Dinsdag 26 juni 2018 was de virtuele kick off voor het Interreg project Femina. In dit project gaan 10 organisaties uit 7 verschillende Europese landen zich inzetten voor de verbetering van de positie van vrouwen binnen hoogopgeleid technisch werk.
Via een online conference call stelden de partners zich voor en werden er een aantal presentaties geven over de inhoud en verloop van het project. Leadpartner hierin is Arezzo Innovazione, een centrum voor innovatie op technisch vlak. Ook doen er een aantal organisaties mee die actief zijn het gebied van regionale ontwikkeling en een organisatie die zich inzet voor de gelijkheid van vrouwen. De projectpartners komen uit Italië, Noorwegen, Griekenland, Roemenië, Spanje, Zweden, en Nederland.
Aanleiding voor het project is dat vrouwen op technisch vlak ondervertegenwoordigd zijn. Zowel in aantal studenten die een technische opleiding afrondt, alsook het aantal afgestudeerden wat vervolgens in die sector aan het werk gaat. Van de vrouwen met een technische opleiding werkt slechts 29% in de technische sector binnen de EU, terwijl dit bij de mannen zo’n 50% is. Die 71% vrouwen die niet in deze sector terecht komen is een verlies aan economisch potentieel. Studies wijzen uit dat het verkleinen van dit ‘gendergat’ een economische groei van 13% van het Europese BBP zou kunnen betekenen. Femina draagt hieraan bij door in te zetten op beleidsinstrumenten die industrie ondersteunen en tegelijkertijd voor integratie zorgen van vrouwen in technisch werk.
Het plan bestaat uit twee fases. In fase één zullen de partners aanvangen met het maken van een regionale analyse. In deze analyse gaat men in op wat er mis loopt bij de aansluiting van vrouwen in de technische sector. Wat zijn hierin de barrières en wie houden deze in stand? Op basis van onder andere deze analyse worden er uiteindelijk actieplannen gemaakt. Vervolgens worden in fase 2 deze actieplannen geïmplementeerd met behulp van regionale middelen. Hiervoor gebruiken de projectpartners hun lokale netwerk en vervullen zij zelf een monitorende rol. Het gaat hierbij om een langlopend project van 5 jaar waar meer dan 1,5 miljoen euro mee gemoeid is.
Op 21 juni 2018 zette ruim dertig experts op het gebied van informele zorg samen met CMO STAMM een eerste gezamenlijke stap naar oplossingsrichtingen voor een gezonde toekomst van Mantelzorg en Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen. De werksessie leverde verschillende perspectieven op door de brede samenstelling van de groep: bestuurders, beleidsmedewerkers, zorg professionals, mantelzorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties.
De werksessie pakte een urgente uitdaging in de informele zorg bij de kop: De stijgende vraag naar mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg, terwijl er sprake lijkt van dalend aanbod. Door vergrijzing en ontgroening lijkt er sprake van een toenemende mismatch in de bevolkingssamenstelling. Tegelijkertijd is de verwachting dat steeds meer inwoners elkaar met zorgvragen helpen (participatiesamenleving). De druk op informele zorg neemt dus toe. Een complex probleem met vele verschillende perspectieven.
CMO STAMM nam de deelnemers in de werksessie mee in de demografische en beleidsmatige ontwikkelingen die effect hebben op mantelzorg en vrijwillige inzet in de zorg. Daarna zijn de deelnemers aan de slag gegaan met het formuleren van een gemeenschappelijk perspectief. Een gezamenlijke droom voor de informele zorg in de provincie Groningen; een ‘stip op de horizon’.
In de werksessie zijn gemeenschappelijke toekomstbeelden ontstaan waarin vrijwilligerswerk ‘cool’ is, professionals in Groningen bekend staan als verbinders en waarin een toekomstcoach je helpt om tijdig na te denken over wat je zou willen als je later zorg nodig hebt.
In de werksessie wordt ook aandacht gegeven aan alle kennis en ervaring die aanwezig is. Door het uitwisselen van succesfactoren waarmee je zaken in gang krijgt als individuele medewerker van een organisatie. Praktische voorbeelden waaruit blijkt dat je ook zelf kunt doen wat nodig is door over de schaduw van je eigen organisatie heen te stappen en nieuwe verbindingen te leggen. Zo vertelde één van de deelnemers hoe het bij elkaar brengen van mantelzorgers die elkaar niet kenden nieuwe relaties creëerde en zelfs nieuwe vrijwilligers had opgeleverd.
Opvallend in alle ervaringen zijn de terugkerende punten:
>> Lees het verslag van de werksessie Informele zorg
Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat we met elkaar verantwoordelijk zijn om aan een gezonde toekomst voor mantelzorg en vrijwilligerswerk te werken, zien we met elkaar ook het gevaar van ‘in cirkels met elkaar blijven praten’. De grootste uitdaging om onze dromen te kunnen verwezenlijken ligt hiermee in het doorbreken van deze cirkel. Hoe komen we met elkaar tot echte vervolgstappen om onze dromen te kunnen realiseren?
Deze werksessie leverde aanknopingspunten waar we mee verder kunnen! CMO STAMM gaat op basis hiervan nog dit jaar concrete vervolgstappen zetten.
>> Bekijk de feiten en cijfers over informele zorg in de provincie Groningen
Een kwart van de kinderen en jongeren in Nederland heeft een ouder met psychische of lichamelijke problemen, een verslaving of een beperking. Vaak hebben zij verantwoordelijkheden die niet passen bij hun leeftijd. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer pleit voor meer aandacht voor deze kinderen en jongeren. De uitkomsten van het rapport ‘Hoor je me wel’ zijn voor minister Hugo de Jonge aanleiding om maatregelen te nemen voor extra ondersteuning. Het Expertteam Jonge Mantelzorg Groningen, gecoördineerd door CMO STAMM, heeft hiervoor in de provincie Groningen al een stevige basis gelegd.
Volgens de Kinderombudsvrouw moeten kinderen en jongeren beter en sneller geholpen worden. Zij wil dat professionals instrumenten voor de afstemming van hulpverlening en het signaleren van onveilige situaties beter benutten. Ook moeten gemeenten, scholen en jeugdhulpaanbieders investeren in samenwerking om de ondersteuning van gezinnen te verbeteren. Dit sluit nauw aan bij de inzet vanuit het Expertteam Jonge Mantelzorg (JMZ) Groningen: nu investeren in extra ondersteuning, voorkomt veel toekomstig leed en verdriet én vooral ook hoge kosten in professionele hulpverlening later.
Kinderen en jongeren met mantelzorgtaken zijn ook gewoon jong. Volop in ontwikkeling en gevoelig voor wat anderen van hen vinden. Helaas weten ze vaak hun thuissituatie goed voor anderen te verbergen. Vanwege hun leeftijd zijn jonge mantelzorgers extra kwetsbaar voor (over)belasting. Gevoelens van onbehagen, eenzaamheid en depressie liggen op de loer en vormen een risico voor hun ontwikkeling. Het Expertteam JMZ Groningen wil deze jongeren in beeld brengen en bbestaat op dit moment uit vertegenwoordigers van lokale steunpunten mantelzorg en jongerenwerk/buurtwerkers. Zij zoeken nadrukkelijk de samenwerking met partijen die met of voor jongeren werken.
De Kinderombudsman heeft kinderen en jongeren waarvan de vader of moeder ziek of verslaafd is gevraagd een tijdlijn te maken van hun eigen verhaal. De centrale vraag was: op welk moment had jij welke informatie, hulp of steun nodig? De tijdlijn geeft per fase, vanaf het moment dat er nog geen hulp is in het gezin tot het moment dat kinderen zich losmaken van hun ouders, weer welke problemen de kinderen en jongeren tegenkwamen en hoe dit volgens hen beter kan.
Aan het project werkten kinderen en jongeren mee van 14 tot 23 jaar. Zij zeiden behoefte te hebben aan ondersteuning en aan meer informatie over de problemen van hun ouders. Ook willen ze serieus genomen worden als ervaringsdeskundige. Naast de aanbevelingen van de kinderen en jongeren, doet de Kinderombudsman een aantal extra aanbevelingen aan de verschillende organisaties die een rol hebben bij het verbeteren van de situatie van deze kinderen en jongeren. De uitkomsten van het rapport zijn voor minister Hugo de Jonge aanleiding om meer aandacht te vragen voor extra ondersteuning. Hij wil bovendien met gemeenten in gesprek om te voorkomen dat een gezin minder thuiszorg krijgt doordat een kind mantelzorger is.
In de provincie Groningen zijn er op dit moment in de leeftijd van 0 t/m 24 jaar in totaal 176.951 kinderen en jongeren. Het Platform Hattinga Verschure schat dat er in onze provincie in totaal 120.000 mantelzorgers zijn, waarvan er ruim 30.000 18 jaar of jonger zijn.
Het provinciaal Expertteam JMZ Groningen richt zich in 2018 op de volgende sporen:
>> Expertteam Jonge Mantelzorg (JMZ) Groningen
>> Rapport ‘Hoor je me wel’, Kinderombudsman
>> Kamerbrief over kinderen van een langdurig zieke ouder, Hugo de Jonge
Wil je meer weten over wat het Expertteam JMZ in de provincie Groningen doet? Of wil je graag samenwerken? Neem contact op met Rika Ringersma
Op 19 juni 2018 organiseerde CMO STAMM een inspirerende Academie over het thema ‘verandering in de schuldhulpverlening’. Sprekers Erik Boerma (insolventierechter en projectleider Toezicht van het digitale innovatieprogramma KEI van de rechtspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant) en Geert Benedictus (bewindvoerder Wsnp, Bureau Benedictus) waren aanwezig om hun visies op dit onderwerp te delen.
Het aantal mensen met langdurige schulden stijgt en de mensen die via een Wsnp-traject (Wet schuldsanering natuurlijke personen) de mogelijkheid krijgt om hier weer uit te komen is dalende. Gemeenten en schuldhulpverleners zijn op zoek naar antwoorden voor een effectieve schuldhulpverlening. Er waren bij de bijeenkomst dan ook een brede belangstelling. Van beleidsambtenaren van gemeenten maar ook bewindvoerders en werknemers van verschillende kredietbanken, alsook een aantal vrijwilligers.
Insolventierechter Erik Boerma trapte de bijeenkomst af met een presentatie waarin hij hamerde op het zoeken tot de verbinding tussen de rechterlijke macht en de lokale overheid. De wethouder die eens in de zoveel tijd overlegt met de president van de rechtbank, noemde hij hierbij als een voorbeeld. Het belangrijkste is dat er communicatie plaatsvindt op dit vlak, om daarmee de inwoner beter tot dienst te zijn. Ook verdere digitalisering van de rechtspraak draagt hier aan bij.
De heer Boerma pleit voor het terugbrengen van het proces van schuldhulpverlening tot een veel korter proces. Voor veel mensen die schulden hebben, duurt dit proces nu te lang. In de tijd dat iemand door schuldhulpverlening ondersteund wordt, maakt men vaak ook weer nieuwe schulden. De heer Boerma pleit daarom voor de korte klap. In zo’n drie maanden weer schuldenvrij om daarmee kosten voor alle betrokken partijen te besparen. Essentieel daarin is het vormen van een plan door ook de schuldenaar zelf. Dit omdat hij te vaak ziet dat mensen die in de schulden raken geen duidelijk plan hebben over hoe ze hier weer uitkomen.
Bewindvoerder Geert Benedictus sprak in zijn verhaal voornamelijk over het belang van het Wsnp-traject. Dit is volgens hem de perfecte manier om weer uit de schulden te komen. Om hier beter gebruik van te maken geloofd hij in het beperken van het minnelijke traject tot maximaal één jaar. Hierna komt iemand dan in de schuldsanering en onder bewind. Mocht iemand daar na één jaar nog steeds in zitten, dan dient diegene automatisch te belanden in een Wsnp-traject.
Op 19 juli is ook het online platform Armoede Groningen van start gegaan. Op dit platform worden krachten gebundeld en kennis gedeeld over armoede in Groningen. Zoals feiten en cijfers, beleid en interventies en landelijke en regionale projecten rondom het thema armoede en schulden.
Een groep van 17 Nederlandse en Duitse vrouwen volgde vanaf januari 2018 verschillende workshops die gegeven werden in het kader van het project ‘New Jobportunities’. Een groep met maar liefst 8 nationaliteiten. Op 25 juni stroomden de dames uit, waarbij door de deelnemers uitgebreid werd teruggekeken op het traject; ze hadden veel geleerd. Daaruit bleek dat de deelnemers óf al een baan hadden óf 1 of 2 stages hadden gevolgd, waarna een betere beroepskeuze volgde. De groep blijft elkaar ontmoeten en een deel gaat zelfs verder met de theatervaardigheden.
Het initiatief ‘New Jobportunities’ begeleidt Nederlandse en Duitse vrouwen met workshops succesvol naar een nieuwe baan in de grensregio. Doel van deze activiteiten is om de zogenaamde ‘stille reserve’ in de grensregio te begeleiden naar een nieuwe baan, maar ook om het zelfvertrouwen van deze groep te vergroten.
De groep mocht mee op zes bedrijfsexcursies in Noord-Nederland en Noord-Duitsland: naar productiebedrijven, zorginstellingen, een school en een ambtelijke organisatie. Ze lieten een verpletterend positieve indruk achter: de werkgevers telefoneerden met CMO STAMM om te vragen of deze vrouwen bij hen aan het werk zouden willen. Als blijvende herinnering ontvingen ze een sleutelhanger met daaraan een snoepsleutel symbool voor de sleutel van succes en een kralenketting met hun naam.
Op 13 augustus gaat de tweede ronde workshops van start, van 4 maanden in dagdelen. Er zijn al 8 Nederlandse vrouwen aangemeld en er volgen nog een aantal voorlichtingsbijeenkomsten. Geïnteresseerd? Vraag meer informatie over het aankomende programma op en meld je aan of kijk op de website www.job-portunities.eu.
Op 14 juni organiseerde het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen haar eerste kennistafel. Veertig experts uit verschillende non-profit, profit en ambtelijke organisaties discussieerden mee over de leefbaarheid en kansrijkheid in en rondom Groningen.
Het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen is een initiatief van de Nationaal Coördinator Groningen. Het Kennisplatform brengt nieuwe inzichten vanuit bestaande en nieuwe kennis met het doel om bij te dragen aan mogelijke oplossingsrichtingen voor leefbaarheid en kansen in de aardbevingsregio. Het doel is om jaarlijks een overzicht te geven van de stand van kennis en om een onderzoeksagenda op te stellen. In deze agenda worden de belangrijke nieuwe vragen gebundeld die aangepakt moeten worden. Het Kennisplatform is een samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, CMO STAMM / Sociaal Planbureau Groningen en de GGD Groningen.
De kennistafel, die plaatsvond op 14 juni, werd voorgezeten door Rika Pot, oud-burgemeester van Appingedam. Startpunt van de bijeenkomst was een literatuurstudie van de Maatschappelijke gevolgen bodembeweging in Groningen die inzicht bood in de al bestaande kennis rondom dit vraagstuk. Binnen zes werkgroepen werd op detailniveau gesproken over de bestaande en de missende kennis(vragen). De zes thema’s waren:
Belangrijke eerste uitkomsten zijn dat er behoefte is aan een bottom-up benadering waarbij bewoners een meer prominente rol krijgen in onderzoek. De noodzaak van betere communicatie was een terugkerend thema. Benadrukt werd ook dat men wil dat onderzoeksresultaten worden omgezet in actie. Zoals Yvonne Turenhout, directeur CMO STAMM aangaf ‘We moeten onderzoek laten renderen’. Tenslotte werd benoemd dat er meer aandacht mag zijn voor kansen, zoals werkgelegenheid, toerisme, binding binnen dorpen en economische groei.
Het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen zal zich de komende jaren inzetten om een helder beeld te krijgen van de bestaande kennis en openstaande vragen, zowel voor korte als middellange termijn. Op zaterdag 29 september 2018 vindt het eerste kenniscongres plaats, dat in samenwerking met het Kennisplatform Bouwen en Versterken wordt georganiseerd. Dit congres is toegankelijk voor een ieder die interesse heeft in de kennis gerelateerd aan het aardbevingsdossier.
Donderdag 7 juni is onder grote belangstelling de nieuwe stichting zaVie gepresenteerd. zaVie is de krachtige collectieve belangenbehartiger in de provincie Groningen. De naam staat voor Zorg en Aandacht Voor IEdereen. Stichting zaVie is ontstaan uit een fusie tussen de patiëntenkoepels Onderling Samenwerkende Ouderenbonden, Platform Chronisch zieken en Gehandicapten, Provinciaal GGz BelangenPlatform Groningen en VG BelangenPlatform.
De Provincie Groningen vroeg in april 2017 Hermien Maarsingh, adviseur van CMO STAMM, om als procesregisseur samen met Zorgbelang en de Koepels een veranderplan op te stellen. Het veranderplan is gericht op duurzaam provinciaal zorggebruikersbeleid, dat zich kenmerkt door een vernieuwde organisatie en infrastructuur rond zorggebruikers.
De eerste helft van 2017 is gebruikt om tot een veranderplan te komen. Deze is in juli 2017 aan de partners gepresenteerd, waarna de vier eerder genoemde koepelorganisaties besloten samen verder te gaan. In 2018 is gezamenlijk de nieuwe stichting vormgegeven. Het nieuwe bestuur heeft een gezamenlijk Werkplan opgesteld voor 2018. Tijd om vol energie hard aan de slag te gaan!
zaVie streeft naar:
zaVie bereikt haar doel door signalen om te zetten in verbeterpunten en die samen met de mensen waar het om gaat te realiseren. De stichting streeft altijd naar samenwerking maar waar nodig staat zij op om de belangen van haar achterban te verdedigen. Verbeteringen worden gerealiseerd door samen te werken met provincie, gemeenten, zorgverleners, zorgorganisaties, zorgverzekeraars, onderwijs en belangengroeperingen. zaVie gelooft in de kracht van mensen zelf en ziet het als een mooie uitdaging om ieders talenten te ondersteunen en in te zetten. Het motto is: ik wens je toe wat goed voor je is. zaVie is een onafhankelijk, betrouwbare partner voor zowel de mensen die zorg, aandacht of ondersteuning nodig hebben als de zorgaanbieders. Meer informatie over zaVie is binnenkort te vinden op de website zavie.nl.
Namens CMO STAMM van harte gefeliciteerd zaVie!!!
Overheidsorganisaties zitten in tijden van verandering. Meer taken, grotere gemeenten en slimmer werken met nieuwe informatietechnologieën. Gemeenten trekken hierin steeds meer op met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Maar hoe ga je hier als gemeente mee om? Om hier bij stil te staan heeft de VGG op 31 mei jl. de Toogdag Gemeente van de Toekomst georganiseerd. CMO STAMM was één van de sprekers.
Tijdens de drukbezochte middag hebben een groot aantal verschillende organisaties hun visie gegeven op de toekomst van de gemeente en hun rol daarin. Bestuurders, ambtenaren, raadsleden, statenleden en maatschappelijke organisaties spraken over de vraag: Hoe ziet uw gemeentelijke organisatie eruit in de toekomst? In drie gespreksrondes werd in kleine groepen gesproken over uiteenlopende onderwerpen.
De gemeente van de Toekomst speelt in op de ontwikkelingen die nu spelen. Maar hoe doe je dit en waar houd je rekening mee? CMO STAMM heeft in de gespreksrondes deelnemers meegenomen in de gedachte dat de rol van de gemeente verandert als gevolg van verschillende factoren:
Behoeften in de samenleving zijn aan het veranderen. Inwoners organiseren zich makkelijk via internet en wachten niet af tot de overheid in actie komt. Overal, en op alle mogelijke terreinen, nemen inwoners zelf het initiatief. Steeds meer gemeenten gaan daarom aan de slag met het thema Overheidsparticipatie.
Voor het slagen en voortbestaan van de democratie is het belangrijk dat zowel de overheid als inwoners een actieve bijdrage leveren aan de samenleving. Bij overheidsparticipatie is sprake van omgekeerde samenwerking: de overheid participeert in initiatieven van inwoners, geeft deze ruimte en verbindt deze waar mogelijk met elkaar.
Bij overheidsparticipatie draait het om de vraag hoe overheden actieve bewoners kunnen ondersteunen. Faciliteren, organiseren, financieren, kwesties rond regelgeving. Vanuit een gelijkwaardige samenwerking.
Overheidsparticipatie vereist dus flexibiliteit en maatwerk. Doel:
Deze nieuwe manier van werken is niet iets dat de organisatie zomaar beheerst. Het vereist ‘oefening, professionalisering, systematisering en een voortgaand leerproces’. En het vraagt om andere rollen van ambtenaren, B&W en de gemeenteraad.
CMO STAMM heeft al veel overheidsorganisaties getraind in deze manier van denken en werken. Ben je ook geïnteresseerd of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Hermien Maarsingh.
Mag je ook in Drenthe zijn wie je bent? Met de ontwikkeling van de film Anders en een lespakket wordt dit onderwerp op een positieve manier onder de aandacht gebracht bij leerlingen op Drentse scholen in het voortgezet onderwijs.
In opdracht van de Provincie Drenthe is de film Anders ontwikkeld. Deze film geeft aandacht aan de positie van transgenders en in het algemeen de acceptatie van mensen die anders zijn. De film vertelt het verhaal van de 14-jarige Alex die worstelt met zijn identiteit en manier waarop de omgeving naar hem kijkt. (Zie foto-inzet).
De film Anders komt beschikbaar in een speciaal ontwikkeld lespakket voor leerlingen van klas 3 en 4 havo / vwo en voor leerlingen van klas 1 en 2 van het mbo. In het lespakket staat het thema ‘Anders’ centraal. Het lespakket bestaat uit de film Anders, drie lesbrieven en een evaluatieformulier. CMO STAMM heeft in opdracht van de Provincie Drenthe en in afstemming met het onderwijs de ontwikkeling van het lespakket gecoördineerd. De film en het lespakket is voor deze scholen in Drenthe kosteloos beschikbaar.
Het lespakket richt zich niet uitsluitend op transgenders. Het doel is om naar aanleiding van de film het thema ‘Anders’ breed te benaderen. Mensen die anders zijn, worden vaak met argwaan bekeken. Sommigen ervaren anderen die afwijken van de eigen normen als bedreigend of zelfs minderwaardig. Met dit lespakket gaan met dit thema actief en op een persoonlijke manier aan de slag.
Havo-, vwo- en mbo-scholen in Drenthe kunnen geheel kosteloos de film aanvragen en vertonen in de klas. We zijn 1 juni gestart met een pilot om het lespakket daarna te evalueren. De pilot loopt van 1 juni tot en met september 2018. Het is de bedoeling dat de film in deze pilot fase op vijf scholen wordt getoond. Meedoen aan de pilot? dat kan! Je ontvangt dan een link voor de film en het lesmateriaal digitaal, zodat je zelf les kunt geven. Aan de hand van jouw feedback wordt het lespakket geoptimaliseerd. Vanaf het schooljaar 2018 – 2019 is de film en het lespakket kosteloos beschikbaar op alle Drentse scholen.
Voor meer informatie en het aanvragen van de film en het lespakket kun je terecht bij Rika Ringersma.
Team Abracadabra uit Hoogeveen heeft de publieksprijs gewonnen bij de landelijke wedstrijd ‘Vanzelfsprekend’ van Tel Mee met Taal. De uitwerking van het idee is nu in volle voorbereiding. Jij kan daar ook aan meehelpen! Hoe? Door het delen van het winnende filmpje van team Abracadabra. Bijvoorbeeld op de website van je organisatie. Zo geven we met elkaar meer bekendheid aan de problemen waar laaggeletterden tegenaan lopen en zijn we samen onderdeel van de oplossing!
Het idee van Team Abracadabra heeft de publieksprijs gewonnen. Dat geeft aan dat veel mensen zich herkennen en/of kunnen vinden in de situatie en de oplossing die geschetst is in hun filmpje; een testpanel om brieven te toetsen op ingewikkelde taal, ofwel op ‘abracadabra’. Wil je met jouw organisatie ook aan de gang om correspondentie beter leesbaar te maken en hierbij de doelgroep zelf te betrekken? Wij helpen je graag verder! Neem voor advies en informatie contact op met Imke Oosting of Esther Rodenburg.
In de gemeente Eemsmond wordt hard gewerkt aan gebiedsplannen waarin de leefbaarheid van de dorpen centraal staat. De afgelopen jaren is er in dit gebied veel veranderd. Denk aan de gevolgen van de gaswinning, de vergrijzing en de krimp, de veranderingen in de zorg, de aankomende gemeentelijke herindeling. Alle reden om de bestaande dorpsvisies nog eens goed onder de loep te nemen en in gesprek te gaan over de toekomst van het dorp.
In Warffum en Breede zijn ze daar onlangs mee begonnen. In een eerste werksessie, uit een serie van meerdere dorpsgesprekken, zijn ontwikkelingen in het dorp geschetst, knelpunten en kansen in beeld gebracht. We bespraken het DNA van het dorp, demografische ontwikkelingen en vergrijzing. We benoemden de trends voor de toekomst en bespraken de vraag: wat betekenen deze voor de leefbaarheid, voor de vitaliteit van het dorp, voor de voorzieningen en de ontmoetingsplekken in het dorp en hoe ga je hier als inwoners mee om.
In deze eerste en ook de volgende werksessies leveren dorpsinwoners input voor hun plan voor de toekomst, ze stellen prioriteiten, zetten in op breed draagvlak en bekijken welke inzet zij zelf kunnen leveren en ook waarvoor zij anderen nodig hebben om deze te realiseren.
De gemeente Eemsmond heeft een Woon- en leefbaarheidsplan 2017-2021 opgesteld waarin een aantal kernopgaven die de leerbaarheid versterken centraal staan. Deze kernopgaven sluiten aan bij waar de dorpen zich sterk voor willen maken:
Het woord is nu aan de dorpen, waaronder Warffum en Breede. De komende maanden gaan zij met ondersteuning van CMO STAMM aan de slag met hun dorpsvisie en hun ambities voor de toekomst. Welke keuzes maken zij? Bestaat daarvoor breed draagvlak en welke mogelijkheden zien inwoners om zich daar samen met anderen voor in te zetten?
In deze nieuwe vorm van samenwerken slaan inwoners en gemeente de handen ineen. Een mooi voorbeeld van hoe een bundeling van ambitie, middelen, maatregelen en daadkracht de toekomst van de dorpen kan bepalen.
Neem contact op met Fenna Bolding voor meer informatie over dit project of over andere dorpsvisies en ambitieplannen voor de toekomst.
Veertig procent van de registraties bij de noordelijke discriminatiemeldpunten in 2017 betreft discriminatie op grond van herkomst en huidskleur. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie 2017 Noord-Nederland, die de drie noordelijke Discriminatie Meldpunten (antidiscriminatievoorzieningen) en de Politie-eenheid Noord-Nederland op 25 april 2018 presenteerden. Bij de politie is dat cijfer 38%. Hiermee is dit, net als in 2016, de meest voorkomende discriminatiegrond.
De Monitor bevat de gezamenlijke cijfers over discriminatiemeldingen die bij de Meldpunten en de Politie zijn binnengekomen en geregistreerd. Ook het College voor de Rechten van de Mens heeft haar cijfers beschikbaar gesteld. In Noord-Nederland zijn bij de politie 298, bij de Discriminatie Meldpunten 443 en bij het College voor de Rechten van de Mens 33 meldingen binnengekomen over ervaringen van discriminatie van burgers.
Het aantal discriminatiemeldingen op grond van herkomst of huidskleur is bij de Meldpunten de afgelopen jaren nagenoeg stabiel. Bij de politie laten de cijfers een grilliger verloop zien. De reden hiervoor is niet bekend; er is aanvullend onderzoek noodzakelijk om te achterhalen waardoor dit kan.
Discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte laat voor het derde jaar op rij een stijging zien. In 2017 werd er 60 keer melding gemaakt op deze grond, in 2016 was dat 44 keer het geval en in 2015 ging het om 35 meldingen. Daarnaast wordt ook zwangerschapsdiscriminatie en discriminatie van transgenders vaker genoemd.
De arbeidsmarkt is verreweg het meest genoemde terrein waarop gediscrimineerd wordt bij meldingen van de Meldpunten. In 2017 gingen 127 van de 443 meldingen over discriminatie op de arbeidsmarkt.
Het aantal meldingen op grond van seksuele gerichtheid is bij de Meldpunten gedaald van 48 in 2016 naar 31 in 2017. Bij de politie is op deze grond ook een daling zichtbaar, van 124 in 2016 naar 76 in 2017. Een oorzaak van de daling is niet direct duidelijk. Wel zetten steeds meer overheden specifiek beleid uit om discriminatie op grond van seksuele gerichtheid tegen te gaan. Mogelijk speelt dit een rol.
De Monitor Discriminatie kan gezien worden als een compacte, publieksvriendelijke factsheet rondom het thema ‘discriminatie’ in Noord-Nederland. Naast de cijfers over discriminatie informeert de Monitor over op welke wijze de Meldpunten d.m.v. voorlichtingen en gastlessen aandacht schenken aan deze thematiek. Het format van de Monitor Discriminatie Noord-Nederland is dit jaar overgenomen door verschillende regio’s in het land.
Het rapport is te vinden op de website van het Meldpunt Discriminatie Drenthe. Of bekijk de monitor direct via Monitor Discriminatie 2017 Noord-Nederland.
Na de eerste zes weken van het programma New Jobportunities hebben al 7 vrouwen een vaste baan gevonden. Ruim 30 Duitse en Nederlandse vrouwen in het Noord-Nederlandse grensgebied krijgen in het project New Jobportunities de kans om weer aan het werk te gaan. Op dit moment nemen nog 19 vrouwen aan het programma deel. In diverse workshops leert deze ‘stille reserve’ zichzelf goed te presenteren bij werkgevers. In augustus start een nieuwe leergang.
“In het begin was vooral de taal moeilijk, maar na de taalcursus vanuit het project zijn wij een stuk verder. Hartstikke leuk en nuttig om te doen”, zegt één van de Nederlandse deelnemers. Na de intake begint men met oppoetsen van de cv, training/coaching (tweetalig), taaltraining, sollicitatie-vaardigheden en bedrijfsexcursies. De groep vrouwen wordt de ‘stille reserve’ genoemd omdat ze graag weer aan het werk willen, maar niet bekend zijn bij coördinerende werkzoekende organisaties of gemeentelijke instanties.
Marijke Roudijk is een deelnemer van de ‘eerste lichting’. Zij liep tijdens de bedrijfsexcursie in een seniorencentrum in Duitsland naar binnen en vertelde: “Hier zou ik wel willen werken”. De directeur van het centrum had binnen korte tijd een sollicitatiegesprek met haar. Daarna is ze daar begonnen met een leer- en werktraject. Sinds enkele maanden heeft zij een vaste aanstelling binnen dit zorgcentrum.
Op 13 augustus gaat een nieuwe leergang van start. Geïnteresseerden kunnen meer informatie over het aankomende programma opvragen en zich aanmelden. Op 24 mei en 31 mei staan ’s avonds voorlichtingsbijeenkomsten gepland in Groningen en Emmen.
‘New Jobportunities’ biedt in een programma van 6 maanden de tools die vrouwen tussen de 35 en 65 jaar nodig hebben om hun kansen op de arbeidsmarkt te verzilveren. De deelnemende vrouwen van het project New Jobportunities uit de Noord-Nederlandse en Noord-Duitse grensstreek zijn een greep uit de zogenaamde ‘stille reserve’: inwoners van de grensregio die graag weer aan het werk willen, maar niet bekend zijn bij coördinerende werkzoekende organisaties of gemeentelijke instanties. Zij hebben in principe geen recht op een uitkering of aanvullende scholing in de zoektocht naar (betaald) werk.
De verwachtingen binnen onze participatiesamenleving zijn hoog. Misschien wel te hoog. Naast alle vaardigheden en kennis die het vaak van bewoners vraagt om mensen met zorgvragen te helpen, is er ook nog sprake van een toenemende mismatch in de bevolkingssamenstelling. Het aantal senioren neemt toe, terwijl de leeftijdsgroepen die voor hen zorgen juist afnemen. Hoe gaan we hiermee om? En hoe kunnen we nu al inspelen op deze komende ontwikkelingen? Dat is de centrale vraag van de bijeenkomst op 21 juni 2018 over informele zorg, georganiseerd door CMO STAMM.
In Groningen verandert de bevolkingssamenstelling. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat vooral krimpgebieden te maken krijgen met de negatieve gevolgen van de veranderende bevolkingssamenstelling (zie bijvoorbeeld in de krimpgemeenten binnen figuur 1).
Figuur 1: De verwachte bevolkingsopbouw van 2018 t/m 2040 laat zien dat de groep mantelzorgers in Groningen (blauw: 46 t/m 64 jaar) kleiner wordt terwijl de groep ouderen (beide kleuren grijs: 65 tot en met 79 jaar en 80 jaar en ouder) groter wordt. De groep 80 jaar en ouder verdubbelt zelfs.
Op de groep die nog wel informele zorg kan verlenen komt daardoor extra druk te staan, ze zijn met weinig en werken langer door dan vorige generaties. Het gevaar van overbelasting ligt op de loer. Driekwart van de wijkverpleegkundigen geeft aan regelmatig met overbelaste mantelzorgers te maken te hebben (SCP-rapport ‘Voor elkaar?’, 2016).
Naast informatievoorziening voor mantelzorgers, ondersteunt CMO STAMM ook het werkveld. Op 21 juni organiseert CMO STAMM een werksessie voor betrokkenen rond informele zorg in de provincies Groningen. We bieden inzicht in de bevolkingssamenstelling tot 2040, in de ontwikkelingen binnen informele zorg en vooral ook in de wensen en behoeften van inwoners zelf. Welke oplossingsrichtingen kunnen we met elkaar vinden en hoe kunnen we nog veel beter vanuit het perspectief van inwoners en het liefst ook samen met hen die oplossingen in de praktijk vormgeven?
Provincie Groningen heeft CMO STAMM tevens gevraagd om mantelzorgers in de provincie te ondersteunen door middel van nieuws en informatie. Inwoners kunnen hiervoor naar de website www.mantelzorggroningen.nl. De nieuwsbrief van Mantelzorg Groningen van april 2018 biedt bijvoorbeeld inzicht aan inwoners en hun naasten hoe je mantelzorgtaken kunt verlichten.
Het Drentse Zorglandschap is een samenwerking van de 12 Drentse gemeenten, Zilveren Kruis en de provincie Drenthe. De visie van de betrokken partijen is: “Samen werken aan kwalitatief goede, bereikbare en betaalbare zorg in Drenthe”. De invulling van deze samenwerking is vastgelegd in de Drentse Werkagenda 2017-2018 (zie bijlage 3) met drie thema’s:
• Effectief samenwerken in de wijk (krachtige basiszorg);
• Ontwikkeling van een sterke en sluitende GGZ-keten;
• Mogelijkheden voor (gezamenlijke) preventie activiteiten vergroten.
Het huidige document, de uitvoeringsagenda 2018, is een nadere uitwerking van de Drentse Werkagenda 2017-2018. De uitvoeringsagenda 2018 is opgesteld door de werkgroep Drents Zorglandschap op basis van:
– De Drentse Werkagenda 2017-2018
– De werksessie met de werkgroep Drents Zorglandschap op 18 januari j.l. waarin een beeld van de resultaten 2017 is gevormd (zie bijlage 1 ‘Overzicht resultaten 2017’) en de nodige vervolgstappen en afspraken voor de doorontwikkeling in 2018 zijn benoemd.