Op woensdag 15 mei gaf wethouder Jan Zwiers het startsein voor de aanpak van de Playground in Poppenhare. Een mooi en hoopvol signaal voor de ex-herstructureringswijk in het noorden van Coevorden!
De Playground in Poppenhare staat er slecht bij. Vooral de verkruimelde betonvloer maakt hem onbruikbaar voor sport- en spelactiviteiten. Dat zat de Buurt- en Speeltuinvereniging (BSV) in de wijk niet lekker. Enkele jaren geleden was de Playground de eerste Krajicek Playground in Drenthe. De BSV wilde die roemruchte tijd graag weer terughalen. Maar er iets aan doen was ingewikkeld. Want duur. De oude vloer eruit, nieuwe erin, de toestellen actualiseren enzovoort.
Met hulp van CMO STAMM en MWC stelde de BSV een projectplan en een LEADER-aanvraag op. Daarbij ging de ambitie verder dan het opknappen van de verkruimelde vloer. Bijvoorbeeld:
Om deze ambities waar te kunnen maken zijn fysieke aanpassingen nodig. Zoals buitentoiletten, een overkapping, verlichting en een zandveldje voor beachvolleybal. De nieuwe activiteiten en de verbinding met de nieuwe doelgroepen vergt ook begeleiding. Die wordt geboden door een werker van MWC. Het hele pakket kost rond de €300.000,-. De helft komt van LEADER, de andere helft spaart de BSV zelf bij elkaar bij fondsen en betrokken partijen.
De BSV is een actieve factor in Poppenhare. Niet voor niks is bijna de helft van alle bewoners in de wijk lid van de vereniging. De BSV organiseert de meest uiteenlopende activiteiten voor zeer diverse doelgroepen. Het buurtgebouw staat er tiptop bij en de buurt gaf recent ook de speeltuin een opfrisbeurt. Nu is dan dus de Playground aan de beurt. Zo heeft Poppenhare – en zo heeft Coevorden – straks weer een plek waar verbinden, bewegen en gezondheid voor een breed palet aan doelgroepen centraal staan.
Het kabinet presenteerde in maart 2019 plannen voor de aanpak van laaggeletterdheid. In de Kamerbrief kondigt minister van Engelshoven maatregelen aan, maar volgens Sociaal-Economische Raad (SER) met te weinig middelen. In een advies aan de regering stelt SER dat het kabinet de urgentie van dit probleem niet inziet. Met de publicatie van het advies ‘Samen werken aan taal‘ spoort SER de overheid aan. In plaats van de verantwoordelijkheid op gemeenten af te schuiven, zoals nu gebeurt, zou de regering de regie moeten nemen.
De SER adviseert het kabinet het budget te verdubbelen en effectiever in te zetten om voldoende laaggeletterden te bereiken en kwalitatieve cursussen te kunnen bieden. De €84 miljoen van het kabinet is te weinig om 2,5 miljoen mensen te kunnen helpen. Om de problemen op te lossen, is waarschijnlijk het dubbele budget nodig. De opbrengst levert de samenleving en het bedrijfsleven meer winst dan kosten op. Laaggeletterdheid brengt maatschappelijke kosten met zich mee, door inkomensverlies, minder belastinginkomsten en een groter beroep op sociale zekerheid. Daarbij is het vaak ook een oorzaak van andere problemen zoals schulden, armoede, gebrek aan zorg of een slechte woonsituatie.
Om laaggeletterdheid aan te pakken is een landelijk beleid met regionale uitvoering hard nodig. Het kabinet legt de verantwoordelijkheid nu te veel bij de gemeenten. De SER adviseert gemeenten beter samen te werken met werkgevers, werknemersorganisaties, maatschappelijke organisaties en onderwijs. Bestaande initiatieven om laaggeletterdheid aan te pakken bereiken te weinig mensen. Instanties als het UWV en schuldhulpverlening moeten, net als gemeenten en bedrijven, volgens de SER tijdig signaleren dat iemand laaggeletterd is, alert zijn op de behoefte aan taalcursussen en daarvoor verwijzen.
De SER vindt het nodig dat er in alle gemeenten een goed en bereikbaar aanbod is van cursussen voor laaggeletterden. Daarvoor is regionale samenwerking nodig. De cursussen moeten worden gegeven door voldoende en goed opgeleide docenten. Ook moet de kwaliteit van cursussen worden verbeterd, en worden gezorgd dat er voldoende geld is om zoveel mogelijk laaggeletterde mensen met passende scholing te helpen. Naast de regionale aanpak is kennisuitwisseling nodig, bijvoorbeeld door een kenniscentrum in te richten. De SER vindt dat er in elke gemeente een herkenbare plek moet zijn waar mensen cursussen kunnen volgen en informatie kunnen halen.
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden. Dat staat gelijk aan 18%, dus ongeveer 1 op de 6 mensen in Nederland. Onderzoek toont aan dat 1,7 miljoen Nederlanders laaggeletterd is. Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe, onderdelen van CMO STAMM, hebben deze cijfers ook voor onze provincies. In Drenthe loopt een driejarig provinciaal onderzoek waar CMO STAMM in de begeleidingscommissie zit en de verbinding legt met de partijen.
Met het testpanel Abacadabra en de gemeente Hoogeveen ontwikkelen we een handleiding en keurmerk om heldere taal te gebruiken in communicatie. Uitgangspunt is altijd met de mensen zelf te ontwikkelen, zij zijn dan ook nauw betrokken. CMO STAMM zoekt in Groningen en Drenthe de verbinding tussen de verschillende partijen. Vanuit de samenwerking met het bondgenootschap naar een geletterd Drenthe verzamelen we kennis en ervaringen met laaggeletterdheid op het digitaal kennisplatform: www.naareengeletterddrenthe.nl.
Meer dan de helft van de laaggeletterden werkt. Het lezen en begrijpen van veiligheidsvoorschriften en werkinstructies, en omgaan met computers is een gedeeld probleem, want dit is ook van belang voor de werkgevers. Om concurrerend te zijn, hebben werkgevers mensen nodig die taal- en digitale vaardigheden beheersen. Ook werkgevers en collega’s op de werkvloer kunnen hierin een veel actievere rol in krijgen. Werkgevers kunnen laaggeletterde medewerkers opleidingen op maat bieden. Ook vakbonden kunnen via de O&O fondsen bijdragen aan scholing binnen bedrijven. De SER doet de aanbeveling bedrijven te ondersteunen bij het aanbieden van cursussen op de werkvloer.
Scholen hebben een belangrijke rol in het tegengaan van laaggeletterdheid. De Onderwijsinspectie waarschuwt in het rapport De staat van het onderwijs voor toegenomen laaggeletterdheid. Er komen jongeren van school met een te laag taalniveau. De SER noemt het verleren van leesvaardigheden, wanneer zij na hun schoolperiode hier te weinig gebruik van maken, een onderschat probleem.
Bron:
De gemeente Hoogeveen is al een aantal jaren bezig om een kindvriendelijke gemeente te worden. Het programma ‘Jong Hoogeveen’ is één van de speerpunten in dit proces. Het vergroten van de kansen van kinderen is hierin de hoofdambitie. Een nieuwe manier van omgaan met kinderen is hierin ingezet. De verbindende aanpak (restorative practice) wordt nu al toegepast op een aantal scholen in de gemeente en de aanmeldingen blijven binnenstromen.
Het bezoek in februari van de vertegenwoordigers van Child Friendly Leeds heeft er voor gezorgd dat het project is gaan leven in Hoogeveen. Waar het eerst gezien werd als een project van de gemeente, wordt het nu gezien als project van de hele gemeente. En steeds meer organisaties willen meedoen.
In het najaar van 2018 is een groep uit Hoogeveen op bezoek geweest in Leeds. Hier hebben zij kennisgemaakt met de verbindende aanpak. Deze manier van omgaan met jongeren, die vooral gericht is op een goede relatie met jongeren, biedt uiteindelijk veel meer mogelijkheden voor beide partijen. In Leeds zijn er in totaal 16 trainers opgeleid in deze methode.
Eenmaal terug in Hoogeveen, zijn deze trainers bezig gegaan met het trainen van anderen. Het bezoek van Andy en Sue, vertegenwoordigers Child Friendly Leeds, heeft gezorgd voor extra verdieping binnen dit proces. Tegelijk is er ook extra aandacht en interesse ontstaan voor de methode. Dit is onder andere te zien aan de constante stroom van aanmeldingen van organisaties in de gemeente.
De verbindende aanpak kan op verschillende manieren ingezet worden. Organisaties die deelnemen, bepalen hun eigen prioriteiten. Er zijn geen verplichte routes; er is juist erg veel ruimte voor organisaties om zelf keuzes te maken. Wanneer een organisatie deel wil nemen, zullen zij een aantal trainingen volgen. Tijdens deze trainingen maken zij kennis met de verschillende aspecten binnen de methode, maar ze zullen deze ook zelf ervaren.
Johanna Sellis van gemeente Hoogeveen, benadrukt dat de scholen hun eigen prioriteiten stellen. “Het basisprincipe van de methode is om dingen samen te doen met de jongeren. Het opbouwen, onderhouden en herstellen van relaties is hierbij erg belangrijk. Maar er is verder geen vast programma voor de verbindende aanpak. Scholen kunnen zelf kiezen welke aspecten ze willen benadrukken, er is geen blauwdruk van hoe het moet.”
Een ander initiatief van Jong Hoogeveen is het CityTrainers project. CityTrainers zijn jongeren die aan de hand van hun eigen talenten verschillende activiteiten organiseren en begeleiden in hun eigen buurt. De cursus die zij hiervoor gevolgd hebben, helpt ze hun eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. De CityTrainers worden door de kinderen in de wijk gezien als een rolmodel. Het contact met de kinderen in de buurt is het belangrijkste aspect van de CityTrainers. Zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en kunnen hiermee aan de slag.
Billy Joe is een CityTrainer in Hoogeveen. Door zijn sportieve aanleg, vindt hij het leuk om sportieve activiteiten te organiseren voor de kinderen in de buurt. “Zelf heb ik altijd gesport en ik vind dat kinderen zoveel mogelijk bezig moeten zijn. En dan bedoel ik niet op hun kamer aan het gamen of zoiets, maar lekker buiten en in beweging zijn!”
De cursus werd door Billy Joe gezien als een leuke vorm van zelfontwikkeling. “De cursus is echt een goed leerproces geweest! Je leert op een leuke manier je eigen talenten te gebruiken om leuke activiteiten voor de kinderen te organiseren. Daarnaast heb ik mijn eigen netwerk ook flink uitgebreid door de cursus, wat dan weer erg in mijn eigen voordeel werkt!”
Een nieuwe stap voor twee burgerinitiatieven in Gasselternijveen: Dorpscoöperatie De Brug en vereniging Dorpsbelangen Gasselternijveen zijn gefuseerd. Ze bundelen hun krachten om overlap in werkzaamheden te voorkomen en impact te vergroten.
De vereniging Dorpsbelangen gaat op in dorpscoöperatie De Brug. Het nieuwe bestuur bestaat uit maar liefst tien gedreven bestuurders die zich inzetten voor de leefbaarheid van het dorp. De vernieuwde dorpscoöperatie komt op voor de belangen van het dorp en richt zich daarnaast op de vragen en zorgen van de individuele inwoners.
De samenvoeging werd op 1 mei 2019 een feit door het ondertekenen van de nieuwe (aangepaste) statuten van de dorpscoöperatie in aanwezigheid van notaris Akkerman van notariaat Aa en Hunze. Ook wethouder Henk Heijerman van gemeente Aa en Hunze was aanwezig. Beide hadden lof en warme woorden voor de nieuwe organisatie. Daarnaast werd het nieuwe (uitgebreide) bestuur voorgesteld. Het bestuur lichtte de plannen voor de nabije toekomst toe en inventariseerde de wensen die leven onder de inwoners van het dorp.
De plaatselijke coryfee Andries Middelbos componeerde een lied speciaal voor de gelegenheid ter ere van de feestelijke fusie. Onder zijn enthousiaste leiding werd deze in canon gezongen. Dit alles onder het motto: als het met de canon lukt, dan komt het met de nieuwe samenwerking van de dorpscoöperatie en dorpsbelangen ook wel goed. De canon klonk als een klok!
CMO STAMM was aanwezig bij de feestelijke start van de fusie. CMO STAMM was betrokken bij het voortraject en ondersteunt het dorp bij de plannen voor zorg en tijdelijk verblijf; een zorghotel in het oude gemeentehuis. De gemeente Aa en Hunze kocht dit pand onlangs aan om dit mogelijk te maken. Fenna Bolding van CMO STAMM werkt momenteel aan een haalbaarheidsanalyse en brengt de kansen voor deze nieuwe voorziening voor Gasselternijveen én de regio in beeld.
Bij de discriminatiemeldpunten in Noord-Nederland wordt steeds vaker melding gedaan van ongelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie 2018 Noord-Nederland, die de drie noordelijke discriminatiemeldpunten (antidiscriminatievoorzieningen) en de Politie-eenheid Noord-Nederland op 16 april 2019 presenteren.
De Monitor bevat de gezamenlijke cijfers over discriminatiemeldingen die bij de Meldpunten en de Politie zijn binnengekomen en geregistreerd. Ook het College voor de Rechten van de Mens heeft haar cijfers beschikbaar gesteld. In Noord-Nederland zijn bij de politie 310, bij de Discriminatie Meldpunten 440 en bij het College voor de Rechten van de Mens 35 meldingen binnengekomen over ervaringen van discriminatie van burgers.
Voor het vierde jaar op rij is er bij de discriminatiegrond handicap/chronische ziekte een stijging waarneembaar bij de Meldpunten. In 2018 werd er 71 keer melding gemaakt van discriminatie op deze grond. In 2017 was dit 60 keer het geval en in 2016 ging het om 44 meldingen. In 2015 waren er nog 35 meldingen. In de jaren daarvoor waren deze aantallen nog kleiner.
Het aantal discriminatiemeldingen op grond van herkomst of huidskleur is bij de Meldpunten de
afgelopen jaren nagenoeg gelijk; in 2018 werd dit in 191 gevallen genoemd als discriminatiegrond. Bij de politie laten de cijfers een grilliger verloop zien. De reden hiervoor is niet bekend; er is aanvullend onderzoek noodzakelijk om te achterhalen waardoor dit kan.
De arbeidsmarkt is verreweg het meest genoemde terrein waarop gediscrimineerd wordt bij meldingen van de Meldpunten. In 2018 gingen 109 van de 440 meldingen over ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt. Daarnaast wordt de openbare ruimte ook vaak aangewezen als een plek waar discriminatie ervaren of gesignaleerd wordt.
De Monitor Discriminatie kan gezien worden als een compacte, publieksvriendelijke factsheet rondom het thema ‘discriminatie’ in Noord-Nederland. Naast de cijfers over discriminatie informeert de Monitor over op welke wijze de Meldpunten door middel van voorlichtingen en gastlessen aandacht schenken aan deze thematiek. CMO STAMM faciliteert het Meldpunt Discriminatie Drenthe.
> Bekijk de Discriminatiemonitor Noord-Nederland 2018 (PDF 16 pagina’s)
Discriminatiemonitor Noord-Nederland 2018
DE MONITOR
De Monitor Discriminatie 2018 Noord-Nederland geeft een totaaloverzicht van discriminatie volgens de registraties van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) en politie Eenheid Noord-Nederland. De meldingen van de ADV’s zijn binnengekomen via Discriminatie Meldpunt Groningen, Meldpunt Discriminatie Drenthe en Discriminatie Meldpunt Fryslán (TCimba). In deze Monitor noemen we dit de Meldpunten. Tevens zijn er in deze Monitor cijfers opgenomen van het College voor de Rechten van de Mens (CRM).
REGIONAAL EN LANDELIJK BEELD De Monitor Noord-Nederland kan gezien worden als een regionale uitgave die hoort bij het landelijk multi-agency rapport Discriminatiecijfers in 2018, dat gelijktijdig gepubliceerd is. Het landelijke rapport heeft tot doel een uitgebreide analyse te geven met landelijke trends. Ook verwijst het landelijke rapport naar relevant wetenschappelijk onderzoek. De Monitor Discriminatie Noord-Nederland is geschreven als een compacte, publieksvriendelijke factsheet over de meldingen in Noord-Nederland. Informatie op gemeentelijk niveau is op de pagina’s 8-9 beknopt weergegeven. In de digitale bijlage is meer informatie over de afzonderlijke gemeenten beschikbaar. Het landelijke rapport Discriminatiecijfers in 2018 is samen met deze regionale Monitor en de digitale bijlage met gemeentelijke gegevens te vinden op de websites van de drie Meldpunten en www.discriminatie.nl.
DISCRIMINATIE
Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis van kenmerken zoals etniciteit, herkomst, huidskleur, seksuele gerichtheid, handicap, religie, geslacht of leeftijd. Het maatschappelijk verschijnsel discriminatie kent vele vormen. Zo kan het gaan om ontslag vanwege zwangerschap, structurele pesterijen vanwege huidskleur of om mishandeling op basis van homoseksualiteit.
DE MELDINGEN
In deze Monitor gaat het over ervaren discriminatie, waarover de Meldpunten, de politie Eenheid Noord-Nederland en het CRM meldingen ontvingen in 2018. Over een aantal meldingen heeft de rechter, een klachtencommissie of het CRM objectief vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake was van discriminatie; over deze zaken is een oordeel of veroordeling uitgesproken. Op pagina 3 leest u beknopt hoe klachtbehandeling via Meldpunten verloopt. De privacy van melders wordt te allen tijde gewaarborgd en alleen met toestemming van de melder worden zaken herkenbaar besproken in de overleggen van Meldpunten, politie of andere instanties.
Meer informatie: Rika Ringersma
Op vijf plekken leven mensen langer en gezonder dan ergens anders op de wereld. Deze plekken noemt met de Blue Zones. Mensen die in één van deze plaatsen wonen, worden gemiddeld 90 of zelfs 100 jaar, in goede gezondheid, zonder medicijnen of invaliditeit. De Blue Zones hebben negen gemeenschappelijke kenmerken.
De vijf blauwe zones zijn:
In verschillende onderzoeken en interviews is gezocht naar terugkerende factoren die maken dat het leven in deze gebieden zoveel gezonder is. Dit heeft geresulteerd in negen gemeenschappelijke kenmerken van de Blue Zones:
In Noordenveld is Blue Zone Dorado gerealiseerd. Een initiatief voor zorgneutraal wonen.
Lees ook: Kabinet stimuleert wooninitiatieven voor fitte ouderen
In Drenthe is circa 11% van de volwassenen, ongeveer 45.000 mensen, laaggeletterd. Zij hebben moeite met lezen, schrijven, rekenen en het werken met de computer. Er is steeds meer aandacht voor de rol die basisvaardigheden spelen in de zelfredzaamheid van burgers. Deze aandacht is er ook in Drenthe. Om elkaar beter te vinden in de aanpak hiervan en kennis te delen lanceerde het Bondgenootschap voor een Geletterd Drenthe het digitaal kennisplatform ‘Naar een geletterd Drenthe’. Deze is onderdeel van Trendbureau Drenthe.
De provincie en het Bondgenootschap voor een geletterd Drenthe presenteerden samen de eerste resultaten uit het onderzoek naar laaggeletterdheid in Drenthe tijdens het Bondgenotencafé op donderdag 28 februari. Het gaat daarbij vooral om een overzicht van kansrijke aanpakken voor werving en begeleiding van laaggeletterden. Tijdens deze bijeenkomst lanceerde Trendbureau Drenthe, onderdeel van CMO STAMM, het nieuwe kennisplatform www.naareengeletterddrenthe.nl.
Op het kennisplatform Naar een geletterd Drenthe delen bondgenoten kennis, onderzoek en verhalen. In Drenthe zijn rond de 80 bondgenoten die samen laaggeletterdheid in Drenthe voorkomen en verminderen door verbindingen te leggen. Het Bondgenootschap voor een Geletterd Drenthe maakt zich hard om minimaal 10% van de laaggeletterden te bereiken en te ondersteunen. Zij werken samen in verschillende sectoren ten dienste van laaggeletterden. Het bondgenootschap is met de relevante partijen een netwerksamenwerking gestart. Zij delen hun kennis met nieuwsberichten, YouTube-filmpjes en publicaties op het kennisplatform Naar een geletterd Drenthe.
De geletterde kaart van Drenthe heeft een centrale plek op het kennisplatform. Deze kaart is gekoppeld aan het onderzoek van het Kohnstamm Instituut en de Universiteit Maastricht en geeft een overzicht van specifieke cijfers van aanpakken en het bereik van laaggeletterde doelgroepen per gemeente in de provincie Drenthe.
Inwoners bundelen met nieuwe wooninitiatieven hun krachten om samen gelukkig, gezond en vitaal oud worden. Het kabinet stelt een regeling in om deze kleinschalige alternatieve woonvormen extra te stimuleren. Ook in onze regio wordt gewerkt aan nieuwe woonconcepten. Een inspirerend voorbeeld is Blue Zone Dorado – zorgneutraal wonen in Noordenveld.
We worden allemaal ouder, we blijven langer gezond en we verhuizen niet meer naar verzorgingshuizen met intensieve zorg. Deze trend is het resultaat van overheidsbeleid en dit sluit aan bij wat inwoners het liefst willen: in de eigen omgeving blijven wonen, met hulp, steun en zorg aan elkaar, de regie in eigen hand, waar nodig professionele zorg en passend bij de eigen wensen.
Op de golven van deze trend ontstaan steeds meer nieuwe vormen van wooninitiatieven met verschillende soort zorg. Deze variëren van knarrenhofjes, zorgcoöperaties, dorpsloketten voor hulp en steun aan elkaar, een zorghotel voor tijdelijk verblijf en nieuwe vormen van zorgneutraal wonen. Bij al deze initiatieven staan een gezonde leefstijl, inzet van zorgkracht voor elkaar en goede samenwerking tussen formele en informele zorg voorop.
Het kabinet stimuleert wooninitiatieven voor fitte ouderen. Initiatiefnemers kunnen subsidie aanvragen om de haalbaarheid van hun plan te onderzoeken. Voor 2019 is er ruimte voor 70 tot 90 aanvragen. Ook voor de jaren daarna is er geld beschikbaar. De gelden zijn o.a. bestemd voor onderzoek naar de haalbaarheid van initiatieven en voor borgstellingen. De initiatieven moeten gericht zijn op:
Minister De Jonge doet een beroep op gemeenten om grond beschikbaar te stellen. Meer informatie over de nieuwe Stimuleringsregeling Wonen en Zorg (SWZ) is te vinden op www.rvo.nl/swz.
Deze stimulans van het kabinet biedt nieuwe kansen voor inwonersinitiatieven die zich richten op samen gelukkig, gezond en oud worden in de eigen omgeving. Maak gebruik van de nieuwe mogelijkheden die dit biedt! CMO STAMM ondersteunt dit soort initiatieven van inwoners, zorgpartijen en gemeenten graag. Voor meer informatie neem contact op met Fenna Bolding.
CMO STAMM heeft expertise, ervaring, kent valkuilen en succesvolle voorbeelden, kent de geldstromen en kan in alle fasen ondersteuning bieden. Wij brengen koplopers en startende initiatiefnemers bijeen om elkaar te inspireren en er samen beter van te worden.
Een noordelijk inspirerend voorbeeld is Blue Zone Dorado: een nieuw concept voor ‘zorgneutraal wonen’ in Noordenveld. Een dynamische plek waar bewoners hun eigen zorg regelen, een plek om samen oud te worden, waar aandacht voor elkaar en een gezonde leefstijl hand in hand gaan. CMO STAMM ondersteunt dit initiatief.
Dit plan houdt in:
Het levert een vitale leefomgeving waar minder behoefte is aan professionele zorg. Zorgneutraal wonen betekent niet dat er nooit een beroep op medische zorg zal worden gedaan, maar door in te zetten op alle aspecten die bijdragen aan vitaliteit, gezondheid en geluk wordt de kans hierop wel kleiner. En als er zorg nodig is, wordt eerst bekeken wat de bewoners zelf kunnen betekenen, voor elkaar onderling of door collectief de nodige hulp, steun of zorg in te kopen.
De initiatiefgroep van inwoners heeft een plan gemaakt met afspraken over:
Het initiatief in Noordenveld liet zich inspireren door de Blue Zones. Blue zones zijn vijf plekken waar mensen langer en gezonder leven dan ergens anders op de wereld. Ook wie niet in een van de vijf Blue Zones leeft, kan in de eigen leefomgeving bewust aandacht geven aan de kenmerken die bijdragen aan een lang, gezond en gelukkig leven. Door in te zetten op sterke sociale cohesie, door te wonen met aandacht en zorg voor elkaar en voor de omgeving, door gezond te leven en bewegen in te bouwen in je dagelijkse ritme kom je al een heel eind. Zo is het mogelijk om ook in Noordenveld een Blue Spot te realiseren.
Lees ook: 9 kenmerken van Blue Zones
Naast het initiatief voor zorgneutraal wonen zijn er nog vele andere nieuwe woonconcepten mogelijk om gezond, gelukkig en vitaal oud te worden.
Actief kinderarmoede helpen bestrijden, dat beloofden meer dan 100 landelijke partners. Zij ondertekenden het convenant van Alliantie Kinderarmoede op 26 maart 2019 tijdens de lancering van de Alliantie Kinderarmoede Nederland. Zowel overheden, bedrijven als maatschappelijke organisaties behoren tot de ondertekenaars. Naast CMO STAMM zijn de Noord-Nederlandse partners onder meer de gemeente Groningen, GGD Groningen, Alfa-college, Hanzehogeschool Groningen en Alliantie van Kracht.
De partners in de Alliantie Kinderarmoede Nederland hebben als hoofduitgangspunt dat zij in alles wat ze doen altijd luisteren naar de wensen van de kinderen en de gezinnen. Hun inzet is gericht op:
Organisaties die ook hun bijdrage willen leveren kunnen zich aanmelden via www.alliantiekinderarmoede.nl.
De Alliantie Kinderarmoede is ontstaan vanuit de samenwerking tussen Alles is Gezondheid, Missing Chapter Foundation en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). De Alliantie Kinderarmoede zet samenwerkingen tussen verschillende organisaties op om nieuwe, creatieve en slimme oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. De Alliantie Kinderarmoede ziet erop toe dat de initiatieven van de partners per branche kunnen groeien zodat er een synergieeffect ontstaat.
Meer informatie
> Alliantie Kinderarmoede Nederland
> Inzicht in cijfers Armoede in Groningen (Sociaal Planbureau Groningen)
> Inzicht in cijfers Armoede in Drenthe (Trendbureau Drenthe)
Op 22 november 2018 was het provinciehuis van Groningen het mooie decor van de Werkconferentie van de Zorgmonitor Groningen met het thema ‘Groninger ouderenzorg; kracht in de keten!’, georganiseerd door Sociaal Planbureau Groningen en GGD Groningen. Een geslaagde conferentie met ruim honderd deelnemers, inspirerende sprekers en zes werksessies. Maar liefst 48 mensen hebben zich aangemeld om samen aan de slag te gaan met de uitkomsten van de werksessies. In Doetafels, georganiseerd door CMO STAMM, geven zij een mooi vervolg aan de vastgestelde prioriteiten!
Tijdens de Werkconferentie ‘Groningen Ouderenzorg: Kracht in de keten’ deden de deelnemers mee aan zes verschillende werksessies. De deelnemers benoemden tijdens deze sessies concrete kansen die de zorg in de keten rond ouderen verbeteren. 48 deelnemers meldden zich aan om met de concrete acties aan de slag te gaan. Inmiddels zijn er al vier Doetafels georganiseerd. De Doetafels gaan aan de slag met de volgende thema’s en bijbehorende prioriteiten:
>> Het volledige onderzoek naar de Groninger ouderenzorg
>> Het volledige onderzoek naar de Drentse ouderenzorg
De zes dorpen rond het Schildmeer gaan samenwerken aan de toekomst van hun gebied. Hellum, Overschild, Schildwolde, Siddeburen, Steendam, Tjuchem, elk dorp heeft zijn eigen dorpsvereniging. Omdat veel van de kansen en uitdagingen in het gebied dezelfde onderwerpen betreffen – denk bijvoorbeeld aan de aardbevingsproblematiek, de energietransitie, zorg, de recreatieve mogelijkheden van het prachtige Roegwold/Schildmeergebied – hebben de besturen van die dorpsverenigingen afgesproken hun krachten op die terreinen zoveel mogelijk te bundelen. Die krachtenbundeling moet gaan leiden tot zes integrale dorpsvisies, die kunnen worden samengevoegd tot één gebiedsvisie.
Voordat het zover is, zal er nog veel water door het Schildmeer stromen en zal er met regelmaat met de bewoners worden gecommuniceerd om draagvlak te verwerven en gezamenlijk ‘de agenda van de toekomst’ vast te stellen. De besturen zijn overtuigd van de meerwaarde en kansrijkheid van deze aanpak om de bewoners zelf pro-actief mee te laten denken en doen over de (toekomstige) inrichting van hun eigen woon- en leefomgeving.
Het proces wordt nadrukkelijk vormgegeven met directe betrokkenheid van de gemeente. De gemeente wil inwoners op een andere manier betrekken bij de ontwikkeling van beleid. Dit democratisch vernieuwingsproces juicht ze van harte toe. Op deze wijze kan een innovatieve en toekomstbestendige relatie en gelijkwaardige samenwerking gecreëerd worden. Het is voor alle betrokken partijen een zoektocht/leerproces naar goed gestructureerde, constructieve en wederzijdse betrokkenheid. Inwoners kunnen dan permanent betrokken blijven en richting geven aan ontwikkelingen in de eigen omgeving, en niet alleen eens in de vier jaar hun stem uitbrengen.
CMO STAMM is sinds een half jaar betrokken bij de krachtenbundeling van de inwoners van de Schildmeerdorpen. Naast de gebiedsregisseur van Midden-Groningen zijn voor de verdere professionele begeleiding van het zes Schilddorpenproject afspraken gemaakt met de Vereniging Groninger Dorpen en CMO STAMM. Eén van de actieve inwoners heeft CMO STAMM en de Vereniging Groninger Dorpen gevraagd om de dorpsverenigingen te adviseren en te ondersteunen bij het vormgeven van het proces en bij de uitvoering.
De meeste mensen die regelmatig televisie kijken, kunnen de supermarktketen Jumbo niet meer los zien van het gezellige gezin uit de reclamecampagne. Een sterke marketingstrategie waarin ingespeeld wordt op het familiegevoel, nostalgie en huiselijkheid en waarin de unieke formule van de Jumbo steeds weer genoemd wordt. Wat kunnen we nou met dit voorbeeld in ons werk in het Sociaal Domein? Dat werd duidelijk tijdens de heidag voor lokale steunpunten vrijwilligerswerk die CMO STAMM in februari organiseerde.
Klantonderzoek, waardeproposities en buyer profiles; tijdens de heidag die CMO STAMM organiseerde voor de lokale steunpunten voor het vrijwilligerswerk kwam het allemaal aan bod. Professionals die het vrijwilligerswerk ondersteunen merken dagelijks dat het vrijwilligerswerk aan het veranderen is. Waar vrijwilligers eerder vrijwilligerswerk deden, omdat dat er ‘nou eenmaal bij hoorde’, zijn steeds meer vrijwilligers gemotiveerd vanwege de beleving die vrijwilligerswerk met zich mee brengt.
Het aantal vrijwilligers neemt toe, maar ze hebben andere drijfveren en ideeën over vrijwilligerswerk dan vroeger. Wil je vrijwilligers werven en ondersteunen, dan moet je ze, net als het Jumbogezin dat bij Nederlandse families doet, aanspreken op die drijfveren en motivaties. En dat vraagt om een nieuwe aanpak vanuit vrijwilligers- en ondersteuningsorganisaties. De steunpunten Vrijwillige inzet zijn zich daar van bewust en wilden graag eens vanuit de marketingwereld geïnspireerd worden op dit onderwerp.
Tijdens de heidag kwam de marketingexpert Reza Vinkes, van Digital Works, vertellen over de campagnes die hij voor Jumbo en voor de Friesland Zorgverzekeraar heeft ontwikkeld. Steunpunten en ambtenaren die deelnamen werden geprikkeld om hun doelgroep nog beter te onderzoeken, profielen te maken en een gedegen campagne op te zetten voor die doelgroep. De vraag wie je wilt bereiken met welk aanbod blijkt niet altijd makkelijk te beantwoorden. Daarom vertelde Edith Starreveld, van de Vrijwilligers Centrale Deventer, hoe ze dat in Deventer doen.
Aan het eind van de middag maakten de deelnemers zelf buyer profiles voor hun steunpunten en centrales. Daarbij keken ze wie hun doelgroep is, welke profielen die doelgroep heeft en welke kanalen, boodschappen en verhalen deze doelgroep het beste aanspreken. En hoewel een Jumbocampagne een andere omvang heeft dan een lokale vrijwilligersoproep, bleek dat groots denken tot verfrissende inzichten kan leiden.
Sportverenigingen spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid in dorpen en wijken. Ze zijn daarbij vaak afhankelijk van hun vrijwilligers. En die zijn niet altijd even makkelijk te vinden en vast te houden. Daarom ontwikkelden we, in opdracht van de provincie Groningen, samen met Huis voor de Sport, de methodiek ‘Vrijwilligers & Co’. De methodiek helpt sportverenigingen om vrijwilligers beter te vinden, te binden en te behouden. Op 13 februari zijn de eerste 18 sportverenigingen in Groningen gezamenlijk van start gegaan met Vrijwilligers & Co.
Vrijwilligers & Co richt zich op het trainen van een vrijwilligerscoördinator of vrijwilligerscommissie: een Co! De Co wordt met behulp van coaching en een online omgeving getraind op zes thema’s die de basis vormen voor duurzaam vrijwilligersbeleid. Een verenigingsadviseur coacht Co via de online omgeving en geeft, naast praktische tips en handvatten, persoonlijke feedback op opdrachten.
Aan het einde van het traject heeft iedere deelnemende vereniging een Co Kompas klaar, een eigen plan van aanpak. Om de methodiek zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de vraag van sportverenigingen wordt de methodiek verbeterd met feedback van deelnemers in de pilot. Zo werken we samen met de verenigingen en hun vrijwilligers aan de versterking van sportverenigingen in Groningen.
De gemeente Hoogeveen is al een aantal jaren bezig om een kindvriendelijke gemeente te worden. Het programma ‘Jong Hoogeveen’ is één van de speerpunten in dit proces. Het vergroten van de kansen van kinderen is hierin de hoofd ambitie. In het najaar van 2018 is er een groep vanuit Hoogeveen afgereisd naar Leeds. Al vanaf 2012 is Leeds bezig met het worden van een Child Friendly city. Deze aanpak wordt wereldwijd gebruikt en vormt een inspiratie voor Hoogeveen. Als vervolg op het bezoek aan Leeds, zijn Andy Lloyd en Sue Rumbold (vertegenwoordigers Child Friendly Leeds) in februari afgereisd naar Hoogeveen.
Hier hebben zij kennisgemaakt met een aantal wethouders, maar ook met kinderen van verschillende scholen. Zo hebben zij een rondleiding gekregen van de leerlingen van het Roelof van Echten College waarbij het Eduwiek onderwijsconcept uitgelegd werd.
Het project Jong Hoogeveen gaat uit van het High Five model. Dit model is tot stand gekomen door gesprekken met inwoners van de gemeente. Het handje geeft weer wat er volgens de inwoners aangepakt moet worden. Voor Hoogeveen ziet dit handje er als volgt uit
Tijdens het bezoek aan Hoogeveen hebben Andy en Sue ook een aantal basisscholen bezocht. Tijdens het bezoek aan De Krullevaar hebben zij samen met directrice Nicole Pot, wethouder Gert Vos en enkele leerlingen van de school een speciale stoeptegel gelegd. Deze tegels komen uiteindelijk bij alle partners van het Jong Hoogeveen project te liggen.
Tijdens het bezoek aan Leeds zijn zestien trainers opgeleid in de verbindende aanpak, ook wel restorative practice. Dit is een manier van samenwerken met de jongeren binnen de gemeente. Deze methode geeft de mogelijkheid om relaties op te bouwen, te herstellen en te onderhouden. Het draait om het echt aangaan van relaties en het zien van de potentie van de jeugd. Deze trainers zijn vervolgens in Hoogeveen aan de slag gegaan om hun kennis weer te delen met anderen.
Volgens wethouder Gert Vos heeft de delegatie van Jong Hoogeveen in Leeds gezien dat de samenwerking bijdraagt aan het aanbrengen van veranderingen. Het samenwerken met de kinderen is hierin essentieel. “We moeten veel meer proberen betrokken te raken in de levens van kinderen en jongeren, in plaats van kinderen betrekken in onze levens”.