpunten (antidiscriminatievoorzieningen) en de Politie-eenheid Noord-Nederland op 25 april 2018 presenteerden. Bij de politie is dat cijfer 38%. Hiermee is dit, net als in 2016, de meest voorkomende discriminatiegrond.
De Monitor bevat de gezamenlijke cijfers over discriminatiemeldingen die bij de Meldpunten en de Politie zijn binnengekomen en geregistreerd. Ook het College voor de Rechten van de Mens heeft haar cijfers beschikbaar gesteld. In Noord-Nederland zijn bij de politie 298, bij de Discriminatie Meldpunten 443 en bij het College voor de Rechten van de Mens 33 meldingen binnengekomen over ervaringen van discriminatie van burgers.
Het aantal discriminatiemeldingen op grond van herkomst of huidskleur is bij de Meldpunten de afgelopen jaren nagenoeg stabiel. Bij de politie laten de cijfers een grilliger verloop zien. De reden hiervoor is niet bekend; er is aanvullend onderzoek noodzakelijk om te achterhalen waardoor dit kan.
Discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte laat voor het derde jaar op rij een stijging zien. In 2017 werd er 60 keer melding gemaakt op deze grond, in 2016 was dat 44 keer het geval en in 2015 ging het om 35 meldingen. Daarnaast wordt ook zwangerschapsdiscriminatie en discriminatie van transgenders vaker genoemd.
De arbeidsmarkt is verreweg het meest genoemde terrein waarop gediscrimineerd wordt bij meldingen van de Meldpunten. In 2017 gingen 127 van de 443 meldingen over discriminatie op de arbeidsmarkt.
Het aantal meldingen op grond van seksuele gerichtheid is bij de Meldpunten gedaald van 48 in 2016 naar 31 in 2017. Bij de politie is op deze grond ook een daling zichtbaar, van 124 in 2016 naar 76 in 2017. Een oorzaak van de daling is niet direct duidelijk. Wel zetten steeds meer overheden specifiek beleid uit om discriminatie op grond van seksuele gerichtheid tegen te gaan. Mogelijk speelt dit een rol.
De Monitor Discriminatie kan gezien worden als een compacte, publieksvriendelijke factsheet rondom het thema ‘discriminatie’ in Noord-Nederland. Naast de cijfers over discriminatie informeert de Monitor over op welke wijze de Meldpunten d.m.v. voorlichtingen en gastlessen aandacht schenken aan deze thematiek. Het format van de Monitor Discriminatie Noord-Nederland is dit jaar overgenomen door verschillende regio’s in het land.
Het rapport is te vinden op de website van het Meldpunt Discriminatie Drenthe. Of bekijk de monitor direct via Monitor Discriminatie 2017 Noord-Nederland.
Na de eerste zes weken van het programma New Jobportunities hebben al 7 vrouwen een vaste baan gevonden. Ruim 30 Duitse en Nederlandse vrouwen in het Noord-Nederlandse grensgebied krijgen in het project New Jobportunities de kans om weer aan het werk te gaan. Op dit moment nemen nog 19 vrouwen aan het programma deel. In diverse workshops leert deze ‘stille reserve’ zichzelf goed te presenteren bij werkgevers. In augustus start een nieuwe leergang.
“In het begin was vooral de taal moeilijk, maar na de taalcursus vanuit het project zijn wij een stuk verder. Hartstikke leuk en nuttig om te doen”, zegt één van de Nederlandse deelnemers. Na de intake begint men met oppoetsen van de cv, training/coaching (tweetalig), taaltraining, sollicitatie-vaardigheden en bedrijfsexcursies. De groep vrouwen wordt de ‘stille reserve’ genoemd omdat ze graag weer aan het werk willen, maar niet bekend zijn bij coördinerende werkzoekende organisaties of gemeentelijke instanties.
Marijke Roudijk is een deelnemer van de ‘eerste lichting’. Zij liep tijdens de bedrijfsexcursie in een seniorencentrum in Duitsland naar binnen en vertelde: “Hier zou ik wel willen werken”. De directeur van het centrum had binnen korte tijd een sollicitatiegesprek met haar. Daarna is ze daar begonnen met een leer- en werktraject. Sinds enkele maanden heeft zij een vaste aanstelling binnen dit zorgcentrum.
Op 13 augustus gaat een nieuwe leergang van start. Geïnteresseerden kunnen meer informatie over het aankomende programma opvragen en zich aanmelden. Op 24 mei en 31 mei staan ’s avonds voorlichtingsbijeenkomsten gepland in Groningen en Emmen.
‘New Jobportunities’ biedt in een programma van 6 maanden de tools die vrouwen tussen de 35 en 65 jaar nodig hebben om hun kansen op de arbeidsmarkt te verzilveren. De deelnemende vrouwen van het project New Jobportunities uit de Noord-Nederlandse en Noord-Duitse grensstreek zijn een greep uit de zogenaamde ‘stille reserve’: inwoners van de grensregio die graag weer aan het werk willen, maar niet bekend zijn bij coördinerende werkzoekende organisaties of gemeentelijke instanties. Zij hebben in principe geen recht op een uitkering of aanvullende scholing in de zoektocht naar (betaald) werk.
De verwachtingen binnen onze participatiesamenleving zijn hoog. Misschien wel te hoog. Naast alle vaardigheden en kennis die het vaak van bewoners vraagt om mensen met zorgvragen te helpen, is er ook nog sprake van een toenemende mismatch in de bevolkingssamenstelling. Het aantal senioren neemt toe, terwijl de leeftijdsgroepen die voor hen zorgen juist afnemen. Hoe gaan we hiermee om? En hoe kunnen we nu al inspelen op deze komende ontwikkelingen? Dat is de centrale vraag van de bijeenkomst op 21 juni 2018 over informele zorg, georganiseerd door CMO STAMM.
In Groningen verandert de bevolkingssamenstelling. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat vooral krimpgebieden te maken krijgen met de negatieve gevolgen van de veranderende bevolkingssamenstelling (zie bijvoorbeeld in de krimpgemeenten binnen figuur 1).
Figuur 1: De verwachte bevolkingsopbouw van 2018 t/m 2040 laat zien dat de groep mantelzorgers in Groningen (blauw: 46 t/m 64 jaar) kleiner wordt terwijl de groep ouderen (beide kleuren grijs: 65 tot en met 79 jaar en 80 jaar en ouder) groter wordt. De groep 80 jaar en ouder verdubbelt zelfs.
Op de groep die nog wel informele zorg kan verlenen komt daardoor extra druk te staan, ze zijn met weinig en werken langer door dan vorige generaties. Het gevaar van overbelasting ligt op de loer. Driekwart van de wijkverpleegkundigen geeft aan regelmatig met overbelaste mantelzorgers te maken te hebben (SCP-rapport ‘Voor elkaar?’, 2016).
Naast informatievoorziening voor mantelzorgers, ondersteunt CMO STAMM ook het werkveld. Op 21 juni organiseert CMO STAMM een werksessie voor betrokkenen rond informele zorg in de provincies Groningen. We bieden inzicht in de bevolkingssamenstelling tot 2040, in de ontwikkelingen binnen informele zorg en vooral ook in de wensen en behoeften van inwoners zelf. Welke oplossingsrichtingen kunnen we met elkaar vinden en hoe kunnen we nog veel beter vanuit het perspectief van inwoners en het liefst ook samen met hen die oplossingen in de praktijk vormgeven?
Provincie Groningen heeft CMO STAMM tevens gevraagd om mantelzorgers in de provincie te ondersteunen door middel van nieuws en informatie. Inwoners kunnen hiervoor naar de website www.mantelzorggroningen.nl. De nieuwsbrief van Mantelzorg Groningen van april 2018 biedt bijvoorbeeld inzicht aan inwoners en hun naasten hoe je mantelzorgtaken kunt verlichten.
Op 29 maart 2018 vond bij de Hanzehogeschool een drukbezochte schuldensafari plaats, waarin de deelnemers op zoek gingen naar nieuwe aanknopingspunten voor het verbeteren van de schuldhulpverlening. Het perspectief van mensen met schulden was daarin leidend.
CMO STAMM had vier klantreizen uitgewerkt van alleenstaande mannen die noodgedwongen van de Voedselbank Groningen gebruik maken. Zij werden geselecteerd omdat dit een groeiende groep is, die in toenemende mate met schulden geconfronteerd wordt.
Ruim zestig deelnemers, een prachtig gemêleerd gezelschap van ervaringsdeskundigen, professionals, vrijwilligers, schuldeisers en ondernemers, werden meegenomen in de feiten en cijfers van Sociaal Planbureau Groningen. Theatergroep De Speelruimte verbeeldde de klantreizen op een indrukwekkende wijze. Het programma werd gedragen door alle aanwezigen.
Bij het uiteengaan in groepen werd het accent gelegd op verbeterpunten in de schuldhulp:
De zeven aanwezige ervaringsdeskundigen maakten de dialogen levendig en indringend.
De meest opvallende speerpunten uit de werksessies waren de thema’s preventie en nazorg. Ook op het thema proces zat veel energie. De overige besproken thema’s waren:
Een volgende, meer verdiepende sessie, staat gepland voor eind mei.
Ook deel uitmaken van ons netwerk rondom armoede en schulden in Groningen en/of Drenthe? Mail ons!
Voor de wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel mee met Taal hebben wij met Team Abracadabra en Team Winschoten een oplossing bedacht voor de problemen waar laaggeletterden in het dagelijks leven tegenaan lopen. Team Abracadabra uit Hoogeveen en Team Actief in Arnhem zijn de gelukkige winnaars van de wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel mee met Taal. Tel mee met Taal stelt geld beschikbaar voor de uitvoering van de winnende ideeën.
Ons team Abracadabra krijgt de publieksprijs met het idee voor een testpanel waarmee brieven van gemeentelijke instanties getoetst worden op ingewikkelde taal. De winnende pitch van team Abracadabra is online terug te bekijken. Alle stemmers hartelijk bedankt!
Team Actief in Arnhem krijgt de vakjuryprijs met hun idee voor ‘de hulpknop’. De hulpknop geeft laaggeletterden bij binnenkomst in het gemeentehuis de mogelijkheid om persoonlijke hulp te krijgen. De keuze is gemaakt op basis van creativiteit, realiseerbaarheid en uitvoerbaarheid op meerdere locaties in Nederland. ‘We vinden dat jullie enorm goed na hebben gedacht over hoe de dienstverlening bij gemeentes beter kan’, aldus vakjury-lid Inge Vossenaar (OCW). Ook de winnende pitch van team Actief is online terug te bekijken.
De vakjury: ‘We hebben enorm genoten van alle ideeën die in vaak originele filmpjes waren gepresenteerd. We gaan nu kijken hoe we de beste ideeën met deze groepen verder kunnen ontwikkelen’. Naast de winnende ideeën kun je ook de andere inzendingen nog bekijken op de website van Tel mee met Taal: Team Fryslân, Team Winschoten, T-team Achterhoek, Heel Brabant Leert, Breinstormers Brabant, Routehorloge Gelderland, Hulpknop Gelderland, Het Sprekende Medicijnetiket Rotterdam. Bekijk alle ideeën terug.
Het project ‘Vanzelfsprekend’ is onderdeel van het landelijk actieprogramma Tel mee met Taal en wordt uitgevoerd door landelijk kenniscentrum Movisie. Movisie werkt hiervoor samen met vier partnerorganisaties: Partoer, Spectrum, Zorgbelang en CMO STAMM, die op lokaal en regionaal niveau de groepen hebben begeleid.
Met het winnen van de publieksprijs zal het idee van team Abracadabra verder worden ontwikkeld en uitgevoerd. Samen met CMO STAMM zal het team tussen april en oktober deze uitwerking verder vorm gaan geven.
Tel mee met Taal richt zich op het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid en het bevorderen van lezen. In dit driejarige programma (2016-2018) werken de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen.
Het programma helpt gemeenten, werkgevers, bibliotheken, welzijnsorganisaties en andere partijen om de doelgroep te vinden, door te verwijzen, te motiveren en een passend cursusaanbod te doen. Samen zorgen zij ervoor dat méér laaggeletterden aan de slag gaan met taal, rekenen of computervaardigheden en dat kinderen in een taalrijke omgeving kunnen opgroeien. Want het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid gaan hand in hand.
We doen het zelf! Zeggen dorpen en wijken. Overal in ons land nemen burgers de regie over hun leven en leefomgeving. Ze gaan aan de slag met zorg, welzijn, groenonderhoud of met hun zwembad. Maar ook met het buurthuis, de dorpswinkel, een bewonersbedrijf of een coöperatie. CMO STAMM heeft de afgelopen jaren veel initiatieven ondersteund op hun weg naar financiële zelfstandigheid en onorthodoxe verdienmodellen.
Maar kunnen die bewoners het wel zelf? Hoe komen ze aan hun geld? Staan ze dan wekelijks bij de gemeente de hand op te houden? In de praktijk is de eerste impuls van zowel gemeente als burgerinitiatief ‘er moet subsidie komen’. En er is vaak bij de start van een initiatief ook iets van aanjaaggeld nodig. Voor een eerste investering, voor het aankopen van vastgoed, voor het inhuren van deskundigheid enzovoort.
Om twee redenen is het goed kritisch te zijn op subsidie:
Een burgerinitiatief dat autonoom wil zijn moet zijn eigen geld genereren.
De vele initiatieven van bewoners worden door de overheid vaak ‘burgerparticipatie’ genoemd. Eigenlijk geen goede term. Immers, neem je dat woord letterlijk, dan bedoel je dat burgers mee mogen doen in iets wat een ander – de overheid – bedacht heeft. Denk aan de aloude inspraak: laat (boze) bewoners aan het woord en doe daarna wat je toch al van plan was. Burgers hebben de regie al lang genomen. Er is sprake van nieuw eigenaarschap. Overheden doen er goed aan dat proces vanuit wijken en dorpen op waarde te schatten, te faciliteren, daarin ook meer volgend te zijn. Een duwtje mag, maar laat het initiatief bij de bewoners. Daarmee hebben we het niet langer over burgerparticipatie maar over burgerkracht en overheidsparticipatie. De rol van de gemeente varieert daarbij van miniem tot samendoen, co-creatie.
Elk initiatief doorloopt vijf fasen:
Pas in de vierde fase is een initiatief toe aan het bedenken hoe het financieel moet. En het hangt erg af van hoe de keuzes in de voorgaande fasen zijn uitgevallen, naar welke rechtsvorm of welk verdienmodel je gaat toewerken.
We hebben het daarbij niet over gemeenten die hun groenonderhoud outsourcen aan vrijwillige buurtschoffelaars en -maaiers. Met dergelijke constructies hebben we het niet meer over subsidie, maar over substitutie: reguliere middelen worden anders ingezet. Het maken van dit type afspraken heeft over het algemeen nogal wat voeten in de aarde. Zo is er in het laatste voorbeeld een gedegen burgerbegroting nodig.
Nog lastiger is het om het zwembad of het dorpshuis te gaan runnen of de speeltuin van een goede exploitatie te voorzien. Voor dat type verdienmodel moeten de benen op tafel en moet er flink buiten de lijntjes worden gekleurd. De initiatiefnemers moeten op een nieuwe manier kijken naar hun uitgaven en hun inkomsten. Nieuwe diensten, producten en doelgroepen. CMO STAMM heeft de afgelopen jaren veel van dit soort initiatieven ondersteund.
Op 19 april organiseren we in Assen een Academie over verdienmodellen. Tijdens deze academie wordt antwoord gegeven op:
CMO STAMM doet een quick scan naar de haalbaarheid van een stoomtreintje tussen Stadskanaal en Gasselte/Gieten. Samen met de Stichting Stadskanaalrail (Museumspoorlijn STAR) en in opdracht van de Provincie Drenthe en de gemeenten Aa en Hunze en Stadskanaal.
In de zestiger jaren van de vorige eeuw kwam een eind aan het spoorlijntje tussen Stadskanaal en Gieten. In 1953 al stopte het personenvervoer maar nog jaren daarna was het lijntje in gebruik voor goederenvervoer. De rails zijn verdwenen maar bijna het hele talud van het lijntje ligt er nog. Samen met de STAR gaan we middels een quick scan de technische (STAR) en sociaaleconomische (CMO STAMM) aspecten van het reactiveren van het spoorlijntje in kaart brengen.
We hebben het over een interessante regio. Het veengebied rond Gasselternijveen en Gasselte/Kostvlies/de Semslanden (onder meer met golfbaan) sluit aan op het stroomgebied van de Drentse Aa/Hunze. Hier wordt aan de toegankelijkheid van het gebied gewerkt door het aanleggen van (fiets)paden en ruiterroutes. Het veen is en blijft een mysterieus gebied dat belangstellenden uit het hele land trekt. Het in het gebied terugbrengen van een stoomtrein over het oude, nog bestaande en in het landschap zichtbare talud vergroot zowel de toegankelijkheid als de aantrekkelijkheid van de regio. Er zijn toeristische/ondernemende knooppunten te maken – de stations en halteplaatsen, eventueel de rangeerterreinen – waar kansen ontstaan voor economische reuring, voor ondernemers van allerlei pluimage, pleisterplaatsen in de recreatieve arrangementen voor het gebied. De gemeenten Aa en Hunze en Stadskanaal hebben in economische zin ook belang bij zo’n stoomtraject. Diverse bewonersorganisaties uit het gebied omarmen deze ontwikkeling.
Naast technische aspecten en het in beeld brengen van de economische spin-off, kijkt de quick scan ook nadrukkelijk naar mogelijkheden het terugbrengen van de trein in het veenlandschap gefinancierd te krijgen. Waarbij het samen werken met lokale organisaties en het binnenhalen van veel spoorliefhebbers uit het land als vrijwillige werkers aan het spoor opties zijn. Ook het gebruik van tweedehands materiaal en het eventueel gefaseerd uitvoeren van de aanleg kan kostenbesparend werken.
“De ambitie voor 2018 is: De samenwerking Drents Zorglandschap doorontwikkelen naar – nog meer – concrete gezamenlijke activiteiten, die er aan bijdragen dat de zorg en ondersteuning voor inwoners/cliënten in Drenthe efficiënt en in samenhang zijn georganiseerd.”
Kwalitatief goede, bereikbare en betaalbare zorg in Drenthe: dat was het doel van het opzetten van het Drents Zorglandschap in 2015. Nu ruim twee jaar verder is deze unieke samenwerking een begrip in Drenthe. In deze samenwerking bundelen de twaalf Drentse gemeenten, zorgverzekeraar Zilveren Kruis en de Provincie Drenthe hun krachten. Zij volgen urgente en actuele ontwikkelingen in het Drentse Zorglandschap en stroopten het afgelopen jaar vanuit een gezamenlijk gevoel van verantwoordelijkheid samen de mouwen op voor de volgende thema’s:
Het eerste jaar van de Drentse Werkagenda 2017-2018 is afgerond, waar staan we nu en hoe gaan we verder?
Met het oog op 2018 evalueerde het Drents Zorglandschap de gezamenlijke resultaten en ambities tijdens een gezamenlijke werksessie op 18 januari j.l.. De uitkomst hiervan is de uitvoeringsagenda 2018, waarin thema’s, activiteiten en prioriteiten voor 2018 zijn benoemd.
De samenwerking wordt voortgezet op de drie bestaande thema’s uit de Drentse Werkagenda, zoals hierboven genoemd, maar ook op een aantal actuele thema’s en onderwerpen die de partners afgelopen jaar signaleerden.
In de uitvoeringsagenda 2018 zijn o.a. opgenomen:
Tijdens het VDG-portefeuillehoudersoverleg Gezondheid & Welzijn van 22 februari 2018 bekrachtigden Zilveren Kruis, de Drentse gemeenten en provincie Drenthe het commitment, vertrouwen en ambities voor de samenwerking in 2018. Er is behoefte aan een verdiepingsslag in de samenwerking: door ontwikkelen naar nóg meer concrete gezamenlijke activiteiten, die er aan bijdragen dat de zorg en ondersteuning voor inwoners/cliënten in Drenthe efficiënt en in samenhang zijn georganiseerd.
Benieuwd naar de concrete gezamenlijke activiteiten? Neem een kijkje in de Uitvoeringsagenda 2018 of neem contact met ons op!
Uit veel dorpsenquêtes blijkt dat mensen zich graag inzetten voor elkaar. CMO STAMM begeleidt initiatiefgroepen in dorpen en wijken die zich inzetten voor leefbaarheid en de toekomst van zorg. Veel initiatieven beginnen met een enquête.
Een enquête is een prima middel om in korte tijd te peilen wat voor inwoners belangrijk is om in hun dorp of wijk te blijven wonen. En hoe mensen zich voor elkaar willen inzetten. De resultaten van dergelijke enquêtes zijn telkens weer een mooie start voor vervolginitiatieven.
Enquêtes zijn een goed middel om meningen in het dorp te polsen, maar ook om te inventariseren hoe inwoners zich voor elkaar willen inzetten. Dit levert een mooi beeld op over hoe naoberschap tegenwoordig kan worden ingevuld.
Na afronding van enquête worden de resultaten geanalyseerd en is het woord aan het dorp of de wijk om een keuze te maken voor vervolgstappen.
Belangrijke thema’s die in veel enquêtes terugkomen zijn:
Dorpscoöperaties worden overal in ons land opgericht. In deze coöperaties wordt de kracht van bewoners ingezet om de leefbaarheid te versterken. Voordelen hiervan zijn onder andere dat bewoners zelf beslissen over het eigen dorp, het bevordert de samenhang en er kan maatwerk geboden worden. In een dorpscoöperatie bepaal je samen waarmee je aan de slag wilt en de leden zetten zich gezamenlijk in, ieder vanuit de eigen mogelijkheden. Veel coöperaties richten zich op allerlei vormen van hulp, steun, zorg die dorpsbewoners elkaar graag blijken te bieden.
In alle fasen kan CMO STAMM advies en ondersteuning bieden: samen met het dorp de enquête opstellen, advies over de organisatie van de enquête, analyse en presentatie van de resultaten aan het dorp, advies over vervolgstappen, financiering en samenwerking.
Samen werken aan een krachtige samenleving. Een samenleving waarin iedereen meedoet. Dat is wat ons bij CMO STAMM al jaren drijft. Die samenleving verandert. Nederland is in 2018 een ander land dan in 1990: voller, grijzer en diverser (SCP, 2017). En is een land dat transformeert naar een participatiesamenleving, waarin van burgers wordt gevraagd meer zaken zelf te regelen. Hoe kunnen wij ons werk zodanig inzetten dat in deze diverse en veranderende samenleving ook daadwerkelijk een ieder gehoord wordt en gelijke kansen krijgt? We blijven zoeken naar nieuwe inzichten en methoden om tegenstellingen en uitsluiting tegen te gaan en optimale kansen voor een ieder te creëren. Hoe kunnen we oprecht luisteren naar degenen die zich nu niet gehoord voelen of een ‘ander’ perspectief hebben? De methode Deep democracy geeft ons mooie nieuwe handvatten.
Bij Deep democracy gaat het over het benutten van de wijsheid van de minderheid. Het is een zienswijze en methode die de onderstroom in groepen zichtbaar en hanteerbaar maakt. Besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen. Grondlegger hiervan is Myrna Lewis, een psycholoog die begin jaren 90 de methode ontwikkelde na de opheffing van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. In Nederland hebben Jitske Kramer en Daniëlle Braun Deep democracy verder ontwikkelt en op de kaart gezet (De Academie voor Organisatiecultuur).
Deep democracy kan op veel verschillende manieren en bij diverse onderwerpen en processen ingezet worden. We schetsen een aantal voorbeelden:
Een aantal van onze adviseurs volgden trainingen/de opleiding over Deep democracy bij de Academie voor organisatiecultuur. Voor vragen over Deep democracy kun je terecht bij:
Fenna Bolding
Marcel Endendijk
De gemeente Ooststellingwerf zet vol in op participatie. Het interessante daarbij is dat ze dit samen met de raad, het college, het MT en de ambtenaren doen. Via twee themabijeenkomsten die we vanuit CMO STAMM met de gemeente voor deze gevarieerde groep organiseerden, zijn we interactief aan de slag gegaan met het thema participatie.
Gemeente Ooststellingwerf ziet participatie als een belangrijke ontwikkeling voor de versterking van de samenleving. Daarnaast biedt het kansen om de binding tussen inwoners en gemeente te versterken. Ooststellingwerf anticipeert- net als steeds meer gemeenten- op de geschetste ontwikkelingen door het ontwikkelen van een andere manier van werken. De essentie daarbij is dat de gemeente Ooststellingwerf niet in zijn eentje publieke waarde creëert, maar dat samen doet met partners in de wijk of het dorp: bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties etc. Hoe precies zal verschillen per onderwerp en dorp of wijk.
Samengevat streeft de gemeente Ooststellingwerf de volgende doelen na:
Bij de eerste bijeenkomst besteedden we aandacht aan hoe de rol van de raad eruit ziet in 2020.
De deelnemers dachten ieder voor zich na over hoe de gemeenteraad er in de toekomst uit kan zien. Genoemde thema’s:
Veel raadsleden willen experimenteren met het nadrukkelijker in verbinding staan met inwoners.
Bij de tweede bijeenkomst hebben we gesproken over hoe de Routeplanner Overheidsparticipatie, door CMO STAMM ontwikkeld, een kapstok kan zijn voor de gewenste ontwikkelingen in Ooststellingwerf. Juist ook het commitment van raad, MT, college en ambtenaren is hierbij belangrijk. In Ooststellingwerf gaan alle partijen er samen voor en trekken ook gezamenlijk op in de zoektocht naar de ideale route voor Ooststellingwerf. Vraagstukken die daarbij aan bod kwamen zijn:
De gevoerde gesprekken gingen vooral over hoe de Raad minder zou kunnen vergaderen en meer buiten zou kunnen zijn: bewoners opzoeken en ontmoeten. En meer zou kunnen controleren op het gevoerde proces (heeft iedereen zijn mening kunnen geven) in plaats van op de inhoud. Daarnaast werd er gesproken over het vaststellen van een coalitieprogramma op hoofdlijnen. Met daarbij eigenaarschap en geld en regie bij de dorpen zelf. En veel samenwerking en onderling vertrouwen binnen het gemeentehuis: korte lijnen tussen ambtenaren, raadsleden en bestuur.
Wil je meer weten over Ooststellingwerf en hun traject? Of ben je zelf geïnteresseerd om een dergelijke zoektocht aan te gaan in je gemeente? Neem dan gerust contact ons op.
Groeiende tegenstellingen, uitdagende opgaven. Dat was het thema van ons inspirerende CMO STAMM Lab van 16 december jl. Een thema waar ook het komende jaar nog volop in te doen is.
Paul Scheffer, hoogleraar Europese studies in Tilburg nam ons mee in zijn lezing ‘Een zeker beeld van Nederland’. Over steeds scherpere maatschappelijke breuklijnen langs opleidingsniveau, herkomst, religie en leeftijd. Deze zorgen voor culturele en sociale spanningen die leiden tot een zoektocht naar veiligheid en identiteit. Nederland heeft, volgens Scheffer, vooral behoefte aan gezamenlijk gedeeld toekomstperspectief. Ook benadrukt hij de noodzaak van een heroriëntatie op onze manier van samenleven.
De kern van de lezing van Paul Scheffer is onlangs als opiniestuk gepubliceerd in het NRC van 5 januari 2018. ‘Lees het artikel ‘Ons driestroompjesland’.
Aansluitend reflecteerden René Paas, Commissaris van de Koning van de provincie Groningen en Eric van Oosterhout, burgemeester van Emmen op de lezing van Paul Scheffer. Zij gingen nader in op de maatschappelijke opgaven in Groningen en Drenthe en de zoektocht om lokaal en regionaal tegenstellingen te overbruggen.
Lees de reflectie van René Paas op de lezing van Paul Scheffer (LinkedIn artikel).