Bekijk de flyer van het project New Jobportunities 2.0 voor werkgevers
CMO STAMM ontwikkelde samen met de provincie Groningen, de EDR (Ems Dollard Regio) en Landkreis Emsland een project voor arbeidstoeleiding van herintredende vrouwen van 35 tot 65 jaar in de Duits-Nederlandse grensregio in bijvoorbeeld de maakindustrie, ICT en/of zorg. Het project kreeg de naam Jobportunities en kende een looptijd van een half jaar (2014). Het vervolgtraject van het project New Jobportunities liep van 2017 tot en met 2018.
New Jobportunities 2.0 borduurt voort op de succesfactoren van het voorgaande project met 80% uitstroom naar een betaalde baan en/of een beroepsopleiding. New Jobportunities 2.0 ontwikkelt zich in 2021 door naar de fase waarin we 100 werkzoekenden (zowel mannen als vrouwen) begeleiden naar de grensoverschrijdende arbeidsmarkt.
New Jobportunities 2.0 biedt toegang naar een potentiële nog redelijk onbekende groep gemotiveerde werknemers. De ‘stille reserve’ is een naam voor de groep mensen die momenteel niet werkt maar géén uitkering heeft. Het zijn zeer gemotiveerde arbeidskrachten die graag weer herintreden op de arbeidsmarkt – niet omdat het moet – maar omdat ze dat willen. Werken is tenslotte niet alleen een inkomen, maar ook een vorm van zingeving.
De arbeidsmarkt is nog steeds in beweging, met name in Noord-Duitsland zijn er veel banen voor deze doelgroep: in de zorgsector, de detailhandel en de horeca. Het bieden van ondersteuning aan deze vrouwen zorgt voor empowerment en de betere grensoverschrijdende samenwerking blijkt goed te werken.
New Jobportunities helpt niet-uitkeringsgerechtigde herintreders bij het vinden van een baan en/of (vervolg)opleiding in het grensgebied Noord-Nederland en Noord-Duitsland. Deelname is gratis. Samen bouwen we ook aan een grensoverschrijdend netwerk van werkgevers en werknemers. New Jobportunities 2.0 zorgt borging in bestaande netwerken, ook na de subsidieperiode.
Het project New Jobportunities 2.0 zorgt voor een succesvolle uitstroom van vrouwen uit Noord-Nederland en 1vrouwen uit Noord-Duitsland naar betaald werk in de grensregio. In de vorige editie vond 80% van de deelnemers een goede baan of vervolgopleiding.
CMO STAMM ontwikkelde samen met de provincie Groningen, de EDR (Ems Dollard Regio) en Landkreis Emsland een project voor arbeidstoeleiding van herintredende vrouwen van 35 tot 65 jaar. Het project kreeg de naam Jobportunities en kende een looptijd van een half jaar (2014). Mede dankzij de free publicity wist CMO STAMM 35 vrouwen te vinden, waarvan na werving en selectie 15 overbleven. Zij volgden een lesprogramma van circa 16 dagen, gingen samen op excursie en kregen empowerment aangeboden. Ze onderhouden regelmatig contact via Facebook, de onderlinge verbinding is sterk.
Dit project schept werkgelegenheid voor deze vrouwen. Herintredende, niet uitkeringsgerechtigde vrouwen kunnen nergens terecht, zijn soms gescheiden, hebben een (klein) weduwenpensioen of een man die kostwinner is.
De arbeidsmarkt is nog steeds in beweging, met name in Noord-Duitsland zijn er veel banen voor deze doelgroep: in de zorgsector, de detailhandel en de horeca. Het bieden van ondersteuning aan deze vrouwen zorgt voor empowerment en de betere grensoverschrijdende samenwerking blijkt goed te werken. Het project startte op 1 februari 2017 en liep tot en met 2018. Het werd gefinancierd uit Interreg VA-middelen.
In 2014 was er een succesvolle uitstroom van 7 dames direct na afloop van het project. Het project New Jobportunities zorgde in 2017 voor de succesvolle uitstroom van 10-15 vrouwen uit Noord-Nederland en 10-15 vrouwen uit Noord-Duitsland naar betaald werk in de grensregio. In deze editie vond 80% van de deelnemers een goede baan of vervolgopleiding.
Veel leesplezier met nieuwsbrief nr. 8 van de Alliantie van Kracht tegen #armoede, met o.a. de volgende onderwerpen: dynamische leeromgeving, Bestuurlijk actieagenda, Moedige dialoog Drenthe en het onderzoek “Uit de Duivelskring van Armoede”
Rapportage Vroegsignalering van schuldenRapportage Vroegsignalering van schulden
In Otterlo is een nieuwe dorpsloket geopend. Dorpsloket Otterlo is een laagdrempelig loket van en voor de Otterlose inwoners. Men kan hier terecht met uiteenlopende vragen of problemen. Vervolgens gaat het loket op zoek naar een antwoord of een oplossing. Fenna Bolding van CMO STAMM ondersteunde de werkgroep Gezond en Gelukkig Oud in Otterlo (GGOO) bij de ontwikkeling van het dorpsloket.
In 2019 is er op initiatief van het Otterlo’s Belang en Stichting Steunfonds Eureka een werkgroep gevormd onder de naam Gezond en Gelukkig Oud in Otterlo (GGOO), die onderzoek doet naar het optimaliseren van de zorg- en welzijnsvoorzieningen in Otterlo. Aanleiding hiervoor was woonzorghuis Eureka, waar de zorg onder druk kwam te staan. ,,De gemeente Ede is bij de start betrokken geweest bij de werkgroep en krijgt hierbij ondersteuning van Fenna Bolding van kenniscentrum CMO Stamm. Uit een grootschalige enquête die een jaar geleden is gehouden in Otterlo, is gebleken dat er een grote wens is voor een loket waar men terecht kan voor hulp”, laat de organisatie achter het dorpsloket weten. ,,Ook is er een grote wens uitgesproken voor zorg in een nieuw jasje, waardoor men in Otterlo tot op het laatst kan blijven wonen.”
Lees het artikel Inwoners kunnen voortaan met vragen terecht bij dorpsloket Otterlo bij de bron: Edestad.nl
Dit document is het eindproduct van een tweejarig Europees project “Gender sensitivity” genaamd. Het bevat werkvormen en praktische handvaten om het gesprek over Gender en Discriminatie aan te gaan. CMO STAMM werkte met een aantal Europese partners aan de uitwisseling van deze praktische werkvormen die voor verschillende doelgroepen geschikt zijn.
Bekijk het document Workshops en Gespreksvormen voor Gender en discriminatie issues
Veel jongeren worden geconfronteerd met vooroordelen rondom gender. Hoe begin je het gesprek als diegene het moeilijk vindt om erover te praten? En hoe zorg je ervoor dat je zelf niet per ongeluk de jongere beledigt of kwetst door iets verkeerds te zeggen? Wat is eigenlijk het verschil tussen genderidentiteit, genderexpressie, geslacht en seksuele oriëntatie?
De vooroordelen rondom gender komen tot uiting in de directe omgeving van jongeren en daarbuiten: thuis bij hun familie, op school, bij de lokale sportvereniging, op sociale media enz. Niet gek om te bedenken dat dit een grote invloed heeft op hun persoonlijke ontwikkeling. Het is soms lastig om over dit onderwerp te praten.
Tijdens het multiplier event bij DNK deelden we wat wij hebben geleerd tijdens het Europese project Towards more Gender Sensitivity in Youth Work. De aanwezige jongerenwerkers ervaarden onder leiding van Yke Wijnker en Gwen Birza op een leuke manier wat de invloed is van genderdiscriminatie. En deelden over wat er nog nodig is om dit aan te pakken in Drenthe. Vanwege de coronamaatregelen kozen sommige deelnemers ervoor om online de workshop te volgen.
Jongerenwerkers zijn zich meer bewust van de invloed van genderdiscriminatie en kunnen jongeren hier beter in begeleiden.
Het webinar ‘De effecten van corona voor werken & inkomen’ gaat specifiek over de provincie Groningen. We kijken vooral naar de effecten voor inwoners. In april, in de eerste maand van de coronacrisis, had deze al grote effecten op het werk of inkomen van een deel van de Groningers. Vooral zelfstandigen (zonder en met personeel), mensen met een laag inkomen en mensen met een slechte of matige gezondheid maakten zich zorgen over hun financiën, blijkt uit onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen. Inmiddels weten we dat de zorgen niet voor niets waren, want we zitten in een wereldwijde economische crisis, die zeker nog de rest van 2020 voortduurt.
In dit webinar presenteren we gegevens uit het onderzoek van Sociaal Planbureau Groningen, aangevuld met informatie uit andere bronnen (data, onderzoek derden). Samen met de deelnemers brengen we de risico’s en kansen van de huidige crisis verder in kaart. Deelnemers kunnen tijdens het webinar hun stem uitbrengen over een aantal stellingen en via de chatfunctie reageren.
Erik Meij
onderzoeker
06 13 58 14 71
e.meij@cmostamm.nl
René de Vent
adviseur
06 13 58 16 73
r.devent@cmostamm.nl
Kijk het online webinar ’50 stemmen van mensen in armoede of schulden’ terug.
Meer informatie
Erik Meij
onderzoeker
06 13 58 14 71
e.meij@cmostamm.nl
René de Vent
adviseur
06 13 58 16 73
r.devent@cmostamm.nl
Marcel Endendijk
adviseur
m.endendijk@trendbureaudrenthe.nl / m.endendijk@sociaalplanbureaugroningen.nl
06 543 238 36
De drie noordelijke discriminatiemeldpunten (antidiscriminatievoorzieningen) en de Politie-eenheid Noord-Nederland presenteren de Monitor Discriminatie 2019 Noord-Nederland.
In de provincie Drenthe zijn er in 2019 in totaal 192 meldingen van discriminatie binnengekomen. Het gaat hierbij om meldingen die zijn binnengekomen bij het Meldpunt Discriminatie Drenthe (MDD) (in totaal 74 meldingen) en bij derden, vooral de politie (118 meldingen). In totaal is het aantal meldingen gestegen met 17% ten opzichte van het voorgaande jaar. In Drenthe komt dit vooral door de toegenomen meldingen door de politie.
Meer informatie:
Rika Ringersma
Armoede en schulden gaan niet alleen over geld. Het gaat over veel meer. Het kan leiden tot sociale uitsluiting. Sociale uitsluiting is niet mee kunnen doen, je minderwaardig voelen, het verliezen van je netwerk. Het doet ook wat met je zelfvertrouwen.
Mensen die niet veel perspectief ervaren, laten zich niet in alle gevallen makkelijk horen. Schaamte, moedeloosheid, geen zelfvertrouwen hebben zijn veelgehoorde redenen om niet uit te komen voor waar je last van hebt.
Het lijkt logisch om mensen met ervaring met schulden en/of armoede, ervaringsdeskundigen genoemd, te betrekken bij het opzetten en vormgeven van interventies. Zij hebben tenslotte ervaring en weten het beste wat hen kan helpen. Toch gebeurt het lang niet altijd en overal op deze manier. De aanpak die wij willen kiezen, samen met de Moedige Dialoog Harderwijk, Impact Centre Erasmus en ervaringsdeskundigen, gaat er vanuit dat wij niet kunnen bedenken wat een ander nodig heeft. Dat weten zij over het algemeen heel goed zelf. Hoogste tijd dus om die informatie op te halen. En oplossingen die daar uit voortkomen, toe te passen in de praktijk.
We ontwikkelen een instrument om organisaties te helpen kijken of ze voldoende gebruik maken van ervaringsdeskundigen bij de opzet (zowel op inhoud als proces) van hun plannen en maatregelen. Deze tool houdt organisaties een spiegel voor en geeft inzicht in de huidige situatie van inzet van ervaringsdeskundigen ten opzichte van de gewenste situatie.
Er zijn zeven categorieën beneficianten (‘persona’s) beschreven. Benificianten zijn mensen die baat hebben bij interventies. We denken dat effectieve interventie(s) per persona kunnen verschillen. Nuttig is om ook de ervaringsdeskundige in te delen in deze persona’s. We streven naar een beperkt aantal uitgedachte en uitgewerkte interventies per persona. Deze bundelen we in een zo praktisch mogelijke toolkit.
We maken een handleiding hoe ervaringsdeskundigen ook bij de uitvoer van de interventies betrokken kunnen worden.
We meten de effecten van de interventies op benificianten. Op die manier kunnen we vragen beantwoorden als: Wat is het effect van de interventie? Draagt de interventie (en welke?) bij aan de doelstellingen gehoord/ gezien/gekend worden en (duurzaam) uit de schulden en armoede te komen door eigen kracht aan te boren. En natuurlijk ook antwoord te krijgen op de vraag: welke interventie werkt voor welke persona?
In januari 2020 komen we met een definitief voorstel. Dit voorstel presenteren we op de Winterschool van de Moedige Dialoog aan alle lokale kwartiermakers in februari 2020.
Een kwart van de kinderen en jongeren in Nederland heeft een ouder met psychische of lichamelijke problemen, een verslaving of een beperking. Vaak hebben zij verantwoordelijkheden die niet passen bij hun leeftijd. Ze combineren school met huishoudelijke taken en proberen intussen hun eigen leven vorm te geven Naar aanleiding van het rapport ‘Hoor je me wel’ van de Kinderombudsman, heeft het Ministerie voor een periode van drie jaar maatregelen genomen voor extra ondersteuning. In de provincie Groningen heeft het Expertteam JMZ Groningen al een stevige basis gelegd.
Kinderen hebben er recht op om kind te zijn. Toch gaat dat niet altijd vanzelf, zeker niet als ze mantelzorgtaken hebben. Er zijn verschillende uitdagingen die we op gaan pakken. Ten eerste willen we dat professionals en vrijwilligers wat het begrip ‘jonge mantelzorger’ inhoudt. Op die manier helpen we ze om jonge mantelzorgers te herkennen en te erkennen. De laatste uitdaging is om jonge mantelzorgers te ontlasten als ze daar behoefte aan hebben.
Door met jonge mantelzorgers zelf te praten, leerden we wat ze nodig hebben en waar ze tegenaan lopen. Praten mét de doelgroep, niet over de doelgroep, dat was een belangrijke basis in onze aanpak.
Wat begon als een gezamenlijke verkenning om meer aandacht te vragen voor jonge mantelzorgers, groeide uit tot een provinciaal dekkende samenwerking. Hierin sloten ook jongerenwerkers, buurtwerkers en gemeentelijke vertegenwoordigers aan.
Nu is het voor het Expertteam JMZ Groningen tijd om zich omvormen tot een provinciaal kernteam. Met meer focus op de samenhang tussen onderzoek, beleid, praktijk en inwoners. We zoeken hierin nadrukkelijk nieuwe samenwerkingspartner op om kennis te delen, van elkaar te leren en om de ondersteuning aan 0-25-jarigen met een zorg thuissituatie te optimaliseren. Samen werken aan de verborgen kracht van jonge mantelzorgers.
Een heel mooi resultaat is dat we dankzij landelijk onderzoek en onze contacten met jonge mantelzorgers, goed in beeld hebben wat hun wensen en behoeften zijn. Hierdoor kunnen we er in de hulpverlening beter op aan (laten) sluiten.
Wat we doen, werkt. Dat heeft ertoe geleid dat het kernteam een duurzaam karakter heeft gekregen, dankzij medefinanciering van het Europese project In For Care. Onze kennis en ideeën vinden borging in de lokale welzijnsorganisaties. De Wetenschapswinkel (UMCG) haakte aan en via de landelijke organisatie JMZ PRO ligt de lijn naar organisaties buiten Groningen open.
Door de jaren heen zijn er diverse producten ter beschikking gekomen, waaronder de voorlichtingsfilm ‘Jongeren hebben veel in hun (mantelzorg)mars!’, een strip voor jeugd tot 12 jaar, een signaleringskaart, flyers en logo’s . En een student van de Hanzehogeschool heeft een serious game bedacht. Er ligt nu een prototype, we willen dit heel graag echt ontwikkelen.
De Rijksuniversiteit Groningen brengt samen met Sociaal Planbureau Groningen de intergenerationele armoede in de Veenkoloniën wetenschappelijk in kaart. De partijen doen dit op initiatief van de Alliantie van Kracht. Het betreft een meerjarig onderzoek dat zich volgens onderzoeker Arjen Edzes nu op de helft bevindt. Na het interviewen van 27 gezinnen is een van de bevindingen dat dé arme niet bestaat. En dat dus, bij de bestrijding van armoede, maatwerk nodig is. Alleenstaande moeders met een kind vormen in de Veenkoloniën de grootste groep armen.
Ondanks alle maatregelen uit het verleden, lijkt het totaal aandeel arme huishoudens in de Veenkoloniën iets te stijgen. Het aandeel langdurige armoede blijft redelijk stabiel. Een andere trend is dat het vooral kinderen en ouderen (90+) zijn die door armoede getroffen zijn. Kijk je naar het landelijk beeld, dan valt op dat er bovengemiddelde armoede bestaat in Oost-Groningen en in de stad Groningen. Naast mensen die opklimmen uit de armoede of er juist invallen, is er ook een groep, 8%, die permanent arm is. De totale groep arme huishoudens laat zich als volgt typeren: 34% behoort tot eenpersoonshuishoudens, 15% tot alleenstaande ouders en 27% tot huishoudens met minderjarige kinderen. In de Veenkoloniën heeft bijna een derde van de ouders met een laag inkomen kinderen met eveneens een laag inkomen. Dat is vijf keer zo vaak als bij de totale groep ouders in het gebied. Hoe zorgen we ervoor dat er perspectief komt voor deze groep?
De RUG onderzoekt hoe en of armoede van generatie op generatie doorgegeven wordt. Ze vergeleken het inkomen van vaders en moeders van jongvolwassen kinderen (22 t/m 26 jaar) met het inkomen van die kinderen. Het onderzoek laat zien dat 74% van de ouders met een bijstandsuitkering kinderen heeft die ook een bijstandsuitkering hebben. Het onderzoek is onderdeel van een onderzoeksprogramma naar ‘generatie-armoede’. Wij hebben de onderzoeksuitkomsten gebundeld in een feitenblad. Op dit feitenblad is niet alleen informatie te vinden over generatie-armoede, maar ook over lage inkomens in de Veenkoloniën. Er is gebruik gemaakt van de meest recente cijfers van CBS, over 2017. Zie ook het Feitenblad ‘Armoede van generatie op generatie’ van Sociaal Planbureau Groningen.
Maar liefst 75% van de ouders met een bijstandsuitkering heeft kinderen die later ook de bijstand induiken. Onderzoekers van de RUG ontdekten dat het niet zozeer te maken heeft met de buurt of de regio waar kinderen opgroeien. Er liggen andere mechanismen aan ten grondslag, zoals werken in plaats van leren, kinderen geen besef van geld bijbrengen, een sterke plaatsbinding enzovoort. Het laat zich niet goed voorspellen.
We kwamen er achter dat er veel aandacht nodig is voor diversiteit, voor het stimuleren van nieuwe generaties in studie en werk en voor veel meer dus dan financiën alleen. Concrete belemmeringen zoals de kostendelersnorm, schulden uit erfenis en de overgang van school naar studie moeten worden opgeruimd. Edzes beveelt investeringen in goede arbeidsplaatsen aan, vroegsignalering van problemen, een grotere betrokkenheid in studie/werkkeuzes en steun die ‘empowered’ ofwel leidt tot het benutten van de eigen capaciteiten.
Nederland telt zo’n 1,4 miljoen huishoudens met risicovolle of problematische schulden. Dergelijke schulden brengen hoge maatschappelijke kosten met zich mee en veroorzaken veel persoonlijk leed. De Nederlandse Schuldhulproute moet bijdragen aan het voorkomen van problematische schulden. De route is een landelijke infrastructuur waarin bedrijfsleven, overheid en schuldhulporganisaties samenwerken om mensen schuldenzorgvrij te maken door hen grip te laten krijgen op hun financiële en persoonlijke situatie.
Mensen die schulden hebben, doen vaak niet optimaal mee in de samenleving. Ze hebben geen perspectief en maken zich zorgen over hun eigen toekomst en die van hun eventuele kinderen. Het hebben van schulden heeft niet alleen financiële gevolgen. Vaak ervaren mensen ook (psychische) gezondheidsklachten en er is een kans dat ze sociaal gezien in een isolement terecht komen.
De Schuldhulproute is een publiek-private samenwerking tussen SchuldenlabNL, Geldfit.nl, fiKks, Moedige Dialoog en de Nederlandse Vereniging van Banken. Vanuit Sociaal Werk Nederland is drie jaar geleden met de Rabobank en ‘Moedige Mensen’ de basis gelegd voor de concrete samenwerking tussen publieke en private partijen rond vroegsignaleren, aanpakken en voorkomen van armoede en schulden.
Landelijke aandacht voor de Schuldhulproute was er toen Koningin Máxima op woensdag 30 oktober 2019 aanwezig was bij de lancering van de Nederlandse Schuldhulproute in de Verkadefabriek in ‘s-Hertogenbosch.
De gemeente Hoogeveen is sinds oktober ook aangesloten bij het initiatief en pakt dit op vanuit het Platform Financiële Redzaamheid. In de gemeente Groningen worden momenteel (voorjaar 2020) de onderhandelingen gevoerd om ook aan te sluiten. Woningbouwcorporatie Lefier, Humanitas en het Waterbedrijf Groningen hebben toegezegd om mee te doen.
De Nederlandse Schuldhulproute is de opschaling van een succesvolle pilot uit 2019, waarin vier banken (ABN Amro, ING, Rabobank en Volksbank) samenwerkten met partners uit het schuldendomein in vijf gemeenten. De resultaten van de pilot waren veelbelovend. Zo hebben we bewezen dat we (beginnende) schulden in een vroeg stadium kunnen signaleren. Dat we mensen kunnen bereiken én activeren. En dat we passende hulp kunnen aanreiken.
Meer impact bereiken we door deelname van nog meer gemeenten en bedrijven die te maken hebben met betalingsachterstanden, zoals (zorg)verzekeraars, banken, telecombedrijven, woningcorporaties en energiebedrijven. Zo verminderen we de versnippering van de schuldhulp. En krijgen we meer inzicht in de impact van wat wel en niet werkt bij het terugdringen van de schuldenproblematiek in Nederland. Minstens zo belangrijk is dat onze klanten hebben aangegeven dat ze waarderen dat we dit doen.