Tekst vergroten Tekst verkleinen Letter afstand vergroten Letter afstand verkleinen
Jan Schutrups, initiatiefnemer van een schoenenfabriek in Drenthe

Schoenenfabriek Schutrups in Drenthe?.

CMO STAMM brengt de haalbaarheid in beeld van het starten van een schoenenfabriek in Drenthe. We werken samen met initiatiefnemer en bedenker Jan Schutrups (zie fotoinzet), befaamd schoenverkoper in het Drentse dorp Exloo (Borger-Odoorn). LEADER Zuidoost-Drenthe bekostigt deze verkenning.

Het idee

Jan Schutrups, vooraanstaand Drents ondernemer in de schoenen- en voetenbranche, haalt zijn schoenen uit Roemenië. Schoenen worden (vrijwel) niet meer gemaakt in Nederland. Na de succesvolle start van de Schutrups Academy, waar mensen opgeleid worden in de voetzorg, is het nu tijd om een nieuw initiatief te nemen: een Drentse schoenfabriek.

Een Drentse schoenfabriek

Jan Schutrups denkt dat dit kan. En wij denken het met hem. Het moet een ‘puur product’ worden dat geheel met Drentse grondstoffen wordt geproduceerd. Dat biedt ook kansen voor nieuwe verbindingen in de regio. Daarbij zou een coöperatie een geschikte rechtsvorm kunnen zijn.

Want uitgangspunt is:

  • De schoenen worden van Drentse huiden gemaakt (schaap en rund), afspraken met boeren in de regio.
  • Het looien van de huiden gebeurt ook in de fabriek. Het looizuur komt uit Drentse eiken en berken die betrokken worden van Staatsbosbeheer.
  • Inzet van werkzoekenden uit de regio. Uiteindelijk kan dat gaan om enkele tientallen arbeidsplaatsen.
  • De werklocatie ligt bij voorkeur in of nabij Exloo. Op zoek dus naar een leeg pand dat zo een mooie nieuwe bestemming krijgt. En aansluiting creëren bij dorpsvernieuwing in Exloo.
  • Nadrukkelijk wordt ook gedacht aan recreanten: schoenen zien maken is al een bijzonderheid, maar zelf je eigen schoen maken kan echt nergens anders.

Verkennen

Samen met Jan Schutrups brengen we het productieproces in beeld, waarbij de geschetste verbindingen tot stand moeten komen, maar ook bijvoorbeeld het ruimte beslag van de in te zetten machines voor de gewenste drie productielijnen en de daarmee gemoeide kosten/investeringen.

En last but not least is de vraag ‘Is er vraag?’ En hoe groot is die vraag? En welk geografisch gebied hebben we daarbij voor ogen? Meer dan Exloo en Drenthe, Nederland, Europa? Kortom: er is ook een marketingbenadering nodig.

Bedoeling is dat de verkenning geen lijvig rapport oplevert maar een gezonde startsituatie, zodat in de loop van het jaar alles in de startblokken staat voor Jan Schutrups’ Schoenfabriek.

Op 29 maart 2018 vond bij de Hanzehogeschool een drukbezochte schuldensafari plaats, waarin de deelnemers op zoek gingen naar nieuwe aanknopingspunten voor het verbeteren van de schuldhulpverlening. Het perspectief van mensen met schulden was daarin leidend.

CMO STAMM had vier klantreizen uitgewerkt van alleenstaande mannen die noodgedwongen van de Voedselbank Groningen gebruik maken. Zij werden geselecteerd omdat dit een groeiende groep is, die in toenemende mate met schulden geconfronteerd wordt.

Ruim zestig deelnemers, een prachtig gemêleerd gezelschap van ervaringsdeskundigen, professionals, vrijwilligers, schuldeisers en ondernemers, werden meegenomen in de feiten en cijfers van Sociaal Planbureau Groningen. Theatergroep De Speelruimte verbeeldde de  klantreizen op een indrukwekkende wijze. Het programma werd gedragen door alle aanwezigen.

Schuldhulpverlening

Bij het uiteengaan in groepen werd het accent gelegd op verbeterpunten in de schuldhulp:

  1. Een meer klantgerichte houding van hulpverleners en vrijwilligers
  2. Preventie
  3. 1-loketfunctie
  4. Ruimte in wet- en regelgeving

De zeven aanwezige ervaringsdeskundigen maakten de dialogen levendig en indringend.

Werksessies

De meest opvallende speerpunten uit de werksessies waren de thema’s preventie en nazorg. Ook op het thema proces zat veel energie. De overige besproken thema’s waren:

  • Samenwerken in het veld
  • Maatwerk
  • Inwoner centraal in opzet van proces
  • Goed geschoolde professionals / vrijwilligers
  • Onderwijs

Verdiepende sessie

Een volgende, meer verdiepende sessie, staat gepland voor eind mei.

Ook deel uitmaken van ons netwerk rondom armoede en schulden in Groningen en/of Drenthe? Mail ons!

 

Voor de wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel mee met Taal hebben wij met Team Abracadabra en Team Winschoten een oplossing bedacht voor de problemen waar laaggeletterden in het dagelijks leven tegenaan lopen. Team Abracadabra uit Hoogeveen en Team Actief in Arnhem zijn de gelukkige winnaars van de wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel mee met Taal.  Tel mee met Taal stelt geld beschikbaar voor de uitvoering van de winnende ideeën. 

Winnaar publieksprijs

Ons team Abracadabra krijgt de publieksprijs met het idee voor een testpanel waarmee brieven van gemeentelijke instanties getoetst worden op ingewikkelde taal.  De winnende pitch van team Abracadabra is online terug te bekijken. Alle stemmers hartelijk bedankt!

Winnaar vakjuryprijs

Team Actief in Arnhem krijgt de vakjuryprijs met hun idee voor ‘de hulpknop’. De hulpknop geeft laaggeletterden bij binnenkomst in het gemeentehuis de mogelijkheid om persoonlijke hulp te krijgen. De keuze is gemaakt op basis van creativiteit, realiseerbaarheid en uitvoerbaarheid op meerdere locaties in Nederland.  ‘We vinden dat jullie enorm goed na hebben gedacht over hoe de dienstverlening bij gemeentes beter kan’, aldus vakjury-lid Inge Vossenaar (OCW).  Ook de winnende pitch van team Actief is online terug te bekijken.

Alle teams

De vakjury: ‘We hebben enorm genoten van alle ideeën die in vaak originele filmpjes waren gepresenteerd. We gaan nu kijken hoe we de beste ideeën met deze groepen verder kunnen ontwikkelen’. Naast de winnende ideeën kun je ook de andere inzendingen nog bekijken op de website van Tel mee met Taal: Team Fryslân, Team Winschoten, T-team Achterhoek, Heel Brabant Leert, Breinstormers Brabant, Routehorloge Gelderland, Hulpknop Gelderland, Het Sprekende Medicijnetiket Rotterdam. Bekijk alle ideeën terug.

Het project ‘Vanzelfsprekend’ is onderdeel van het landelijk actieprogramma Tel mee met Taal en wordt uitgevoerd door landelijk kenniscentrum Movisie. Movisie werkt hiervoor samen met vier partnerorganisaties: Partoer, Spectrum, Zorgbelang en CMO STAMM, die op lokaal en regionaal niveau de groepen hebben begeleid.

Het vervolg

Met het winnen van de publieksprijs zal het idee van team Abracadabra verder worden ontwikkeld en uitgevoerd. Samen met CMO STAMM zal het team tussen april en oktober deze uitwerking verder vorm gaan geven.

Landelijk actieprogramma

Tel mee met Taal richt zich op het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid en het bevorderen van lezen. In dit driejarige programma (2016-2018) werken de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen.

Het programma helpt gemeenten, werkgevers, bibliotheken, welzijnsorganisaties en andere partijen om de doelgroep te vinden, door te verwijzen, te motiveren en een passend cursusaanbod te doen. Samen zorgen zij ervoor dat méér laaggeletterden aan de slag gaan met taal, rekenen of computervaardigheden en dat kinderen in een taalrijke omgeving kunnen opgroeien. Want het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid gaan hand in hand.

 

logo Tel mee met taal

We doen het zelf! Zeggen dorpen en wijken. Overal in ons land nemen burgers de regie over hun leven en leefomgeving. Ze gaan aan de slag met zorg, welzijn, groenonderhoud of met hun zwembad. Maar ook met het buurthuis, de dorpswinkel, een bewonersbedrijf of een coöperatie. CMO STAMM heeft de afgelopen jaren veel initiatieven ondersteund op hun weg naar financiële zelfstandigheid en onorthodoxe verdienmodellen.

Hoe autonoom zijn burgerinitiatieven?

Maar kunnen die bewoners het wel zelf? Hoe komen ze aan hun geld? Staan ze dan wekelijks bij de gemeente de hand op te houden? In de praktijk is de eerste impuls van zowel gemeente als burgerinitiatief ‘er moet subsidie komen’. En er is vaak bij de start van een initiatief ook iets van aanjaaggeld nodig. Voor een eerste investering, voor het aankopen van vastgoed, voor het inhuren van deskundigheid enzovoort.

Om twee redenen is het goed kritisch te zijn op subsidie:

  1. De gemeente kan niet oneindig doorgaan met het geven van geld dat eigenlijk niet is begroot;
  2. Een burgerinitiatief dat ineens zonder subsidie zit (omdat de gemeente het slechts voor twee jaar verstrekte of omdat er een andere wethouder zit die de subsidie stopzet) staat letterlijk met lege handen.

Een burgerinitiatief dat autonoom wil zijn moet zijn eigen geld genereren.

Burgerkracht en overheidsparticipatie

De vele initiatieven van bewoners worden door de overheid vaak ‘burgerparticipatie’ genoemd. Eigenlijk geen goede term. Immers, neem je dat woord letterlijk, dan bedoel je dat burgers mee mogen doen in iets wat een ander – de overheid – bedacht heeft. Denk aan de aloude inspraak: laat (boze) bewoners aan het woord en doe daarna wat je toch al van plan was. Burgers hebben de regie al lang genomen. Er is sprake van nieuw eigenaarschap. Overheden doen er goed aan dat proces vanuit wijken en dorpen op waarde te schatten, te faciliteren, daarin ook meer volgend te zijn. Een duwtje mag, maar laat het initiatief bij de bewoners. Daarmee hebben we het niet langer over burgerparticipatie maar over burgerkracht en overheidsparticipatie. De rol van de gemeente varieert daarbij van miniem tot samendoen, co-creatie.

Verdienmodel – boter bij de vis

Elk initiatief doorloopt vijf fasen:

  1. Een kopgroep van energieke visionairs die een droom hebben;
  2. Het zoeken van draagvlak onder een grotere groep mensen (bijvoorbeeld de dorpsbewoners);
  3. Het aanbrengen van focus: welk scenario kies je voor je initiatief;
  4. Op basis van de scenariokeuze: organisatievorm en verdienmodel;
  5. Start, feest, uitvoering.

Pas in de vierde fase is een initiatief toe aan het bedenken hoe het financieel moet. En het hangt erg af van hoe de keuzes in de voorgaande fasen zijn uitgevallen, naar welke rechtsvorm of welk verdienmodel je gaat toewerken.

  • Als het initiatief de zorg overneemt van een professionele zorginstelling, zou de structurele financiering uit PGB’s kunnen bestaan.
  • Als burgers het initiatief nemen de bermen in hun buurt te gaan onderhouden, kan de afspraak met de gemeente gemaakt worden dat het geld dat de gemeente regulier hiervoor beschikbaar heeft naar het burgerinitiatief gaat (voorheen naar een uitvoerder).

We hebben het daarbij niet over gemeenten die hun groenonderhoud outsourcen aan vrijwillige buurtschoffelaars en -maaiers. Met dergelijke constructies hebben we het niet meer over subsidie, maar over substitutie: reguliere middelen worden anders ingezet. Het maken van dit type afspraken heeft over het algemeen nogal wat voeten in de aarde. Zo is er in het laatste voorbeeld een gedegen burgerbegroting nodig.

Nog lastiger is het om het zwembad of het dorpshuis te gaan runnen of de speeltuin van een goede exploitatie te voorzien. Voor dat type verdienmodel moeten de benen op tafel en moet er flink buiten de lijntjes worden gekleurd. De initiatiefnemers moeten op een nieuwe manier kijken naar hun uitgaven en hun inkomsten. Nieuwe diensten, producten en doelgroepen. CMO STAMM heeft de afgelopen jaren veel van dit soort initiatieven ondersteund.

Meer weten? Kom naar de CMO STAMM Academie Verdienmodellen

Op 19 april organiseren we in Assen een Academie over verdienmodellen. Tijdens deze academie wordt antwoord gegeven op:

  • Hoe maak jij jouw initiatief financieel duurzaam?
  • Hoe kun je op een nieuwe manier geld binnen halen, zodat jouw initiatief kan blijven bestaan?
  • Welke rol speelt de gemeente?

CMO STAMM doet een quick scan naar de haalbaarheid van een stoomtreintje tussen Stadskanaal en Gasselte/Gieten. Samen met de Stichting Stadskanaalrail (Museumspoorlijn STAR) en in opdracht van de Provincie Drenthe en de gemeenten Aa en Hunze en Stadskanaal.

Quick scan

In de zestiger jaren van de vorige eeuw kwam een eind aan het spoorlijntje tussen Stadskanaal en Gieten. In 1953 al stopte het personenvervoer maar nog jaren daarna was het lijntje in gebruik voor goederenvervoer. De rails zijn verdwenen maar bijna het hele talud van het lijntje ligt er nog. Samen met de STAR gaan we middels een quick scan de technische (STAR) en sociaaleconomische (CMO STAMM) aspecten van het reactiveren van het spoorlijntje in kaart brengen.

Belang regio

We hebben het over een interessante regio. Het veengebied rond Gasselternijveen en Gasselte/Kostvlies/de Semslanden (onder meer met golfbaan) sluit aan op het stroomgebied van de Drentse Aa/Hunze. Hier wordt aan de toegankelijkheid van het gebied gewerkt door het aanleggen van (fiets)paden en ruiterroutes. Het veen is en blijft een mysterieus gebied dat belangstellenden uit het hele land trekt. Het in het gebied terugbrengen van een stoomtrein over het oude, nog bestaande en in het landschap zichtbare talud vergroot zowel de toegankelijkheid als de aantrekkelijkheid van de regio. Er zijn toeristische/ondernemende knooppunten te maken – de stations en halteplaatsen, eventueel de rangeerterreinen – waar kansen ontstaan voor economische reuring, voor ondernemers van allerlei pluimage, pleisterplaatsen in de recreatieve arrangementen voor het gebied. De gemeenten Aa en Hunze en Stadskanaal hebben in economische zin ook belang bij zo’n stoomtraject. Diverse bewonersorganisaties uit het gebied omarmen deze ontwikkeling.

En financieel?

Naast technische aspecten en het in beeld brengen van de economische spin-off, kijkt de quick scan ook nadrukkelijk naar mogelijkheden het terugbrengen van de trein in het veenlandschap gefinancierd te krijgen. Waarbij het samen werken met lokale organisaties en het binnenhalen van veel spoorliefhebbers uit het land als vrijwillige werkers aan het spoor opties zijn. Ook het gebruik van tweedehands materiaal en het eventueel gefaseerd uitvoeren van de aanleg kan kostenbesparend werken.

Het oude tracé in kaart van het het spoorlijntje tussen Stadskanaal en Gieten
Het oude tracé (zwarte lijn)

In het licht van de komende gemeenteraadsverkiezingen is er een handige brochure uitgebracht over de inhoud van de verschillende wetten in de zorg. Graag attenderen wij je hierop. Interessant voor aankomende gemeenteraadsleden en anderen om hier op een snelle en begrijpelijke manier inzicht in te krijgen.

De brochure

In begrijpelijke taal wordt uitleg gegeven over de wet, bij welke organisatie mensen moeten zijn en hoe meegepraat kan worden over de zorg en ondersteuning. Onderdelen zijn:

  • De Wet langdurige zorg (Wlz)
  • De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
  • De Jeugdwet
  • De Zorgverzekeringswet (Zvw)

Bekijk de brochure: De wetten zorg en ondersteuning sinds 2015

“De ambitie voor 2018 is: De samenwerking Drents Zorglandschap doorontwikkelen naar – nog meer – concrete gezamenlijke activiteiten, die er aan bijdragen dat de zorg en ondersteuning voor inwoners/cliënten in Drenthe efficiënt en in samenhang zijn georganiseerd.”

Kwalitatief goede, bereikbare en betaalbare zorg in Drenthe: dat was het doel van het opzetten van het Drents Zorglandschap in 2015. Nu ruim twee jaar verder is deze unieke samenwerking een begrip in Drenthe. In deze samenwerking bundelen de twaalf Drentse gemeenten, zorgverzekeraar Zilveren Kruis en de Provincie Drenthe hun krachten. Zij volgen urgente en actuele ontwikkelingen in het Drentse Zorglandschap en stroopten het afgelopen jaar vanuit een gezamenlijk gevoel van verantwoordelijkheid samen de mouwen op voor de volgende thema’s:

  • Effectief Werken in de Wijk (Krachtige Basis zorg)
  • Sluitende GGZ keten
  • Gezamenlijk Preventie

Het eerste jaar van de Drentse Werkagenda 2017-2018 is afgerond, waar staan we nu en hoe gaan we verder?

Focus 2018: Terugkerende en nieuwe thema’s

Met het oog op 2018 evalueerde het Drents Zorglandschap de gezamenlijke resultaten en ambities tijdens een gezamenlijke werksessie op 18 januari j.l.. De uitkomst hiervan is de uitvoeringsagenda 2018, waarin thema’s, activiteiten en prioriteiten voor 2018 zijn benoemd.

De samenwerking wordt voortgezet op de drie bestaande thema’s uit de Drentse Werkagenda, zoals hierboven genoemd, maar ook op een aantal actuele thema’s en onderwerpen die de partners afgelopen jaar signaleerden.

Uitvoeringsagenda 2018

In de uitvoeringsagenda 2018 zijn o.a. opgenomen:

  • Organiseren van een Masterclass Inkoop;
  • Het realiseren van een Provinciaal overleg Integrale Ouderenzorg;
  • Het uitwerken van knelpunten Jeugd 18-/18+;
  • Het realiseren van beleid rond gezamenlijke leefstijlstijl interventies;
  • Monitoren van de ontwikkelingen rond de toekomst van de ziekenhuis zorg in Drenthe;
  • De organisatie van slimme en efficiënte overlegstructuren voor kwetsbare mensen;
  • Aandacht voor het gedachtengoed ‘positieve gezondheid’ en de verspreiding daarvan.

Frisse energie en nóg meer concrete activiteiten!

Tijdens het VDG-portefeuillehoudersoverleg Gezondheid & Welzijn van 22 februari 2018 bekrachtigden Zilveren Kruis, de Drentse gemeenten en provincie Drenthe het commitment, vertrouwen en ambities voor de samenwerking in 2018. Er is behoefte aan een verdiepingsslag in de samenwerking: door ontwikkelen naar nóg meer concrete gezamenlijke activiteiten, die er aan bijdragen dat de zorg en ondersteuning voor inwoners/cliënten in Drenthe efficiënt en in samenhang zijn georganiseerd.

Benieuwd naar de concrete gezamenlijke activiteiten? Neem een kijkje in de Uitvoeringsagenda 2018 of neem contact met ons op!

Uit veel dorpsenquêtes blijkt dat mensen zich graag inzetten voor elkaar. CMO STAMM begeleidt initiatiefgroepen in dorpen en wijken die zich inzetten voor leefbaarheid en de toekomst van zorg. Veel initiatieven beginnen met een enquête.

Dorpsenquêtes geven inzicht voor goede start

Een enquête is een prima middel om in korte tijd te peilen wat voor inwoners belangrijk is om in hun dorp of wijk te blijven wonen. En hoe mensen zich voor elkaar willen inzetten. De resultaten van dergelijke enquêtes zijn telkens weer een mooie start voor vervolginitiatieven.

Voorbeelden

Enquêtes zijn een goed middel om meningen in het dorp te polsen, maar ook om te inventariseren hoe inwoners zich voor elkaar willen inzetten. Dit levert een mooi beeld op over hoe naoberschap tegenwoordig kan worden ingevuld.
Na afronding van enquête worden de resultaten geanalyseerd en is het woord aan het dorp of de wijk om een keuze te maken voor vervolgstappen.

  • In Grijpskerk leidde inzichten uit de enquête tot de oprichting van de dorpscoöperatie en een dorpsloket.
  • In Gasselternijveen richtte het dorp de coöperatie De Brug op en wordt er nu druk overlegd over samenwerking tussen de informele hulp en steun vanuit het dorp en de professionele zorg vanuit het sociaal team.
  • In Middelstum is de enquête net afgerond en staat het dorp op het punt om de resultaten en vervolgstappen te bespreken.

De kracht van het dorp is de basis voor vervolgstappen

Belangrijke thema’s die in veel enquêtes terugkomen zijn:

  • Veel inwoners willen in de toekomst graag in hun eigen dorp blijven wonen.
  • Er is een enorme bereidheid onder bewoners om elkaar over en weer hulp, steun en gezelschap te bieden.
  • Er is veel behoefte om elkaar te ontmoeten en ook om één aanspreekpunt te hebben waar je terecht kunt met vragen.
  • Er is veel belangstelling voor dorpscoöperaties: een eigentijdse organisatie van bewoners die zich samen inzetten voor de leefbaarheid van hun dorp.

Dorpscoöperaties

Dorpscoöperaties worden overal in ons land opgericht. In deze coöperaties wordt de kracht van bewoners ingezet om de leefbaarheid te versterken. Voordelen hiervan zijn onder andere dat bewoners zelf beslissen over het eigen dorp, het bevordert de samenhang en er kan maatwerk geboden worden. In een dorpscoöperatie bepaal je samen waarmee je aan de slag wilt en de leden zetten zich gezamenlijk in, ieder vanuit de eigen mogelijkheden. Veel coöperaties richten zich op allerlei vormen van hulp, steun, zorg die dorpsbewoners elkaar graag blijken te bieden.

Advies en ondersteuning van CMO STAMM

In alle fasen kan CMO STAMM advies en ondersteuning bieden: samen met het dorp de enquête opstellen, advies over de organisatie van de enquête, analyse en presentatie van de resultaten aan het dorp, advies over vervolgstappen, financiering en samenwerking.

Meer informatie

Het initiatief ‘New Jobportunities‘ begeleidt Nederlandse en Duitse vrouwen met workshops succesvol naar een nieuwe baan in de grensregio. Een groep van rond de 30 Nederlandse en Duitse vrouwen volgt vanaf januari 2018 verschillende workshops die gegeven worden in het kader van het project ‘New Jobportunities’. Op het programma staan, onder andere, Nederlandse en Duitse taalcursussen, theaterpedagogiek en rollenspellen waarin sollicitatiegesprekken worden nagebootst.

Doelen

Doel van deze activiteiten is om de zogenaamde ‘stille reserve’ in de grensregio te begeleiden naar een nieuwe baan, maar ook om het zelfvertrouwen van deze groep te vergroten. “Deze workshops leren ons hoe wij onszelf weer goed kunnen presenteren bij werkgevers.” Aan het woord  is een Nederlandse deelneemster: “In het begin was vooral taal moeilijk, maar na de taalcursus hier zijn wij een stuk verder. Hartstikke leuk en nuttig om te doen.”

Dat de workshops nuttig zijn beaamt  CMO STAMM,  betrokken bij het project dat in het kader van het INTERREG V A-programma ‘Deutschland-Nederland’ is opgezet. Ongeveer zeven vrouwen van de eerste lichting hebben in de eerste zes weken van het programma een (vaste) baan gevonden. En daar blijft het niet bij. “Vergeleken bij het begin van de workshops zie ik bij deze groep een gigantische positieve verandering.” Meerdere vrouwen geven aan dat zij kennismakings- en sollicitatiegesprekken hebben gehad sinds de aanvang van het project.

Tweede ronde

13 augustus gaat de tweede ronde workshops van start.

www.job-portunities.eu

* Het project “New Jobportunities” is onderdeel van het koepelproject Arbeidsmarkt Noord en wordt met ondersteuning van de Eems Dollard Regio in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederlandgefinancierd met middelen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Niedersächsisches Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung alsmede de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân.

logo's van de partners en opdrachtgevers van het grensoverschrijdend project New Jobportunities

Volwassenen die niet goed kunnen lezen en schrijven worden vaak met de nek aangekeken. Laaggeletterden uit de regio Winschoten maakten een film.

Lees het artikel van het Dagblad van het Noorden: Een film als pleidooi voor respect voor laaggeletterden

Meer informatie:
Imke Oosting
Esther Rodenburg

Twintig Duitse en Nederlandse vrouwen zitten gezamenlijk aan een ontbijt bij de startbijeenkomst van “New Jobportunities”, een Europees gesubsidieerd project in de Eems Dollard Regio. Zij krijgen voorlichting over het programma dat hen te wachten staat: Duits-Nederlandse taalcursussen, sollicitatietrainingen en scholing op het gebied van theater vaardigheden zijn enkele onderdelen die de revue passeren. Het doel is om dit jaar 80 vrouwen in kleine groepen te begeleiden.

De aanwezige vrouwen zijn een greep uit de zogenaamde “stille reserve”: inwoners van de grensregio die graag weer aan het werk willen, maar niet bekend zijn bij coördinerende werkzoekende organisaties of gemeentelijke instanties. Zij hebben in principe geen recht op een uitkering of aanvullende scholing en begeleiding in de zoektocht naar (betaald) werk.

Na de intake begint men met oppoetsen van de cv, training/coaching (tweetalig), taaltraining, sollicitatie-vaardigheden en samen we zoeken naar mogelijkheden om weer toe te treden op de arbeidsmarkt.

Resultaat

Volgens CMO STAMM biedt “New Jobportunities” de tools die vrouwen nodig hebben om hun kansen op de arbeidsmarkt te verzilveren. “Deze vrouwen zijn onderdeel van een groep die weer aan het werk wil, maar daarbij wel begeleiding kan gebruiken. Met dit project bieden wij persoonlijke en concrete ondersteuning en scholing bij de zoektocht naar betaald werk waarmee wij de stille reserve in de grensregio activeren.”

Medio vorig jaar is er eenzelfde pilot in het grensgebied geweest met een heel goed resultaat: 12 van de 15 Nederlandse vrouwen hebben een vaste baan gevonden, waarvan 2 in Duitsland. Dat smaakt naar meer!

Partners New Jobportunities

De EDR (Ems Dollard Regio), het koepelproject Arbeidsmarkt No(o)rd, Landkreis Emsland, CMO STAMM, de NAM en de Volkshochschule uit Meppen ondersteunen dit grensoverschrijdende project, dat loopt tot 31 december 2018.

Aanmelden

Ben je een vrouw, tussen de 35 en 65 jaar en woon je in Oost-Groningen of Oost-Drenthe en heb je in principe geen recht op een uitkering of aanvullende scholing en begeleiding in de zoektocht naar (betaald) werk? Neem contact op. Informatiebijeenkomsten zijn op 7 en 14 februari 2018 in Emmen en op 16 februari 2018 in Groningen.

Naast contact met werkzoekende vrouwen willen we ook graag in contact komen met bedrijven, die mogelijkheden kunnen bieden aan deze groep zeer gemotiveerde vrouwen.

www.job-portunities.eu

 

* Het project “New Jobportunities” is onderdeel van het koepelproject Arbeidsmarkt Noord en wordt met ondersteuning van de Eems Dollard Regio in het kader van het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederlandgefinancierd met middelen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Niedersächsisches Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung alsmede de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân.

logo's van de partners en opdrachtgevers van het grensoverschrijdend project New Jobportunities

Samen werken aan een krachtige samenleving. Een samenleving waarin iedereen meedoet. Dat is wat ons bij CMO STAMM al jaren drijft. Die samenleving verandert. Nederland is in 2018 een ander land dan in 1990: voller, grijzer en diverser (SCP, 2017). En is een land dat transformeert naar een participatiesamenleving, waarin van burgers wordt gevraagd meer zaken zelf te regelen. Hoe kunnen wij ons werk zodanig inzetten dat in deze diverse en veranderende samenleving ook daadwerkelijk een ieder gehoord wordt en gelijke kansen krijgt? We blijven zoeken naar nieuwe inzichten en methoden om tegenstellingen en uitsluiting tegen te gaan en optimale kansen voor een ieder te creëren. Hoe kunnen we oprecht luisteren naar degenen die zich nu niet gehoord voelen of een ‘ander’ perspectief hebben? De methode Deep democracy geeft ons mooie nieuwe handvatten.

Deep democracy

Bij Deep democracy gaat het over het benutten van de wijsheid van de minderheid. Het is een zienswijze en methode die de onderstroom in groepen zichtbaar en hanteerbaar maakt. Besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen. Grondlegger hiervan is Myrna Lewis, een psycholoog die begin jaren 90 de methode ontwikkelde na de opheffing van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. In Nederland hebben Jitske Kramer en Daniëlle Braun Deep democracy verder ontwikkelt en op de kaart gezet (De Academie voor Organisatiecultuur).

Wanneer en waarbij Deep democracy inzetten?

Deep democracy kan op veel verschillende manieren en bij diverse onderwerpen en processen ingezet worden. We schetsen een aantal voorbeelden:

  • Cocreëren in het zorglandschap
    Binnen de Wmo worden zorgvragen steeds breder aan de orde gesteld. Het dekt steeds meer levensgebieden dan enkel de zorgvraag, die was en is nog vaak afgeleid van het aanbod van de organisatie. En waar eerder nog wel eens concurrentie tussen zorgorganisaties aan de orde was, speelt momenteel steeds meer de optimale samenwerking rond een cliënt. Binnen deze keten worden geheel nieuwe eisen gesteld aan samenwerking. Door in de samenwerking alle perspectieven te horen en benutten, vermindert sabotagegedrag en verhoog je de kwaliteit van een besluit. In een inclusieve samenwerkingscultuur komt iedereen tot zijn of haar recht en worden alle talenten en invalshoeken benut. Dat betekent ook geen beslissingen voor, maar met mensen maken. Dus ook het perspectief van de cliënt expliciet betrekken. Deep democracy biedt praktische tools en gespreksmodellen om optimale samenwerking en inclusie vorm te geven
  • Burgerkracht en lokale democratie (professionals, ambtenaren, gemeenteraadsleden)
    Steeds meer ontwikkelen actieve inwoners bruisende initiatieven. Doordat zij van dichtbij zien wat nodig is in hun omgeving ontstaan vaak slimme ideeën en krachtige oplossingen waarbij de kracht in eigen dorp en wijk wordt ingezet. Bewoners nemen zelf de regie. Ook dat vraagt van professionals en de overheid aanpassingen in houding, gedrag en competenties. Maar het vraagt ook om nieuwe samenwerkingsvormen, om co-creatie. En dat is best lastig. We horen nog te vaak van inwonersinitiatieven dat ze zich niet serieus genomen voelen door professionals, ambtenaren of bijvoorbeeld gemeenteraadsleden. Het vraagt een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers daadwerkelijk invloed hebben op het proces en op het resultaat van dit proces. Zo zoeken bijvoorbeeld gemeenteraadsleden ook naar nieuwe werkwijzen en hun nieuwe rol. Essentieel hierbij zijn: dialoog, het zoeken naar overeenkomsten én verschillen en focus op gezamenlijk gedragen resultaten. Deep democracy geeft richtlijnen hiervoor en heeft methoden om te komen tot openheid, onderling vertrouwen en nieuwe oplossingen. We bieden onder andere workshops aan voor bijvoorbeeld een gemeenteraad, een team van beleidsmedewerkers of een sociaal team.
  • Teamontwikkeling
    Hoe zorg je er voor dat in je team open gecommuniceerd wordt, zeker als het gaat om een lastig onderwerp of wanneer je weet dat de meningen uiteen lopen. Hoe zorg je ervoor dat onuitgesproken kleine dingen niet uitgroeien tot grote conflicten. Genuanceerde (afwijkende) perspectieven worden vaak extreme meningen als ze geen gehoor krijgen. Middels een ‘gesprek op voeten’ laten we ieder perspectief naar voren komen, krijgt een minderheidsstandpunt de ruimte en krijgen we inzicht in hoe het minderheidsstandpunt kan worden benut om het meerderheidsbesluit te versterken. Sabotage in de samenwerking ontstaat vaak als conflicten worden vermeden, er een dominante leider aanwezig is of als er subgroepen ontstaan in een team. De kunst is verschillen en spanningen niet als een probleem te zien en proberen te negeren, maar zien als een normaal en welkom gegeven. We leren tegenstellingen te zien als de start van een creatief traject.

Een aantal van onze adviseurs volgden trainingen/de opleiding over Deep democracy bij de Academie voor organisatiecultuur. Voor vragen over Deep democracy kun je terecht bij:
Fenna Bolding
Marcel Endendijk

De Provinciale Vrijwilligersprijs is gewonnen door Jeugdsoos Flits uit Loppersum (categorie jeugd), Stichting Nieuw Nabuurschap uit Groningen (zorg), Colourful Bedum (leefbaarheid) en Tennisclub Nienoord uit Leek (sport). De uitreiking, die oorspronkelijk in december stond gepland, maar verplaatst werd vanwege de gladheid, vond op maandagavond 15 januari plaats in het provinciehuis. De winnaars kregen een cheque van 3.000 euro uit handen van gedeputeerde Nienke Homan, die gedeputeerde Eelco Eikenaar verving.

Jeugdsoos Flits

Al meer dan 25 jaar biedt Jeugdsoos Flits een veilige plek aan de jeugd. Zo’n 25 vrijwilligers jonger dan 25 jaar organiseren allerlei activiteiten en evenementen, zoals disco’s, sporttoernooien en knutselmiddagen. De jury waardeert de manier waarop de jongeren samenwerken met de gemeente om het leuk en veilig te houden.

Colourful Bedum

De vrijwilligers van Colourful Bedum organiseren activiteiten voor nieuwe dorpsbewoners die geïmigreerd zijn, zoals fietslessen en de winterloop. Ook verzorgt de organisatie de (internationale) catering bij de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Bedum. De jury heeft grote bewondering voor de vrijwilligers, omdat zij er in slagen autochtone bewoners en nieuwkomers in Bedum op een laagdrempelige manier samen te brengen.

Stichting Nieuw Nabuurschap

Stichting Nieuw Nabuurschap biedt een zingevende dagbesteding aan mensen met langdurige psychiatrische problemen. Een voorbeeld is de ‘belasting- en paperassentoko’, waarbij 35 cliënten honderden andere cliënten helpen met de administratie. Deze werkwijze, voor en door (ex-)cliënten, vindt de jury prijzenswaardig.

Tennisclub Nienoord

Tennisclub Nienoord heeft zo’n 400 leden, waarvan ruim een vijfde actief is. Deze vrijwilligers zetten zich ook in voor anderen in de samenleving, bijvoorbeeld via een tennisprogramma voor vluchtelingen. De jury is onder de indruk van de vele activiteiten die tennisclub Nienoord organiseert en vindt het lovenswaardig dat de club maatschappelijk actief is.

Rol CMO STAMM

CMO STAMM is, in opdracht van de provincie Groningen, de organisator van de vrijwilligersprijs.

Bron: provincie Groningen

De gemeente Ooststellingwerf zet vol in op participatie. Het interessante daarbij is dat ze dit samen met de raad, het college, het MT en de ambtenaren doen. Via twee themabijeenkomsten die we vanuit CMO STAMM met de gemeente voor deze gevarieerde groep organiseerden, zijn we interactief aan de slag gegaan met het thema participatie.

Waarom investeren in participatie?

Gemeente Ooststellingwerf ziet participatie als een belangrijke ontwikkeling voor de versterking van de samenleving. Daarnaast biedt het kansen om de binding tussen inwoners en gemeente te versterken. Ooststellingwerf anticipeert- net als steeds meer gemeenten- op de geschetste ontwikkelingen door het ontwikkelen van een andere manier van werken. De essentie daarbij is dat de gemeente Ooststellingwerf niet in zijn eentje publieke waarde creëert, maar dat samen doet met partners in de wijk of het dorp: bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties etc. Hoe precies zal verschillen per onderwerp en dorp of wijk.

Samengevat streeft de gemeente Ooststellingwerf de volgende doelen na:

  • Toename van betrokkenheid van hun inwoners bij vraagstukken in hun dorp/wijk;
  • Toename van ervaren zeggenschap en eigenaarschap;
  • Toename van het lerend vermogen van de gemeentelijke organisatie.

De rol van de Raad in 2020

Bij de eerste bijeenkomst besteedden we aandacht aan hoe de rol van de raad eruit ziet in 2020.
De deelnemers dachten ieder voor zich na over hoe de gemeenteraad er in de toekomst uit kan zien. Genoemde thema’s:

  • Partij onafhankelijk
    Er zijn raadsleden die verwachten dat de raad beter kan aansluiten bij inwoners als ze de partijpolitiek loslaten en meer aansluiten bij de maatschappelijk democratie.
  • Verbinding met inwoners
    Veel raadsleden willen veel eerder, vaker, en met diverse bewoners in gesprek om gezamenlijk na te denken over belangrijke thema’s.
  • Vernieuwende manier van werken in de Raad
    De raad kan ruime kaders aangegeven waarbinnen de inwoners alle ruimte hebben om zelf de nadere invulling vorm te geven. Een idee dat daar bij aansluit is het effect beschrijven in plaats van de kaders.
  • Vertrouwen
    Het is van belang dat raadsleden van de verschillende partijen elkaar vertrouwen. Het vertrouwen tussen ambtenaren, college en raad is een belangrijke voorwaarde, en het vertrouwen tussen inwoners en de gemeente.
  • Traditionele rollen
    De rol van de raad is kaderstellend, maar wellicht met meer accent aan de voorkant.

Veel raadsleden willen experimenteren met het nadrukkelijker in verbinding staan met inwoners.

Het lerend vermogen van de gemeentelijke organisatie

Bij de tweede bijeenkomst hebben we gesproken over hoe de Routeplanner Overheidsparticipatie, door CMO STAMM ontwikkeld, een kapstok kan zijn voor de gewenste ontwikkelingen in Ooststellingwerf. Juist ook het commitment van raad, MT, college en ambtenaren is hierbij belangrijk. In Ooststellingwerf gaan alle partijen er samen voor en trekken ook gezamenlijk op in de zoektocht naar de ideale route voor Ooststellingwerf. Vraagstukken die daarbij aan bod kwamen zijn:

  1. Wat is draagvlak?
  2. Is er verschuiving mogelijk van politieke democratie naar maatschappelijke democratie?
  3. Hoe zorgen we voor regie en geld in de publieke ruimte?
  4. Hoe zorgen we voor een lerende gemeentelijke organisatie?

De gevoerde gesprekken gingen vooral over hoe de Raad minder zou kunnen vergaderen en meer buiten zou kunnen zijn: bewoners opzoeken en ontmoeten. En meer zou kunnen controleren op het gevoerde proces (heeft iedereen zijn mening kunnen geven) in plaats van op de inhoud. Daarnaast werd er gesproken over het vaststellen van een coalitieprogramma op hoofdlijnen. Met daarbij eigenaarschap en geld en regie bij de dorpen zelf. En veel samenwerking en onderling vertrouwen binnen het gemeentehuis: korte lijnen tussen ambtenaren, raadsleden en bestuur.

Meer informatie

Wil je meer weten over Ooststellingwerf en hun traject? Of ben je zelf geïnteresseerd om een dergelijke zoektocht aan te gaan in je gemeente? Neem dan gerust contact ons op.

Eind 2017 gaf Anne Hilderink, initiatiefnemer, ontwikkelaar en bestuurslid, een presentatie aan de Expertgroep Nieuwe Democratie over het indrukwekkende initiatief van inwoners in Kloosterburen en de omliggende dorpen: de dorpscoöperatie Klooster&Buren.

Hier hebben inwoners de regie met recht overgenomen en dat resulteert in een omvangrijke dorpscoöperatie (binnen twee jaar uitgegroeid van 70 tot 280 leden), de overname van een kerkgebouw, de kloostertuin, het pand Oldeheem met huisvesting en tal van activiteiten en sinds kort ook kinderopvang. De coöperatie Klooster&Buren heeft inmiddels 15 mensen in dienst, zorgt voor het maatwerk waar bewoners om vragen, bespaart geld door slim en efficiënt te werken en draagt bij aan een Bruisend Oldeheem.

Anne Hilderink schetste de ontstaansgeschiedenis van dit initiatief en ook op welke wijze instanties en overheden in verschillende fasen van het proces (sinds 2003) al dan niet een ondersteunende rol speelden.

Kansen voor de toekomst in dunbevolkt gebied

Het dorp Kloosterburen en ook de omliggende dorpen Hornhuizen, Kleine Huisjes, Molenrij en Kruisweg horen bij de gemeente De Marne. De gemeente werkt met kerndorpen. Van de 21 dorpen zijn er 5 aangewezen als kerndorp. Op die dorpen is de focus gericht als het gaat om voorzieningen en ontwikkeling. Het zijn ook de dorpen waar (zorg)instellingen zich bij voorkeur op richten. Kloosterburen hoort hier niet bij. En dat was ook te merken: organisaties trokken zich terug. Dat gold ook voor de zorg, de schaal zou te klein zijn voor professionele instellingen.

Voor inwoners lag dit heel anders: zij hadden het gevoel dat er veel kansen lagen die niet werden benut. Ze organiseerden studiedagen, gingen met elkaar in gesprek, nodigden experts uit om de inzichten te vergroten en kwamen tot een nieuwe aanpak.

Zij ontwikkelden hun eigen visie en zagen steeds meer mogelijkheden om voorzieningen in het dorp te houden:

  • Bijvoorbeeld voor verstandelijk gehandicapten: alles wat voor hen van waarde was kon worden gerealiseerd in het eigen dorp: een plek om te wonen, waar je lid bent van de gemeenschap, waar je je veilig voelt en waar je werk hebt waarin je je kunt ontwikkelen. Dat was allemaal mogelijk in Kloosterburen.
  • Tijdens een toekomstatelier bleken de senioren standvastig: ook zij zagen mogelijkheden om te blijven wonen in hun dunbevolkte regio, maar ze hadden ook een belangrijke boodschap: Wij zijn niet één oudere, maar we hebben allemaal onze eigen wensen.

Het belang van de inzet van een netwerk

Het was snel duidelijk dat ontwikkelen vanuit de inzichten van de inwoners alleen kon als ze zelf de regie namen.

Net als Annemarth Idenburg (WRR) en Roeli Mossel (NNCZ) in eerdere lezingen al deden concludeert benadrukt ook Anne Hilderink het belang van de inzet van een netwerk. Via studiedagen in het dorp hebben ze een prachtig netwerk samengebracht. Iedereen dacht mee zodat ook de belangen van het dorp daarin zijn vorm geven. “Mensen gaan mee als ze zien dat er iets gebeurt wat hun rechtstreeks raakt”, dat is de motiverende sleutel zegt Anne. Het initiatief in Kloosterburen heeft ingezet op de kracht van verbinding en mee bewegen met wat nodig is, in combinatie met een sterke structuur om de gewenste ontwikkeling solide neer te zetten.

Anne stelt vast dat eigen belangen het zicht op wat nodig is kunnen vertroebelen. Zowel bij gemeente als bij organisaties vindt Anne. Haar visie is om juist zoveel mogelijk te denken in schakels en verbindingen en ieders talenten in te zetten in het netwerk. Je maakt daarmee iedereen verantwoordelijk en dat versterkt elkaar enorm.

Eigen regie, eigenaarschap, verantwoordelijkheid en eigendom waren een belangrijke motor in dat proces. Het dorp zag dat je niet afhankelijk aan tafel moest zitten, maar als belanghebbende en vooral als gelijkwaardige gesprekspartner van de gemeente en organisaties.

Overheid ontwikkelt voor de burgers en niet met de burgers

Anne heeft ervaren dat de organisatiestructuur van de overheid een obstakel kan zijn. De gemeente wil wel meebewegen, maar doet dat op de ouderwetse manier zegt ze. Nog teveel vanuit de gedachte voor de burgers in plaats van met de burgers. Het zit nog niet in het DNA van ambtenaren en ook niet in hun systemen om echt gezamenlijk te ontwikkelen. Dat heeft naar haar idee te maken met de (financiële en beleidsmatige) schotten in de gemeentelijke systemen. Die zorgen voor verkokerd denken in wonen, zorgen, economie etc. terwijl in Kloosterburen de initiatiefnemers juist door de kolommen en schotten heen kijken. Alles en iedereen wil proberen om Kloosterburen in een hokje te passen zegt ze. En dat past niet bij wat Kloosterburen en de omliggende dorpen willen zijn: dorpen die zelf regie nemen en die ontwikkelen vanuit wat leeft bij de inwoners.

Vanuit deze achtergrond is de afgelopen tien jaar ingezet: eigen regie van inwoners (dorpscoöperatie) en ontwikkelen vanuit wat nodig is voor de toekomst. Alle keuzes zijn hierop afgestemd. Dit heeft veel opgeleverd, zowel positieve resultaten als wisselende ervaringen in het samenwerken met overheden in maatschappelijke instanties. In haar lezing heeft Anne Hilderink een aantal ervaringen gedeeld met de expertgroep Nieuwe Democratie.

Ervaringen en waardevolle aanbevelingen

Eén van de ervaringen betreft de samenwerking met overheid en instanties:

  • Toen dorpsbewoners een toekomstatelier organiseerden was er bij alle partijen enthousiasme over het proces, maar toen de resultaten niet pasten bij het heersende beleid werd er tot grote frustratie van de inwoners niets mee gedaan.
  • Ook later, toen nieuwe plannen werden gesmeed met een projectontwikkelaar kwamen de plannen niet verder. De inhoud leek goed, maar deze keer was geld het probleem.

Zo liep het twee keer mis.

Deze en ook andere ervaringen leveren waardevolle aanbevelingen op die we hieronder kort benoemen:

  • Neem als inwoners zelf de regie, word zelf ontwikkelaar in je eigen leefomgeving.
  • Toekomstateliers, werksessies, dorpsoverleggen…..benut alle vormen van overleg die nieuwe inzichten opleveren. Deze zijn bepalend voor alle volgende stappen.
  • Bouw aan een netwerk en houd contact met de partners met wie je samenwerkt. Wees open en transparant.
  • Overheden en instanties: accepteer de uitkomst van het proces, van de zoektocht die je samen aangaat. Trek je niet terug als de uitkomst anders is dan je zelf had bedacht. De overheid moet niet voor de burger, maar met de burger ontwikkelen. Op basis van gelijkwaardigheid.
  • Voor inwoners: realiseer je dat het veel inzet en tijd kost als je zelf ontwikkelaar bent, maar geef niet op, het uiteindelijke resultaat is het waard.
  • Ontwikkel vanuit wat nodig is. Zet soms kleine stappen, maar durf ook heel groot te denken.
  • Voor overheden: inwoners die ontwikkelen voor de toekomst denken niet in schotten, zij denken niet vanuit de traditionele werkwijze van veel gemeenten. Denk mee vanuit de gemeenschap en laat beleidskolommen die in de weg zitten los.
  • Denk in verbindingen en beweeg mee met de kansen en mogelijkheden die zich aandienen. Heb wel oog voor verschillende belangen, maar laat het zicht op wat er nodig is daar niet door vertroebelen.
  • Succesvolle initiatieven zoals in Kloosterburen betekenen waarde-creatie voor het gebied. De huizenprijs stijgt als een inwoners verantwoordelijkheid nemen voor de leefbaarheid van hun dorp. Dat geldt ook voor dunbevolkte gebieden! De aanwezigheid van een sterke dorpscoöperatie in Kloosterburen had zelfs een prijsopdrijvend effect bij de aankoop van het pand Oldeheem. Inwoners moesten opbieden tegen geïnteresseerde partijen uit andere delen van het land.
  • Met de aankoop van het pand Oldeheem was veel geld gemoeid: dat geld is gevonden dankzij de inzet van inwoners, door hun krachten te bundelen in een dorpscoöperatie, dankzij de opgebouwde netwerken lukte het met bijdragen van alle kanten (bank, overheden, eigen geld) om vastgoed aan te schaffen.

Het grootste kapitaal is uiteindelijk: het sociale kapitaal, de georganiseerde inzet van inwoners voor de toekomst van hun leefomgeving.

Deze inzichten vanuit de ervaringen in Kloosterburen verrijken de zoektocht van de Expertgroep Nieuwe Democratie. Bij het bepalen van de agenda voor het nieuwe jaar 2018 blijft de Expertgroep op zoek naar meer vernieuwende inzichten. Zij verrijken de zoektocht en geven richting en inhoud aan de experimenteerruimte die we met elkaar zoeken en die we willen invullen met concrete volgende stappen.

tekening van de coöperatie Kloosterburen vanuit vogelview gezien met themas vermeld - door de schotten heen

© 2025 CMO STAMM - Disclaimer - Privacyverklaring - Sitemap

X