Samen met bewoners, gemeenten en maatschappelijke organisaties blijven we op zoek naar nieuwe en innovatieve vormen van het bestrijden van armoede. Wat ons betreft een gezamenlijk proces van experimenteren, van elkaar leren, kennis uitwisselen, evalueren en door ontwikkelen. In 2019 starten in tien Drentse en Groningse gemeenten lerende organisaties rondom schuldhulpverlening. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar, doe je mee?
Het landelijke programma Schouders Eronder zet zich in om de kwaliteit van schuldhulpverlening in Nederland te verbeteren. CMO STAMM is gangmaker voor dit programma en start in 2019 met de uitvoering en ondersteuning van tien Drentse en Groningse projecten die binnen lokale netwerken rondom armoede en schulden een betere samenwerking en lerende organisaties stimuleren om de lokale schuldhulpketen efficiënter in te richten. We starten in Assen, Stadskanaal, Midden-Groningen, Oldambt, Hoogeveen, Meppel, het Hogeland en Groningen-stad. Er zijn nog twee plaatsen beschikbaar.
Vanuit de deelnemende gemeenten vragen we bestuurlijk commitment om binnen het bestaande lokale netwerk rondom armoede en schulden een betere samenwerking te stimuleren en een meer lerende organisatie te worden. En vragen we ambtelijk commitment en/of ondersteuning om dat proces goed op gang te brengen. We kijken daarbij graag samen naar de wijze waarop je een regisserende en/of faciliterende rol zou willen vervullen en naar aanvullende financiering.
Het programmamanagement van Schouders Eronder stelt CMO STAMM middelen beschikbaar voor de uitvoering en ondersteuning van deze tien projecten, die per 1 januari 2019 vanuit de VNG en Divosa worden verstrekt. CMO STAMM levert een deskundige en onafhankelijke procesbegeleiding: een rol die binnen Schouders Eronder van groot belang is gebleken. Deze procesbegeleider wordt grotendeels vergoed door het programmamanagement van Schouders Eronder.
Kijk voor meer informatie over het programma op www.schouderseronder.nl
Ook deel uitmaken van een lerende organisatie of werkgroep rondom armoede en schulden in Groningen en/of Drenthe? Neem contact op met Saskia Duursma.
Het landelijke professionaliseringsprogramma ‘Schouders eronder’ is een bundeling van krachten van de VNG, NVVK, Sociaal Werk Nederland, Landelijke Cliëntenraad, Divosa en CMO STAMM om schuldhulp kennisrijker, professioneler en innovatiever te maken.
Meedoen kost vaak geld. Daarom is er een verband tussen armoede en sociale uitsluiting. Er is veel aandacht voor kinderen, maar ook voor volwassenen belemmert armoede actieve deelname aan de samenleving. Niet meedoen heeft een negatief effect op gedrag, gezondheid en prestaties en vergroot de kans op blijvende armoede. Mensen in armoede verliezen vaak het perspectief en hun droom op een beter leven.
Het netwerk Moedige Dialoog Groningen zet zich belangeloos in om de zelfredzaamheid van inwoners van de gemeente Groningen te vergroten. Zij worden gesteund door de Rabobank, de gemeente Groningen en de provincie Groningen. Eén van de mooie dingen die ze doen is het uitwerken van concepten bedacht door de mensen zelf. Zoals tijdens de georganiseerde hackatons eind 2017 waar het droomkaartenconcept bedacht is. Het idee is even simpel als doeltreffend: deel droomkaarten uit aan Voedselbank-cliënten en zet ze bij elkaar om de dromen met elkaar te verwezenlijken. Bijkomende voordeel hiervan is dat je iemands netwerk vergroot en het (bijna) niets kost.
In de maand juli van dit jaar kwamen maar liefst 50 mensen af op onze uitnodiging, zij hadden allemaal een wens of een idee achtergelaten op hun droomkaart. In kleine groepjes werden de dromen gedeeld: een konijnenhok, een legpuzzel, werk, een ander huis, een visvergunning, een rondvaart, een make-over of een avondvoorstelling in het theater. Onder leiding van vijf deskundige procesbegeleiders werden alle dromen besproken en daarna werd gekeken hoe men elkaar kon helpen de droom te realiseren.
Aanvankelijk reageerden de voedselbankbezoekers sceptisch, maar al snel brak het eis en werden de dromen besproken. “Voor mezelf ga ik niks vragen, maar voor jou – wijzend naar de buurvrouw aan tafel – wil ik wel bellen.” Aan het eind van de avond maakten we samen de balans op. Maar liefst 20 dromen konden direct gerealiseerd worden, dankzij het onderlinge netwerk. Voor de overige zijn (bel)acties uitgezet en de laatsten worden opgeschaald naar de WIJ-team en De Groningse Uitdaging (bedrijvennetwerk).
De vervolgsessie, waar ook nieuw dromers voor uitgenodigd worden, vindt plaats op donderdag 27 september om 19.00 uur bij de Voedselbank Groningen.
Moedige Dialoog Groningen bestaat uit een netwerk van inmiddels > 150 organisaties en vrijwilligers. Het is een open, energiek en dynamisch netwerk waarbij alle partners een bijdrage leveren. Zowel in menskracht, natura (kennis en middelen) als financieel (naar vermogen). De activiteiten worden in werkgroepen en kortdurende task forces ontwikkeld en uitgevoerd. Het bestuur bewaakt de randvoorwaarden, de projectleider organiseert de dwarsverbanden en innovaties. Landelijk is Moedige Dialoog een netwerk voor financiële redzaamheid. Wil je ook bijdragen aan ons netwerk en/of een van de themagroepen, mail ons dan.
Moedige Dialoog is mede mogelijk gemaakt door Rabobank Stad en Midden Groningen, Gemeente Groningen en Provincie Groningen
In Emmerhout en Nieuw-Dordrecht is veel ervaring opgedaan met een burgerbegroting. Inwoners van Emmerhout en Nieuw-Dordrecht mochten zelf besluiten over hoe een bepaald budget ingezet werd voor hun wijk of dorp. En daarmee konden ze meebeslissen over de toekomst van hun wijk of dorp. De Burgerbegroting vergroot de betrokkenheid van de inwoners bij de wijk/het dorp.
Door als inwoner actief te zijn voor je eigen woonomgeving of door (projectmatig) samen te werken, neemt de betrokkenheid toe. Inwoners van Emmerhout en Nieuw-Dordrecht die aan de pilot Burgerbegroting in Emmen deel hebben genomen, zien een grotere saamhorigheid in de wijk en in het dorp. Ze voelen zich meer deelgenoot en ze zijn in hun ogen ook meer eigenaar van de wijk geworden. “Dit geeft een gevoel van trots” aldus een van de deelnemers.
Deze belangrijke inzichten komen uit de evaluatie van de Burgerbegroting Emmen die CMO STAMM in opdracht van de gemeente Emmen afgelopen juli 2018 heeft uitgevoerd. Eind september gaan betrokkenen verder met elkaar in gesprek over de vraag: “Kan de werkwijze van de Burgerbegroting verder worden verbreed in Emmen en wat is daar voor nodig?”. De (leer)ervaringen uit Emmerhout en Nieuw-Dordrecht geven hiervoor belangrijke input.
Na twee jaar experimenteren met de Burgerbegroting was het tijd voor een evaluatie. Wat werkt wel, wat werkt niet en waarom? Was het een succes? Heeft het de betrokkenheid van bewoners vergroot? Is de zeggenschap toegenomen? Zijn de middelen effectief besteed? En is de relatie tussen inwoners en gemeente verandert? Over de vraag of de gemeente Emmen door moet gaan met de Burgerbegroting, bestaat veelal geen twijfel. De volgende twee uitspraken geven dit kernachtig weer:
“De Burgerbegroting kan niet in 2 jaar slagen. Het moet minimaal 5 jaar duren.”
“Absoluut doorgaan – als je nu stopt ben je als gemeente al je goodwill kwijt.”
In gesprekken met betrokken inwoners hebben we gevraagd naar wat gezien wordt als de werkzame bestanddelen van de pilot Burgerbegroting. En welke elementen uit de pilot kunnen worden meegenomen:
Een belangrijke les die uit de pilot getrokken kan worden is dat de Burgerbegroting goed werkt als die aansluit bij (de beweging die er in) het dorp of de wijk (is). Op het moment dat inwoners zelf ergens tegenaan lopen, ontstaat er nut en noodzaak. Dat is de juiste voedingsbodem, vinden de inwoners. De ervaring is dat het vaak klein begint, omdat het vaak eerst pionieren is. Op deze manier is het dan voor het dorp en de wijk behapbaar en kan het groeien.
Geïnterviewden ervaren dat het draagvlak voor een Burgerbegroting groter is naarmate inwoners in hun dorp of wijk zich bewust zijn van wat er speelt en wat er belangrijk is voor hun leefomgeving. De Burgerbegroting is dan een ‘logische volgende stap’.
Voor de inwoners van het dorp of de wijk werkt het als er veel over wordt gecommuniceerd en er veel verschillende communicatiekanalen worden gebruikt. Inwoners willen graag op de hoogte zijn van het proces. Niet alle inwoners zijn op de hoogte van de Burgerbegroting. Van de inwoners die hiervan niet op de hoogte zijn, had het grootste deel van de inwoners het wel heel graag willen weten.
“Als de gemeente faciliteert en samenwerkt op basis van onderling vertrouwen”, dit is wat veelal het antwoord op de vraag wat een Burgerbegroting tot een succes maakt. Echter, zowel inwoners als bestuurders en raadsleden herkennen een zogenaamde koudwatervrees bij de gemeente om dingen los te laten en vertrouwen te geven. Het is dan van belang dat gemeenteraad, het college en de ambtenaren de visie kennen en omarmen. En dat de Burgerbegroting onderdeel wordt van een werkwijze of een proces van samen optrekken met de inwoners in dorpen en wijken.
Een Burgerbegroting is een besluitvormend proces waarin burgers meedenken en onderhandelen over het verdelen van publieke geldbronnen. Anders gezegd, inwoners mogen meepraten over hoe het budget voor hun wijk/dorp binnen de begroting van de gemeente verdeeld en besteed wordt. Bij de pilots Burgerbegroting in Emmerhout en Nieuw Dordrecht mochten inwoners niet alleen meedenken en onderhandelen, maar ook meebeslissen hoe het budget ingezet wordt in hun wijk of dorp. Het hoofddoel van een Burgerbegroting is het vergroten van de verantwoordelijkheid en zeggenschap van inwoners over de besteding van publieke middelen voor hun wijk of dorp (Emmen, 2016).
Ook dit jaar zet de provincie Groningen vrijwilligersorganisaties en -initiatieven weer in het zonnetje door het organiseren van de Provinciale Vrijwilligersprijs 2018. Inschrijven kan nu al via www.provinciegroningen.nl.
Ruim één op de drie Groningers doet vrijwilligerswerk en zet zich in voor anderen: bij de sportvereniging, op school, in wijken en buurten, bij evenementen of in de zorg. Deze onbetaalbare en fantastische inzet waardeert de provincie jaarlijks met de Provinciale Vrijwilligersprijs.
Je kunt je favoriete organisatie aanmelden voor 1 van de 4 categorieën; leefbaarheid, jeugd, zorg en sport. Organisaties en initiatieven maken kans op waardering in de vorm van een geldprijs, welke tijdens een feestelijke avond in december wordt uitgereikt.
Inschrijven kan tot 1 oktober via www.provinciegroningen.nl. Gewoon even doen dus!
De maatschappelijke meerwaarde van vrijwilligersorganisaties is groot. Ze beschikken over grote netwerken en soms ook over accommodaties. Bovenal zijn vrijwilligersorganisaties in staat groepen aan zich te binden en met elkaar te verbinden. Dit gaat niet vanzelf. Er worden hoge eisen gesteld aan de bestuurlijke kracht en kwaliteit in het vrijwilligerswerk.
Willen vrijwilligersorganisaties vitaal blijven, dan moeten ze meegroeien met veranderingen in de samenleving. Lokale samenwerking tussen onder meer dorpsbelangenorganisaties, sportverenigingen, scouting, culturele organisaties en organisaties voor vrijwillige hulp- en dienstverlening biedt extra kansen om de eigen (organisatie)doelen te bereiken en om van betekenis te zijn voor de leefbaarheid in het dorp en de gemeente.
‘Sterk vrijwilligerswerk’ is een uniek initiatief van zeven provinciale en vijf landelijke organisaties en is erop gericht de maatschappelijke meerwaarde van vrijwilligersorganisaties te benutten en de continuïteit en vitaliteit van deze organisaties te versterken.
>> Lees over de actuele ontwikkelingen in de nieuwsbrief Sterk vrijwilligerswerk 2018-01.
De gemeenten Bedum en Eemsmond van de nieuwe gemeente het Hogeland zetten vol in op participatie en inwonerskracht. Samen met negen bewonersinitiatieven zijn zij aan de slag gegaan met het thema participatie. Dit als onderdeel van de incompany leergang ‘Overheidsparticipatie met LEF’.
Steeds meer inwoners en ondernemers nemen initiatief in het Hogeland. Om hun wereld mooier, veiliger, gezonder en socialer te maken. Het Hogeland stelt inwoners voorop vanuit de gedachte dat zij vaak beter dan een overheidsinstantie weten wat goed en nodig is voor hun eigen dorp, straat of buurt. Inwoners kennen de lokale context en kunnen vaak met gezond verstand goede oplossingen bedenken, is daarbij de gedachte.
Om inwonersinitiatieven verder te helpen, is een andere rol van de overheid nodig vinden deze gemeenten. In deze rol schrijven ambtenaren en bestuurders niet langer voor of nemen over, maar ze denken mee, ondersteunen en verbinden. Vooral door zelf te ervaren, én op een andere manier buiten de muren van het gemeentehuis aan de slag te gaan met een concreet inwonersvraagstuk hebben de 70 deelnemers ervaren hoe het ook kan.
Medewerkers van de gemeente het Hogeland geven aan te hebben geleerd om samen met inwoners te ontwikkelen en zo krachtige oplossingen te vinden. Om niet meteen in oplossingen te duiken, maar eerst vragen te stellen en adviezen te geven. Om buiten kaders te denken en op een andere manier in gesprek te zijn met inwoners!
>> Bekijk de vlog over de Leergang Overheidsparticipatie met LEF die studenten tijdens de leergang in Bedum en Eemsmond hebben gemaakt
>> Lees meer over de Leergang Overheidsparticipatie met LEF.
Wil je ook de leergang volgen? Dat kan weer na de zomer! De data zijn: donderdag 20 september, 11 oktober, 8 november en 6 december 2018. Aanmelden kan tot 30 augustus 2018. Vanaf 25 deelnemers is een incompany leergang ook mogelijk.
Dinsdag 26 juni 2018 was de virtuele kick off voor het Interreg project Femina. In dit project gaan 10 organisaties uit 7 verschillende Europese landen zich inzetten voor de verbetering van de positie van vrouwen binnen hoogopgeleid technisch werk.
Via een online conference call stelden de partners zich voor en werden er een aantal presentaties geven over de inhoud en verloop van het project. Leadpartner hierin is Arezzo Innovazione, een centrum voor innovatie op technisch vlak. Ook doen er een aantal organisaties mee die actief zijn het gebied van regionale ontwikkeling en een organisatie die zich inzet voor de gelijkheid van vrouwen. De projectpartners komen uit Italië, Noorwegen, Griekenland, Roemenië, Spanje, Zweden, en Nederland.
Aanleiding voor het project is dat vrouwen op technisch vlak ondervertegenwoordigd zijn. Zowel in aantal studenten die een technische opleiding afrondt, alsook het aantal afgestudeerden wat vervolgens in die sector aan het werk gaat. Van de vrouwen met een technische opleiding werkt slechts 29% in de technische sector binnen de EU, terwijl dit bij de mannen zo’n 50% is. Die 71% vrouwen die niet in deze sector terecht komen is een verlies aan economisch potentieel. Studies wijzen uit dat het verkleinen van dit ‘gendergat’ een economische groei van 13% van het Europese BBP zou kunnen betekenen. Femina draagt hieraan bij door in te zetten op beleidsinstrumenten die industrie ondersteunen en tegelijkertijd voor integratie zorgen van vrouwen in technisch werk.
Het plan bestaat uit twee fases. In fase één zullen de partners aanvangen met het maken van een regionale analyse. In deze analyse gaat men in op wat er mis loopt bij de aansluiting van vrouwen in de technische sector. Wat zijn hierin de barrières en wie houden deze in stand? Op basis van onder andere deze analyse worden er uiteindelijk actieplannen gemaakt. Vervolgens worden in fase 2 deze actieplannen geïmplementeerd met behulp van regionale middelen. Hiervoor gebruiken de projectpartners hun lokale netwerk en vervullen zij zelf een monitorende rol. Het gaat hierbij om een langlopend project van 5 jaar waar meer dan 1,5 miljoen euro mee gemoeid is.
Op 21 juni 2018 zette ruim dertig experts op het gebied van informele zorg samen met CMO STAMM een eerste gezamenlijke stap naar oplossingsrichtingen voor een gezonde toekomst van Mantelzorg en Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen. De werksessie leverde verschillende perspectieven op door de brede samenstelling van de groep: bestuurders, beleidsmedewerkers, zorg professionals, mantelzorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties.
De werksessie pakte een urgente uitdaging in de informele zorg bij de kop: De stijgende vraag naar mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg, terwijl er sprake lijkt van dalend aanbod. Door vergrijzing en ontgroening lijkt er sprake van een toenemende mismatch in de bevolkingssamenstelling. Tegelijkertijd is de verwachting dat steeds meer inwoners elkaar met zorgvragen helpen (participatiesamenleving). De druk op informele zorg neemt dus toe. Een complex probleem met vele verschillende perspectieven.
CMO STAMM nam de deelnemers in de werksessie mee in de demografische en beleidsmatige ontwikkelingen die effect hebben op mantelzorg en vrijwillige inzet in de zorg. Daarna zijn de deelnemers aan de slag gegaan met het formuleren van een gemeenschappelijk perspectief. Een gezamenlijke droom voor de informele zorg in de provincie Groningen; een ‘stip op de horizon’.
In de werksessie zijn gemeenschappelijke toekomstbeelden ontstaan waarin vrijwilligerswerk ‘cool’ is, professionals in Groningen bekend staan als verbinders en waarin een toekomstcoach je helpt om tijdig na te denken over wat je zou willen als je later zorg nodig hebt.
In de werksessie wordt ook aandacht gegeven aan alle kennis en ervaring die aanwezig is. Door het uitwisselen van succesfactoren waarmee je zaken in gang krijgt als individuele medewerker van een organisatie. Praktische voorbeelden waaruit blijkt dat je ook zelf kunt doen wat nodig is door over de schaduw van je eigen organisatie heen te stappen en nieuwe verbindingen te leggen. Zo vertelde één van de deelnemers hoe het bij elkaar brengen van mantelzorgers die elkaar niet kenden nieuwe relaties creëerde en zelfs nieuwe vrijwilligers had opgeleverd.
Opvallend in alle ervaringen zijn de terugkerende punten:
>> Lees het verslag van de werksessie Informele zorg
Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat we met elkaar verantwoordelijk zijn om aan een gezonde toekomst voor mantelzorg en vrijwilligerswerk te werken, zien we met elkaar ook het gevaar van ‘in cirkels met elkaar blijven praten’. De grootste uitdaging om onze dromen te kunnen verwezenlijken ligt hiermee in het doorbreken van deze cirkel. Hoe komen we met elkaar tot echte vervolgstappen om onze dromen te kunnen realiseren?
Deze werksessie leverde aanknopingspunten waar we mee verder kunnen! CMO STAMM gaat op basis hiervan nog dit jaar concrete vervolgstappen zetten.
>> Bekijk de feiten en cijfers over informele zorg in de provincie Groningen
Een kwart van de kinderen en jongeren in Nederland heeft een ouder met psychische of lichamelijke problemen, een verslaving of een beperking. Vaak hebben zij verantwoordelijkheden die niet passen bij hun leeftijd. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer pleit voor meer aandacht voor deze kinderen en jongeren. De uitkomsten van het rapport ‘Hoor je me wel’ zijn voor minister Hugo de Jonge aanleiding om maatregelen te nemen voor extra ondersteuning. Het Expertteam Jonge Mantelzorg Groningen, gecoördineerd door CMO STAMM, heeft hiervoor in de provincie Groningen al een stevige basis gelegd.
Volgens de Kinderombudsvrouw moeten kinderen en jongeren beter en sneller geholpen worden. Zij wil dat professionals instrumenten voor de afstemming van hulpverlening en het signaleren van onveilige situaties beter benutten. Ook moeten gemeenten, scholen en jeugdhulpaanbieders investeren in samenwerking om de ondersteuning van gezinnen te verbeteren. Dit sluit nauw aan bij de inzet vanuit het Expertteam Jonge Mantelzorg (JMZ) Groningen: nu investeren in extra ondersteuning, voorkomt veel toekomstig leed en verdriet én vooral ook hoge kosten in professionele hulpverlening later.
Kinderen en jongeren met mantelzorgtaken zijn ook gewoon jong. Volop in ontwikkeling en gevoelig voor wat anderen van hen vinden. Helaas weten ze vaak hun thuissituatie goed voor anderen te verbergen. Vanwege hun leeftijd zijn jonge mantelzorgers extra kwetsbaar voor (over)belasting. Gevoelens van onbehagen, eenzaamheid en depressie liggen op de loer en vormen een risico voor hun ontwikkeling. Het Expertteam JMZ Groningen wil deze jongeren in beeld brengen en bbestaat op dit moment uit vertegenwoordigers van lokale steunpunten mantelzorg en jongerenwerk/buurtwerkers. Zij zoeken nadrukkelijk de samenwerking met partijen die met of voor jongeren werken.
De Kinderombudsman heeft kinderen en jongeren waarvan de vader of moeder ziek of verslaafd is gevraagd een tijdlijn te maken van hun eigen verhaal. De centrale vraag was: op welk moment had jij welke informatie, hulp of steun nodig? De tijdlijn geeft per fase, vanaf het moment dat er nog geen hulp is in het gezin tot het moment dat kinderen zich losmaken van hun ouders, weer welke problemen de kinderen en jongeren tegenkwamen en hoe dit volgens hen beter kan.
Aan het project werkten kinderen en jongeren mee van 14 tot 23 jaar. Zij zeiden behoefte te hebben aan ondersteuning en aan meer informatie over de problemen van hun ouders. Ook willen ze serieus genomen worden als ervaringsdeskundige. Naast de aanbevelingen van de kinderen en jongeren, doet de Kinderombudsman een aantal extra aanbevelingen aan de verschillende organisaties die een rol hebben bij het verbeteren van de situatie van deze kinderen en jongeren. De uitkomsten van het rapport zijn voor minister Hugo de Jonge aanleiding om meer aandacht te vragen voor extra ondersteuning. Hij wil bovendien met gemeenten in gesprek om te voorkomen dat een gezin minder thuiszorg krijgt doordat een kind mantelzorger is.
In de provincie Groningen zijn er op dit moment in de leeftijd van 0 t/m 24 jaar in totaal 176.951 kinderen en jongeren. Het Platform Hattinga Verschure schat dat er in onze provincie in totaal 120.000 mantelzorgers zijn, waarvan er ruim 30.000 18 jaar of jonger zijn.
Het provinciaal Expertteam JMZ Groningen richt zich in 2018 op de volgende sporen:
>> Expertteam Jonge Mantelzorg (JMZ) Groningen
>> Rapport ‘Hoor je me wel’, Kinderombudsman
>> Kamerbrief over kinderen van een langdurig zieke ouder, Hugo de Jonge
Wil je meer weten over wat het Expertteam JMZ in de provincie Groningen doet? Of wil je graag samenwerken? Neem contact op met Rika Ringersma
Op 19 juni 2018 organiseerde CMO STAMM een inspirerende Academie over het thema ‘verandering in de schuldhulpverlening’. Sprekers Erik Boerma (insolventierechter en projectleider Toezicht van het digitale innovatieprogramma KEI van de rechtspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant) en Geert Benedictus (bewindvoerder Wsnp, Bureau Benedictus) waren aanwezig om hun visies op dit onderwerp te delen.
Het aantal mensen met langdurige schulden stijgt en de mensen die via een Wsnp-traject (Wet schuldsanering natuurlijke personen) de mogelijkheid krijgt om hier weer uit te komen is dalende. Gemeenten en schuldhulpverleners zijn op zoek naar antwoorden voor een effectieve schuldhulpverlening. Er waren bij de bijeenkomst dan ook een brede belangstelling. Van beleidsambtenaren van gemeenten maar ook bewindvoerders en werknemers van verschillende kredietbanken, alsook een aantal vrijwilligers.
Insolventierechter Erik Boerma trapte de bijeenkomst af met een presentatie waarin hij hamerde op het zoeken tot de verbinding tussen de rechterlijke macht en de lokale overheid. De wethouder die eens in de zoveel tijd overlegt met de president van de rechtbank, noemde hij hierbij als een voorbeeld. Het belangrijkste is dat er communicatie plaatsvindt op dit vlak, om daarmee de inwoner beter tot dienst te zijn. Ook verdere digitalisering van de rechtspraak draagt hier aan bij.
De heer Boerma pleit voor het terugbrengen van het proces van schuldhulpverlening tot een veel korter proces. Voor veel mensen die schulden hebben, duurt dit proces nu te lang. In de tijd dat iemand door schuldhulpverlening ondersteund wordt, maakt men vaak ook weer nieuwe schulden. De heer Boerma pleit daarom voor de korte klap. In zo’n drie maanden weer schuldenvrij om daarmee kosten voor alle betrokken partijen te besparen. Essentieel daarin is het vormen van een plan door ook de schuldenaar zelf. Dit omdat hij te vaak ziet dat mensen die in de schulden raken geen duidelijk plan hebben over hoe ze hier weer uitkomen.
Bewindvoerder Geert Benedictus sprak in zijn verhaal voornamelijk over het belang van het Wsnp-traject. Dit is volgens hem de perfecte manier om weer uit de schulden te komen. Om hier beter gebruik van te maken geloofd hij in het beperken van het minnelijke traject tot maximaal één jaar. Hierna komt iemand dan in de schuldsanering en onder bewind. Mocht iemand daar na één jaar nog steeds in zitten, dan dient diegene automatisch te belanden in een Wsnp-traject.
Op 19 juli is ook het online platform Armoede Groningen van start gegaan. Op dit platform worden krachten gebundeld en kennis gedeeld over armoede in Groningen. Zoals feiten en cijfers, beleid en interventies en landelijke en regionale projecten rondom het thema armoede en schulden.
Een groep van 17 Nederlandse en Duitse vrouwen volgde vanaf januari 2018 verschillende workshops die gegeven werden in het kader van het project ‘New Jobportunities’. Een groep met maar liefst 8 nationaliteiten. Op 25 juni stroomden de dames uit, waarbij door de deelnemers uitgebreid werd teruggekeken op het traject; ze hadden veel geleerd. Daaruit bleek dat de deelnemers óf al een baan hadden óf 1 of 2 stages hadden gevolgd, waarna een betere beroepskeuze volgde. De groep blijft elkaar ontmoeten en een deel gaat zelfs verder met de theatervaardigheden.
Het initiatief ‘New Jobportunities’ begeleidt Nederlandse en Duitse vrouwen met workshops succesvol naar een nieuwe baan in de grensregio. Doel van deze activiteiten is om de zogenaamde ‘stille reserve’ in de grensregio te begeleiden naar een nieuwe baan, maar ook om het zelfvertrouwen van deze groep te vergroten.
De groep mocht mee op zes bedrijfsexcursies in Noord-Nederland en Noord-Duitsland: naar productiebedrijven, zorginstellingen, een school en een ambtelijke organisatie. Ze lieten een verpletterend positieve indruk achter: de werkgevers telefoneerden met CMO STAMM om te vragen of deze vrouwen bij hen aan het werk zouden willen. Als blijvende herinnering ontvingen ze een sleutelhanger met daaraan een snoepsleutel symbool voor de sleutel van succes en een kralenketting met hun naam.
Op 13 augustus gaat de tweede ronde workshops van start, van 4 maanden in dagdelen. Er zijn al 8 Nederlandse vrouwen aangemeld en er volgen nog een aantal voorlichtingsbijeenkomsten. Geïnteresseerd? Vraag meer informatie over het aankomende programma op en meld je aan of kijk op de website www.job-portunities.eu.
Op 14 juni organiseerde het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen haar eerste kennistafel. Veertig experts uit verschillende non-profit, profit en ambtelijke organisaties discussieerden mee over de leefbaarheid en kansrijkheid in en rondom Groningen.
Het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen is een initiatief van de Nationaal Coördinator Groningen. Het Kennisplatform brengt nieuwe inzichten vanuit bestaande en nieuwe kennis met het doel om bij te dragen aan mogelijke oplossingsrichtingen voor leefbaarheid en kansen in de aardbevingsregio. Het doel is om jaarlijks een overzicht te geven van de stand van kennis en om een onderzoeksagenda op te stellen. In deze agenda worden de belangrijke nieuwe vragen gebundeld die aangepakt moeten worden. Het Kennisplatform is een samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, CMO STAMM / Sociaal Planbureau Groningen en de GGD Groningen.
De kennistafel, die plaatsvond op 14 juni, werd voorgezeten door Rika Pot, oud-burgemeester van Appingedam. Startpunt van de bijeenkomst was een literatuurstudie van de Maatschappelijke gevolgen bodembeweging in Groningen die inzicht bood in de al bestaande kennis rondom dit vraagstuk. Binnen zes werkgroepen werd op detailniveau gesproken over de bestaande en de missende kennis(vragen). De zes thema’s waren:
Belangrijke eerste uitkomsten zijn dat er behoefte is aan een bottom-up benadering waarbij bewoners een meer prominente rol krijgen in onderzoek. De noodzaak van betere communicatie was een terugkerend thema. Benadrukt werd ook dat men wil dat onderzoeksresultaten worden omgezet in actie. Zoals Yvonne Turenhout, directeur CMO STAMM aangaf ‘We moeten onderzoek laten renderen’. Tenslotte werd benoemd dat er meer aandacht mag zijn voor kansen, zoals werkgelegenheid, toerisme, binding binnen dorpen en economische groei.
Het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen zal zich de komende jaren inzetten om een helder beeld te krijgen van de bestaande kennis en openstaande vragen, zowel voor korte als middellange termijn. Op zaterdag 29 september 2018 vindt het eerste kenniscongres plaats, dat in samenwerking met het Kennisplatform Bouwen en Versterken wordt georganiseerd. Dit congres is toegankelijk voor een ieder die interesse heeft in de kennis gerelateerd aan het aardbevingsdossier.
Donderdag 7 juni is onder grote belangstelling de nieuwe stichting zaVie gepresenteerd. zaVie is de krachtige collectieve belangenbehartiger in de provincie Groningen. De naam staat voor Zorg en Aandacht Voor IEdereen. Stichting zaVie is ontstaan uit een fusie tussen de patiëntenkoepels Onderling Samenwerkende Ouderenbonden, Platform Chronisch zieken en Gehandicapten, Provinciaal GGz BelangenPlatform Groningen en VG BelangenPlatform.
De Provincie Groningen vroeg in april 2017 Hermien Maarsingh, adviseur van CMO STAMM, om als procesregisseur samen met Zorgbelang en de Koepels een veranderplan op te stellen. Het veranderplan is gericht op duurzaam provinciaal zorggebruikersbeleid, dat zich kenmerkt door een vernieuwde organisatie en infrastructuur rond zorggebruikers.
De eerste helft van 2017 is gebruikt om tot een veranderplan te komen. Deze is in juli 2017 aan de partners gepresenteerd, waarna de vier eerder genoemde koepelorganisaties besloten samen verder te gaan. In 2018 is gezamenlijk de nieuwe stichting vormgegeven. Het nieuwe bestuur heeft een gezamenlijk Werkplan opgesteld voor 2018. Tijd om vol energie hard aan de slag te gaan!
zaVie streeft naar:
zaVie bereikt haar doel door signalen om te zetten in verbeterpunten en die samen met de mensen waar het om gaat te realiseren. De stichting streeft altijd naar samenwerking maar waar nodig staat zij op om de belangen van haar achterban te verdedigen. Verbeteringen worden gerealiseerd door samen te werken met provincie, gemeenten, zorgverleners, zorgorganisaties, zorgverzekeraars, onderwijs en belangengroeperingen. zaVie gelooft in de kracht van mensen zelf en ziet het als een mooie uitdaging om ieders talenten te ondersteunen en in te zetten. Het motto is: ik wens je toe wat goed voor je is. zaVie is een onafhankelijk, betrouwbare partner voor zowel de mensen die zorg, aandacht of ondersteuning nodig hebben als de zorgaanbieders. Meer informatie over zaVie is binnenkort te vinden op de website zavie.nl.
Namens CMO STAMM van harte gefeliciteerd zaVie!!!
Overheidsorganisaties zitten in tijden van verandering. Meer taken, grotere gemeenten en slimmer werken met nieuwe informatietechnologieën. Gemeenten trekken hierin steeds meer op met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Maar hoe ga je hier als gemeente mee om? Om hier bij stil te staan heeft de VGG op 31 mei jl. de Toogdag Gemeente van de Toekomst georganiseerd. CMO STAMM was één van de sprekers.
Tijdens de drukbezochte middag hebben een groot aantal verschillende organisaties hun visie gegeven op de toekomst van de gemeente en hun rol daarin. Bestuurders, ambtenaren, raadsleden, statenleden en maatschappelijke organisaties spraken over de vraag: Hoe ziet uw gemeentelijke organisatie eruit in de toekomst? In drie gespreksrondes werd in kleine groepen gesproken over uiteenlopende onderwerpen.
De gemeente van de Toekomst speelt in op de ontwikkelingen die nu spelen. Maar hoe doe je dit en waar houd je rekening mee? CMO STAMM heeft in de gespreksrondes deelnemers meegenomen in de gedachte dat de rol van de gemeente verandert als gevolg van verschillende factoren:
Behoeften in de samenleving zijn aan het veranderen. Inwoners organiseren zich makkelijk via internet en wachten niet af tot de overheid in actie komt. Overal, en op alle mogelijke terreinen, nemen inwoners zelf het initiatief. Steeds meer gemeenten gaan daarom aan de slag met het thema Overheidsparticipatie.
Voor het slagen en voortbestaan van de democratie is het belangrijk dat zowel de overheid als inwoners een actieve bijdrage leveren aan de samenleving. Bij overheidsparticipatie is sprake van omgekeerde samenwerking: de overheid participeert in initiatieven van inwoners, geeft deze ruimte en verbindt deze waar mogelijk met elkaar.
Bij overheidsparticipatie draait het om de vraag hoe overheden actieve bewoners kunnen ondersteunen. Faciliteren, organiseren, financieren, kwesties rond regelgeving. Vanuit een gelijkwaardige samenwerking.
Overheidsparticipatie vereist dus flexibiliteit en maatwerk. Doel:
Deze nieuwe manier van werken is niet iets dat de organisatie zomaar beheerst. Het vereist ‘oefening, professionalisering, systematisering en een voortgaand leerproces’. En het vraagt om andere rollen van ambtenaren, B&W en de gemeenteraad.
CMO STAMM heeft al veel overheidsorganisaties getraind in deze manier van denken en werken. Ben je ook geïnteresseerd of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Hermien Maarsingh.
Mag je ook in Drenthe zijn wie je bent? Met de ontwikkeling van de film Anders en een lespakket wordt dit onderwerp op een positieve manier onder de aandacht gebracht bij leerlingen op Drentse scholen in het voortgezet onderwijs.
In opdracht van de Provincie Drenthe is de film Anders ontwikkeld. Deze film geeft aandacht aan de positie van transgenders en in het algemeen de acceptatie van mensen die anders zijn. De film vertelt het verhaal van de 14-jarige Alex die worstelt met zijn identiteit en manier waarop de omgeving naar hem kijkt. (Zie foto-inzet).
De film Anders komt beschikbaar in een speciaal ontwikkeld lespakket voor leerlingen van klas 3 en 4 havo / vwo en voor leerlingen van klas 1 en 2 van het mbo. In het lespakket staat het thema ‘Anders’ centraal. Het lespakket bestaat uit de film Anders, drie lesbrieven en een evaluatieformulier. CMO STAMM heeft in opdracht van de Provincie Drenthe en in afstemming met het onderwijs de ontwikkeling van het lespakket gecoördineerd. De film en het lespakket is voor deze scholen in Drenthe kosteloos beschikbaar.
Het lespakket richt zich niet uitsluitend op transgenders. Het doel is om naar aanleiding van de film het thema ‘Anders’ breed te benaderen. Mensen die anders zijn, worden vaak met argwaan bekeken. Sommigen ervaren anderen die afwijken van de eigen normen als bedreigend of zelfs minderwaardig. Met dit lespakket gaan met dit thema actief en op een persoonlijke manier aan de slag.
Havo-, vwo- en mbo-scholen in Drenthe kunnen geheel kosteloos de film aanvragen en vertonen in de klas. We zijn 1 juni gestart met een pilot om het lespakket daarna te evalueren. De pilot loopt van 1 juni tot en met september 2018. Het is de bedoeling dat de film in deze pilot fase op vijf scholen wordt getoond. Meedoen aan de pilot? dat kan! Je ontvangt dan een link voor de film en het lesmateriaal digitaal, zodat je zelf les kunt geven. Aan de hand van jouw feedback wordt het lespakket geoptimaliseerd. Vanaf het schooljaar 2018 – 2019 is de film en het lespakket kosteloos beschikbaar op alle Drentse scholen.
Voor meer informatie en het aanvragen van de film en het lespakket kun je terecht bij Rika Ringersma.